mw. mr. C. Karman

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens gebrek aan informatie over de aangevallen uitspraak.

De Raad bevestigt de weigering van het Uwv om de WAO-uitkering van de appellant te herzien, omdat er geen nieuwe feiten zijn die dit rechtvaardigen. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellant een WAO-uitkering toe te kennen, omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn die de eerdere besluiten rechtvaardigen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering; medische beoordeling door deskundige overtuigend.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering van ZW- en WIA-uitkering van directeur-grootaandeelhouder, geen dringende redenen om van besluiten af te zien.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens te late indiening van het beroepschrift.

Centrale Raad van Beroep bevestigt niet-ontvankelijkheid van beroep wegens verzuim beroepsgronden in aanvraag uitkering Werkloosheidswet na faillissement werkgever.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking ZW-uitkering en afwijzing WW-aanvraag wegens geen privaatrechtelijke dienstbetrekking.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de tegemoetkoming voor loonkosten op grond van de NOW-2 terecht op nihil is vastgesteld, omdat er geen omzetdaling van ten minste 20% was.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de minister de subsidie op grond van de NOW-1 en NOW-3 terecht heeft vastgesteld en teruggevorderd.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de lagere uitspraak over de definitieve vaststelling van de NOW-2 subsidie en de terugvordering van het voorschot van appellante.

Herziening en terugvordering WAO-uitkering wegens schending inlichtingenplicht. Boete van € 3.249,85 blijft in stand.

De subsidie voor loonkosten op grond van de NOW-1 is terecht op nihil vastgesteld en het voorschot is terecht teruggevorderd.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv het dagloon van betrokkene op € 27,99 terecht heeft vastgesteld, zonder bijzondere omstandigheden die tot een onredelijke uitkomst leiden.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellante een WIA-uitkering toe te kennen, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt terugvordering WAO-uitkering en intrekking toeslag wegens niet gemelde werkzaamheden door appellante.

Centrale Raad van Beroep bevestigt terugvordering van te veel betaalde WIA-voorschotten door Uwv; appellant voldeed niet aan inkomenseis en had geen dringende redenen om van terugvordering af te zien.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellante per 20 januari 2020 en de weigering van een nieuwe ZW-uitkering per 17 april 2020, wegens onvoldoende arbeidsongeschiktheid.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellant, oordelend dat hij in staat is meer dan 65% van zijn laatst verdiende loon te verdienen.

De Raad oordeelt dat het Uwv het dagloon voor de WIA-uitkering onjuist heeft vastgesteld en stelt dit vast op € 216,90. Tevens wordt schadevergoeding toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat appellante recht heeft op een Wajong-uitkering, omdat het Uwv niet aannemelijk heeft gemaakt dat haar arbeidsvermogen kan ontwikkelen. De uitspraak van de rechtbank werd vernietigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt uitspraak rechtbank dat Uwv dagloon van betrokkene onterecht heeft vastgesteld op € 117,57, in strijd met het evenredigheidsbeginsel.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellante wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt Uwv in proceskosten van betrokkene tot € 907,- na intrekking hoger beroep.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de WIA-uitkering van appellante per 1 februari 2022, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering van appellante wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid. Medische beoordeling door Uwv wordt onderschreven.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om proceskostenveroordeling af in hoger beroep WIA, omdat er niet aan appellant is tegemoetgekomen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt terugvordering WIA-voorschotten door Uwv; appellant had geen dringende redenen om van terugvordering af te zien.

De Centrale Raad van Beroep heeft het Uwv veroordeeld tot een proceskostenvergoeding van € 6.459,40 na intrekking van het hoger beroep door appellante, die volledig tegemoetgekomen is door het Uwv.

Herziening en terugvordering van WIA-uitkering van € 56.214,51 wegens niet voldoen aan inkomenseis. Geen dringende redenen om van herziening en terugvordering af te zien.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de hervatting van de WAO-uitkering van appellant per 8 januari 2022, na beëindiging wegens niet-naleving van de inlichtingenplicht.

Het verzoek om herziening van de uitspraak van 21 juli 2017 is niet-ontvankelijk verklaard omdat het onredelijk laat is ingediend.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv terecht een WIA-voorschotuitkering heeft teruggevorderd van appellant, omdat de hoogte van het inkomen correct is vastgesteld en het beroep op het vertrouwensbeginsel niet slaagt.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellante een WIA-uitkering toe te kennen, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. Medische en arbeidskundige beoordelingen ondersteunen deze beslissing.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de vaststelling van het WIA-dagloon op € 131,52, geen rekening gehouden met overuren die na de referteperiode zijn uitbetaald.

Centrale Raad van Beroep vernietigt het besluit van het Uwv om een verzoek om terug te komen op een onjuist toerekeningsbesluit af te wijzen, en oordeelt dat het Uwv onvoldoende rekening heeft gehouden met de belangen van appellante.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart het beroep van appellante gegrond inzake de toerekening van WGA-uitkering, die ten onrechte was toegewezen.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en oordeelt dat Uwv onterecht weigerde WGA-uitkering met terugwerkende kracht te herzien na erkenning van onjuiste grondslag.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv onterecht de toerekening van de WGA-uitkering aan appellante heeft gehandhaafd en vernietigt het besluit. Uwv moet opnieuw beslissen en proceskosten vergoeden.

Centrale Raad van Beroep verklaart verzoek om herziening niet-ontvankelijk wegens niet tijdig betalen griffierecht.

Centrale Raad van Beroep vernietigt besluit Uwv over WGA-uitkering; Uwv moet nieuw besluit nemen met belangenafweging.

De WIA-uitkering van appellant is terecht geschorst en ingetrokken omdat hij niet op het spreekuur van de verzekeringsarts verscheen. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

Intrekking en terugvordering van een WIA-toeslag wegens schending van de inlichtingenplicht door appellante. Terugvordering vastgesteld op € 4.900,-. Geen dringende redenen om geheel van terugvordering af te zien.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt Uwv in proceskosten na intrekking hoger beroep door appellant, met een totale vergoeding van € 2.625,- en griffierecht van € 185,-.

Appellante heeft het hoger beroep ingetrokken omdat het Uwv volledig aan haar bezwaren is tegemoetgekomen. De Raad veroordeelt het Uwv in de proceskosten van € 875,- en het griffierecht van € 136,-.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de terugvordering van de WIA-uitkering van appellant, die gedetineerd was. Er zijn geen dringende redenen om van terugvordering af te zien. Appellant ontvangt geen proceskostenvergoeding.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verzoek verhoging dagloon voor vrijwillige ZW- en WIA-verzekering. Beroep op vertrouwensbeginsel slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering van appellante wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid. Medische en arbeidskundige grondslagen zijn voldoende onderbouwd.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens niet tijdig betalen griffierecht.

De Raad bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellant per 19 mei 2021, oordelend dat het Uwv zorgvuldig medisch onderzoek heeft verricht en dat appellant in staat is om geselecteerde functies te verrichten.