Uitspraak
rechtbank DEN HAAG
de Raad voor de Kinderbescherming, regio Haaglanden,hierna te noemen: de Raad,
[minderjarige 1]geboren op [geboortedag 1] 2008 te [geboorteplaats 2] ,
[minderjarige 2], geboren op [geboortedag 2] 2010 te [geboorteplaats 2] ,
[de man] ,
[de vrouw] hierna te noemen: de moeder, wonende te [woonplaats 2] advocaat: mr. N.E. de Vries, te Den Haag,
Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland,hierna te noemen: de gecertificeerde instelling,
[pleegouders] , zijnde de oom en tante vaderszijde en tevens pleegouders,
Het procesverloop
- het verzoekschrift met bijlagen, waaronder het Raadsrapport van 4 mei 2022;
- het verweerschrift van de advocaat moederszijde, binnengekomen op 18 juli 2022.
- [vertegenwoordiger van de raad] namens de Raad;
- [vertegenwoordiger van de GI] namens de gecertificeerde instelling;
- de vader;
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat en de patroon van de advocaat als toehoorder.
Feiten
- Het huwelijk van de vader en de moeder is door echtscheiding ontbonden.
- De moeder en de vader zijn gezamenlijk belast met het ouderlijk gezag over [minderjarige 1] en [minderjarige 2] .
- De kinderrechter heeft bij beschikking d.d. 12 januari 2022 de ondertoezichtstelling van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] verlengd van 20 januari 2022 tot 20 januari 2023, alsmede voor dezelfde duur de machtiging verlengd [minderjarige 1] en [minderjarige 2] gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in een voorziening voor pleegzorg.
- Sinds september 2019 verblijven [minderjarige 1] en [minderjarige 2] bij de pleegouders.
Verzoek en verweer
Beoordeling
Beslissing
- [minderjarige 1], geboren op [geboortedag 1] 2008 te [geboorteplaats 2] ,
- [minderjarige 2] , geboren op [geboortedag 2] 2010 te [geboorteplaats 2] ,
Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland;