4.15.Uit 4.4 tot en met 4.14 volgt dat het hoger beroep niet slaagt. Het Uwv heeft terecht vastgesteld dat appellant geen recht heeft op een WIA-uitkering. De aangevallen uitspraak zal worden bevestigd.
5. Voor een veroordeling in de proceskosten bestaat geen aanleiding.
De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door J.S. van der Kolk als voorzitter en
M.A.H. van Dalen-van Bekkum en M.E. Fortuin als leden, in tegenwoordigheid van A.M. Geurtsen als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 15 maart 2023.
(getekend) J.S. van der Kolk
Bijlage: toepasselijke bepalingen
TITEL III
BIJZONDERE BEPALINGEN
VOOR VERSCHILLENDE CATEGORIEËN UITKERINGEN
HOOFDSTUK 1
Prestaties bij ziekte, en moederschaps- en daarmee gelijkgestelde vaderschapsuitkeringen
1. Een verzekerde en zijn gezinsleden die in een andere lidstaat dan de bevoegde lidstaat wonen of verblijven, hebben recht op uitkeringen van het bevoegde orgaan overeenkomstig de door dat orgaan toegepaste wetgeving. In overleg tussen het bevoegde orgaan en het orgaan van de woon- of verblijfplaats kunnen deze uitkeringen echter door het orgaan van de woon- of verblijfplaats voor rekening van het bevoegde orgaan worden verstrekt volgens de wetgeving van de bevoegde lidstaat.
(…)
HOOFDSTUK 4
Uitkeringen bij invaliditeit
Artikel 44
Personen die uitsluitend onderworpen zijn aan A-wetgevingen
1. Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder "A-wetgeving" verstaan elke wetgeving
volgens welke het bedrag van de invaliditeitsuitkeringen onafhankelijk is van de duur van de
tijdvakken van verzekering of wonen en die door de bevoegde lidstaat uitdrukkelijk vermeld
is in bijlage VI, en wordt onder "B-wetgeving", elke andere wetgeving verstaan.
(…)
Artikel 46
Personen die onderworpen zijn aan hetzij uitsluitend B-wetgevingen, hetzij A- en B-wetgevingen
1. De persoon die achtereenvolgens of afwisselend onderworpen is geweest aan de wetgevingen van twee of meer lidstaten waarvan er ten minste één niet van het type A is, heeft recht op uitkeringen op grond van hoofdstuk 5, dat van overeenkomstige toepassing is, met inachtneming van lid 3.
(…)
3. De door het orgaan van een lidstaat genomen beslissing omtrent de mate van invaliditeit van de betrokkene is bindend voor het orgaan van iedere andere betrokken lidstaat, mits in
bijlage VII is vermeld dat de voorwaarden van de wetgevingen van deze lidstaten met
betrekking tot de mate van invaliditeit met elkaar overeenstemmen.
HOOFDSTUK 5
Ouderdoms- en nabestaandenpensioenen
Artikel 52
Toekenning van uitkeringen
1. Het bevoegde orgaan berekent het bedrag van de verschuldigde uitkering:
a. a) krachtens de door het orgaan toegepaste wetgeving alleen als uitsluitend op grond van
de nationale wetgeving is voldaan aan de voorwaarden die recht geven op een uitkering
(autonoom pensioen);
b) door eerst een theoretisch bedrag en vervolgens het werkelijke bedrag (uitkering
pro rata) als volgt te berekenen:
i. i) het theoretische bedrag van de uitkering is gelijk aan de uitkering waarop de
betrokkene aanspraak zou kunnen maken indien alle tijdvakken van verzekering
en/of wonen, welke krachtens de wetgevingen van de andere lidstaten vervuld
zijn, zouden zijn vervuld overeenkomstig de wetgeving die het orgaan op de
datum van vaststelling van de uitkering toepast. Indien het bedrag van de uitkering
volgens deze wetgeving onafhankelijk is van de duur van de vervulde tijdvakken,
wordt dit bedrag beschouwd als het theoretische bedrag;
ii) vervolgens stelt het bevoegde orgaan het werkelijke bedrag van de pro-ratauitkering vast door op het theoretische bedrag het verhoudingsgetal van de duur
van de tijdvakken van verzekering en/of van wonen, welke vóór het intreden van
de verzekerde gebeurtenis krachtens de door het orgaan toegepaste wetgeving zijn
vervuld, en van de totale duur van de tijdvakken van verzekering en van wonen
welke vóór het intreden van de verzekerde gebeurtenis krachtens de wetgevingen
van alle betrokken lidstaten zijn vervuld.
(…)
TITEL III
BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR VERSCHILLENDE CATEGORIEËN UITKERINGEN
HOOFDSTUK I
Prestaties bij ziekte, en moederschaps- en daarmee gelijkgestelde vaderschapsuitkeringen
Artikel 27
Arbeidsongeschiktheidsuitkeringen in het geval dat de woon- of verblijfplaats zich in een andere dan de bevoegde lidstaat bevindt
(…)
8. Voor de toepassing van artikel 21, lid 1, van de basisverordening hebben de vermeldingen op het bewijs van arbeidsongeschiktheid van de verzekerde, dat in een andere lidstaat op grond van de medische bevindingen van de controlerend arts of het controlerend orgaan is opgesteld, dezelfde juridische waarde als het in de bevoegde lidstaat opgestelde bewijs.
(…)
HOOFDSTUK IV
Uitkeringen bij invaliditeit, ouderdoms- en nabestaandenpensioenen
Artikel 49
Vaststelling van de mate van invaliditeit
(…)
2. Indien artikel 46, lid 3, van de basisverordening niet van toepassing is, kan elk orgaan, volgens de wetgeving die het toepast, de aanvrager door een arts of andere deskundige van eigen keuze te laten onderzoeken, teneinde de mate van invaliditeit te bepalen. Het orgaan van een lidstaat houdt evenwel rekening met de documenten en medische rapporten alsmede met inlichtingen van administratieve aard die door het orgaan van andere lidstaten zijn vergaard alsof deze in zijn eigen lidstaat waren opgesteld.
(…)
TITEL V
DIVERSE BEPALINGEN, OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 87
Geneeskundig onderzoek en administratieve controle
1. Onverminderd andere specifieke bepalingen wordt, indien een rechthebbende op of aanvrager van prestaties, dan wel een lid van diens gezin, op het grondgebied van een andere lidstaat woont of verblijft dan die waar zich het debiteurorgaan bevindt, het geneeskundig onderzoek op verzoek van laatstgenoemd orgaan verricht door het orgaan van de woon- of verblijfplaats van de rechthebbende, volgens de procedures die zijn vastgelegd
in de door dit orgaan toegepaste wetgeving. Het debiteurorgaan stelt het orgaan van de woon- of verblijfplaats in kennis van eventuele speciale vereisten waaraan moet worden
voldaan en van de aspecten waaraan in het geneeskundig onderzoek aandacht moet worden besteed.
(…)