Uitspraak
22 1717 WIA
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
BESLISSING
uitspraak en bepaalt dat beroep tegen dit besluit slechts bij de Raad kan worden ingesteld;
van in totaal € 496,- vergoedt.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om de toerekening van de WGA-uitkering van een werkneemster aan haar werkgever, appellante, door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Het oorspronkelijke besluit van 10 januari 2019, waarbij de WGA-uitkering aan appellante werd toegerekend, is door het Uwv erkend als onjuist, omdat de werkneemster onder het WGA-flex risico viel. Appellante heeft bezwaar gemaakt tegen de toerekening en verzocht om een herziening met terugwerkende kracht. Het Uwv heeft dit verzoek afgewezen, wat leidde tot een rechtszaak.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld en geconcludeerd dat het Uwv niet deugdelijke motivering heeft gegeven voor de afwijzing van het verzoek om terug te komen van het toerekeningsbesluit. De Raad heeft overwogen dat, hoewel het Uwv een beleid hanteert waarbij terugwerkende kracht alleen in bijzondere omstandigheden wordt verleend, dit beleid niet aanvaardbaar is in het licht van de onmiskenbare onjuistheid van het oorspronkelijke besluit. De Raad heeft het hoger beroep van appellante gegrond verklaard, de aangevallen uitspraak vernietigd en het Uwv opgedragen om opnieuw te beslissen op het bezwaar van appellante, met inachtneming van de belangenafweging die in de uitspraak is beschreven.
De Raad heeft ook bepaald dat het Uwv de proceskosten van appellante moet vergoeden, die zijn vastgesteld op € 3.018,75. De uitspraak is openbaar gedaan op 20 november 2024.