mw. mr. D.G.J. Dop

De rechtbank heeft de machtiging tot uithuisplaatsing van drie minderjarigen afgewezen, ondanks zorgen over hun veiligheid. De vader heeft positieve ontwikkelingen doorgemaakt en de moeder is bereid samen te werken. De kinderen kunnen weer bij de ouders verblijven met adequate hulpverlening.

De rechtbank verlengt de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige tot 14 mei 2025, gezien de noodzaak voor zorg en opvoeding, en verklaart de beslissing uitvoerbaar bij voorraad.

De kinderrechter verlengt de machtiging tot uithuisplaatsing van twee minderjarigen en heroverweegt het perspectiefbesluit, waarbij de moeder moet werken aan haar behandeling.

De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige verlengd tot 23 maart 2025, gezien de zorgen over haar ontwikkeling en de contacten met beide ouders.

De rechtbank verlengt de machtiging tot uithuisplaatsing van vier minderjarigen tot 4 augustus 2024, met aandacht voor de stabiliteit en veiligheid van de kinderen.

De kinderrechter verleent een machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, gezien de zorgelijke situatie van de ouders en de noodzaak voor adequate zorg en opvoeding.

De kinderrechter heeft de omgangsregeling tussen de vader en de kinderen nihilstelling verklaard, gezien het gebrek aan contact en initiatief van de vader. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad.

De kinderrechter heeft het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling voor zes minderjarigen afgewezen, omdat er geen actuele onveiligheid was en de ouders in staat waren om hulp te accepteren.

De kinderrechter verleent een machtiging tot uithuisplaatsing van een kwetsbare minderjarige met risicovol gedrag, ter bescherming van haar veiligheid en ontwikkeling.

De kinderrechter verlengt de ondertoezichtstelling van [kind 1] en [kind 2] tot 2 juli 2024, verklaart de schriftelijke aanwijzing van 30 oktober 2023 vervallen en wijst het verzoek tot benoeming van een bijzondere curator af.

De kinderrechter verlengt de ondertoezichtstelling van [naam01] en verleent een machtiging tot uithuisplaatsing in jeugdhulp, met zorgen over middelengebruik.

De kinderrechter heeft op 6 december 2023 de ondertoezichtstelling van de minderjarige [naam 1] verlengd tot 21 november 2024, in het belang van zijn ontwikkeling en veiligheid.

De kinderrechter heeft op 23 november 2023 een ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van [naam01] toegewezen, vanwege haar kwetsbare medische toestand en zorgen over mogelijk toegebracht letsel.

De kinderrechter verleent een machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [naam01] in een jeugdhulpaanbieder, noodzakelijk voor zijn verzorging en opvoeding.

De kinderrechter heeft op 23 november 2023 een ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [naam01] verleend, gezien de problematiek van de moeder.

De kinderrechter verlengt de ondertoezichtstelling van [naam 1] tot 21 december 2023 en houdt de behandeling van het verzoek aan tot een zitting vóór deze datum.

De kinderrechter heft de ondertoezichtstelling van [naam01] op, omdat er geen ontwikkelingsbedreiging meer is na positieve ontwikkelingen in de opvoedsituatie.

De kinderrechter verleent een machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [naam01] in een jeugdhulpaanbieder van 9 november 2023 tot 16 augustus 2024.

De kinderrechter heeft op 9 november 2023 de machtiging tot uithuisplaatsing van vier kinderen verlengd, vanwege onvoldoende veranderingen in de thuissituatie van de ouders.

De kinderrechter verleent een machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [naam01] voor drie maanden, gezien de noodzaak van hulpverlening en het lopende politieonderzoek.

De kinderrechter heeft op 1 november 2023 de ondertoezichtstelling van [naam01] verlengd tot 7 december 2023, op basis van positieve ontwikkelingen in het gezin.

De kinderrechter verlengt de ondertoezichtstelling van de minderjarige [naam01] tot 18 oktober 2024 en verleent een machtiging tot uithuisplaatsing in een jeugdhulpaccommodatie en pleeggezin.

De kinderrechter heeft het verzoek om een machtiging tot gesloten jeugdhulp voor [naam01] afgewezen, omdat de gronden hiervoor niet voldoende aanwezig zijn.

De kinderrechter verleent een machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige] tot 22 januari 2024, ter waarborging van haar ontwikkeling en zorg.

De kinderrechter heeft op 19 juli 2023 een ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van drie minderjarigen bevolen, gezien de problematiek binnen het gezin en de noodzaak voor hulpverlening.

