ECLI:NL:CRVB:2024:1453
Centrale Raad van Beroep
- Schadevergoedingsuitspraak
- Rechtspraak.nl
Intrekking hoger beroep en proceskostenveroordeling in WIA-zaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 juli 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep met zaaknummer 22/940 WIA. De appellant, vertegenwoordigd door mr. D. Gürses, had hoger beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. Het Uwv, vertegenwoordigd door mr. J.H. van Riet, heeft een verweerschrift ingediend. Tijdens de zitting op 26 oktober 2022 is het onderzoek heropend en is een onafhankelijke deskundige, verzekeringsarts L. GrevelingFockens, benoemd. Deze deskundige heeft op 4 september 2023 een rapport uitgebracht, waarop partijen hun zienswijze hebben gegeven. Op 10 november 2023 heeft het Uwv een gewijzigde beslissing op bezwaar genomen, waarmee het volledig tegemoetkwam aan de bezwaren van de appellant. Op 18 januari 2024 heeft de appellant het hoger beroep ingetrokken en verzocht om een proceskostenveroordeling. Het Uwv heeft geen verweerschrift ingediend en het onderzoek ter zitting is achterwege gelaten. De Raad heeft vastgesteld dat het Uwv met de gewijzigde beslissing op bezwaar volledig aan de bezwaren van de appellant tegemoet is gekomen. De Raad heeft het Uwv veroordeeld in de proceskosten van de appellant, die zijn begroot op € 3.937,50, en heeft bepaald dat het Uwv het door de appellant betaalde griffierecht van in totaal € 185,- moet vergoeden.