ECLI:NL:RBDHA:2023:6555

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
19 april 2023
Publicatiedatum
8 mei 2023
Zaaknummer
C/09/645515 / JE RK 23-674
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp na een spoedmachtiging

Op 19 april 2023 heeft de kinderrechter in de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de voorlopige ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige01]. Deze zaak volgde op een verzoekschrift van de Raad voor de Kinderbescherming, Regio Haaglanden, dat op 6 april 2023 was ingediend. De kinderrechter had eerder op 6 april 2023 al een spoedmachtiging verleend om [minderjarige01] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp op te nemen, gezien de zorgen over haar wegloopgedrag en de onduidelijkheid over haar verblijfplaatsen.

Tijdens de zitting op 19 april 2023 werd het verzoek tot ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing besproken. De kinderrechter oordeelde dat er ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen waren die de ontwikkeling van [minderjarige01] ernstig belemmerden. De grootmoeder vaderszijde, die als voogdes fungeerde, gaf aan dat zij overbelast was geraakt door de situatie en niet meer in staat was om [minderjarige01] de benodigde zorg te bieden. De kinderrechter concludeerde dat een gesloten plaatsing noodzakelijk was om de veiligheid van [minderjarige01] te waarborgen en om te onderzoeken wat er nodig was voor haar verdere ontwikkeling.

De kinderrechter heeft besloten om [minderjarige01] voorlopig onder toezicht te stellen van Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland en verleende een machtiging voor opname in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp voor de periode van 20 april 2023 tot 6 juli 2023. De beschikking werd mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door de kinderrechter, met de griffier aanwezig. De schriftelijke uitwerking van de beschikking is op 3 mei 2023 vastgesteld. Er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Kinderrechter
Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaaksgegevens: C/09/645515 / JE RK 23-674
Datum uitspraak: 19 april 2023

Beschikking van de kinderrechter

Voorlopige ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp na een spoedmachtiging

in de zaak naar aanleiding van het op 6 april 2023 ingekomen verzoekschrift van:
de Raad voor de Kinderbescherming, Regio Haaglanden (hierna te noemen: de Raad),
betreffende:
- [minderjarige01], geboren op [geboortedatum01] 2008 te [geboorteplaats01] ,
hierna te noemen: [minderjarige01] ,
advocaat: mr. E.J.W.F. Deen, te Den Haag.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[de vrouw01] ,

hierna te noemen: de voogdes, tevens de grootmoeder vaderszijde,
wonende te [woonplaats01] ,

Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland,

hierna te noemen: de gecertificeerde instelling.

Het procesverloop

Op 6 april 2023 heeft de kinderrechter in deze rechtbank mondeling (buiten kantooruren) [minderjarige01] voorlopig onder toezicht gesteld van 6 april 2023 tot 7 april 2023, 17:00 uur en voor dezelfde duur een spoedmachtiging verleend om [minderjarige01] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven.
Bij beschikking d.d. 7 april 2023 heeft de kinderrechter in deze rechtbank [minderjarige01] voorlopig onder toezicht gesteld van 7 april 2023 tot 20 april 2023 en voor dezelfde duur een spoedmachtiging verleend om [minderjarige01] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven, en de behandeling van het verzoek voor het overige aangehouden tot deze zitting.
De kinderrechter heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder thans ook:
- voornoemde beschikking d.d. 7 april 2023;
- de instemmingsverklaring d.d.7 april 2023 van een gedragswetenschapper als bedoeld in
artikel 6.1.2, zesde lid, van de Jeugdwet, die de jeugdige met het oog daarop kort tevoren
heeft onderzocht.
Op 19 april 2023 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren voortgezet. Daarbij zijn verschenen:
- [naam01] namens de Raad;
- [naam02] en [naam03] namens de gecertificeerde instelling;
- [minderjarige01] , bijgestaan door haar advocaat;
- de grootmoeder vaderszijde, met de zus van [minderjarige01] als toehoorder.

