ECLI:NL:RBDHA:2023:10232
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bekrachtiging van een schriftelijke aanwijzing betreffende de verzorging en opvoeding van minderjarige kinderen
Op 14 juni 2023 heeft de kinderrechter in de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de bekrachtiging van een schriftelijke aanwijzing van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering. Deze zaak volgde op een verzoekschrift dat op 20 april 2023 was ingediend. De kinderen, hierna te noemen [minderjarige01], [minderjarige02], [minderjarige03], [minderjarige04] en [minderjarige05], verblijven feitelijk bij familie in [verblijfplaats]. De ouders, de vader en de moeder, zijn gezamenlijk belast met het ouderlijk gezag, maar de moeder verblijft sinds februari 2023 zonder toestemming van de gecertificeerde instelling of de vader met de kinderen in [verblijfplaats]. De kinderrechter heeft op 4 mei 2023 de zaak aangehouden op verzoek van de moeder. Tijdens de zitting op 14 juni 2023 heeft de kinderrechter kennisgenomen van de situatie van de kinderen en de zorgen van de gecertificeerde instelling over hun opvoeding en ontwikkeling. De moeder heeft aangegeven dat zij bereid is om samen te werken met de gecertificeerde instelling, maar heeft voorwaarden gesteld aan de hulpverlening.
De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de schriftelijke aanwijzing noodzakelijk is om de bedreigingen in de ontwikkeling van de kinderen weg te nemen. De moeder heeft onvoldoende medewerking verleend aan het plan van aanpak en de situatie is zorgelijk, omdat de kinderen al lange tijd niet in hun vertrouwde omgeving zijn. De kinderrechter heeft daarom besloten de schriftelijke aanwijzing van 6 april 2023 te bekrachtigen en deze beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. D.G.J. Dop, kinderrechter, in tegenwoordigheid van M. van Leeuwen als griffier.