ECLI:NL:RBDHA:2023:10232

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
14 juni 2023
Publicatiedatum
13 juli 2023
Zaaknummer
C/09/646157 / JE RK 23-771
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bekrachtiging van een schriftelijke aanwijzing betreffende de verzorging en opvoeding van minderjarige kinderen

Op 14 juni 2023 heeft de kinderrechter in de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de bekrachtiging van een schriftelijke aanwijzing van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering. Deze zaak volgde op een verzoekschrift dat op 20 april 2023 was ingediend. De kinderen, hierna te noemen [minderjarige01], [minderjarige02], [minderjarige03], [minderjarige04] en [minderjarige05], verblijven feitelijk bij familie in [verblijfplaats]. De ouders, de vader en de moeder, zijn gezamenlijk belast met het ouderlijk gezag, maar de moeder verblijft sinds februari 2023 zonder toestemming van de gecertificeerde instelling of de vader met de kinderen in [verblijfplaats]. De kinderrechter heeft op 4 mei 2023 de zaak aangehouden op verzoek van de moeder. Tijdens de zitting op 14 juni 2023 heeft de kinderrechter kennisgenomen van de situatie van de kinderen en de zorgen van de gecertificeerde instelling over hun opvoeding en ontwikkeling. De moeder heeft aangegeven dat zij bereid is om samen te werken met de gecertificeerde instelling, maar heeft voorwaarden gesteld aan de hulpverlening.

De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de schriftelijke aanwijzing noodzakelijk is om de bedreigingen in de ontwikkeling van de kinderen weg te nemen. De moeder heeft onvoldoende medewerking verleend aan het plan van aanpak en de situatie is zorgelijk, omdat de kinderen al lange tijd niet in hun vertrouwde omgeving zijn. De kinderrechter heeft daarom besloten de schriftelijke aanwijzing van 6 april 2023 te bekrachtigen en deze beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. D.G.J. Dop, kinderrechter, in tegenwoordigheid van M. van Leeuwen als griffier.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaaksgegevens: C/09/646157 / JE RK 23-771
Datum uitspraak: 14 juni 2023

Beschikking van de kinderrechter

Bekrachtiging schriftelijke aanwijzing

in de zaak naar aanleiding van het op 20 april 2023 ingekomen verzoekschrift van:

William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering,

hierna te noemen: de gecertificeerde instelling,
- [naam01]geboren op [geboortedatum] geboren te [geboorteplaats01] ,
hierna te noemen: [minderjarige01] ;
- [naam02]geboren op [geboortedatum] geboren te [geboorteplaats02] ,
hierna te noemen: [minderjarige02] ,
- [naam03]geboren op [geboortedatum] geboren te [geboorteplaats02] ,
hierna te noemen: [minderjarige03] ,
- [naam04]geboren op [geboortedatum] geboren te [geboorteplaats02] ,
hierna te noemen: [minderjarige04] .
- [naam05]geboren op [geboortedatum] geboren te [geboorteplaats02] ,
hierna te noemen: [minderjarige05] ,
hierna gezamenlijk te noemen: de kinderen.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam06] ,

hierna te noemen: de vader,
wonende te [woonplaats01] ,

[naam07] ,

hierna te noemen: de moeder,
wonende te [woonplaats02] .

Het procesverloop

De kinderrechter heeft de zaak op 4 mei 2023 aangehouden, nadat de moeder hierom had verzocht.
De kinderrechter heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
- het verzoekschrift met bijlagen van de gecertificeerde instelling van 20 april 2023.
Op 14 juni 2023 is de behandeling van de zaak ter zitting met gesloten deuren voortgezet. Daarbij zijn verschenen:
- de moeder;
- de vader, bijgestaan door [naam10] , tolk in de Arabische taal;
- [naam08] en [naam09] namens de gecertificeerde instelling.
[minderjarige01] is in de gelegenheid gesteld om te reageren op het verzoek, maar verblijft momenteel nog in [verblijfplaats] en heeft daarvan geen gebruik gemaakt.

Feiten

- Het huwelijk van de vader en de moeder is door echtscheiding ontbonden.
- De vader de moeder zijn gezamenlijk belast met het ouderlijk gezag.
- De kinderen verblijven feitelijk bij familie in [verblijfplaats] .
- De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking 27 oktober 2022 de kinderen onder toezicht gesteld van 27 oktober 2022 tot 27 oktober 2023.
- De gecertificeerde instelling heeft op 6 april 2023 een schriftelijke aanwijzing gegeven betreffende de verzorging en opvoeding van de kinderen. In deze schriftelijke aanwijzing is het volgende opgenomen: De kinderen komen samen met de moeder terug naar Nederland en geven duidelijkheid aan de jeugdzorgwerkers over de verblijfplaats en de kinderen gaan naar school.

