ECLI:NL:RBDHA:2023:7219

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
20 mei 2023
Publicatiedatum
19 mei 2023
Zaaknummer
C/09/643307 / JE RK 23-385
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling en wijziging zorgregeling in het kader van de zorg voor minderjarigen

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag op 20 april 2023 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de wijziging van de zorgregeling voor twee minderjarigen, [minderjarige01] en [minderjarige02]. De ondertoezichtstelling was oorspronkelijk ingesteld op 29 april 2022 en diende te worden verlengd vanwege aanhoudende zorgen over de emotionele veiligheid van de kinderen, veroorzaakt door een gebrek aan communicatie tussen de ouders en negatieve uitingen over elkaar. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ondertoezichtstelling noodzakelijk is om de voortgang van de hulpverlening te waarborgen en om te zorgen voor een constructieve communicatie tussen de ouders.

De kinderrechter heeft ook de zorgregeling gewijzigd, waarbij [minderjarige02] nu één weekend per veertien dagen bij de vader verblijft, terwijl [minderjarige01] de bestaande regeling aanhoudt. De wijziging is ingegeven door de verschillende behoeften van de kinderen aan contact met beide ouders. De ouders hebben ingestemd met de voorgestelde wijzigingen, waarbij de moeder benadrukt dat zij de kinderen altijd de vrijheid geeft om meer contact met de vader te hebben indien gewenst. De kinderrechter heeft de ouders aangespoord om samen te werken en de zorgregeling zo soepel mogelijk te laten verlopen, met de nadruk op het belang van de kinderen.

De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak. De kinderrechter heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ook al kan er hoger beroep worden ingesteld.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaaksgegevens: C/09/643307/ JE RK 23-385 en C/09/643307/JE RK 23-385
Datum uitspraak: 20 april 2023

Beschikking van de kinderrechter

Verlenging ondertoezichtstelling
en
Wijziging zorgregeling (ex artikel 1:265g BW)
in de zaak naar aanleiding van de op 24 februari 2023 ingekomen verzoekschriften van:

Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden,

hierna te noemen: de gecertificeerde instelling,
betreffende:
- [minderjarige01]geboren op [geboortedatum01] 2009 te [geboorteplaats01] ,
hierna te noemen: [minderjarige01] ,
- [minderjarige02]geboren op [geboortedatum01] 2009 te [geboorteplaats01] ,
hierna te noemen: [minderjarige02] ,
hierna ook gezamenlijk te noemen: de kinderen.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[de man01] ,

hierna te noemen: de vader,
wonende te [woonplaats01] ,

[de vrouw01] ,

hierna te noemen: de moeder,
wonende te [woonplaats01] .

Het procesverloop

De kinderrechter heeft kennisgenomen van de verzoekschriften met bijlagen.
Op 20 april 2023 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld. Daarbij zijn verschenen:
- de vader;
- de moeder;
- [naam01] namens de gecertificeerde instelling.
[minderjarige02] en [minderjarige01] zijn op 20 april voorafgaand aan de zitting in raadkamer gehoord.

Feiten

-De kinderen zijn erkend door de vader.
- De vader en de moeder zijn gezamenlijk belast met het ouderlijk gezag.
- De kinderen hebben hun hoofdverblijfplaats bij de moeder, maar verblijven in het kader van de zorgregeling feitelijk afwisselend bij de vader en de moeder.
- De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking 29 april 2022 [minderjarige02] en [minderjarige01] onder toezicht gesteld van 29 april 2022 tot 29 april 2023.
- Bij beschikking van deze rechtbank van 21 februari 2014 is – voor zover hier van belang – een verdeling van de zorg- en opvoedingstaken vastgesteld tussen de minderjarigen en de vader, inhoudende dat de minderjarigen bij de vader zullen zijn:
  • de ene week van vrijdag 15.00 uur tot dinsdag 15.00 uur, waarbij de vader de minderjarigen uit school haalt en op dinsdag naar school brengt en hij (in geval van ziekte of vrije dag) verantwoordelijk is tot 15.00 uur;
  • de andere week van zondag 17.00 uur tot dinsdag 15.00 uur, waarbij de vader de minderjarigen naar school brengt en hij (in geval van ziekte of vrije dag) verantwoordelijk is tot 15.00 uur.
  • gedurende de helft van de vakanties en feestdagen, in onderling overleg te bepalen.

