ECLI:NL:RBDHA:2023:17900

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
9 november 2023
Publicatiedatum
21 november 2023
Zaaknummer
C/09/654568 / JE RK 23-1969
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige in het kader van jeugdbescherming

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag op 9 november 2023 een beschikking gegeven tot machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [naam01], geboren op [geboortedatum01] in [plaats01]. De zaak betreft een verzoek van Jeugdbescherming West Zuid-Holland, de gecertificeerde instelling, die de machtiging vroeg om [naam01] gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder. De moeder van [naam01], die belast is met het ouderlijk gezag, heeft ingestemd met het verzoek. De kinderrechter heeft de procedure op 9 november 2023 mondeling behandeld, waarbij de moeder en een vertegenwoordiger van de gecertificeerde instelling aanwezig waren. Tijdens de behandeling is er ook een gesprek gevoerd met [naam01].

De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam01] sinds 19 mei 2023 op een open groep verblijft en een positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt. Eerder was [naam01] onder toezicht gesteld en was er een machtiging verleend voor uithuisplaatsing in een gesloten accommodatie. De kinderrechter oordeelt dat, voordat [naam01] weer bij zijn moeder kan wonen, er een tussenplek nodig is. Deze plek is gevonden bij de [A] groep van [naam05], waar [naam01] de begeleiding krijgt die hij nodig heeft. De kinderrechter heeft besloten de machtiging tot uithuisplaatsing te verlenen voor de duur van de ondertoezichtstelling, tot 16 augustus 2024, en verklaart de beschikking uitvoerbaar bij voorraad.

De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door de kinderrechter, met de griffier aanwezig. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Familie- en Jeugdrecht
Zaaknummer: C/09/654568 / JE RK 23-1969
Datum uitspraak: 9 november 2023
Beschikking van de kinderrechter tot een machtiging tot uithuisplaatsing
in de zaak van
Jeugdbescherming west Zuid-Holland, gevestigd te Leiden,
hierna te noemen: de gecertificeerde instelling,
over
[naam01], geboren op [geboortedatum01] 2009 in [plaats01] ,
hierna te noemen: [naam01] .
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:
[naam02],
hierna te noemen: de moeder,
wonende in [woonplaats01] .

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 2 oktober 2023;
- de gewijzigd verzoekschrift met bijlagen van 23 oktober 2023.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 9 november 2023. Daarbij waren aanwezig:
- de moeder;
- [naam03] , namens de gecertificeerde instelling.
1.3.
De kinderrechter heeft een gesprek gevoerd met [naam01] Tijdens de mondelinge behandeling heeft de kinderrechter samengevat wat [naam01] heeft verteld. De aanwezigen hebben daarop kunnen reageren.

2.De feiten

  • [naam01] is erkend door [naam04] .
  • De moeder is belast met het ouderlijk gezag over [naam01] .
  • [naam01] verblijft op een open groep van [naam05] .
- De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 16 augustus 2023 [naam01] onder toezicht gesteld van 16 augustus 2023 tot 16 augustus 2024, alsmede een machtiging verleend [naam01] gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in een gesloten accommodatie van 16 augustus 2023 tot 16 november 2023.

3.Het verzoek

3.1.
Het (gewijzigde) verzoek van 23 oktober 2023 strekt ertoe de gecertificeerde instelling een machtiging te verlenen om [naam01] gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder voor de duur van de ondertoezichtstelling. De gecertificeerde instelling heeft het verzoek als volgt gemotiveerd. [naam01] verbleef sinds 19 mei 2023 op [adres01] binnen [naam06] , waar hij een positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt. Het is in het belang van [naam01] dat hij weer thuis bij zijn moeder en zijn broer gaat wonen. Voordat kan worden overgegaan tot thuisplaatsing, is er nog een tussenstap nodig. In overleg met [naam01] en de moeder is gekozen voor de [A] groep van [naam05] , een groep waar zes kinderen verblijven met dezelfde problematiek als [naam01] . [naam01] verblijft sinds begin november op de groep. Binnenkort zal [naam01] starten op een nieuwe school, waar hij zelf met de bus naartoe moet. De komende periode moet er gekeken worden hoe [naam01] zich op de groep ontwikkelt met het oog op de vrijheden die hij daar krijgt. De verwachting is dat [naam01] aan het begin van het nieuwe schooljaar, in september 2024, weer bij de moeder kan wonen en dan ook kan starten op een school in de buurt. Daarom verzoekt de gecertificeerde instelling de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam01] voor de duur van de ondertoezichtstelling, te weten tot 16 augustus 2023.

4.De standpunten

4.1.
De moeder heeft ingestemd met het verzoek. Het gaat goed met [naam01] , hij heeft mooie stappen gemaakt. Er moet gekeken worden of hij dit kan doorzetten in de open setting. Wanneer [naam01] bij de moeder woont zal hij ook zelfstandig naar school moeten gaan en zelf invulling moeten geven aan zijn vrije tijd. Het is belangrijk om dit samen met de hulpverlening op de groep op te pakken.

5.De beoordeling

5.1.
Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam01] noodzakelijk is in het belang van de verzorging en opvoeding (artikel 1:265b, eerste lid, Burgerlijk Wetboek). De kinderrechter overweegt hiertoe als volgt. [naam01] heeft een positieve ontwikkeling doorgemaakt op de gesloten groep [adres01] van [naam06] . Voordat hij weer thuis kan wonen is er een tussenplek nodig, waar hij geleidelijk aan de thuisplaatsing kan werken. Deze plek is gevonden bij de [A] groep van [naam05] . Er is een school voor hem gevonden en de relatie met zijn moeder en broer is herstellende. Bij [naam05] krijgt [naam01] de begeleiding die hij met zijn speciale problematiek nodig heeft. Om deze redenen zal de kinderrechter de machtiging tot uithuisplaatsing verlenen voor de duur van de ondertoezichtstelling.

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
verleent een machtiging tot uithuisplaatsing van [naam01] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder met ingang van 9 november 2023 tot 16 augustus 2024;
6.2.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 9 november 2023 door mr. D.G.J. Dop, kinderrechter, in aanwezigheid van E.E. ten Kate als griffier.
De schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 20 november 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.