ECLI:NL:RBDHA:2023:4187
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verlenging ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag op 27 maart 2023 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige01]. Het verzoek tot verlenging is ingediend door de William Schrikker Jeugdbescherming & Jeugdreclassering, die als gecertificeerde instelling optreedt. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ondertoezichtstelling oorspronkelijk was ingesteld op 29 maart 2022 en zou aflopen op 29 maart 2023. De moeder van [minderjarige01] heeft het ouderlijk gezag, terwijl [minderjarige01] momenteel bij pleegouders verblijft.
De kinderrechter heeft kennisgenomen van de stukken en vastgesteld dat de belanghebbenden, waaronder de moeder en de pleegouders, op de hoogte zijn gesteld van het verzoek. De kinderrechter heeft geen behandeling van het verzoek ter zitting gewenst door de gecertificeerde instelling. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de gronden voor ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing nog steeds aanwezig zijn, gezien de onduidelijkheid over het woonperspectief van [minderjarige01] en de spanningen die dit met zich meebrengt.
De kinderrechter heeft besloten om de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen voor de duur van één jaar, tot 29 maart 2024. Deze beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De beschikking is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.