ECLI:NL:CRVB:2022:2428
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van arbeidsongeschiktheidsbesluit door het Uwv
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 november 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Amsterdam. Appellant, die sinds 1999 een uitkering ontvangt op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), heeft het Uwv verzocht om terug te komen van een eerdere beslissing op bezwaar van 27 mei 2009. Dit verzoek werd afgewezen omdat er geen nieuwe feiten of veranderde omstandigheden waren. De rechtbank had eerder geoordeeld dat het Uwv dit verzoek terecht had afgewezen, en de Centrale Raad heeft deze conclusie onderschreven. Appellant stelde dat zijn medische situatie, met name zijn oogklachten en nek- en schouderklachten, niet zorgvuldig was beoordeeld door het Uwv. Hij voerde aan dat er nieuwe medische gegevens waren die een herziening van zijn arbeidsongeschiktheid zouden rechtvaardigen. De Raad oordeelde echter dat de eerdere beoordelingen door het Uwv voldoende waren en dat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de zorgvuldigheid van de besluitvorming. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees de verzoeken van appellant om schadevergoeding en terugverwijzing naar de rechtbank af. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid in de beoordeling van arbeidsongeschiktheid en de noodzaak van nieuwe feiten om een herziening te rechtvaardigen.