Verzoek

Verlenging van de ondertoezichtstelling:
Het verzoek strekt tot verlenging van de ondertoezichtstelling voor de periode van drie maanden. Aan het verzoek ligt het volgende ten grondslag.
Tijdens de ondertoezichtstelling is door VUHP geconstateerd dat er emotionele onveiligheid bij de kinderen is ontstaan door een gebrek aan communicatie tussen de ouders, en door negatieve uitingen van ouders over elkaar (verbaal en non-verbaal) in combinatie met een hoge loyaliteit naar beide ouders. Deze bevindingen zijn besproken met de vader en de moeder en er is Solo Parallel Ouderschap (hierna: SPO) geadviseerd. De moeder is inmiddels actief bezig met SPO. De vader is hier nu mee gestopt. De gecertificeerde instelling ziet geen ernstige ontwikkelingsbedreigingen meer die de vader en de moeder niet samen met vrijwillige hulpverlening zouden kunnen oppakken. De verlenging van de ondertoezichtstelling is evenwel noodzakelijk om een borgingsplan op te stellen, zicht te houden op het traject bij SPO van de moeder, te kijken of er nog aanvullende hulpverlening nodig is voor de kinderen en om te faciliteren dat de wijziging van de zorgregeling plaatsvindt in het gedwongen kader.
De vader heeft ingestemd met het verzochte, althans heeft zich niet tegen toewijzing daarvan verzet. De vader heeft aangegeven neutraal tegenover een toe- of afwijzing van de ondertoezichtstelling te staan. De vader is gestopt met SPO omdat hij geen hulp in zijn gezinssituatie nodig had en het traject niet kon helpen met het maken van afspraken met de moeder.
De moeder heeft ingestemd met het verzochte. De moeder vindt de verlenging van de ondertoezichtstelling nodig om zaken af te ronden met de gecertificeerde instelling. Het is fijn dat de gecertificeerde instelling overzicht heeft over de verschillende vormen van hulpverlening.
Wijziging zorgregeling:
De gecertificeerde instelling heeft verzocht de in een bij het verzoekschrift gevoegd ouderschapsplan opgenomen zorgregeling te wijzigen. De kinderrechter leest het verzoek als verzoek de bij beschikking van de rechtbank Den Haag van 21 februari 2014 vastgestelde verdeling van de zorg- en opvoedingstaken te wijzigen en de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken als volgt vast te stellen:
[minderjarige02] verblijft één weekend per veertien dagen (vrijdag uit school tot zondagavond) bij de vader en verblijft de rest van de tijd bij de moeder.
[minderjarige01] houdt tijdens gewone schooldagen en weekenden de zorgregeling van 21 februari 2014 aan.
Tijdens de voorjaarsvakanties verblijven de kinderen om en om bij één ouder. Tijdens de voorjaarsvakantie van 2023 verblijven de kinderen bij de moeder.
[minderjarige02] verblijft tijdens de zomervakantie twee weken bij de vader en vier weken bij de moeder. [minderjarige01] verblijft om en om vier weken bij de ene ouder en twee weken bij de andere ouder. Tijdens de zomervakantie van 2023 heeft [minderjarige02] de eerste week een kampweek, die niet wordt meegenomen in de verdeling van 2023. [minderjarige01] is dan bij de moeder. De tweede en de derde week zijn de kinderen bij de vader. De vierde, de vijfde en de zesde week zijn de kinderen weer bij de moeder.
Vanaf 2024 wordt de kampweek opgenomen in de vakantieverdeling en niet apart meegerekend. [minderjarige01] verblijft dan de eerste en tweede week bij de moeder, en de laatste vier weken bij de vader. [minderjarige02] verblijft de eerste vier weken bij de moeder en de laatste twee weken bij de vader.
Tijdens de herfstvakantie verblijven de kinderen om en om bij één ouder. Tijdens de herfstvakantie van 2023 zijn zij bij de vader.
Tijdens de kerstvakantie verblijven de kinderen om en om de eerste week bij de ene ouder, en de andere week bij de andere ouder. In de kerstvakantie van 2023 zij de kinderen de eerste week bij de moeder en de tweede week bij de vader.
Verder geldt het volgende:
- Het staat [minderjarige02] altijd vrij om samen met de vader terug te gaan naar de oude regeling als zij die behoefte voelt.
-De vakanties die één week duren, worden om en om gedeeld. De vakanties van twee weken worden gehalveerd zonder tussentijdse wissel, zoals bij kerst en oud en nieuw.
-Losse vakantiedagen worden niet opgedeeld. De kinderen blijven waar ze volgens de zorgregeling horen te zijn.
-Er worden geen zorgmomenten geruild. Als de ene ouder de andere ouder vraagt om opvang in het eigen weekend, kan dit niet worden ingehaald tijdens de zorgmomenten van de andere ouder.
- [minderjarige02] mag in overleg met vader en moeder de vakanties verdelen volgens de verdeling voor [minderjarige01] , mits dit tijdig wordt besloten en voor iedereen haalbaar is.
- Alleen de verjaardag van vader valt buiten de regeling van de vakanties. De andere verjaardagen worden bepaald door de vakantieverdeling. Tijdens de verjaardag van de vader zijn de kinderen jaarlijks na school, tot de volgende ochtend na school, bij de vader, tenzij dit op een weekend of vrije dag valt, dan zijn zij van 10.00 uur op de verjaardag tot 10.00 uur de volgende ochtend.
Aan het verzoek ligt het volgende ten grondslag.
Tijdens de ondertoezichtstelling is duidelijk geworden dat [minderjarige02] en [minderjarige01] ieder een andere behoefte hebben aan contact met de vader en de moeder. Voor [minderjarige02] voelt de huidige zorgregeling niet meer goed aan. Het levert de vader ook stress op, dat de opgestelde co-ouderschapregeling al geruime tijd niet meer wordt nageleefd. [minderjarige01] wil (op de verdeling van de vakanties na) geen wijziging in de huidige vaststelling van het co-ouderschap. De gecertificeerde instelling acht het in het belang van beide kinderen om een verduidelijking van de vakantieregeling op te nemen in de nieuwe zorgregeling, nu dit beter aansluit bij de behoeftes van de kinderen.
De vader heeft ingestemd met het verzochte, althans heeft zich niet tegen toewijzing daarvan verzet. De vader zou het liefste zien dat er sprake zou zijn van co-ouderschap voor de kinderen. De vader geeft echter aan dat hij een stap achteruit zet, omdat hij ziet dat de huidige situatie lastig is voor [minderjarige02] . Hij geeft aan zijn kinderen te missen als zij door de zorgregeling geruime tijd niet bij hem zijn.
De moeder is het eens met de zorgregeling zoals deze is verzocht. Ze wil zich graag focussen op de kinderen en de wijziging van de zorgregeling zal hierbij helpen. De moeder heeft aangegeven dat zij de kinderen altijd vrijlaat in hun beslissing om meer naar de vader te gaan, als ze dat met hem hebben afgesproken. De moeder staat achter het contact tussen hen.

