In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag op 13 september 2022 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van twee minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De kinderen, die al geruime tijd bij hun vader en stiefmoeder verblijven, vertonen veel weerstand tegen contact met hun moeder. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de zorgen over de kinderen nog steeds aanwezig zijn, mede door de complexe echtscheidingsproblematiek tussen de ouders. De moeder heeft verzocht om wijziging van de zorgregeling, maar de kinderrechter oordeelt dat zij niet voldoende heeft onderbouwd dat er sprake is van gewijzigde omstandigheden. De kinderrechter benadrukt het belang van contactherstel, maar stelt ook dat niet alle middelen daartoe zijn uitgeput. De kinderrechter heeft besloten de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen tot 9 februari 2023, en heeft het verzoek van de moeder tot wijziging van de zorgregeling afgewezen. De kinderrechter roept de moeder op om samen te werken met de jeugdbeschermer om contactherstel te bewerkstelligen.