De kinderrechter verleent een machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige in een jeugdhulpvoorziening, ingangsdatum 14 juni 2023 tot 6 april 2024.

De kinderrechter heeft op 14 juni 2023 de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige01] en [minderjarige02] toegewezen, gezien de onveilige opvoedsituatie en de problematiek van de ouders.

De kinderrechter bekrachtigt op 14 juni 2023 de schriftelijke aanwijzing van de William Schrikker Stichting, die de verzorging en opvoeding van minderjarige kinderen betreft, en verklaart deze uitvoerbaar bij voorraad.

De kinderrechter heeft het verzoek tot voorlopige ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige] afgewezen, maar een zorgmachtiging voor zes maanden verleend.

De kinderrechter heeft op 14 juni 2023 de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van drie minderjarigen goedgekeurd, gezien de onveilige opvoedsituatie en de noodzaak voor behandeling.

De kinderrechter heeft op 20 april 2023 de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen verlengd en de zorgregeling gewijzigd, waarbij [minderjarige02] nu één weekend per veertien dagen bij de vader verblijft.

De kinderrechter verlengt de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [minderjarige01] tot 27 april 2024, gezien de situatie van de moeder en de ontwikkeling van het kind.

De kinderrechter heeft [minderjarige01] voorlopig onder toezicht gesteld en machtiging verleend tot uithuisplaatsing in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp van 20 april 2023 tot 6 juli 2023.

De kinderrechter heeft op 12 april 2023 [minderjarige01] voorlopig onder toezicht gesteld vanwege ernstig risicovol gedrag. De behandeling van het verzoek wordt aangehouden tot 25 april 2023.

De kinderrechter verleent een spoedmachtiging voor de opname van [minderjarige01] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp vanwege ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen.

De kinderrechter verleent een voorlopige ondertoezichtstelling en spoedmachtiging tot plaatsing van de minderjarige [minderjarige01] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp.

De kinderrechter verlengt de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige01] tot 29 maart 2024, op verzoek van de William Schrikker Jeugdbescherming.

De kinderrechter verlengt de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige vanwege ernstige zorgen over haar ontwikkeling en opvoedsituatie.

De kinderrechter heeft op 14 februari 2023 een machtiging tot uithuisplaatsing verleend voor de minderjarige [minderjarige01] vanwege escalaties in de thuissituatie. De uithuisplaatsing is noodzakelijk voor haar veiligheid en geldt tot 4 april 2023.

De kinderrechter heeft op 25 januari 2023 de ondertoezichtstelling van [minderjarige01] en [minderjarige02] verlengd, terwijl die van [minderjarige03] is afgewezen. Ook is de machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige01] afgewezen.

De kinderrechter heeft op 13 september 2022 een machtiging tot uithuisplaatsing verleend voor twee minderjarigen vanwege de verslavingsproblematiek van de moeder en onveilige opvoedomgeving.

De kinderrechter verlengt de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van twee minderjarigen en wijst het verzoek van de moeder tot wijziging van de zorgregeling af.

De kinderrechter heeft het verzoek tot machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige afgewezen, omdat de ouders constructief samenwerken en er geen gronden voor uithuisplaatsing aanwezig zijn.

De kinderrechter verlengt de machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige] tot 21 februari 2023, gezien de onmacht van de ouders om een veilige opvoedomgeving te bieden na een heftig incident.

Rechtbank Den Haag verklaart klachten van verzoekster over tijdelijke verplichte zorg en crisismaatregel ongegrond; verzoek om schadevergoeding afgewezen.

De rechtbank Den Haag heeft op 21 juli 2022 het ouderlijk gezag van de vader en de moeder over de minderjarigen beëindigd en de Stichting Jeugdbescherming West Zuid-Holland benoemd tot voogd.

De kinderrechter wijzigt de zorg- en contactregeling voor twee minderjarigen, zodat de moeder anderhalf uur per week contact heeft met één van de kinderen, van 21 juli 2022 tot 16 september 2022.

De rechtbank benoemt een bijzondere curator voor de minderjarigen [minderjarige 1] en [minderjarige 2] vanwege een belangenstrijd tussen de ouders en de kinderen, en om hun belangen te behartigen in de lopende uithuisplaatsingsprocedure.

De rechtbank oordeelt dat beëindiging van het ouderlijk gezag van de moeder niet noodzakelijk is, gezien haar positieve ontwikkeling en de belangen van het kind.

De kinderrechter verleent toestemming voor de plaatsing van een minderjarige buiten Nederland bij de vader in Frankrijk, met analoge toepassing van artikel 1:306 BW, in het belang van de ontwikkeling van het kind.