Beoordeling

Verlenging ondertoezichtstelling:
De kinderrechter is, gelet op hetgeen uit het dossier en ter terechtzitting naar voren is gekomen, van oordeel dat de in artikel 1:255, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek genoemde gronden voor ondertoezichtstelling nog aanwezig zijn en dat het noodzakelijk is de ondertoezichtstelling te verlengen als verzocht.
Daarbij overweegt de kinderrechter dat er nog steeds sprake is van een ontwikkelingsbedreiging van de kinderen, nu het de vader en de moeder nog niet is gelukt om het contact tussen hen soepel te laten verlopen. Ter zitting is ook geïllustreerd dat de vader en de moeder elkaar nog altijd verwijten maken. Het is in het belang van de kinderen dat de vader en de moeder zich blijven inzetten om op een constructieve wijze met elkaar te communiceren. De verlenging van de ondertoezichtstelling is noodzakelijk om het traject van de moeder bij SPO te volgen en om te kijken of daar nog mogelijkheden liggen voor de vader. Verder moet er zicht komen op hoe de wijziging van de zorgregeling in de praktijk zal uitpakken en of de uitvoering hiervan op een soepele manier verloopt.
Wijziging zorgregeling:
Blijkens artikel 1:265g, eerste lid van het Burgerlijk Wetboek kan de kinderrechter op verzoek van de gecertificeerde instelling voor de duur van de ondertoezichtstelling een verdeling van de zorg- en opvoedingstaken of een regeling inzake de uitoefening van het recht op omgang vaststellen of wijzigen voor zover dit in het belang van de minderjarige noodzakelijk is.
De kinderrechter beoordeelt of het in het belang van [minderjarige02] en [minderjarige01] noodzakelijk is dat de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken wordt gewijzigd. Daarbij overweegt de kinderrechter als volgt.
De kinderrechter wil benadrukken dat het het meest in het belang van de kinderen zou zijn, als de ouders op een soepele wijze met elkaar over de kinderen zouden kunnen overleggen en als er binnen de zorgregeling onderling dagen/zorgmomenten zouden kunnen worden geruild en kunnen worden gecompenseerd. Ook ter zitting is helaas gebleken dat dit vooralsnog niet haalbaar is. De voorgestelde wijziging van de verdeling van zorg- en opvoedingstaken wordt door alle betrokkenen als beste optie gezien. De kinderrechter ziet aanleiding om de regeling zo vast te stellen. De kinderrechter acht het wel in het belang van de kinderen dat zij kunnen afwijken van de verzochte regeling, wanneer dit anders zou leiden tot het voor een lange periode niet zien van een ouder. In de regeling zal daarom worden opgenomen dat wanneer de kinderen door hun eigen activiteiten een ouder geruime tijd niet kunnen zien, omdat dit in de zorgperiode van die ouder valt, beide ouders zich maximaal moeten inspannen om ervoor te zorgen dat de kinderen die ouder op een ander moment wel zien, ook als dit valt binnen de zorgperiode van de andere ouder.
Derhalve zal als volgt worden beslist.

