ECLI:NL:RBDHA:2022:9855
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige in het kader van jeugdzorg
In deze zaak heeft de kinderrechter op 13 september 2022 uitspraak gedaan over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige]. De kinderrechter had eerder op 16 maart 2022 al een ondertoezichtstelling van [minderjarige] verlengd en een machtiging verleend voor uithuisplaatsing. Tijdens de zitting op 16 maart 2022 gaven zowel de ouders als [minderjarige] aan dat zij een thuisplaatsing wensten, maar de kinderrechter oordeelde dat dit onderzocht moest worden. De maanden na deze zitting waren echter onrustig, met een heftig incident waarbij [minderjarige] seksueel misbruikt werd na weglopen van de groep. De kinderrechter constateert dat, ondanks de wens van de ouders en [minderjarige] voor een thuisplaatsing, de ouders niet in staat zijn om een veilige opvoedomgeving te bieden. De kinderrechter benadrukt de noodzaak van een gestructureerde omgeving voor [minderjarige] en besluit de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen tot 21 februari 2023, in het belang van de minderjarige. De kinderrechter merkt op dat er behoefte is aan duidelijkheid over het opvoedperspectief, maar dat hij geen wettelijke mogelijkheid heeft om hierover een besluit te nemen. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de schriftelijke uitwerking vastgesteld op 27 september 2022.