Verzoek en verweer

De gecertificeerde instelling heeft bekrachtiging van voornoemde schriftelijke aanwijzing verzocht. Aan het verzoek ligt het volgende ten grondslag.
De moeder verblijft al een geruime tijd (in ieder geval sinds 14 februari 2023, maar waarschijnlijk langer) zonder toestemming van de gecertificeerde instelling of toestemming van de vader met de kinderen in [verblijfplaats] . Het is de gecertificeerde instelling, ondanks herhaaldelijke inzet, slechts één keer gelukt om in contact te komen met de moeder. Na het telefoongesprek met haar op 14 februari 2023, waarin zij had aangegeven de kinderen mee te hebben genomen op vakantie in [verblijfplaats] , is zij niet meer bereikbaar geweest. De kinderen gaan in [verblijfplaats] niet naar school en er is geen zicht op hun opvoeding en ontwikkeling. De ondertoezichtstelling is onder de huidige omstandigheden niet uitvoerbaar. Er is door de gecertificeerde instelling aangifte gedaan tegen de moeder. De bekrachtiging van de schriftelijke aanwijzing is noodzakelijk om de moeder te bewegen tot het opnemen van contact met de gecertificeerde instelling en om te zorgen dat de kinderen weer naar Nederland komen en weer naar school gaan.
De vader heeft ingestemd met het verzochte, althans heeft zich niet tegen toewijzing daarvan verzet. Hij maakt zich zorgen om de situatie van de kinderen in [verblijfplaats] .
De moeder heeft ter zitting gesteld dat ook zij vindt dat de kinderen terug naar Nederland moeten en naar school moeten. De kinderen hebben het wel goed in [verblijfplaats] en de moeder is van plan ze na de zomervakantie mee terug te nemen naar Nederland. De moeder heeft lang gewacht op hulp voor de kinderen en wil deze graag ontvangen. De moeder is bereid met de gecertificeerde instelling samen te werken maar zou dan wel graag afspraken op papier zien over welke hulpverlening er wordt ingezet en over hoe ze te werk gaan.

Beoordeling

Op grond van de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting moet naar het oordeel van de kinderrechter de schriftelijke aanwijzing worden bekrachtigd. De moeder heeft onvoldoende medewerking verleend aan de uitvoering van het plan van aanpak en de schriftelijke aanwijzing is noodzakelijk om de concrete bedreigingen in de ontwikkeling van de kinderen weg te nemen.
Daarbij overweegt de kinderrechter dat de moeder zich door haar verblijf in [verblijfplaats] met de kinderen onttrekt aan de ondertoezichtstelling en de daarbij horende beperking van haar gezag. De ondertoezichtstelling is niet uitvoerbaar omdat de kinderen in [verblijfplaats] verblijven en er daarom geen zicht op hen is en er geen hulpverlening voor hen kan worden ingezet. De kinderrechter is van oordeel dat deze situatie zeer zorgelijk is, omdat dit betekent dat er niet gewerkt kan worden aan het weg-/afnemen van de ontwikkelingsbedreigingen zoals die aan de ondertoezichtstelling bij beschikking van 27 oktober 2022 ten grondslag liggen. De kinderrechter vindt het ook erg zorgelijk dat de kinderen, die in Nederland zijn geboren en hier voor het grootste deel zijn opgegroeid, al zo’n lange tijd niet in hun vertrouwde omgeving zijn. Ter zitting is gedemonstreerd dat de communicatie tussen de moeder en de vader zeer verstoord is geraakt; in de zittingszaal en daarbuiten discussieerden zij heftig en schreeuwden zij naar elkaar. Beide ouders hebben ter zitting bovendien op luide en respectloze wijze bezwaren geuit ten aanzien van de uitvoering van de ondertoezichtstelling. Hoewel zij het beiden eens lijken te zijn over het feit dat de kinderen weer naar Nederland moeten komen en zij ook naar school moeten, ziet de kinderrechter aanleiding om de schriftelijke aanwijzing te bekrachtigen, omdat de moeder tot op heden de kinderen in [verblijfplaats] houdt en zij ter zitting ook voorwaarden heeft willen verbinden aan het terughalen van de kinderen.
Derhalve zal als volgt worden beslist.

Beslissing

De kinderrechter:
bekrachtigt de schriftelijke aanwijzing van 6 april 2023;
verklaart deze beslissing uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 14 juni 2023 door mr. D.G.J. Dop, kinderrechter, in tegenwoordigheid van M. van Leeuwen als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 13 juli 2023.
Ingevolge artikel 807 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering staat tegen deze beslissing geen andere voorziening open dan cassatie in het belang der wet.