dhr. mr. J.S. van der Kolk

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv geen compensatie vanuit de WAO kan bieden voor inkomensachteruitgang in het tweede ziektejaar. Hoger beroep van appellant afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de evenredige verlaging van daglonen bij samenloop van WW-uitkeringen. Appellant's hoger beroep afgewezen.

Hoger beroep tegen de weigering van het Uwv om terug te komen op het WAO-dagloon. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het verzoek om schadevergoeding af.

Hoger beroep over de vaststelling van het WIA-dagloon op € 177,32. De Raad bevestigt dat het Uwv de WW-uitkering van juli 2016 niet mee mocht tellen, conform de wet- en regelgeving.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellant uit Slowakije, o.b.v. Nederlandse wetgeving en medische gegevens.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv het WIA-dagloon van appellant terecht op € 86,27 heeft vastgesteld en verklaart het beroep ongegrond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellante, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is, gebaseerd op deskundigenrapporten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de hoogte van het dagloon voor de IVA-uitkering op € 110,30 en oordeelt dat de WW-uitkering over augustus 2016 terecht buiten beschouwing is gelaten.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de weigering van de WIA-uitkering; Uwv moet nieuw besluit nemen op basis van deskundigenrapporten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv de loonbetaling op 3 juli 2018 terecht niet heeft meegenomen in de dagloonberekening voor de WIA-uitkering van appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van WIA-herzieningsverzoek van appellante wegens gebrek aan nieuwe feiten of omstandigheden.

Hoger beroep over de hoogte van het dagloon. Uwv heeft het dagloon correct vastgesteld. Geen sprake van indirecte discriminatie. Uitspraak bevestigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WIA-uitkering aan appellant wegens onvoldoende toegenomen beperkingen.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de maatmanomvang en het maatmaninkomen onjuist heeft vastgesteld en draagt het Uwv op om het besluit te herstellen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Rotterdam over de arbeidsongeschiktheid van appellant, vastgesteld op 45,53%.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank over de toekenning van een WGA-uitkering aan appellant met een arbeidsongeschiktheid van 44,77%.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op IVA-uitkering, omdat geen duurzame volledige arbeidsongeschiktheid is vastgesteld op 28 november 2019.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de WAO-uitkering van appellant per 14 februari 2019, omdat hij minder dan 15% arbeidsongeschikt is. De Raad oordeelt dat het medisch onderzoek zorgvuldig is uitgevoerd en dat de beëindiging gerechtvaardigd is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van ZW-uitkering aan appellante, oordelend dat zij geschikt is voor de geduide functies en dat het medisch onderzoek zorgvuldig is uitgevoerd.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de WIA-uitkering van appellant ten onrechte heeft geweigerd op basis van een ondeugdelijke medische grondslag en draagt het Uwv op dit te herstellen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in bestuursrechtelijke procedure. Uwv en Staat veroordeeld tot schadevergoeding van respectievelijk € 359,- en € 3.141,-.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de terugvordering van WGA-uitkering door het Uwv, oordeelt dat het bedrag correct is vastgesteld en er geen dringende redenen zijn om van terugvordering af te zien.

Centrale Raad van Beroep kent werkneemster met terugwerkende kracht een IVA-uitkering toe vanaf 25 juli 2018, na eerdere besluiten van het Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering van appellante op basis van medische en arbeidskundige beoordeling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van Uwv om verzoek tot herziening van arbeidsongeschiktheidsbesluit, geen nieuwe feiten aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat Uwv tijdig heeft beslist op melding toegenomen klachten WAO. Hoger beroep van appellant slaagt niet.

Centrale Raad oordeelt dat WAZ-uitkering van appellant vanaf 23 mei 2016 en 23 april 2018 moet worden uitbetaald naar 80-100% arbeidsongeschiktheid, vernietigt eerdere uitspraak.

Hoger beroep over weigering WIA-uitkering; medisch onderzoek en beperkingen correct vastgesteld. Uitspraak bevestigd.

Hoger beroep van appellante tegen de weigering van een WIA-uitkering. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak en oordeelt dat appellante minder dan 35% arbeidsongeschikt is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering appellante per 27 juni 2019 op basis van artikel 56, derde lid, Wet WIA; beroep op gelijkheids- en vertrouwensbeginsel slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep verklaart het beroep van appellante ongegrond inzake WIA-beoordeling en arbeidsongeschiktheid.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de vordering tot terugvordering van de WIA-uitkering niet is verjaard, omdat besluiten binnen vijf jaar na de interne melding zijn genomen.

Tussenuitspraak over de vaststelling van de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant in het kader van de Wet WIA, waarbij het Uwv wordt opgedragen het besluit te herstellen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de eerste ziektedag van de werkneemster op 28 juni 2016 ligt, gebaseerd op medische gegevens en adviezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering; medische en arbeidskundige beoordeling zijn zorgvuldig en overtuigend gemotiveerd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellant op 53,74% en oordeelt dat het Uwv zorgvuldig heeft gehandeld in de beoordeling van zijn geschiktheid voor voorbeeldfuncties.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de mate van arbeidsongeschiktheid van 58,18% voor een docente na een verkeersongeval, op basis van deskundigenrapporten.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante recht heeft op een IVA-uitkering in plaats van een WGA-uitkering, omdat haar arbeidsongeschiktheid duurzaam is. Besluit van het Uwv wordt vernietigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering na zorgvuldig medisch onderzoek door Uwv. Appellant's beperkingen werden niet onderschat.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering appellant per 5 april 2019; medische en arbeidskundige beoordeling door Uwv voldoende onderbouwd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WIA-uitkering, oordelend dat geen toegenomen beperkingen uit dezelfde ziekteoorzaak zijn aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-loonaanvullingsuitkering; geen onderschatting van beperkingen door Uwv.

Verzoek om herziening van eerdere uitspraak over schadevergoeding afgewezen; geen nieuwe feiten of omstandigheden aangetoond.

Verzoek om herziening van WAO-uitkering afgewezen; geen nieuwe feiten of omstandigheden aangetoond.

Hoger beroep over WIA-uitkering; maatregel van 20% wegens te late aanvraag terecht opgelegd. Schadevergoeding van € 1.000,- toegewezen wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Tussenuitspraak over WIA-beoordeling van appellante na borstkankerbehandeling; Uwv moet nieuwe FML opstellen en arbeidskundig onderzoek uitvoeren.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv het bedrag van de 30%-regeling niet heeft meegenomen bij de berekening van het WW-dagloon, omdat dit een eindheffingsbestanddeel is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv de betaling voor overwerk in maart 2015 niet aan de referteperiode heeft toegerekend, omdat appellant niet kon aantonen dat het loon niet inbaar was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv de nabetaling van € 4.572,96 niet in de dagloonberekening heeft meegenomen, omdat appellante niet aantoonde dat het loon inbaar was tijdens de referteperiode.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv de betaling van overwerkuren in oktober 2019 niet bij de WIA-dagloonberekening heeft meegenomen, omdat deze niet vorderbaar was in de referteperiode.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv onvoldoende gemotiveerd heeft waarom er geen urenbeperking is opgenomen in de FML van appellante. Het Uwv moet het gebrek in het besluit herstellen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv terecht de ZW-uitkering in mindering heeft gebracht op de WIA-uitkering, conform de wetgeving.

Tussenuitspraak over de weigering van het Uwv om met terugwerkende kracht terug te komen van een toerekeningsbesluit in het kader van de WIA.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het WW-dagloon van betrokkene correct is vastgesteld op € 61,50, ondanks eerdere tegenstrijdige uitspraak van de rechtbank.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv het medisch onderzoek zorgvuldig heeft uitgevoerd en bevestigt de afwijzing van de WIA-uitkering aan appellante. Proceskosten van € 4.118,- worden vergoed.

Hoger beroep over WIA-uitkering; betrokkene's werkzaamheden werden passend geacht, en zijn verdiensten representatief voor zijn verdiencapaciteit. Hoger beroep werkgeefster niet-ontvankelijk.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellant op 49,23% per 1 oktober 2018 en oordeelt dat zijn functie niet als witte ravenbaan kan worden aangemerkt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering; onvoldoende bewijs van arbeidsongeschiktheid tijdens wachttijd.

Hoger beroep over de vaststelling van de eerste arbeidsongeschiktheidsdag en de maatmanomvang in het kader van de WIA-uitkering. De Raad bevestigt dat appellante niet als medische afzakker kan worden aangemerkt en dat 29 november 2013 de juiste datum is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant op 70,45% in het kader van de Wet WIA, na zorgvuldige beoordeling van medische rapporten.

Hoger beroep tegen de weigering van een WIA-uitkering. Proceskostenveroordeling uitgesproken. Medisch onderzoek door Uwv zorgvuldig.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing schadevergoeding WAZ-uitkering; appellant maakt geen schade aannemelijk.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv terecht oordeelde dat appellant per 1 januari 2019 minder dan 35% arbeidsongeschikt was, waardoor geen recht op WIA-uitkering herleefde.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening WAO-uitkering appellant; cognitieve klachten onvoldoende onderkend.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering; medisch onderzoek door Uwv zorgvuldig, appellant in staat om geselecteerde functies te vervullen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering; appellant niet voldoende arbeidsongeschikt en functies geschikt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verzoek om terug te komen van eerder besluit inzake WAO-uitkering; geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden.

Hoger beroep over de arbeidsongeschiktheid van appellante, die niet als medische afzakker wordt aangemerkt. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellant een WIA-uitkering toe te kennen, oordelend dat het medisch onderzoek zorgvuldig is uitgevoerd en de beperkingen juist zijn vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WIA-uitkering wegens laattijdige aanvraag en onvoldoende medische onderbouwing.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv onvoldoende zorgvuldigheid heeft betracht in het verzekeringsgeneeskundig onderzoek van appellant, en draagt het Uwv op het gebrek te herstellen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat betrokkene recht heeft op een IVA-uitkering vanaf 5 juli 2016, omdat de eerdere weigering niet voldoende was onderbouwd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering van appellant, oordelend dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid correct heeft vastgesteld en de FML adequaat was gemotiveerd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag IVA-uitkering; appellant niet arbeidsongeschikt voor eigen werk.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over herziening en terugvordering van WIA-uitkering. Appellante had in eerste periode te veel ontvangen, maar niet in tweede periode. Uwv moet nieuwe beslissing nemen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op WAO-uitkering vanwege niet gemelde inkomsten uit arbeid en wederrechtelijk verkregen voordeel.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de volledige arbeidsongeschiktheid van appellante duurzaam is en herroept eerdere besluiten van het Uwv, waardoor appellante recht heeft op een IVA-uitkering.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellante een WIA-uitkering toe te kennen, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. Proceskosten worden vergoed.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid van appellant terecht op 60,55% heeft vastgesteld. Schadevergoeding en proceskosten worden toegewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking WIA-uitkering na zorgvuldige beoordeling van beperkingen en juiste referteperiode voor maatmaninkomen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat zijn eerste arbeidsongeschiktheidsdag eerder dan 29 augustus 1988 was. Het beroep tegen de beslissing van het Uwv wordt ongegrond verklaard.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat onverschuldigd betaalde toeslag kan worden verrekend met nabetaling WAO-uitkering.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in WIA-zaak. Uwv en Staat veroordeeld tot schadevergoeding en proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt terugvordering van teveel betaalde Wajong-uitkering. Uwv heeft niet tekortgeschoten in informatieplicht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Amsterdam over de zorgvuldigheid van het verzekeringsgeneeskundig onderzoek en de vastgestelde beperkingen in het kader van de Ziektewet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de maatregel van 10% korting op WIA-uitkering wegens niet verschijnen op uitnodiging en niet reageren op afspraken.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep van appellant niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang.