Beslissing

De kinderrechter:
verlengt de ondertoezichtstelling van [minderjarige02] en [minderjarige01] van 29 april 2023 tot 29 juli 2023 met behoud van Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden als gecertificeerde instelling die belast is met de uitvoering van de ondertoezichtstelling;
en
stelt met wijziging in zoverre van de in de beschikking van 21 februari 2014 opgenomen zorgregeling de volgende regeling inzake de verdeling van de zorg- en opvoedtaken vast:
[minderjarige02] verblijft één weekend per veertien dagen (vrijdag uit school tot zondagavond) bij de vader en verblijft de rest van de tijd bij de moeder.
[minderjarige01] houdt tijdens gewone schooldagen en weekenden de zorgregeling van 21 februari 2014 aan.
Tijdens de voorjaarsvakanties verblijven de kinderen om en om bij één ouder. Tijdens de voorjaarsvakantie van 2023 verblijven(verbleven) de kinderen bij de moeder.
[minderjarige02] verblijft tijdens de zomervakantie twee weken bij de vader en vier weken bij de moeder. [minderjarige01] verblijft om en om vier weken bij de ene ouder en twee weken bij de andere ouder. Tijdens de zomervakantie van 2023 heeft [minderjarige02] de eerste week een kampweek, die niet wordt meegenomen in de verdeling van 2023. [minderjarige01] is dan bij de moeder. De tweede en de derde week zijn de kinderen bij de vader. De vierde, de vijfde en de zesde week zijn de kinderen weer bij de moeder.
Vanaf 2024 wordt de kampweek opgenomen in de vakantieverdeling en niet apart meegerekend. [minderjarige01] verblijft dan de eerste en tweede week bij de moeder, en de laatste vier weken bij de vader. [minderjarige02] verblijft de eerste vier weken bij de moeder en de laatste twee weken bij de vader.
Tijdens de herfstvakantie verblijven de kinderen om en om bij één ouder. Tijdens de herfstvakantie van 2023 zijn zij bij de vader.
Tijdens de kerstvakantie verblijven de kinderen om en om de eerste week bij de ene ouder, en de andere week bij de andere ouders. In de kerstvakantie van 2023 zij de kinderen de eerste week bij de moeder en de tweede week bij de vader.
Verder geldt het volgende:
- Het staat [minderjarige02] altijd vrij om samen met de vader terug te gaan naar de oude regeling als zij die behoefte voelt.
-De vakanties die één week duren, worden om en om gedeeld. De vakanties van twee weken worden gehalveerd zonder tussentijdse wissel, zoals bij kerst en oud en nieuw.
-Losse vakantiedagen worden niet opgedeeld. De kinderen blijven waar ze volgens de zorgregeling horen te zijn.
-Er worden geen zorgmomenten geruild. Als de ene ouder de andere ouder vraagt om opvang in het eigen weekend, kan dit niet worden ingehaald tijdens de zorgmomenten van de andere ouder. Ouders moeten zich wel maximaal inspannen voor een alternatief, wanneer de kinderen een ouder door eigen activiteiten geruime tijd niet kunnen zien.
- [minderjarige02] mag in overleg met vader en moeder de vakanties verdelen volgens de verdeling voor [minderjarige01] , mits dit tijdig wordt besloten en voor iedereen haalbaar is.
- Alleen de verjaardag van vader valt buiten de regeling van de vakanties. De andere verjaardagen worden bepaald door de vakantieverdeling. Tijdens de verjaardag van de vader zijn de kinderen jaarlijks na school, tot de volgende ochtend na school, bij de vader, tenzij dit op een weekend of vrije dag valt, dan zijn zij van 10.00 uur op de verjaardag tot 10.00 uur de volgende ochtend.
en verklaart deze beschikking in zoverre uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 20 april 2023 door mr. D.G.J. Dop, kinderrechter, in tegenwoordigheid van M. van Leeuwen als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 17 mei 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoeker en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van
het gerechtshof Den Haag.