Uitspraak
20 863 WAO, 20/3558 WAO
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
acht weken een beschikking had moeten worden afgegeven naar aanleiding van de door appellant gedane melding. Indien een beschikking niet binnen acht weken kon worden gegeven, had het Uwv appellant op grond van artikel 4:14, derde lid, hiervan op de hoogte moeten stellen en daarbij een redelijke termijn moeten noemen waarbinnen de beschikking wel tegemoet kon worden gezien. Hierbij wordt opgemerkt dat de in artikel 86b van de WAO geboden mogelijkheid om de beslistermijn met ten hoogste zes maanden te verlengen in dit geval niet van toepassing is. Appellant woont weliswaar in het buitenland maar hij is naar aanleiding van zijn melding van toegenomen klachten niet opgeroepen.