Verzoek om herziening van WIA-uitkering afgewezen; geen nieuwe feiten of omstandigheden aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat Altersrente terecht in mindering is gebracht op WIA-uitkering, omdat deze als ouderdomsuitkering wordt aangemerkt.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant onjuist is vastgesteld en vernietigt de eerdere uitspraak.

Centrale Raad van Beroep bevestigt terugvordering WAO-uitkering op basis van zelfstandige inkomsten. Appellant kan niet bewijzen dat hij vóór ziekmelding als zelfstandige werkte. Geen dringende redenen voor afzien van terugvordering.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv onterecht de periodeloonvergelijking heeft toegepast bij de berekening van de WAO-uitkering van betrokkene, die zowel inkomen uit loondienst als zelfstandige arbeid heeft.

Hoger beroep over recht op WGA-loonaanvullingsuitkering; appellant is niet duurzaam arbeidsongeschikt op 17 maart 2016 en 17 maart 2018.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant over de arbeidsongeschiktheid van appellante, vastgesteld op 45 tot 55%.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellante, o.b.v. medische beoordeling en arbeidsongeschiktheid.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de mate van arbeidsongeschiktheid van appellante correct is vastgesteld op 67,4% en bevestigt de uitspraak van de rechtbank. Tevens wordt schadevergoeding toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt verjaring van vordering tot schadevergoeding in WAO-zaak; appellant heeft niet aangetoond tijdige stuitingshandelingen te hebben verricht.

Centrale Raad van Beroep verklaart het beroep ongegrond; ZW-uitkering van appellante terecht beëindigd per 8 april 2017.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA- en WAO-uitkering wegens overschrijding van de termijn van vijf jaar na beëindiging van de WAO-uitkering.

Appellant krijgt geen recht op een kopje of hogere ZW-uitkering. Het Uwv heeft terecht geweigerd om eerder dan 1 maart 2004 een toeslag toe te kennen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellante en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding redelijke termijn.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid van appellante terecht op minder dan 35% heeft vastgesteld en de WIA-uitkering heeft geweigerd.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant terecht is vastgesteld op 40,48% en vernietigt eerdere uitspraak van de rechtbank.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant niet volledig arbeidsongeschikt is en geen recht heeft op een IVA-uitkering, omdat zijn arbeidsongeschiktheid per 26 september 2017 op 45,94% is vastgesteld.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant terecht is vastgesteld op minder dan 35%.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland over de rechtmatigheid van uitkeringen en inlichtingenverplichting van appellant in het kader van WIA en ZW.

Hoger beroep van appellante over IVA-uitkering en dagloon. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank, omdat er onvoldoende bewijs is voor een eerdere arbeidsongeschiktheidsdag dan 24 maart 2017.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de datum in geding voor de WIA-uitkering op 6 juni 2018 en oordeelt dat het Uwv een zorgvuldig medisch onderzoek heeft verricht. De rechtbank heeft de medische en arbeidskundige beoordeling van appellante onderschreven.

Hoger beroep ingetrokken; Uwv veroordeeld in proceskosten tot € 5.757,41.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de eerste arbeidsongeschiktheidsdag van appellant op 11 maart 2017 is vastgesteld. Incidenteel hoger beroep van het Uwv niet-ontvankelijk verklaard. Proceskosten van appellant vergoed.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat stagevergoeding niet als loon geldt voor dagloonberekening WIA-uitkering. Eerdere uitspraak vernietigd en Uwv opgedragen nieuwe beslissing te nemen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beslissing van het Uwv over de arbeidsongeschiktheid van appellante en veroordeelt het Uwv in de proceskosten.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake WAO-uitkering af, omdat verzoeker geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangedragen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de ingangsdatum van volledige arbeidsongeschiktheid op 3 oktober 2016, na beoordeling van medische rapporten en herbeoordelingen door het Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; voldoende zorgvuldig onderzoek en medische grondslag.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de mate van arbeidsongeschiktheid van appellante op 42% en oordeelt dat deskundigenrapporten overtuigend zijn. Uwv wordt veroordeeld in proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellant, oordelend dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid correct heeft vastgesteld en dat appellant onvoldoende bewijs heeft geleverd voor zijn beperkingen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering en beëindiging WGA-loonaanvullingsuitkering; medische beoordeling voldoende onderbouwd.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens ontbreken van procesbelang; appellante heeft akkoord met gewijzigde beslissing Uwv.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de weigering van het Uwv om een WIA-uitkering toe te kennen, gebaseerd op onjuiste medische grondslag. Nieuwe beslissing op bezwaar vereist.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellant op 55,97% en oordeelt dat de medische beoordeling door het Uwv juist is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland dat appellant niet meer dan 35% arbeidsongeschikt is en geen recht heeft op WIA-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing IVA-uitkering; appellante niet volledig en duurzaam arbeidsongeschikt bevonden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant niet heeft aangetoond dat hij ziek was tijdens de referteperiode voor de WIA-uitkering, waardoor het Uwv artikel 17 van het Dagloonbesluit niet hoefde toe te passen.

Appellante heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraken van de rechtbank over haar WIA-uitkering. De Raad verklaart de hoger beroepen niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een IVA-uitkering aan een werknemer, omdat zijn volledige arbeidsongeschiktheid niet duurzaam was volgens de Wet WIA.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv terecht de herziening van de WAO-uitkering van appellante heeft geweigerd, omdat er geen relevante toename van psychische klachten is aangetoond.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellant minder dan 35% arbeidsongeschikt is en geen recht heeft op een WIA-uitkering. Het onderzoek door de verzekeringsartsen wordt als zorgvuldig beoordeeld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een IVA-uitkering aan appellant, oordeelt dat volledige arbeidsongeschiktheid niet duurzaam is en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de WW-uitkering van appellante over juni 2009 niet is meegenomen in de WIA-dagloonberekening. Uwv wordt veroordeeld in proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van de WAO-uitkering van appellant, oordelend dat het medisch onderzoek door het Uwv zorgvuldig was en de beperkingen in de FML juist zijn vastgesteld.

Appellante verzocht om vergoeding voor rijlessen, maar het Uwv oordeelde dat rolstoeltaxi de goedkoopste adequate voorziening is. Hoger beroep afgewezen.

Centrale Raad bevestigt beëindiging ZW-uitkering; appellante kan meer dan 65% van maatmaninkomen verdienen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking WAO-uitkering van appellante, oordeelt dat medisch onderzoek voldoet aan eisen en dat geselecteerde functies geschikt zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van de WAO-uitkering van appellante, oordelend dat er geen nieuwe feiten zijn die herziening rechtvaardigen.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af, omdat onderzoek in de hoofdzaak vereist is en de verzekeringsstatus van verzoekster niet voorlopig kan worden beantwoord.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellant op 74,26% en oordeelt dat het Uwv voldoende heeft gemotiveerd dat de beperkingen adequaat zijn vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het medisch onderzoek zorgvuldig was en dat appellant minder dan 35% arbeidsongeschikt is, waardoor de WIA-uitkering is afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant terecht voor 25-35% arbeidsongeschikt is geacht; geen toegenomen arbeidsongeschiktheid vastgesteld.

Verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake Ziektewetuitkering afgewezen; geen nieuwe feiten of omstandigheden aangetoond.

Hoger beroep over de hoogte van het WIA-dagloon. De Centrale Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het Uwv de hoogte van het dagloon terecht heeft vastgesteld op € 100,09.

Hoger beroep van appellante tegen afwijzing WAO-uitkering door Uwv. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak, oordeelt dat geen nieuwe feiten zijn en dat het Uwv zorgvuldig heeft gehandeld.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante als eigenrisicodrager is aangemerkt na de overname van [BV], ondanks dat niet alle werknemers zijn overgenomen. Uwv wordt veroordeeld in proceskosten.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat er sprake is van een volledige overgang van onderneming van [BV 3] naar [BV 2], waardoor appellante niet eigenrisicodrager is voor de WGA-uitkering van werknemer.

Centrale Raad van Beroep vernietigt afwijzing WIA-uitkering na verkorte wachttijd; Uwv onvoldoende gemotiveerd over herstelmogelijkheden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het Uwv zorgvuldig medisch onderzoek heeft uitgevoerd en de arbeidsongeschiktheid van appellant correct heeft vastgesteld op 49,17%.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Rotterdam dat appellante niet meer dan 35% arbeidsongeschikt is en geen recht heeft op een WIA-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant dat het Uwv appellant terecht een WIA-uitkering heeft geweigerd, omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt is.

Hoger beroep over intrekking WAO-uitkering. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening en terugvordering van TW-uitkering wegens schending inlichtingenplicht door appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de mate van arbeidsongeschiktheid van appellante op 64,88% en wijst verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn toe.

Verzoeker krijgt schadevergoeding van € 1.000,- wegens overschrijding van de redelijke termijn in WIA-zaak. De Staat der Nederlanden wordt ook veroordeeld tot betaling van proceskosten van € 374,-.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Limburg en verklaart het hoger beroep van appellant ongegrond, omdat er geen nieuwe medische onderbouwing is voor verdergaande beperkingen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant op 73,34% en onderschrijft de zorgvuldigheid van het Uwv's onderzoek. Appellant's beroep wordt ongegrond verklaard.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv onvoldoende heeft gemotiveerd dat de arbeidsongeschiktheid van appellant op 28 september 2016 niet duurzaam was. De uitspraak vernietigt eerdere beslissingen en draagt het Uwv op een nieuwe beslissing te nemen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA- en Wajong-uitkering aan appellant na laattijdige aanvraag. Schadevergoeding wegens overschrijding redelijke termijn vastgesteld op € 2.500,-.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering en kent schadevergoeding van € 2.000,- toe wegens overschrijding redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant recht heeft op IVA-uitkering, omdat hij op 28 februari 2018 volledig en duurzaam arbeidsongeschikt was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WAO-uitkering aan appellante, oordelend dat medische beoordeling zorgvuldig was en geen recht op uitkering bestond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank over inkomensverrekening bij WW-uitkeringen en wijst schadevergoeding toe aan appellant.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de functie medewerker tuinbouw niet passend is voor appellant met chronisch bekkenbodemsyndroom. Uwv moet nieuwe beslissing nemen over arbeidsongeschiktheid en IVA-uitkering.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en besluit van Uwv over WAO-aanvraag wegens onvoldoende informatie van appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de korting op de WAO-uitkering van appellant, oordelend dat de periodeloonvergelijking rechtmatig is en geen onevenredige last oplevert.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en oordeelt dat Uwv niet aannemelijk heeft gemaakt dat appellant inkomsten uit hennepkwekerij heeft genoten. Uwv moet opnieuw beslissen op bezwaar.

Hoger beroep over de ingangsdatum van de IVA-uitkering van een ex-werknemer. De Centrale Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de ingangsdatum niet eerder kan zijn dan 9 april 2015.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de rechtsverhouding tussen appellante en [naam B.V. 3] geen privaatrechtelijke dienstbetrekking is, maar een overeenkomst van opdracht. Hoger beroep afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de dagloonvaststelling van het Uwv in het kader van de Ziektewet, waarbij alleen loon tot het intreden van de ziekte wordt meegenomen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellante een WIA-uitkering toe te kennen, o.a. omdat het medisch onderzoek zorgvuldig was en de werkzaamheden van appellante geschikt zijn voor de geselecteerde functies.

Centrale Raad van Beroep weigert WW-uitkering aan appellante wegens onvoldoende inkomstenverlies na vermindering arbeidsuren. De wetgever's systematiek van inkomensverrekening wordt bevestigd.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep gegrond; Uwv moet WIA-uitkering herroepen en schadevergoeding toekennen aan appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de dagloonvaststelling door het Uwv en oordeelt dat appellant in een privaatrechtelijke dienstbetrekking heeft gewerkt voor [BV 1].

