ECLI:NL:RBDHA:2023:5593

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
12 april 2023
Publicatiedatum
19 april 2023
Zaaknummer
C/09/645748 / JE RK 23-713
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige ondertoezichtstelling van een minderjarige in het kader van een spoedvoorziening

Op 12 april 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voorlopige ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige01]. Het verzoek tot ondertoezichtstelling is ingediend door de Raad voor de Kinderbescherming, regio Haaglanden, naar aanleiding van zorgwekkende signalen over het gedrag van [minderjarige01]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat het huwelijk van de vader en de moeder van [minderjarige01] is ontbonden en dat zij gezamenlijk het ouderlijk gezag uitoefenen. [minderjarige01] verblijft feitelijk bij de moeder, maar er zijn ernstige zorgen over haar veiligheid en welzijn.

De kinderrechter heeft kennisgenomen van het verzoekschrift en de bijlagen, en heeft op basis van de informatie geconcludeerd dat er dringend en onverwijld actie nodig is. [minderjarige01] heeft recentelijk risicovol gedrag vertoond, waaronder het bedreigen van anderen en zichzelf verwonden. De moeder kan de veiligheid van [minderjarige01] niet waarborgen, en er is geen geschikte crisisplek voor haar beschikbaar. Daarom is de kinderrechter van mening dat een voorlopige ondertoezichtstelling noodzakelijk is om de veiligheid van [minderjarige01] te waarborgen.

In de beschikking is bepaald dat [minderjarige01] voorlopig onder toezicht wordt gesteld van Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland van 12 april 2023 tot 26 april 2023. De behandeling van het verzoek wordt aangehouden tot de zitting op 25 april 2023, waar de betrokken partijen, waaronder de Raad voor de Kinderbescherming en de ouders, zullen worden opgeroepen voor een kindgesprek. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. D.G.J. Dop, kinderrechter, en er staat geen andere voorziening open dan cassatie in het belang der wet.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaaksgegevens: C/09/645748 / JE RK 23-713
Datum uitspraak: 12 april 2023

Beschikking van de kinderrechter

Voorlopige ondertoezichtstelling; spoedvoorziening

in de zaak naar aanleiding van het op 12 april 2023 ingekomen verzoekschrift van:

de Raad voor de Kinderbescherming, regio Haaglanden,

hierna te noemen: de Raad,
betreffende:
-
[minderjarige01], geboren op [geboortedatum01] 2009 te [geboorteplaats01] ,
hierna te noemen: [minderjarige01] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[de man01] ,

hierna te noemen: de vader,
wonende te [woonplaats01] ,

[de vrouw01] ,

hierna te noemen: de moeder,
wonende te [woonplaats01] .
De kinderrechter merkt als informant aan:

Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden,

Het procesverloop

De kinderrechter heeft kennisgenomen van het verzoekschrift met bijlagen.

Feiten

  • Het huwelijk van de vader en de moeder is door echtscheiding ontbonden.
  • De vader en de moeder zijn gezamenlijk belast met het ouderlijk gezag.
  • [minderjarige01] verblijft feitelijk bij de moeder.

Verzoek

Het verzoek strekt tot ondertoezichtstelling van [minderjarige01] , met toepassing van artikel 1:257 van het Burgerlijk Wetboek.
Het verzoek strekt ook tot toepassing van het bepaalde in artikel 800, derde lid, en artikel 809, derde lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

Beoordeling

Op grond van de informatie, zoals die is gebleken uit het verzoekschrift, de daarbij gevoegde bijlagen en een telefonisch verkregen nadere toelichting, komt de kinderrechter tot het oordeel dat het dringend en onverwijld noodzakelijk is [minderjarige01] , hangend een nader in te stellen onderzoek naar de vraag of de ondertoezichtstelling geboden is, voorlopig onder toezicht te stellen.
Het verhoor van de verzoeker en de belanghebbenden kan niet worden afgewacht zonder onmiddellijk en ernstig gevaar voor [minderjarige01] . De reden daarvoor is dat [minderjarige01] de afgelopen periode in toenemende mate risicovol gedrag heeft laten zien waardoor de crisis- en hulpdiensten meerdere malen betrokken zijn geweest. [minderjarige01] heeft daarbij onder andere mensen die haar willen helpen pijn gedaan, glas kapot gegooid en een mes gepakt en anderen hiermee bedreigd en deze op haar eigen keel gezet. [naam01] is na deze escalaties sinds 6 april 2023 niet meer in contact gekomen met de moeder. De spanningen zijn thuis verder opgelopen en afgelopen weekend heeft er opnieuw een escalatie plaatsgevonden waarbij [minderjarige01] zichzelf heeft verwond en voor overlast heeft gezorgd. De moeder kan de veiligheid van [minderjarige01] niet langer waarborgen, maar er is geen geschikte (crisis)plek voor [minderjarige01] gevonden. Ter overbrugging zal [naam02] worden ingezet om intensieve hulpverlening te bieden in het gezin en deze hulpverlening kan per 13 april starten. Er is echter sprake van een patroon bij de moeder waarbij zij wisselend is in het accepteren van hulpverlening en de verwachting is dat de moeder (opnieuw) uit het contact zal treden als zich weer een acute situatie zal voordoen, waardoor er geen samenwerking meer mogelijk zal zijn. De kinderrechter acht het gedwongen kader van een ondertoezichtstelling daarom nodig. Het verhoor zal op hierna te melden zitting plaatsvinden.
Daarom zal als volgt worden beslist.

Beslissing

De kinderrechter:
stelt [minderjarige01] van 12 april 2023 tot 26 april 2023 voorlopig onder toezicht van Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland;
houdt de behandeling van het verzoek voor het overige aan tot de zitting van:
25 april 2023 te 10:45 uur;
gelast de griffier tegen voormelde zitting op te roepen:
  • de Raad voor de Kinderbescherming;
  • Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland;
  • de vader;
  • de moeder;
  • [minderjarige01] , voor het kindgesprek .
Deze beschikking is gegeven door mr. D.G.J. Dop, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. V.A.H. Schoorl als griffier en in het openbaar uitgesproken op 12 april 2023.
Ingevolge artikel 807 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering staat tegen deze beslissing geen andere voorziening open dan cassatie in het belang der wet.