dhr. mr. J.S. van der Kolk

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv geen compensatie vanuit de WAO kan bieden voor inkomensachteruitgang in het tweede ziektejaar. Hoger beroep van appellant afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de evenredige verlaging van daglonen bij samenloop van WW-uitkeringen. Appellant's hoger beroep afgewezen.

Hoger beroep tegen de weigering van het Uwv om terug te komen op het WAO-dagloon. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het verzoek om schadevergoeding af.

Hoger beroep over de vaststelling van het WIA-dagloon op € 177,32. De Raad bevestigt dat het Uwv de WW-uitkering van juli 2016 niet mee mocht tellen, conform de wet- en regelgeving.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellant uit Slowakije, o.b.v. Nederlandse wetgeving en medische gegevens.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv het WIA-dagloon van appellant terecht op € 86,27 heeft vastgesteld en verklaart het beroep ongegrond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellante, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is, gebaseerd op deskundigenrapporten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de hoogte van het dagloon voor de IVA-uitkering op € 110,30 en oordeelt dat de WW-uitkering over augustus 2016 terecht buiten beschouwing is gelaten.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de weigering van de WIA-uitkering; Uwv moet nieuw besluit nemen op basis van deskundigenrapporten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv de loonbetaling op 3 juli 2018 terecht niet heeft meegenomen in de dagloonberekening voor de WIA-uitkering van appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van WIA-herzieningsverzoek van appellante wegens gebrek aan nieuwe feiten of omstandigheden.

Hoger beroep over de hoogte van het dagloon. Uwv heeft het dagloon correct vastgesteld. Geen sprake van indirecte discriminatie. Uitspraak bevestigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WIA-uitkering aan appellant wegens onvoldoende toegenomen beperkingen.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de maatmanomvang en het maatmaninkomen onjuist heeft vastgesteld en draagt het Uwv op om het besluit te herstellen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Rotterdam over de arbeidsongeschiktheid van appellant, vastgesteld op 45,53%.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank over de toekenning van een WGA-uitkering aan appellant met een arbeidsongeschiktheid van 44,77%.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op IVA-uitkering, omdat geen duurzame volledige arbeidsongeschiktheid is vastgesteld op 28 november 2019.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de WAO-uitkering van appellant per 14 februari 2019, omdat hij minder dan 15% arbeidsongeschikt is. De Raad oordeelt dat het medisch onderzoek zorgvuldig is uitgevoerd en dat de beëindiging gerechtvaardigd is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van ZW-uitkering aan appellante, oordelend dat zij geschikt is voor de geduide functies en dat het medisch onderzoek zorgvuldig is uitgevoerd.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de WIA-uitkering van appellant ten onrechte heeft geweigerd op basis van een ondeugdelijke medische grondslag en draagt het Uwv op dit te herstellen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in bestuursrechtelijke procedure. Uwv en Staat veroordeeld tot schadevergoeding van respectievelijk € 359,- en € 3.141,-.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de terugvordering van WGA-uitkering door het Uwv, oordeelt dat het bedrag correct is vastgesteld en er geen dringende redenen zijn om van terugvordering af te zien.

Centrale Raad van Beroep kent werkneemster met terugwerkende kracht een IVA-uitkering toe vanaf 25 juli 2018, na eerdere besluiten van het Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering van appellante op basis van medische en arbeidskundige beoordeling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van Uwv om verzoek tot herziening van arbeidsongeschiktheidsbesluit, geen nieuwe feiten aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat Uwv tijdig heeft beslist op melding toegenomen klachten WAO. Hoger beroep van appellant slaagt niet.

Centrale Raad oordeelt dat WAZ-uitkering van appellant vanaf 23 mei 2016 en 23 april 2018 moet worden uitbetaald naar 80-100% arbeidsongeschiktheid, vernietigt eerdere uitspraak.

Hoger beroep over weigering WIA-uitkering; medisch onderzoek en beperkingen correct vastgesteld. Uitspraak bevestigd.

Hoger beroep van appellante tegen de weigering van een WIA-uitkering. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak en oordeelt dat appellante minder dan 35% arbeidsongeschikt is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering appellante per 27 juni 2019 op basis van artikel 56, derde lid, Wet WIA; beroep op gelijkheids- en vertrouwensbeginsel slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep verklaart het beroep van appellante ongegrond inzake WIA-beoordeling en arbeidsongeschiktheid.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de vordering tot terugvordering van de WIA-uitkering niet is verjaard, omdat besluiten binnen vijf jaar na de interne melding zijn genomen.

Tussenuitspraak over de vaststelling van de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant in het kader van de Wet WIA, waarbij het Uwv wordt opgedragen het besluit te herstellen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de eerste ziektedag van de werkneemster op 28 juni 2016 ligt, gebaseerd op medische gegevens en adviezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering; medische en arbeidskundige beoordeling zijn zorgvuldig en overtuigend gemotiveerd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellant op 53,74% en oordeelt dat het Uwv zorgvuldig heeft gehandeld in de beoordeling van zijn geschiktheid voor voorbeeldfuncties.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de mate van arbeidsongeschiktheid van 58,18% voor een docente na een verkeersongeval, op basis van deskundigenrapporten.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante recht heeft op een IVA-uitkering in plaats van een WGA-uitkering, omdat haar arbeidsongeschiktheid duurzaam is. Besluit van het Uwv wordt vernietigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering na zorgvuldig medisch onderzoek door Uwv. Appellant's beperkingen werden niet onderschat.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering appellant per 5 april 2019; medische en arbeidskundige beoordeling door Uwv voldoende onderbouwd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WIA-uitkering, oordelend dat geen toegenomen beperkingen uit dezelfde ziekteoorzaak zijn aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-loonaanvullingsuitkering; geen onderschatting van beperkingen door Uwv.

Verzoek om herziening van eerdere uitspraak over schadevergoeding afgewezen; geen nieuwe feiten of omstandigheden aangetoond.

Verzoek om herziening van WAO-uitkering afgewezen; geen nieuwe feiten of omstandigheden aangetoond.

Hoger beroep over WIA-uitkering; maatregel van 20% wegens te late aanvraag terecht opgelegd. Schadevergoeding van € 1.000,- toegewezen wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Tussenuitspraak over WIA-beoordeling van appellante na borstkankerbehandeling; Uwv moet nieuwe FML opstellen en arbeidskundig onderzoek uitvoeren.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv het bedrag van de 30%-regeling niet heeft meegenomen bij de berekening van het WW-dagloon, omdat dit een eindheffingsbestanddeel is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv de betaling voor overwerk in maart 2015 niet aan de referteperiode heeft toegerekend, omdat appellant niet kon aantonen dat het loon niet inbaar was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv de nabetaling van € 4.572,96 niet in de dagloonberekening heeft meegenomen, omdat appellante niet aantoonde dat het loon inbaar was tijdens de referteperiode.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv de betaling van overwerkuren in oktober 2019 niet bij de WIA-dagloonberekening heeft meegenomen, omdat deze niet vorderbaar was in de referteperiode.