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat Uwv in gebreke is gebleven bij beslissing op bezwaar, waardoor een dwangsom van € 160,- verschuldigd is. Dagloon WW-uitkering blijft vastgesteld op € 60,85.

Hoger beroep over afwijzing Wajong-uitkering bij verhuizing naar Tsjechië. Centrale Raad bevestigt dat geen medische noodzaak is aangetoond en dat de redenen voornamelijk op persoonlijke keuze zijn gebaseerd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering toeslag; partner geboren na 31-12-1971 zonder kind jonger dan 12 jaar.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv het WIA-dagloon correct heeft vastgesteld op basis van de WW-uitkering en loon van appellant, zonder het loon uit april 2015 mee te tellen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat ingangsdatum WAO-uitkering correct is vastgesteld op 28 november 2017, geen bijzonder geval aanwezig.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om heropening WAO-uitkering af; intrekking was terecht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellant; geen reden om te twijfelen aan geschiktheid van geselecteerde functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de mate van arbeidsongeschiktheid van appellante op 49,72% en oordeelt dat het medisch onderzoek door het Uwv zorgvuldig is geweest.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; medisch onderzoek en geschiktheid functies zijn voldoende onderbouwd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellant een WIA-uitkering toe te kennen, op basis van de FML van 15 september 2017 en de medische geschiktheid voor geselecteerde functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering van appellante op basis van deskundigenrapport. Appellante is minder dan 35% arbeidsongeschikt bevonden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland over de medische beoordeling en belastbaarheid van appellant in het kader van de Ziektewet. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Centrale Raad van Beroep verklaart het hoger beroep van appellante niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang.

Hoger beroep over arbeidsongeschiktheid en schadevergoeding in WIA-zaak. Appellant krijgt schadevergoeding van € 1.500,- wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de arbeidsduurbeperking van appellante gewijzigd zou moeten worden. De eerdere beperking van twee uur per dag, tien uur per week blijft van kracht. Uwv moet opnieuw beslissen op bezwaar.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellant met ingang van 24 oktober 2017 minder dan 35% arbeidsongeschikt is, en wijst het hoger beroep van appellant af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering; zorgvuldig medisch onderzoek en geschiktheid functies vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank over de WIA-uitkering van appellant, waarbij het WIA-dagloon correct is vastgesteld en de no-risk polis geen aanpassing rechtvaardigt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van het Uwv om de WAO-uitkering van appellant eerder te verhogen. Geen nieuw gebleken feiten aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellant op 72,47% ingaande 12 december 2017, en oordeelt dat de functies die aan deze beoordeling ten grondslag liggen medisch geschikt zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op WIA-uitkering; medisch onderzoek door Uwv was zorgvuldig en volledig.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv zorgvuldig medisch onderzoek heeft verricht en dat de arbeidsongeschiktheid van appellante correct is vastgesteld op 35 tot 80%.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op WIA-uitkering, omdat er geen toegenomen beperkingen zijn vastgesteld ten opzichte van eerdere beoordelingen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant recht heeft op IVA-uitkering wegens duurzame arbeidsongeschiktheid door Q-koortsvermoeidheidssyndroom, en vernietigt eerdere besluiten van het Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WIA-uitkering; geen toegenomen arbeidsongeschiktheid vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat WAZ-uitkering op nihil is gesteld en boete is opgelegd wegens niet gemelde inkomsten uit hennepkwekerij.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering WGA-vervolguitkering; appellante had moeten begrijpen dat uitkering onterecht was.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep ongegrond; onvoldoende medische onderbouwing voor status als medische afzakker.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv terecht voorschotten heeft teruggevorderd, omdat appellant niet meewerkte aan medisch onderzoek voor WIA-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat werknemer op 21 september 2016 geschikt was voor zijn eigen werk als vrachtwagenchauffeur, ondanks eerdere uitval door een herseninfarct.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraken over WIA-uitkering en oordeelt dat Uwv beperkingen van betrokkene moet erkennen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WIA-uitkering aan appellant, omdat zijn arbeidsongeschiktheid onder de 35% blijft en de functies medisch geschikt zijn.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de herziening van de arbeidsongeschiktheidsuitkering van appellant terecht is afgewezen, ondanks een gebrek in het besluit van het Uwv.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om een WIA-uitkering toe te kennen, oordelend dat het medisch onderzoek zorgvuldig was en de functies geschikt voor appellante.

Centrale Raad van Beroep bevestigt ingangsdatum IVA-uitkering en kent schadevergoeding van € 1.000,- toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Amsterdam en oordeelt dat appellant geen nieuwe gegevens heeft ingebracht die de weigering van het Uwv kunnen onderbouwen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante arbeidsvermogen heeft en dat de Wajong-uitkering terecht is verlaagd naar 70% van het minimumloon.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant op 35,70% in het kader van de Wet WIA, na zorgvuldig medisch onderzoek door het Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-uitkering van appellante, oordeelt dat Uwv terecht arbeidsongeschiktheid op minder dan 35% heeft vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep vernietigt beëindiging WIA-uitkering en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv ten onrechte de WGA-uitkering van appellante beëindigde. De Raad herstelt de uitkering naar 100% en kent schadevergoeding toe wegens schending van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellant medisch gezien in staat is om geselecteerde functies te vervullen, ondanks zijn gezondheidsklachten.

Appellante heeft hoger beroep ingesteld tegen de beëindiging van haar WIA-uitkering. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv terecht concludeerde dat appellante minder dan 35% arbeidsongeschikt was en bevestigt de beëindiging van de uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat 589 niet-eindgeselecteerde functies niet geschikt zijn voor betrokkene met urenbeperkingen, ondanks bezwaar van de betrokkene.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WAZ-uitkering na vijfjaarstermijn; appellant is minder dan 25% arbeidsongeschikt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellante op basis van zorgvuldig medisch en arbeidskundig onderzoek.

Hoger beroep over de hoogte van de loonaanvullingsuitkering. De Raad bevestigt dat de beperkingen van appellante juist zijn vastgesteld en dat een urenbeperking van 20 uur per week voldoende is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-uitkering van betrokkene, oordeelt dat medische belastbaarheid correct is vastgesteld en dat betrokkene onder de 35% arbeidsongeschikt blijft.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant over de afwijzing van de WIA-uitkering aan appellante, die geen nieuwe argumenten aanvoerde in hoger beroep.

Hoger beroep tegen de weigering van een WIA-uitkering. Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraak dat appellante geschikt is voor eigen werk en geen recht heeft op uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-loonaanvullingsuitkering van appellante, die niet meer dan 35% arbeidsongeschikt is, en oordeelt dat zij geschikt is voor de geselecteerde functies.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de verlaging van de toeslag op grond van de Toeslagenwet door het Uwv, oordelend dat de appellant onvoldoende bewijs heeft geleverd voor een buitensporig zware last door de kostendelersnorm.

Hoger beroep van appellant tegen de afwijzing van zijn verzoek om herziening van een WAO-besluit. De Centrale Raad bevestigt dat er geen nieuwe feiten zijn die de herziening rechtvaardigen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing herhaalde aanvraag WAO-uitkering; geen nieuwe feiten of omstandigheden aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op WIA-uitkering per 31 januari 2016, omdat er geen toegenomen beperkingen zijn vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank dat de beperkingen van appellant correct zijn vastgesteld en dat de geselecteerde functies geschikt zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering appellant per 10 september 2015 op basis van deskundigenrapport en arbeidsongeschiktheid.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat betrokkene recht heeft op een WIA-uitkering per 3 maart 2016, en dat zowel artikel 55 als 57 van de Wet WIA van toepassing zijn. Het Uwv moet een nieuw besluit nemen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake WIA-uitkering, omdat appellante geen procesbelang meer had na opheffing van de schorsing.

Hoger beroep tegen weigering WIA-uitkering. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank, oordeelt dat de medische beoordeling zorgvuldig was en dat er geen nieuwe gronden zijn voor een andere beslissing.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Limburg over de medische beoordeling en geschiktheid van functies voor appellant in het kader van de Ziektewet.

Appellante verliest hoger beroep over WIA-uitkering; medische beoordeling door Uwv wordt onderschreven.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de hoogte van het WIA-dagloon en de toepassing van het Dagloonbesluit, waarbij het Uwv het overeengekomen loon correct heeft vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellant na zorgvuldige toetsing van belastbaarheid en geschiktheid van functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om terug te komen van het intrekkingsbesluit van de WAO-uitkering, omdat er geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WIA-uitkering aan appellant na zorgvuldig medisch onderzoek en geschiktheid van geselecteerde functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van verzoek om herziening WAO-uitkering; geen nieuwe feiten of veranderde omstandigheden aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Rotterdam over de WGA-vervolguitkering en de vaststelling van arbeidsongeschiktheid van appellant.

Hoger beroep over beëindiging Ziektewet-uitkering. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak en wijst schadevergoeding toe wegens overschrijding redelijke termijn.

Hoger beroep over WIA-uitkering; Centrale Raad bevestigt dat Uwv medische beoordeling correct was en dat geen belemmeringen voor appellante zijn vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland over de WIA-uitkering van appellant, waarbij de medische belastbaarheid niet onjuist werd bevonden.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening van de arbeidsongeschiktheid van een verpleegkundige naar 45 tot 55% op basis van zorgvuldig medisch onderzoek.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellante medisch geschikt is voor 30 uur werk per week, ondanks haar klachten na een motorongeluk.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om herziening af; verzoeker beoogde nieuwe arbeidsongeschiktheidsbeoordeling, wat niet is toegestaan.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat bezwaarschrift van appellant uit Marokko niet tijdig is ingediend, waardoor het Uwv het niet-ontvankelijk heeft verklaard.

Hoger beroep van appellant tegen afwijzing aanvraag WAO-uitkering. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak, oordeelt dat Uwv zorgvuldig heeft gehandeld en geen nieuwe feiten zijn aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de verzekeringsartsen zorgvuldig hebben gehandeld in de beoordeling van de appellant's Ziektewetuitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op heropening van haar WAO-uitkering wegens onvoldoende bewijs van toegenomen arbeidsongeschiktheid gedurende vier weken.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank over de dagloonberekening en het vertrouwensbeginsel in de Ziektewet, met opdracht aan het Uwv voor een nieuwe beslissing op bezwaar.

Centrale Raad van Beroep verklaart het hoger beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland over de afwijzing van de WIA-uitkering.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraken en herroept besluiten van het Uwv over beëindiging van ZW-uitkeringen, o.b.v. psychische beperkingen van appellant.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Amsterdam over de herziening van de WAO-uitkering van appellant, waarbij de zorgvuldigheid van de rapportages door verzekeringsartsen wordt bevestigd.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat artikel 25 van het Dagloonbesluit van toepassing is bij gelijktijdige aanspraak op ZW- en WGA-vervolguitkering. Eerdere uitspraak van de rechtbank vernietigd.

De Centrale Raad van Beroep verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de resterende verdiencapaciteit van € 1.937,32 per maand, met een arbeidsongeschiktheid van 44,78%.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat werkneemster geen duurzame arbeidsongeschiktheid heeft en recht heeft op WGA-uitkering, niet IVA-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op WIA-uitkering; medisch onderzoek en re-integratie-inspanningen zijn voldoende zorgvuldig en adequaat.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek van verzoeker om het Uwv te veroordelen in de proceskosten af, omdat de nieuwe beslissing op bezwaar niet het gevolg was van het verzoek om voorlopige voorziening.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-loonaanvullingsuitkering; appellante kan geselecteerde functies vervullen na medisch onderzoek.

