ECLI:NL:RBDHA:2023:21121

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
6 december 2023
Publicatiedatum
8 januari 2024
Zaaknummer
C/09/654183 / JE RK 23-1916
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige in het belang van de ontwikkeling en veiligheid

In deze zaak heeft de kinderrechter op 6 december 2023 een beschikking gegeven met betrekking tot de verlenging van de ondertoezichtstelling van de minderjarige [naam 1]. De ondertoezichtstelling was eerder verlengd op 14 november 2023, maar de gecertificeerde instelling heeft verzocht om een verdere verlenging voor de duur van een jaar. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de aanvaardbare termijn is verlopen, maar in het belang van [naam 1] is besloten om de ondertoezichtstelling te verlengen. De vader van [naam 1] is belast met het ouderlijk gezag en heeft ingestemd met het verzoek van de gecertificeerde instelling. Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat er spanningen zijn tussen [naam 1] en zijn moeder, wat een bedreiging vormt voor zijn ontwikkeling. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de betrokkenheid van een jeugdbeschermer noodzakelijk is om de situatie te begeleiden en te ondersteunen. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling verlengd tot 21 november 2024 en verklaart de beschikking uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Familie- en Jeugdrecht
Zaaknummer: C/09/654183 / JE RK 23-1916
Datum uitspraak: 6 december 2023
Beschikking van de kinderrechter tot verlenging ondertoezichtstelling
in de zaak van
Stichting Jeugdbescherming west Zuid Holland,
hierna te noemen: de gecertificeerde instelling,
over:
[naam 1], geboren op [geboortedag] 2008 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [naam 1] .
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:
[naam 2],
hierna te noemen: de vader,
wonende in [woonplaats] .

1.Het verdere verloop van de procedure

1.1.
Bij beschikking van 14 november 2023 heeft de kinderrechter in deze rechtbank de ondertoezichtstelling van [naam 1] verlengd van 21 november 2023 tot 21 december 2023. Het verzoek is voor het overige aangehouden tot deze mondelinge behandeling ter zitting.
1.2.
Het procesverloop blijkt uit de beschikking van 14 november 2023.
1.3.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 6 december 2023. Daarbij waren aanwezig:
- de vader;
- C. Noppen namens de gecertificeerde instelling.
1.4.
De kinderrechter heeft [naam 1] naar zijn mening gevraagd. [naam 1] heeft hierover een gesprek gevoerd met de kinderrechter. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de kinderrechter samengevat wat [naam 1] heeft verteld. De aanwezigen hebben daarop kunnen reageren.

2.De feiten

2.1.
De vader is belast met het ouderlijk gezag over [naam 1] .
2.2.
[naam 1] woont bij zijn vader.

3.Het verzoek

3.1.
De gecertificeerde instelling verzoekt de ondertoezichtstelling van [naam 1] te verlengen voor de duur van een jaar, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
3.2.
De gecertificeerde instelling heeft het verzoek als volgt gemotiveerd. Het is nodig dat de jeugdbeschermer betrokken blijft zodat zij de regie kan houden over de situatie en het contact tussen [naam 1] en de moeder. De moeder kan niet bij [naam 1] aansluiten, waardoor zij over met name zijn fysieke grenzen heen gaat. [naam 1] lijkt de moeder op steeds meer gebieden te overstijgen. Hij heeft daarnaast te kennen gegeven liever niet meer te willen bellen en hij ziet soms tegen het omgangsmoment op. De moeder heeft de wens dat [naam 1] ook bij haar komt logeren, maar dit wil [naam 1] niet. Er kan van de vader niet worden verwacht dat hij zelfstandig in samenwerking gaat met de moeder om de situatie tussen [naam 1] en de moeder vorm te geven. Dit levert de vader veel spanning op en [naam 1] zal hiervan last ondervinden. Sturing van de gecertificeerde instelling is daarom in het belang van [naam 1] nodig. Recent heeft de moeder bij het huis van [naam 1] en de vader staan gluren. Dit benadrukt het belang van een neutraal persoon, die de moeder ook op dit gedrag kan aanspreken, zodat de spanningen niet verder oplopen. In het vrijwillig kader is geen passende hulp gevonden. Om te voorkomen dat [naam 1] opnieuw wordt blootgesteld aan spanningen tussen zijn ouders en voor het toezien op het contact met de moeder blijft de inzet van een jeugdbeschermer noodzakelijk.

4.De standpunten

4.1.
De vader heeft ingestemd met het verzoek. Het is voor [naam 1] belangrijk dat er een neutraal persoon beschikbaar is voor als er dingen fout gaan.

5.De beoordeling

5.1.
Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat is voldaan aan de wettelijke criteria genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW).
5.2.
De kinderrechter overweegt daartoe de [naam 1] nog steeds in zijn ontwikkeling wordt bedreigd. De ontwikkelingsbedreiging is gelegen in de ingewikkelde situatie in het contact tussen [naam 1] en de moeder. De moeder kan tijdens de omgangsmomenten niet aansluiten bij de behoeften van [naam 1] en lijkt hem nog te zien als een klein kind. Gezien het feit dat [naam 1] steeds ouder wordt, zullen deze omgangsmomenten dan ook steeds lastiger voor hem worden. De kinderrechter vindt het dan ook belangrijk dat er een jeugdbeschermer betrokken blijft die [naam 1] en de vader in deze situatie kan blijven ondersteunen en de regie hierin kan pakken. Naar het oordeel van de kinderrechter is in het huidige geval sprake van een ingewikkelde verstandhouding tussen [naam 1] en de moeder, die een verdere ondertoezichtstelling rechtvaardigt. De kinderrechter constateert dat de ondertoezichtstelling reeds lang loopt, waardoor gesteld kan worden dat de aanvaardbare termijn is verlopen. Niettemin ziet de kinderrechter in het belang van [naam 1] aanleiding om de ondertoezichtstelling te verlengen. De kinderrechter is ervan overtuigd dat het in zijn belang het beste is dat de gecertificeerde instelling nog langer betrokken blijft.
5.3.
De kinderrechter zal daarom de ondertoezichtstelling van [naam 1] verlengen voor de duur van een jaar (artikel 1:260, eerste lid, BW).

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
verlengt de ondertoezichtstelling van [naam 1] tot 21 november 2024;
6.2.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 6 december 2023 door mr. D.G.J. Dop, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. S.L.G. van Otterlo als griffier; de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 22 december 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.