Verzoek en verweer

Het verzoek strekt tot ondertoezichtstelling van [minderjarige01] , met toepassing van artikel 1:257 van het Burgerlijk Wetboek en tot machtiging [minderjarige01] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp voor de periode van drie maanden.
Aan het verzoek ligt het volgende ten grondslag. [minderjarige01] loopt regelmatig weg en het is onduidelijk waar en met wie zij dan is. [minderjarige01] is dan onbereikbaar en als hierover wordt doorgevraagd treedt ze uit het contact. Het is van belang dat duidelijk wordt wat [minderjarige01] nodig heeft zodat ze goed in haar vel zit en naar school gaat. De zorgen spelen al langere tijd en de grootmoeder vaderszijde is overbelast geraakt en kan de situatie niet meer aan. Een gesloten plaatsing is nodig om de veiligheid van [minderjarige01] te waarborgen en te onderzoeken wat er nodig is en waar ze naartoe kan. De verzochte duur van drie maanden is daarvoor nodig. Indien blijkt dat [minderjarige01] eerder naar een open groep of een andere plek kan dan zal hiertoe worden overgegaan.
De gecertificeerde instelling onderschrijft het verzoek van de Raad. De jeugdbeschermer heeft kennis gemaakt met [minderjarige01] en dit is goed verlopen. De verzochte duur is nodig om te kijken wat er nodig is voor [minderjarige01] en welke plek voor de lange termijn geschikt voor haar is om haar een veilige basis te bieden zodat ze niet wegloopt.
Door en namens [minderjarige01] is verweer gevoerd. [minderjarige01] denkt dat een gesloten plaatsing niet goed voor haar zal zijn en wil het liefst zo snel mogelijk naar een open plek op het terrein. De blauwe plekken had [minderjarige01] thuis opgelopen in een ruzie met haar zus. Ze mocht niet meer thuis komen van de grootmoeder en is daarom naar vriendinnen gegaan. De advocaat heeft naar voren gebracht dat [minderjarige01] zelfinzicht toont en naar school gaat bij het Schakenboschcollege. [minderjarige01] wil het liefst naar de vader, maar daar kan ze niet heen. Het is van belang dat de gesloten machtiging zo kort mogelijk wordt toegewezen en dat [minderjarige01] de komende periode de kans krijgt om te laten zien dat ze zich aan de gemaakte afspraken zal houden en niet zal weglopen, zodat ze snel naar een open groep kan.
De grootmoeder vaderszijde heeft naar voren gebracht dat er veel gebeurd is de afgelopen periode. [minderjarige01] is nachten lang weggebleven en liet dan niet weten waar ze was. De grootmoeder kan het niet meer aan en kan haar niet telkens in de avonden gaan zoeken en ophalen.

Beoordeling

Op grond van de informatie, zoals die is gebleken uit het verzoekschrift en de daarbij gevoegde bijlagen en uit de verklaringen van de gehoorde personen, komt de kinderrechter tot het oordeel dat het dringend en onverwijld noodzakelijk is dat [minderjarige01] , hangend een nader in te stellen onderzoek naar de vraag of de ondertoezichtstelling geboden is, voorlopig onder toezicht wordt gesteld. Voorts is de kinderrechter van oordeel dat sprake is van ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van [minderjarige01] naar volwassenheid ernstig belemmeren en die maken dat de opneming en het verblijf in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp noodzakelijk zijn om te voorkomen dat [minderjarige01] zich aan de jeugdhulp die zij nodig heeft onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
Daarbij overweegt de kinderrechter dat er al langere tijd zorgen zijn over het wegloopgedrag van [minderjarige01] en dat het weglopen de afgelopen periode snel is toegenomen. [minderjarige01] is soms dagenlang weggebleven zonder dat duidelijk was waar en met wie zij dan was. In de thuissituatie bij de grootmoeder vaderszijde waren er regelmatig conflicten en de grootmoeder is overbelast geraakt. [minderjarige01] hield zich niet aan de veiligheidsafspraken en het is onvoldoende gelukt om de hulpverlening op te starten en de zorgen in het vrijwillig kader weg te nemen. Het gesloten kader is nodig om de veiligheid van [minderjarige01] te waarborgen, de situatie te stabiliseren en te onderzoeken wat [minderjarige01] nodig heeft en waar zij veilig naartoe kan. De komende periode moet [minderjarige01] laten zien dat zij zich aan de gemaakte afspraken kan houden en niet zal weglopen. De kinderrechter zal de maatregelen daarom toewijzen voor de verzochte duur van drie maanden. Indien blijkt dat [minderjarige01] eerder naar een open setting kan worden overgeplaatst zal hiertoe worden overgegaan.
Daarom zal als volgt worden beslist.

Beslissing

De kinderrechter:
stelt [minderjarige01] van 20 april 2023 tot 6 juli 2023 voorlopig onder toezicht van Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland;
en
verleent een machtiging [minderjarige01] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp zoals bedoeld in artikel 6.1.2, eerste lid, van de Jeugdwet van 20 april 2023 tot 6 juli 2023.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 19 april 2023 door mr. D.G.J. Dop, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. V.A.H. Schoorl als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 3 mei 2023.
Voor zover deze uitspraak betrekking heeft op de machtiging tot uithuisplaatsing, kan hoger beroep worden ingesteld:
- door de verzoeker en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van
het gerechtshof Den Haag.