Hoger beroep over WIA-uitkering; verzoek om herbeoordeling afgewezen. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de WW-uitkering van appellant, waarbij inkomen correct is verrekend volgens het Dagloonbesluit. Beroep op schending van eigendomsrecht afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de vaststelling van het ziekengeld door het Uwv op basis van de polisadministratie, appellante kan geen onjuistheid aantonen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de toekenning van een loongerelateerde WGA-uitkering aan appellant, waarbij zijn arbeidsongeschiktheid op 44,30% is vastgesteld. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt terugvordering teveel betaalde WAO-uitkering door Uwv; toepassing artikel 44 WAO is correct.

Centrale Raad van Beroep bevestigt loonsanctie voor appellante wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen van werkneemster in het kader van de Wet WIA.

Hoger beroep over de vaststelling van het WIA-dagloon. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het Uwv het dagloon correct heeft berekend op basis van 156 loondagen.

Centrale Raad van Beroep wijzigt WGA-uitkering van appellante en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat inkomsten uit zorgovereenkomst niet als loon uit dienstbetrekking kunnen worden aangemerkt. Hoger beroep van appellant slaagt niet.

Hoger beroep over de vaststelling van het dagloon van appellante, waarbij het Uwv de eindejaarsuitkering niet meerekende. De Centrale Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de toepassing van het Dagloonbesluit correct was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank over de vaststelling van het dagloon voor WIA-uitkering, waarbij de hoofdregel van het Dagloonbesluit correct is toegepast.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de WIA-uitkering van appellant, die minder dan 35% arbeidsongeschikt is. De medische beoordeling door het Uwv wordt onderschreven.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WIA-uitkering aan appellante, oordelend dat de medische beoordeling door het Uwv juist was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellant na eerstejaars ZW-beoordeling. Geschiktheid voor functies niet in twijfel getrokken.

Beëindiging van de ZW-uitkering van appellante na EZWb, waarbij de geschiktheid van functies en medische beoordeling door het Uwv centraal staan.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering op basis van verdiencapaciteit, volgt deskundigenoordeel.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de WGA-uitkering van appellant, o.b.v. medische en arbeidskundige beoordeling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de zorgvuldigheid van het Uwv in de WIA-uitkering van appellante en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Herziening en terugvordering van WIA-uitkering wegens niet gemelde pgb-inkomsten. Appellant heeft inlichtingenverplichting geschonden. Geen dringende redenen voor terugvordering.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland dat appellant op 23 mei 2016 niet duurzaam arbeidsongeschikt was, ondanks eerdere behandelingen. Er waren reële behandelmogelijkheden, maar appellant heeft geen toestemming gegeven voor navraag bij De Waag.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant niet duurzaam gescheiden leefde van zijn echtgenote, waardoor hij als gehuwd wordt aangemerkt voor de Toeslagenwet.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante niet geschikt is voor haar maatmanarbeid en herroept het besluit van het Uwv, met schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak over Wazo-uitkering en bevestigt dagloonberekening door Uwv.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt Uwv in proceskosten van appellant tot € 1.076,46 na intrekking hoger beroep.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verzoek om herziening WIA-dagloon; duuraanspraken-jurisprudentie niet van toepassing.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland over kostenvergoeding in bezwaarprocedure WAO. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering IVA-uitkering wegens niet volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid ex-werkneemster.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellante per 17 augustus 2016 minder dan 35% arbeidsongeschikt is, en dat er geen aanleiding is om te twijfelen aan de FML van de verzekeringsarts.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank over de herziening van de WGA-loonaanvullingsuitkering van appellante, die 76,74% arbeidsongeschikt is verklaard.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking ziekengeld na beoordeling; appellant kan meer dan 65% van maatmaninkomen verdienen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over WGA-uitkering en arbeidsongeschiktheid van appellante, bevestigt deskundigenrapport en verklaart beroep tegen Uwv ongegrond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij de functie van technicus sterkstroominstallaties zou hebben vervuld, en handhaaft de vaststelling van het maatmanloon door het Uwv.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de beëindiging van de Ziektewet-uitkering van een schoonmaakster en oordeelt dat het Uwv een nieuw besluit moet nemen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering na zorgvuldig onderzoek door Uwv. Appellante's medische situatie werd correct ingeschat; reisprobleem biedt geen grond voor herziening.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang; appellante had geen recht op ZW-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-loonaanvullingsuitkering wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid.

Hoger beroep over toekenning loongerelateerde WGA-uitkering; rechtbank oordeelt dat psychische en fysieke beperkingen niet zijn onderschat. Hoger beroep afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank over de intrekking van de WIA-uitkering en de mate van arbeidsongeschiktheid van de appellant.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WIA-uitkering aan een schoonmaakster, oordelend dat het medisch onderzoek zorgvuldig was en de klachten correct zijn ingeschat.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de WIA-uitkering aan appellante, oordeelt dat de functie van toezichthouder passend is en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over schadevergoeding nabetalingen WW, ZW en WIA. Geen oorzakelijk verband voor € 1.160,- schade. Proceskosten voor tweede zitting toegewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellant geschikt is voor functies op basis van medische rapportages, ondanks zijn arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat ex-werkneemster geen recht heeft op IVA-uitkering; er was geen duurzame arbeidsongeschiktheid vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid van appellante terecht op minder dan 35% heeft vastgesteld en de WIA-uitkering heeft geweigerd.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat betrokkene recht heeft op Wajong 2010, herroept eerdere afwijzing door Uwv en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om een WIA-uitkering toe te kennen aan appellant, die minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-loonaanvullingsuitkering; appellant minder dan 35% arbeidsongeschikt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering na zorgvuldig medisch onderzoek. Geen reden voor deskundigenbenoeming. Hoger beroep van appellante slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv terecht een WGA-uitkering heeft toegekend, geen duurzame arbeidsongeschiktheid aanwezig is en het medisch onderzoek zorgvuldig was.

Hoger beroep over toekenning loongerelateerde WGA-uitkering; arbeidsongeschiktheid vastgesteld op 49,82%.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen psychische klachten had voor 2009 en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de WIA-uitkering van appellante, oordelend dat zij terecht als minder dan 35% arbeidsongeschikt is vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering herziening WIA-dagloon; appellant valt niet onder artikel 13a Wet WIA.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de terugvordering van WAO-uitkering en oordeelt dat de redelijke termijn is overschreden, met schadevergoeding van € 1.500,- aan appellante.

Hoger beroep over IVA-uitkering; redelijke termijn overschreden, schadevergoeding van € 500,- aan werkneemster.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv een nadere medische beoordeling moet uitvoeren voor appellante's WAO-uitkering, omdat het bestreden besluit niet deugdelijk gemotiveerd is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-aanvraag; arbeidsvermogen niet duurzaam afwezig.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-aanvraag; appellant beschikt over arbeidsvermogen na zorgvuldig onderzoek.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant op 48,88% moet worden vastgesteld, in plaats van 44,56%.

Hoger beroep van appellante tegen afwijzing Wajong-aanvraag door Uwv. De Raad bevestigt dat appellante arbeidsvermogen heeft, ondanks psychische en cognitieve beperkingen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verzoek om terug te komen van besluiten inzake ziekengeld; geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WIA-uitkering aan appellant, oordelend dat hij medisch geschikt is voor de geselecteerde functies en dat het Uwv zorgvuldig heeft gehandeld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante per 6 januari 2017 geschikt was voor haar arbeid en geen recht had op ziekengeld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat geen recht op WAO-uitkering bestond over juli en augustus 2016 en dat terugvordering van € 613,36 terecht was.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellant, oordelend dat hij geschikt is voor zijn eigen werk, ondanks zijn psychische klachten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van de WIA-uitkering van appellante, oordelend dat er geen reden is om aan de medische beoordeling van het Uwv te twijfelen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de verlaging van de WAO-uitkering van appellante naar 35-45% na herbeoordeling. Geen toegenomen arbeidsongeschiktheid vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt terugvordering van te veel betaalde toeslag wegens schending inlichtingenverplichting. Geen dringende redenen om van terugvordering af te zien.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat ex-werkneemster niet in aanmerking komt voor IVA-uitkering; duurzaamheid van arbeidsongeschiktheid niet aangetoond.

Centrale Raad van Beroep verklaart het beroep ongegrond; appellante is minder dan 35% arbeidsongeschikt en heeft geen recht op WIA-uitkering.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en oordeelt dat het Uwv bij de berekening van het ZW-dagloon ook het loon van werkgeefster 2 moet meenemen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht meer heeft op ziekengeld na medisch onderzoek door het Uwv, dat als zorgvuldig wordt beoordeeld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de verzekeringsartsen de belastbaarheid van appellant correct hebben vastgesteld en dat de functies medisch geschikt zijn, verzoek om schadevergoeding afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant per 13 september 2016 geschikt is voor arbeid en geen recht meer heeft op ziekengeld.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de referteperiode voor de berekening van het WIA-dagloon correct is vastgesteld, waardoor WW-betalingen in december 2014 niet zijn meegenomen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het medisch onderzoek naar de arbeidsongeschiktheid van appellant zorgvuldig was en dat de geselecteerde voorbeeldfuncties geschikt zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging loongerelateerde WGA-uitkering; appellante is in staat om volledige werkdagen te verrichten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering; zorgvuldig medisch onderzoek en geschiktheid functies vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant niet duurzaam gescheiden leefde van zijn geregistreerde partner, met schadevergoeding van € 500,- voor overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de functie medewerker gordijnen niet geschikt is voor appellant in het kader van de Wet WIA en draagt het Uwv op een nieuwe arbeidskundige beoordeling uit te voeren.

De Centrale Raad van Beroep verklaart het beroep van appellante ongegrond, omdat de ziekmelding van 11 augustus 2008 voortkwam uit een andere ziekteoorzaak dan de eerdere WAO-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat vergoeding voor niet opgenomen vakantiedagen na beëindiging dienstverband als inkomen geldt voor WAO-toepassing, en wijst hoger beroep af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering; medische en arbeidskundige beoordeling zijn voldoende onderbouwd. Appellant heeft geen recht op uitkering, maar krijgt schadevergoeding voor overschrijding redelijke termijn.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de hypotheekrentekorting terecht in mindering is gebracht op de WIA-uitkering van appellante, zonder overgangsregeling.

Hoger beroep over WGA-vervolguitkering; onvoldoende medische grondslag voor beëindiging uitkering. Raad vernietigt eerdere besluiten en draagt Uwv op nieuwe beslissing te nemen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging loongerelateerde WGA-uitkering en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering; appellant niet duurzaam arbeidsongeschikt door onvoldoende verzuim.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerste arbeidsongeschiktheidsdag op 24 oktober 2013 in hoger beroep, geen bewijs voor eerdere datum.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de verlaging van de WAO-uitkering van de appellant naar 25-35% na zorgvuldig medisch onderzoek. De rechtbank oordeelde dat de beperkingen niet zijn onderschat.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WIA- en ZW-uitkering aan appellant na zorgvuldig medisch onderzoek en juiste vaststelling van beperkingen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering van appellante per 15 december 2016, o.b.v. medische beoordeling en arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellant op 50,47% en kent schadevergoeding van € 500,- toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Hoger beroep over de vaststelling van het dagloon voor WAO-uitkering. De Raad bevestigt dat de WAO-uitkering niet meegeteld mag worden bij de dagloonvaststelling en dat er geen strijd is met rechtsbeginselen.

Hoger beroep van appellante over WIA-uitkering. Centrale Raad oordeelt dat referte-eis niet is voldaan. Proceskosten Uwv vergoed.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WIA-uitkering aan appellant; schadevergoeding van € 1.000,- wegens overschrijding redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en oordeelt dat Uwv de medische situatie van appellante heeft onderschat, waardoor zij ten onrechte werd geacht acht uur per dag te kunnen werken.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv de arbeidsmogelijkheden van appellante correct heeft vastgesteld en dat de geselecteerde functies geschikt zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellante niet volledig arbeidsongeschikt is en de medische belastbaarheid correct is vastgesteld op 24 juni 2015.

