ECLI:NL:CRVB:2024:1291
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering van WIA-uitkering op basis van arbeidsongeschiktheid en medische beoordeling
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 juni 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over de weigering van een WIA-uitkering aan appellant, die minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. Appellant had zich ziekgemeld op 15 mei 2018 en ontving eerder een WIA-uitkering die in 2014 was beëindigd. De Raad oordeelde dat het Uwv voldoende zorgvuldig medisch onderzoek had verricht en dat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de juistheid van de medische beoordeling. Appellant had geen relevante medische gegevens over de in geding zijnde periode ingediend en de geduide functies werden passend geacht. De rechtbank had eerder het beroep van appellant ongegrond verklaard, wat door de Raad werd bevestigd. Appellant had verzocht om benoeming van een onafhankelijke deskundige, maar dit verzoek werd afgewezen omdat er geen nieuwe medische informatie was die de eerdere bevindingen van het Uwv tegensprak. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en dat de weigering van de WIA-uitkering in stand bleef. Appellant kreeg geen vergoeding voor proceskosten of griffierecht.