ECLI:NL:RBDHA:2023:6749
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verlenging ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige
Op 20 april 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in de zaak betreffende de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [minderjarige01]. De kinderrechter heeft kennisgenomen van het verzoekschrift dat op 1 maart 2023 is ingediend door de gecertificeerde instelling, Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden. De moeder van [minderjarige01] is belast met het ouderlijk gezag, maar is niet verschenen op de zitting. De minderjarige verblijft feitelijk in een pleeggezin en de kinderrechter heeft eerder, op 27 oktober 2022, de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing verleend voor een periode van zes maanden.
De gecertificeerde instelling heeft aangegeven dat het nog niet gelukt is om in contact te komen met de moeder om samen een opvoedplan voor [minderjarige01] op te stellen. De moeder heeft weliswaar aangegeven dat zij wil dat [minderjarige01] opgroeit in een perspectiefbiedend pleeggezin, maar heeft verder weinig tot geen contact onderhouden met de instelling. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de gronden voor ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing nog steeds aanwezig zijn, gezien de situatie van de moeder en de ontwikkeling van [minderjarige01].
De kinderrechter heeft besloten om de ondertoezichtstelling te verlengen van 27 april 2023 tot 27 april 2024, evenals de machtiging tot uithuisplaatsing in een pleegzorgvoorziening voor dezelfde periode. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.