Centrale Raad van Beroep herstelt WAO-uitkering van betrokkene naar 45-55% arbeidsongeschiktheid per 31 januari 1996 en 55-65% per 22 februari 2012, na vernietiging van eerdere Uwv-besluiten.

Hoger beroep over toekenning loongerelateerde WGA-uitkering. Beperkingen van appellante niet onderschat. Proceskostenveroordeling van € 1.770,- aan appellante.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat werkneemster op en na 18 januari 2016 niet duurzaam arbeidsongeschikt was, waardoor zij geen recht heeft op een IVA-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op IVA-uitkering; arbeidsongeschiktheid vastgesteld op 39,79%.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering IVA-uitkering; geen duurzame arbeidsongeschiktheid vastgesteld.

WIA-uitkering van appellante is terecht geweigerd; medische grondslag en geschiktheid van functies zijn voldoende onderbouwd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-aanvraag; appellante werkte meer dan 75% van minimumloon en werkte niet mee aan deskundigenonderzoek.

Centrale Raad van Beroep bevestigt uitspraak rechtbank Gelderland over WW-uitkering en dagloongarantie; hoger beroep appellante slaagt niet.

Appellant verliest hoger beroep over dagloonberekening en verzoek om schadevergoeding in het kader van de Wet WIA. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het Uwv het dagloon correct heeft vastgesteld.

Hoger beroep over WIA-uitkering; schending van reformatio in peius vastgesteld. Uwv moet wettelijke rente en schadevergoeding betalen.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep gegrond wegens onvoldoende bewijs van werkzaamheden voor 12 juni 2012. Uwv moet opnieuw beslissen op bezwaren.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering IVA-uitkering en kent schadevergoeding van € 500,- toe wegens overschrijding redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geschikt is voor WIA-functies en geen recht heeft op ziekengeld, ondanks ingebrachte medische informatie.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank over de arbeidsongeschiktheid van appellant, die geen medische onderbouwing voor werkvermindering kon aantonen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op WIA-uitkering; medische beoordeling door Uwv is zorgvuldig en voorbeeldfuncties zijn geschikt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de medische beoordeling van het Uwv zorgvuldig was en dat appellante geschikt is voor geselecteerde functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland over de geschiktheid van functies voor appellant in het kader van de Ziektewet. Hoger beroep niet geslaagd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat belanghebbende minder dan 35% arbeidsongeschikt is en dat de WGA-uitkering niet wordt ingetrokken. Appellante's gronden in hoger beroep worden verworpen.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake WIA-uitkering af, omdat verzoeker niet aan de voorwaarden voor herziening voldeed.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Overijssel over de WIA-uitkering van appellant, oordeelt dat de medische beoordeling juist is en wijst het verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraken over de belastbaarheid en geschiktheid van functies van appellant in het kader van de WIA, en veroordeelt het Uwv in kosten van deskundige.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en besluit Uwv over beëindiging ZW-uitkering wegens onvoldoende motivering en onderzoek.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het Uwv de aflossingscapaciteit van appellant mocht wijzigen. Geen strijd met het vertrouwensbeginsel.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat WGA-uitkering terecht is toegekend en IVA-uitkering terecht is geweigerd, omdat arbeidsongeschiktheid niet volledig en duurzaam was op de datum in geding.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-uitkering; zorgvuldig medisch onderzoek, geen deskundige nodig.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking WAO-uitkering; appellant niet arbeidsongeschikt op 7 september 2012.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de WAO-uitkering van appellant niet herzien kan worden, omdat de termijn van vijf jaar is overschreden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het Uwv terecht weigerde terug te komen van een eerder besluit inzake WAO-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering IVA-uitkering; betrokkene niet duurzaam arbeidsongeschikt op 23 maart 2015.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering IVA-uitkering; kans op herstel werkneemster is meer dan gering.

Hoger beroep over de weigering van een WIA-uitkering. De Raad bevestigt dat het Uwv zorgvuldig heeft gehandeld en dat de medische beoordeling deugdelijk is.

Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep tegen WIA-besluit. Raad oordeelt dat beroep ontvankelijk is en bevestigt dat geen recht op WIA-uitkering bestaat. Uwv moet proceskosten vergoeden.

Hoger beroep over WGA-uitkering; appellante niet als medische afzakker aangemerkt; schadevergoeding wegens overschrijding redelijke termijn toegekend.

Hoger beroep tegen afwijzing verzoek om herziening Ziektewet-besluit; geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden.

Hoger beroep over WGA-vervolguitkering en arbeidsongeschiktheid. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak, oordeelt dat beperkingen niet zijn onderschat en dat geselecteerde functies geschikt zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de herziening van het dagloon in het kader van de WAO-uitkering correct is toegepast en er geen strijd is met het eigendomsrecht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering en beëindiging Wajong-uitkering; medische beoordeling en belastbaarheid zijn adequaat vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat WIA-uitkering terecht beëindigd is; betrokkene kan functioneren als assistent consultatiebureau.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellant een WAO-uitkering toe te kennen, omdat niet is aangetoond dat er binnen vijf jaar na eerdere afwijzing sprake was van toename van beperkingen uit dezelfde ziekteoorzaak.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering; zorgvuldige medische beoordeling en geen schending van equality of arms.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv terecht de WIA-aanvraag van appellante heeft afgewezen. Medisch onderzoek was zorgvuldig, en verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant over de WIA-uitkering van appellant, die geen nieuwe medische informatie heeft ingebracht.

Hoger beroep over weigering WIA-uitkering; medische beoordeling en schadevergoeding wegens overschrijding redelijke termijn. Uwv's besluit wordt bevestigd, schadevergoeding van € 500,- aan appellante toegekend.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Gelderland over de herziening van het WAO-dagloon van [betrokkene].

Centrale Raad van Beroep bevestigt de toekenning van een loongerelateerde WGA-uitkering aan werknemer na beoordeling van zijn arbeidsongeschiktheid na een hersenbloeding.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Overijssel en oordeelt dat het Uwv terecht de maatman niet heeft gewijzigd en het maatmanloon niet heeft geactualiseerd.

Hoger beroep over WIA-uitkering en arbeidsongeschiktheid. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de medische en arbeidskundige grondslagen correct zijn vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat een eenmalige cao-uitkering niet als periodieke uitkering geldt voor WAO. Terugvordering van te veel ontvangen uitkering door Uwv is terecht.

Hoger beroep over de vaststelling van het dagloon in het kader van de WAO. Appellant voldoet niet aan de voorwaarden voor herziening van het dagloon, omdat er geen toename van arbeidsongeschiktheid is vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt terugvordering WAZ-uitkering wegens inkomsten uit herinvesteringsreserve. Appellant heeft geen bijzondere omstandigheden aangetoond die de terugvordering zouden rechtvaardigen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op WIA-uitkering na ontslag op staande voet, omdat hij niet voldoet aan de voorwaarden van het Dagloonbesluit.

Hoger beroep over WIA-uitkering; Raad bevestigt eerdere uitspraken en oordeelt dat Uwv de beperkingen van appellante correct heeft vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de medische situatie van appellante correct is beoordeeld en dat zij geschikt is voor de geselecteerde functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt niet-ontvankelijk verklaring bezwaar en terugvordering uitkering WAO.

Hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland over WIA-uitkering. De Raad bevestigt dat het Uwv zorgvuldig onderzoek heeft verricht en dat de geselecteerde functies geschikt zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraak van de rechtbank Limburg over arbeidsongeschiktheid en geschiktheid van functies in het kader van de WIA.

Hoger beroep van appellante tegen afwijzing verzoek om terug te komen van besluit Uwv over beëindiging WIA-uitkering. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak, geen nieuwe feiten voor wijziging besluit.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Amsterdam over de medische belastbaarheid van appellant in het kader van WIA-uitkering. Hoger beroep afgewezen.

Hoger beroep over arbeidsongeschiktheid; de Raad oordeelt dat de mate van arbeidsongeschiktheid 100% is en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv terecht de WIA-aanvraag van de appellant heeft afgewezen wegens gebrek aan medewerking aan een noodzakelijke klinische observatie.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-uitkering; zorgvuldig medisch onderzoek door Uwv, geen twijfel aan medisch oordeel.

Hoger beroep van appellant over toezegging Uwv betreffende snipperdagen en WAO-uitkering. Raad bevestigt uitspraak rechtbank dat geen toezegging is gedaan.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat werkneemster met MS recht heeft op IVA-uitkering, vernietigt bestreden besluit Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de intrekking van de ZW-uitkering terecht was, op basis van zorgvuldig medisch onderzoek en geschiktheid voor de maatgevende arbeid.

Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak over WIA-uitkering en oordeelt dat Uwv nieuwe beslissing moet nemen. Schadevergoeding van € 1.000,- wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat WIA-uitkering terecht geweigerd is, maar Uwv moet proceskosten voor medisch deskundigen vergoeden tot € 3.761,16. Schadevergoeding afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-uitkering; geen nieuwe medische gegevens die eerdere conclusies ondermijnen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellante op 66,09% en de geschiktheid van geselecteerde functies, na zorgvuldige medische beoordeling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraken dat geen duurzame arbeidsongeschiktheid is vastgesteld voor appellante, die een WIA-uitkering aanvroeg.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat er geen sprake is van toegenomen arbeidsongeschiktheid. Hoger beroep slaagt niet.

Hoger beroep van Sterk Werk Uitzendbureau B.V. tegen Uwv over ZW-uitkering. Uwv's besluit tot intrekking van de uitkering kan niet worden geëffectueerd. Proceskostenvergoeding van € 2.816,- aan appellante.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Rotterdam over de WAO-uitkering van appellante, waarbij de medische grondslag en geschiktheid van functies zijn onderschreven.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de vaststelling van het dagloon van appellante door het Uwv, zonder ruimte voor tweedeling van lonen van verschillende werkgevers.

Hoger beroep over WIA-uitkering; appellant is ongeschikt voor projectmanager; medische grondslag en FML juist vastgesteld.

Hoger beroep over de vaststelling van arbeidsongeschiktheid op 42,92% en WIA-uitkering. Geen medische afzakker aangetoond, maatmanomvang vastgesteld op 24 uur per week. Hoger beroep afgewezen.

Appellante verzocht om een Canta voor haar woon-werkverkeer, maar het Uwv wees dit af wegens gebrek aan medische noodzaak. De Centrale Raad bevestigde deze afwijzing.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op WIA-uitkering wegens gebrek aan toegenomen arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de functie huishoudelijk medewerker gebouwen niet passend is voor werkneemster met WIA-uitkering, gezien haar beperkingen en de solistische aard van de functie.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat geen verdere beperkingen voor werkneemster zijn vastgesteld na hersenschudding; hoger beroep afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ziekengeld omdat appellant meer dan 65% kan verdienen van zijn maatmaninkomen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; functies zijn geschikt voor appellant.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over de arbeidsongeschiktheid van appellante en vernietigt eerdere uitspraak, Uwv moet nieuwe beslissing nemen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering; zorgvuldig medisch onderzoek en voldoende gemotiveerde belastbaarheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv bevoegd was om de WAO-aanvraag van appellant buiten behandeling te laten wegens onvoldoende informatie.

Hoger beroep tegen beëindiging ZW-uitkering; geen nieuwe feiten of omstandigheden; verzoek om schadevergoeding afgewezen.

