ECLI:NL:RBDHA:2023:2756
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige na escalaties in de thuissituatie
Op 14 februari 2023 heeft de kinderrechter in de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven inzake de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige01]. De zaak is ontstaan naar aanleiding van een verzoekschrift dat op 7 februari 2023 is ingediend door de gecertificeerde instelling, Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden. De kinderrechter heeft kennisgenomen van de ernstige situatie waarin [minderjarige01] zich bevond, met meerdere escalaties in de thuissituatie bij de moeder en de stiefvader. De minderjarige heeft zorgwekkende uitspraken gedaan over de stiefvader, wat aanleiding gaf tot het verzoek om uithuisplaatsing.
Tijdens de zitting op 14 februari 2023, die met gesloten deuren plaatsvond, zijn de betrokken partijen gehoord, waaronder de moeder, de stiefvader, de vader en een tolk. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de moeder belast is met het ouderlijk gezag en dat [minderjarige01] feitelijk verblijft in een logeerhuis van Jeugdformaat. De kinderrechter heeft ook kennisgenomen van eerdere beslissingen, waaronder een ondertoezichtstelling die loopt tot 4 april 2023.
De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de situatie van [minderjarige01] zorgwekkend is en dat er een risico bestaat voor haar veiligheid in de thuissituatie. Gezien de zorgen over de stiefvader en de onduidelijkheid over de opvoedsituatie bij de vader, heeft de kinderrechter besloten dat het noodzakelijk is dat [minderjarige01] in het logeerhuis blijft wonen. De beschikking tot uithuisplaatsing is verleend voor de duur van de ondertoezichtstelling, tot 4 april 2023, en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door de kinderrechter, mr. D.G.J. Dop, in aanwezigheid van de griffier, mr. J.M. Dreef.