ECLI:NL:CRVB:2024:2285
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verzoek om herziening van een eerdere uitspraak in het kader van de WAO
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 4 december 2024 uitspraak gedaan over een verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 21 juli 2017, geregistreerd onder nummer 17/444 WAO. Het verzoeker, die in Marokko woont, had eerder hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam, maar dit was niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet tijdig was betaald. Na een ongegrond verklaard verzet tegen deze uitspraak, heeft verzoeker op 1 februari 2022 verzocht om herziening van de uitspraak van 21 juli 2017. De Raad heeft verzoeker erop gewezen dat herziening alleen mogelijk is onder strikte voorwaarden, zoals vastgelegd in artikel 8:119 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Verzoeker stelde dat hij de uitspraak van 12 april 2018 nooit had ontvangen en diende nadere brieven in. De zaak werd behandeld op zittingen op 16 mei 2024 en 23 oktober 2024, maar verzoeker was beide keren niet verschenen. De Raad concludeerde dat het verzoek om herziening onredelijk laat was ingediend, aangezien er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren gesteld en het verzoek meer dan een jaar na de openbaarmaking van de eerdere uitspraak was ingediend. Daarom werd het verzoek om herziening niet-ontvankelijk verklaard. Er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.