Hoger beroep over arbeidsongeschiktheid en urenbeperking WIA. De Raad vernietigt de eerdere uitspraak en draagt het Uwv op een nieuw besluit te nemen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de WIA-aanvraag van appellante, oordelend dat de verzekeringsartsen van het Uwv hun conclusie over arbeidsongeschiktheid voldoende gemotiveerd hebben.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de voortzetting van WAO-uitkering van appellant, oordeelt dat zijn belastbaarheid correct is vastgesteld en dat hij in staat is de voorgehouden functies te vervullen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WIA-uitkering aan appellant na herseninfarct, oordeelt dat medisch onderzoek zorgvuldig is uitgevoerd en dat geen nieuwe informatie de belastbaarheid ondermijnt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op WIA-uitkering per 6 juli 2015, maar wel per 1 oktober 2015, en wijst verzoek om schadevergoeding af.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de heropening van de WAO-uitkering van appellant niet met terugwerkende kracht kan plaatsvinden, omdat de bewindvoerder verzuimd heeft tijdig om heropening te vragen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over WW-recht en dagloongarantie na beëindiging van dienstverbanden. Appellant heeft geen recht op hogere uitkering. Proceskosten van € 1.970,- worden vergoed.

Hoger beroep over WIA-uitkering en procesbelang bij medische beperkingen. De Raad oordeelt dat appellant procesbelang heeft en vernietigt de eerdere uitspraak.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering IVA-uitkering; geen duurzame arbeidsongeschiktheid vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland over de WGA-loonaanvullingsuitkering van belanghebbende, die niet langer in aanmerking komt voor een WIA-uitkering.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de eindejaarsuitkering van betrokkene niet tot het dagloon behoort, waardoor de eerdere uitspraak van de rechtbank is vernietigd.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de mate van arbeidsongeschiktheid van appellante correct is vastgesteld. Tevens wordt de Staat veroordeeld tot schadevergoeding van € 2.500,- wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over arbeidsongeschiktheid van appellante en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellante, oordeelt dat haar beperkingen niet zijn onderschat en veroordeelt het Uwv in de proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-uitkering van appellant per 9 mei 2015, geen herbeoordeling nodig op basis van arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid van appellante correct heeft beoordeeld en dat er geen reden is om aan de FML te twijfelen.

Centrale Raad van Beroep herroept besluit Uwv en stelt appellant 100% arbeidsongeschikt per 15 januari 2014, op basis van deskundigenrapport.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld, omdat hij geschikt wordt geacht voor zijn laatst verrichte arbeid.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellante geschikt is voor de geselecteerde functies, ondanks haar gezondheidsklachten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het medisch onderzoek zorgvuldig was en dat appellant in staat is de geselecteerde functies te vervullen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WIA-uitkering; appellante niet meer dan 35% arbeidsongeschikt.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat appellante recht heeft op een WIA-uitkering vanwege een geïndiceerde urenbeperking.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de geschiktheid van de functie inpakker voor appellant met een WGA-uitkering, ondanks zijn bezwaren over medicijngebruik en fysieke klachten.

Hoger beroep van appellant over WIA-uitkering na motorongevallen. De Raad vernietigt eerdere uitspraak en herroept besluit Uwv, oordeelt dat appellant 80-100% arbeidsongeschikt is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; geen twijfel aan FML; appellant geschikt voor geselecteerde functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering van appellante wegens onvoldoende arbeidsongeschiktheid na medische beoordeling.

Hoger beroep over WGA-uitkering; arbeidsongeschiktheid vastgesteld op 39% en later op 42,4%. Geen aanleiding voor deskundige; eerdere uitspraken bevestigd.

Hoger beroep over WIA-uitkering en schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. Appellante krijgt € 2.500,- schadevergoeding.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de weigering van ZW-uitkering aan werkneemster na ontslag op eigen verzoek, oordelend dat geen benadeling van fondsen plaatsvond en dat er geen wettelijke grondslag was voor de maatregel.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart het beroep van de werkgever ongegrond. Geen grondslag voor weigering ziekengeld op basis van benadelingshandeling.

Hoger beroep van appellant tegen de weigering van een WIA-uitkering wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraken en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep tegen Uwv ongegrond; geen grondslag voor weigering ziekengeld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv terecht oordeelde dat appellante met ingang van 13 mei 2015 geen recht meer had op WIA-uitkering, gezien haar arbeidsongeschiktheid minder dan 35% was.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat Uwv onvoldoende heeft gemotiveerd waarom appellant geen recht heeft op IVA-uitkering. Besluit van Uwv vernietigd en appellant krijgt recht op IVA-uitkering per 27 mei 2015.

Hoger beroep over Wajong-uitkering; Raad bevestigt eerdere besluiten Uwv en verklaart beroep ongegrond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag WAZ-uitkering; maatmaninkomen vastgesteld op minimumloon, geen aanleiding voor afwijking.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering van WAO- en TW-uitkeringen wegens detentie van appellant, zonder dringende redenen om van terugvordering af te zien.

Hoger beroep over WGA-vervolguitkering; geen aanleiding voor urenbeperking; arbeidsongeschiktheid vastgesteld op 35-45%.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraak over WIA-uitkering, oordeelt dat medisch onderzoek zorgvuldig was en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam over haar uitkering op grond van de Wet WIA en ZW. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.

Centrale Raad bevestigt weigering WIA-uitkering; appellante in staat geacht geselecteerde functies te vervullen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv onterecht de WIA-uitkering van werkneemster introk, maar bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank. Uwv wordt veroordeeld in proceskosten van appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de WIA-uitkering aan appellant, oordeelt dat er geen nieuwe medische gegevens zijn en dat de rechtbank zorgvuldig heeft geoordeeld.

Centrale Raad van Beroep herroept loonsanctie van Uwv wegens onvoldoende motivering en oordeelt dat appellante wel degelijk re-integratie-inspanningen heeft verricht.

Hoger beroep over loonsanctie wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen door werkgever. De Centrale Raad bevestigt de eerdere uitspraak dat de werkgever niet voldoende heeft gedaan om de werkneemster te re-integreren.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op ziekengeld, omdat zijn belastbaarheid niet wordt overschreden in de geselecteerde functies.

Hoger beroep over de vaststelling van arbeidsongeschiktheid van appellante. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak en oordeelt dat het medisch onderzoek zorgvuldig is verricht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking erkenning jobcoachorganisatie wegens structurele onjuistheden in declaraties. Beroep op gelijkheidsbeginsel slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat WIA-uitkering en ZW-uitkering van appellante terecht zijn geweigerd; geen onderbouwing voor verslechtering van haar gezondheid.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat taxivervoer niet adequaat is voor appellante met angststoornis; Uwv moet opnieuw beslissen op bezwaar.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening van de WGA-uitkering en de terugvordering door het Uwv, oordelend dat appellant zijn inlichtingenplicht heeft geschonden.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante geen rechten kan ontlenen aan artikel 55 WIA, omdat er geen toegenomen arbeidsongeschiktheid is vastgesteld.

Hoger beroep over WIA-uitkering; geen recht op uitkering vastgesteld na zorgvuldig verzekeringsgeneeskundig onderzoek. Beperkingen juist vastgesteld door verzekeringsartsen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant minder dan 35% arbeidsongeschikt is en geen recht heeft op WIA-uitkering.

Hoger beroep over toekenning WGA-uitkering en vaststelling arbeidsongeschiktheid van 37%. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak rechtbank.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht meer heeft op WIA-uitkering na zorgvuldige herbeoordeling van haar arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering; medisch onderzoek zorgvuldig, functies geschikt voor appellante.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verzoek om terug te komen van eerder besluit inzake arbeidsongeschiktheid; geen nieuw gebleken feiten of veranderende omstandigheden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellant, oordeelt dat de medische beoordeling zorgvuldig was en dat appellant geschikt is voor de geduide functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op WIA-uitkering, na beoordeling van haar medische situatie en geschiktheid voor werk.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering; medische en arbeidskundige beoordeling zijn voldoende onderbouwd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering van appellante; medische beperkingen niet onderschat, geschiktheid voor functies vastgesteld.

Hoger beroep over loongerelateerde WGA-uitkering en maatmaninkomen. Raad bevestigt eerdere uitspraak van de rechtbank.

Beëindiging van ZW-uitkering omdat appellant geschikt wordt geacht voor zijn maatgevende arbeid. Geen schadevergoeding toegewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv gehouden is volledige medewerking aan beslag op WAO-uitkering te geven. Hoger beroep van appellant wordt afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-uitkering; appellant niet arbeidsongeschikt genoeg voor uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-uitkering; appellante niet arbeidsongeschikt bevonden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld, omdat hij geschikt is voor geselecteerde functies na WIA-beoordeling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geschikt was voor arbeid na Ziektewet-beoordeling en geen recht meer had op ziekengeld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op WIA-uitkering; medische grondslag is juist vastgesteld.

Hoger beroep over recht op WIA-uitkering na psychische klachten. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak, geen recht op uitkering vastgesteld.

Centrale Raad bevestigt weigering WAO-uitkering; geen toename beperkingen uit dezelfde ziekteoorzaak binnen vijf jaar.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op WIA-uitkering, omdat geen toename van beperkingen is vastgesteld ten opzichte van eerdere beoordelingen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant niet gedurende ten minste vier weken toegenomen arbeidsongeschikt was, zoals vereist in de WAO. De eerdere vastgestelde beperkingen blijven ongewijzigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht meer heeft op ziekengeld na zorgvuldig medisch onderzoek en oordeelt dat haar psychische klachten voldoende zijn beoordeeld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld, omdat hij meer dan 65% van zijn maatmaninkomen kan verdienen. Medische en arbeidskundige beoordeling door Uwv wordt als deugdelijk beschouwd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld na beoordeling door het Uwv. Geen aanleiding voor deskundige benoeming.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellante, op basis van deskundigenrapport en FML.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellante; medische beoordeling door Uwv voldoende onderbouwd.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens vervallen procesbelang; Uwv veroordeeld in proceskosten van € 1.503,-.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld na zorgvuldige medische beoordeling van zijn klachten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering appellant en oordeelt dat hij geschikt is voor de functie van productiemedewerker.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht meer heeft op WIA-uitkering na herbeoordeling van haar arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op ZW-uitkering per 2 juli 2015 na zorgvuldig medisch onderzoek.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op WIA-uitkering; medische beoordeling van belastbaarheid is juist.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat betrokkene per 28 september 2016 geen recht meer heeft op ziekengeld. Proceskosten van € 1.023,- worden vergoed door het Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam en wijst het verzoek tot herziening van het besluit inzake arbeidsongeschiktheid af.

Centrale Raad van Beroep vernietigt verhaalsbesluit Uwv voor WGA-uitkering, oordeelt dat appellante aan onderzoeksplicht heeft voldaan en herroept eerdere besluiten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-aanvraag appellante; Uwv heeft zorgvuldig onderzoek verricht en geen overschatting van belastbaarheid vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering; voldoende medische grondslag en passende functies vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt loonsanctie voor onvoldoende re-integratie-inspanningen van werkgever na arbeidsongeschiktheid werknemer.

Centrale Raad bevestigt dat eigenrisicodrager onvoldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht, ondanks medische situatie werknemer. Ziekengeldsanctie blijft staan.

De Centrale Raad van Beroep vernietigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid van de ex-werkneemster ten onrechte heeft beoordeeld, waardoor zij niet in aanmerking is gebracht voor een IVA-uitkering.

Centrale Raad van Beroep vernietigt loonsanctie van Uwv aan werkgever wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen van werkneemster na bedrijfsongeval.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat eigenrisicodragers re-integratieverplichtingen hebben, ook na beëindiging dienstverband. Appellante voldeed niet aan deze verplichtingen, uitspraak van rechtbank blijft staan.

Centrale Raad bevestigt loonsanctie voor onvoldoende re-integratie-inspanningen en toekent IVA-uitkering aan werknemer.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv terecht de no-riskpolis niet heeft verlengd, geen verhoogd gezondheidsrisico aangetoond.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat betrokkene geen recht meer heeft op ziekengeld, omdat hij geschikt is voor andere functies. Hoger beroep van UWV slaagt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat WAO-uitkering ongewijzigd blijft; geen toename arbeidsongeschiktheid vastgesteld. Uwv veroordeeld in proceskosten van appellant.

Hoger beroep van appellante tegen afwijzing herzieningsverzoek ziekengeld. Centrale Raad bevestigt dat geen nieuwe feiten zijn en dat het Uwv terecht heeft afgewezen.

Hoger beroep over WIA-uitkering; geen recht op uitkering vastgesteld na medisch onderzoek. Hoger beroep ongegrond verklaard.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de Wajong-uitkering van appellant, oordelend dat de verzekeringsartsen van het Uwv hun bevindingen voldoende hebben onderbouwd en dat de geselecteerde functies geschikt zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering; zorgvuldig medisch onderzoek en juiste weergave van beperkingen in FML.

Hoger beroep over WIA-uitkering; geen recht op uitkering vastgesteld door Uwv; geen toegenomen beperkingen uit dezelfde ziekteoorzaak na cva.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de arbeidsongeschiktheid van appellante na 2 juli 2014 wel degelijk het gevolg is van zwangerschap en bevalling, en herroept het besluit van het Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant niet duurzaam arbeidsongeschikt is voor IVA-uitkering; verzoek om schadevergoeding afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-aanvraag; appellant kan ten minste 75% van minimumloon verdienen ondanks medische beperkingen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing herhaalde WIA-aanvraag en beëindiging ZW-uitkering, geen nieuwe medische feiten aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld. Geen schending van equality of arms en medisch onderzoek door Uwv is zorgvuldig.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op WIA-uitkering; medisch onderzoek door verzekeringsartsen was zorgvuldig.

Centrale Raad van Beroep bevestigt niet-ontvankelijkverklaring bezwaar en wijst verzoek om schadevergoeding af in WIA-zaak.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante niet duurzaam arbeidsongeschikt is, omdat zij mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft, ondanks de benodigde begeleiding.

Centrale Raad bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld. Zorgvuldigheid van Uwv-onderzoek wordt onderschreven. Verzoek om schadevergoeding afgewezen.

Centrale Raad bevestigt dat appellante geschikt is voor geselecteerde functies na beoordeling van haar arbeidsongeschiktheid. Hoger beroep afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraak dat appellant niet in aanmerking komt voor WIA-uitkering; psychische klachten zijn niet onderschat.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld na zorgvuldig medisch onderzoek, waarbij geen psychotische verschijnselen zijn vastgesteld.

Hoger beroep over beëindiging Ziektewet-uitkering. Centrale Raad bevestigt dat Uwv zorgvuldig heeft gehandeld. Geen tekortkomingen in re-integratie-inspanningen vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op WIA-uitkering. Geen nieuwe medische informatie ingediend. Zorgvuldige beoordeling door Uwv.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat Uwv onterecht het tijdvak voor loondoorbetaling heeft verlengd, omdat appellante voldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over schadevergoeding na herroeping loonsanctie. Uwv moet schadevergoeding betalen voor kosten in briefwisseling met FNV, maar niet voor kantoorkosten. Proceskosten en griffierecht worden ook vergoed.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de loondispensatie van 43,25% voor een Wajong-werkneemster, berekend met de methodiek van Dariuz.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de eerste arbeidsongeschiktheidsdag op 6 mei 2013 is vastgesteld en dat de arbeidsongeschiktheid van werknemer niet duurzaam is. Uwv wordt veroordeeld in proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; appellante geschikt voor functie wikkelaar. Geen schending van equality of arms.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht meer heeft op ziekengeld, omdat zij meer dan 65% van haar maatmaninkomen kan verdienen. Geschiktheid van geselecteerde functies is bevestigd.

Hoger beroep over beëindiging recht op ziekengeld; appellant betwist arbeidsongeschiktheid en FML-beperkingen; uitspraak bevestigt eerdere beslissing.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat werkgever te laat is gestart met re-integratie van werknemer in het tweede spoor, waardoor kansen zijn gemist. Loonsanctie blijft van kracht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens te laat betaald griffierecht in een zaak over ziekengeld.

Centrale Raad van Beroep vernietigt niet-ontvankelijk verklaring van de rechtbank en verklaart het beroep ongegrond. Uwv wordt veroordeeld in proceskosten van € 1.503,- en griffierecht van € 124,- wordt vergoed.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; zorgvuldige medische beoordeling door verzekeringsartsen.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de loonsanctie van het Uwv en oordeelt dat appellante voldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht. Loonsanctie eindigt op 29 april 2015.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de uitlooptermijn voor ziekengeld eindigt op 7 februari 2016, na beoordeling van het recht op ziekengeld na beëindiging dienstverband.

Hoger beroep over de weigering van een WIA-uitkering; appellante geschikt voor eigen werk, geen verlies aan verdiencapaciteit.

Centrale Raad van Beroep verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk omdat het Uwv volledig aan de bezwaren van appellante tegemoet is gekomen.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard; beroep tegen besluit Uwv ongegrond; Uwv veroordeeld in proceskosten van € 2.032,50.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering wegens niet vervulde wachttijd en oordeelt dat hoorplicht is geschonden, maar appellant niet is benadeeld.

Hoger beroep tegen beëindiging Ziektewet-uitkering. Centrale Raad bevestigt dat appellant per 10 maart 2011 geschikt was voor arbeid, ondanks psychische klachten.

Hoger beroep over WIA-uitkering; schadevergoeding van € 4.500,- wegens overschrijding redelijke termijn. Deskundigen oordelen consistent gevolgd.

Hoger beroep over WIA-uitkering; appellant betwist medische beoordeling en FML. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak, geen reden voor wijziging van belastbaarheid.

Appellante verliest hoger beroep over recht op loongerelateerde WGA-uitkering; het Uwv heeft zorgvuldig onderzoek gedaan naar haar medische geschiktheid.

Hoger beroep over loonsanctie wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen door werkgever. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geschikt is voor geselecteerde functies na WIA-beoordeling, ondanks psychische klachten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt uitspraak rechtbank; appellant heeft geen recht op ziekengeld per 15 juni 2015, maar Uwv moet proceskosten vergoeden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellante niet in aanmerking komt voor ziekengeld, omdat zij meer dan 65% van haar maatmaninkomen kan verdienen.

Hoger beroep over WIA-uitkering; Raad bevestigt eerdere uitspraak en oordeelt dat appellant geen nieuwe medische informatie heeft overgelegd die zijn beperkingen in twijfel trekt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland dat appellant met zijn beperkingen geschikt is voor arbeid en dat het Uwv terecht ziekengeld heeft stopgezet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld, omdat hij meer dan 65% kan verdienen van zijn maatmaninkomen. Medische gegevens ondersteunen deze conclusie.

Hoger beroep over afwijzing WIA-uitkering; geen twijfel aan vastgestelde belastbaarheid appellante; Uwv veroordeeld in proceskosten.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellante geen recht meer heeft op een WIA-uitkering, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is.

Hoger beroep van appellante tegen het Uwv over de zorgvuldigheid van medisch onderzoek in het kader van WIA-uitkering. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het onderzoek zorgvuldig was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht meer heeft op ziekengeld, omdat zij medisch geschikt is voor de aangeboden functies.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat betrokkene geschikt is voor de functie van magazijnmedewerker en verklaart het beroep ongegrond.

Hoger beroep over intrekking ziekengeld na beoordeling door Uwv. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak, oordeelt dat medisch onderzoek zorgvuldig was en dat geen nieuwe gegevens zijn overgelegd.

Hoger beroep over recht op ziekengeld na beëindiging dienstverband. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak, geen urenbeperking voor appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant per 5 februari 2015 in staat was zijn eigen werk te verrichten, waardoor er geen recht meer op ziekengeld was. Hoger beroep afgewezen.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard; Uwv veroordeeld tot betaling van proceskosten en griffierecht aan appellante.

Hoger beroep over beëindiging ziekengeld. Appellante geschikt geacht voor arbeid per 7 april 2015. Geen uitzonderlijke omstandigheden. Verzoek om schadevergoeding afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld na zorgvuldig medisch onderzoek door het Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld na eerstejaars ZW-beoordeling, ondanks zijn klachten. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep rectificeert uitspraak van 31 januari 2018 inzake WAO-zaak na aanwijzing van een kennelijke fout door appellant.

Hoger beroep over beëindiging IVA-uitkering. Appellant kan geselecteerde functies vervullen volgens deskundigen. Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard.

Hoger beroep over WGA-vervolguitkering en geschiktheid voor functies. Appellant's verzoek om schadevergoeding afgewezen. Uwv's medische beoordeling bevestigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; appellant kan meer dan 65% van maatmaninkomen verdienen.

Centrale Raad van Beroep vernietigt intrekking WIA-uitkering van appellante wegens onvoldoende medische onderbouwing en herstelt haar uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering en weigering WIA-uitkering wegens niet voldaan wettelijke wachttijd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering Wajong-uitkering; appellante niet volledig en duurzaam arbeidsongeschikt volgens de geldende criteria.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering; medische beoordeling van arbeidsongeschiktheid is zorgvuldig uitgevoerd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraak over afwijzing WIA-uitkering; geen nieuw gebleken feiten of omstandigheden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging van ZW-uitkering van appellant na beoordeling van psychische beperkingen door deskundige.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking WGA-uitkering; besluitvorming door Uwv was zorgvuldig en medische beoordeling adequaat.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraken en oordeelt dat bezwaar tegen WIA-uitkering ten onrechte niet-ontvankelijk is verklaard.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de niet-ontvankelijkheid van het beroep tegen de schorsing van de ZW-uitkering, omdat het besluit tot intrekking van de uitkering in rechte vaststaat.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat IVA-uitkering terecht is geweigerd; geen duurzame arbeidsongeschiktheid aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt loonsanctie voor onvoldoende re-integratie-inspanningen door werkgever.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellant, oordelend dat zijn beperkingen niet zijn onderschat en dat hij geschikt is voor de geselecteerde functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering; medische beperkingen niet onderschat.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellante, oordelend dat het Uwv zorgvuldig onderzoek heeft gedaan naar haar beperkingen en dat er geen urenbeperking nodig is.

Centrale Raad bevestigt weigering WIA-uitkering; wachttijd niet volbracht en voldoende beheersing van de Nederlandse taal.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat een werkgeefster de IVA-uitkering in mindering mag brengen op de loonbetaling aan een werkneemster bij volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat werkgever onvoldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht en verantwoordelijk is voor de kwaliteit van ingeschakelde deskundigen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt loonsanctiebesluit en wijst verzoek om schadevergoeding af. Appellante heeft geen beroep ingesteld tegen het besluit van 20 juni 2014, waardoor het besluit in rechte vaststaat.

Centrale Raad van Beroep bevestigt uitspraak rechtbank dat UWV onvoldoende heeft gemotiveerd waarom re-integratie-inspanningen werkgeefster onvoldoende waren, en wijst proceskosten toe aan werkgeefster.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraken van de rechtbank Rotterdam over het recht op ziekengeld van appellante, oordeelt dat medische beoordelingen zorgvuldig zijn en dat er geen schending van equality of arms is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering na zorgvuldig medisch onderzoek door het Uwv. Geen recht op schadevergoeding wegens overschrijding redelijke termijn.

Centrale Raad bevestigt weigering ZW-uitkering wegens benadelingshandeling tijdens ziekte. Appellante was ziek bij ontslag, maar heeft niet de nietigheid ingeroepen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht meer heeft op ziekengeld na zorgvuldig medisch onderzoek en beoordeling van geschiktheid van functies.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant recht heeft op ziekengeld per 18 april 2015, na vernietiging van eerdere besluiten van het Uwv.

Tussenuitspraak over de weigering van een ZW-uitkering aan een werkneemster na zwangerschapsgerelateerde arbeidsongeschiktheid. De Raad oordeelt dat de verzekeringsartsen onvoldoende rekening hebben gehouden met de gevolgen van de zwangerschap.

Centrale Raad bevestigt dat appellante verwijtbaar handelde door haar loonaanspraken op te geven bij beëindiging dienstverband tijdens ziekte. Verzoek om schadevergoeding afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-aanvraag; psychische beperkingen juist weergegeven. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en besluit van Uwv, oordeelt dat appellante niet in staat was tot arbeid en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep rectificeert proceskosten in hoger beroep, waarbij het bedrag van € 2.722,50 wordt aangepast naar € 3.825,47.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang; Uwv veroordeeld in proceskosten van € 2.254,50.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de WAO-uitkering van appellant en wijst verzoek om herbeoordeling af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraken over arbeidsongeschiktheid en recht op uitkering, oordeelt dat appellante geschikt is voor werk en geen recht heeft op WIA-uitkering of ziekengeld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat werkgever onvoldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht na uitval werknemer, ondanks beroep op advies bedrijfsarts.

Hoger beroep van appellant tegen Uwv over recht op ziekengeld. Raad vernietigt eerdere uitspraak en herroept Uwv-besluit, o.b.v. rapport psychiater Trompenaars.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over schadevergoeding bij overschrijding redelijke termijn en loondoorbetalingsverplichting in WIA-zaak. Uwv moet € 2.611,- vergoeden aan appellante.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en besluit van Uwv over ZW-uitkering werknemer wegens ondeugdelijke motivering en gebrek aan zorgvuldig onderzoek.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en oordeelt dat appellante niet in staat is maatgevende arbeid te verrichten, waardoor zij recht heeft op ziekengeld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de werkgever onvoldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht, wat leidt tot een loonsanctie.

Hoger beroep over WIA-uitkering en wijziging van bedongen arbeid. Centrale Raad bevestigt uitspraak rechtbank en oordeelt dat appellant onvoldoende bewijs heeft geleverd voor wijziging van arbeid.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de loondoorbetalingsplicht van de werkgever aan de werknemer, en herroept het besluit van het Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering na zorgvuldige medische beoordeling; appellant kan meer dan 65% van maatmaninkomen verdienen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging van ZW-uitkering; zorgvuldig medisch onderzoek door Uwv, geen beperkingen vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellante geen recht meer heeft op WAO-uitkering, na zorgvuldig onderzoek door het Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat Uwv terecht geen herziening van ziekengeldbesluit en WAO-uitkering heeft verleend, geen nieuwe feiten aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraak; appellante heeft geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden ingediend in hoger beroep.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat psychische klachten na bevalling causaal verband houden met arbeidsongeschiktheid, en wijst hoger beroep van Uwv af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering appellante na 52 weken ziekte; geen strijd met discriminatieverbod.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer had op ziekengeld per 25 april 2014, na zorgvuldige beoordeling van zijn psychische klachten en verdiencapaciteit.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van het verzoek om herbeoordeling van arbeidsongeschiktheid wegens onvoldoende bewijs van toegenomen beperkingen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van het recht op ziekengeld van appellant, oordeelt dat het Uwv zorgvuldig heeft gehandeld en veroordeelt het Uwv in proceskosten van € 2.370,-.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraak over Wajong-uitkering, benadrukt noodzaak van zorgvuldige motivering bij combinatie van hoogbegaafdheid en Asperger.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante recht heeft op IVA-uitkering per 8 september 2011 en dat de redelijke termijn is overschreden, met schadevergoeding van € 2.500,-.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraken over WIA- en ZW-uitkering van appellante, die niet in aanmerking komt voor herleving van haar uitkering.

Hoger beroep over arbeidsongeschiktheidsuitkering; Raad oordeelt dat appellante niet in staat was tot arbeid en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een IVA-uitkering, oordeelt dat medisch onderzoek zorgvuldig was en dat de geselecteerde functies passend zijn voor appellant.

Hoger beroep van appellante over ziekengeld en medisch onderzoek; Raad bevestigt eerdere uitspraak en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering, oordeelt dat medische gegevens voldoende zijn en appellante in staat is de functies te vervullen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WIA-uitkering aan appellant, oordeelt dat onderzoek zorgvuldig was en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering; deskundigenadvies niet volledig gevolgd door rechtbank, maar bijzondere omstandigheden rechtvaardigen afwijking.

Centrale Raad van Beroep bevestigt recht op ZW-uitkering voor betrokkene na deskundigenonderzoek naar psychische problematiek.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante in april 2013 in staat was om geselecteerde functies te vervullen, en bevestigt de arbeidsongeschiktheid van 44,41%. Het bestreden besluit van het Uwv vertoonde gebreken en werd vernietigd, met proceskostenvergoeding voor appellante.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op ziekengeld na beëindiging wachttijd, omdat hij niet hersteld was voor zijn arbeid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat er geen causaal verband is tussen de bevalling van appellante en haar arbeidsongeschiktheid, die voortkomt uit andere omstandigheden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant niet volledig arbeidsongeschikt is en geen recht heeft op IVA-uitkering, uitspraak op 6 december 2017.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Rotterdam dat appellant medisch geschikt is voor geselecteerde functies in het kader van de WIA.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WIA-uitkering; medisch onderzoek was zorgvuldig en functies zijn passend voor appellante.

Hoger beroep van appellant tegen de weigering van een WIA-uitkering. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het medisch onderzoek zorgvuldig was en dat de functionele mogelijkheden van appellant correct zijn beoordeeld.

Hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam over de loongerelateerde WGA-uitkering. De Raad bevestigt de uitspraak en oordeelt dat het medisch onderzoek zorgvuldig is uitgevoerd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WAO-uitkering; appellant heeft wachttijd niet vervuld na hersteldverklaring.

Appellant is terecht geschikt geacht zijn arbeid als allround medewerker te verrichten na zorgvuldig medisch onderzoek. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank.

Appellante heeft recht op WAO-uitkering van 80-100% en ontvangt schadevergoeding van € 3.500,- wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; appellant kan meer dan 65% van maatmaninkomen verdienen na medische beoordeling.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraken en verklaart het beroep ongegrond. Betrokkene heeft geen recht op ZW-uitkering, geschiktheid voor arbeid is voldoende aangetoond.

Hoger beroep over beëindiging ZW-uitkering; Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak, geen nieuwe medische feiten aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat ZW-uitkering terecht is geweigerd; appellant is medisch geschikt voor geselecteerde functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de ZW-uitkering wegens benadelingshandeling bij beëindiging dienstverband tijdens ziekte.

Hoger beroep inzake WIA-uitkering; Uwv veroordeeld tot proceskosten en schadevergoeding wegens overschrijding redelijke termijn.

Hoger beroep van appellant tegen Uwv over geschiktheid voor arbeid. Raad oordeelt dat Uwv de ernst van de psychiatrische problematiek niet juist heeft beoordeeld. Hoger beroep gegrond, besluit Uwv herroepen.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en besluit van Uwv, oordeelt dat appellant recht heeft op WIA-uitkering en veroordeelt Uwv tot vergoeding van kosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering op basis van voldoende medische en arbeidskundige grondslag.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank dat het verzoek om terug te komen van een WIA-besluit niet slaagt, omdat er geen nieuwe feiten zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering IVA-uitkering; appellant niet volledig en duurzaam arbeidsongeschikt na auto-ongeval.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het bestreden besluit over arbeidsongeschiktheid op voldoende medische grondslag berust. Hoger beroep van Uwv slaagt, dat van betrokkene niet.

Hoger beroep over de weigering van een WIA-uitkering wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak en oordeelt dat het medisch onderzoek zorgvuldig is geweest.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht meer heeft op ziekengeld, omdat haar beperkingen niet zijn onderschat door het Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Den Haag over de arbeidsongeschiktheidsklasse van appellant, na zorgvuldige beoordeling van medisch onderzoek.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat functies samensteller elektrotechnische apparatuur en operator voedingsmiddelenindustrie niet geschikt zijn voor appellante met visusklachten. Uwv moet besluit herstellen.

Tussenuitspraak over de weigering van een IVA-uitkering aan appellante, waarbij de Raad oordeelt dat het bestreden besluit onvoldoende gemotiveerd is en het Uwv opdraagt het gebrek te herstellen.

Hoger beroep over intrekking WGA-uitkering wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak.

Hoger beroep van appellant tegen afwijzing ziekengeld door Uwv. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak, oordeelt dat medisch onderzoek zorgvuldig was en dat appellant's beperkingen niet zijn onderschat.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellante, die geschikt werd geacht voor geselecteerde functies. De Raad oordeelt dat het Uwv voldoende informatie heeft ingewonnen en dat de medische beoordeling correct was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht meer heeft op ziekengeld en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Verzoek om herziening van WIA-uitkering afgewezen; nieuwe feiten niet voldoende om eerdere uitspraak te wijzigen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat er geen toegenomen arbeidsongeschiktheid was van 21 november 2013 tot 21 april 2014, waardoor het Uwv terecht de WIA-uitkering beëindigde.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening en terugvordering van ZW-uitkering wegens schending inlichtingenverplichting en niet-gemelde werkzaamheden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellant geschikt is voor arbeid, ondanks toegenomen klachten. Geen medische onderbouwing voor hoger beroep.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld, omdat hij meer dan 65% van zijn maatmaninkomen kan verdienen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van het recht op ziekengeld per 1 augustus 2014, oordeelt dat de aanzegjurisprudentie van toepassing is en dat de medische beoordeling door het Uwv correct was.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de werknemer sinds 30 augustus 2012 doorlopend arbeidsongeschikt is, en dat de besluiten van het Uwv om hem arbeidsongeschikt te verklaren goed onderbouwd zijn.

Hoger beroep over loondoorbetaling en re-integratie-inspanningen van werkgever onder de Wet WIA. De Raad bevestigt dat de werkgever onvoldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing herzieningsverzoek WIA-besluit; geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de uitsluitingsgrond van volledige arbeidsongeschiktheid bij aanvang van de verzekering van toepassing blijft, waardoor de aanvraag om uitkering op grond van de Wet WIA niet kan leiden tot uitkering.

Hoger beroep over WIA-uitkering en loondoorbetalingsverplichting; besluit van 13 mei 2014 niet adequaat; nieuwe beslissing op bezwaar vereist.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat geen causaal verband bestaat tussen psychische klachten en zwangerschap/bevalling, waardoor appellante geen recht heeft op ZW-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de vaststelling van het Uwv dat appellant 45 tot 55% arbeidsongeschikt is, en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv terecht de WAO-uitkering van appellant op 25-35% heeft vastgesteld en het verzoek om volledige arbeidsongeschiktheid heeft afgewezen.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk en wijst verzoek om schadevergoeding af; proceskostenvergoeding aan erven vastgesteld op € 284,96.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing schadevergoeding; geen causaal verband met besluit van 31 oktober 2011.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat verzoeker de uitspraak in de hoofdzaak kan afwachten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging van ZW-uitkeringen; medisch onderzoek zorgvuldig en volledig, geen verslechtering van de situatie aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Den Haag over de medische beoordeling van appellante door Uwv. Hoger beroep afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellante geschikt is voor haar maatgevende arbeid als callcenter medewerkster, ondanks haar klachten.