mw. mr. C.F.E. van Olden-Smit

Centrale Raad van Beroep oordeelt over intrekking hoger beroep en proceskostenveroordeling in WIA-zaak; Uwv moet € 3.628,- aan proceskosten en € 182,- aan griffierecht vergoeden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellant, oordelend dat hij geschikt is voor eigen werk ondanks medische klachten.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat Uwv ten onrechte ZW-uitkering weigerde aan werkneemster na zwangerschapsgerelateerde klachten. Werkneemster krijgt recht op uitkering per 9 november 2020.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering aan appellant, omdat zijn gebrek aan arbeidsvermogen niet duurzaam was op zijn achttiende verjaardag.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de toekenning van de ZW-uitkering aan betrokkene per 25 november 2019, oordelend dat de beoordeling van arbeidsongeschiktheid breder moet zijn dan alleen de laatste werklocatie.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellante per 17 mei 2021, oordelend dat het Uwv zorgvuldig heeft gehandeld en de geselecteerde functies passend zijn.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de ingangsdatum van de IVA-uitkering op 15 maart 2020 terecht heeft vastgesteld, zonder bijzondere omstandigheden.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking en terugvordering van uitkeringen aan appellant wegens het ontbreken van een privaatrechtelijke dienstbetrekking, en onderschrijft de zorgvuldigheid van het onderzoek door het Uwv.

De Raad voor de Rechtspraak oordeelt dat de terugvordering van teveel uitbetaalde Wajong-voorschotten standhoudt, omdat betrokkene geen toezeggingen heeft kunnen aannemelijk maken.

Hoger beroep van een B.V. over de rechtmatigheid van WIA-voorschotten aan een ex-werkneemster. Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard, geen procesbelang aangetoond.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep van appellante niet-ontvankelijk wegens onvoldoende procesbelang bij toekenning voorschot WIA-uitkering.

De Raad oordeelt dat het Uwv terecht voorschotten op WIA-uitkeringen aan een eigenrisicodrager heeft toegerekend, gebaseerd op de wetswijziging van 1 januari 2022.

Centrale Raad van Beroep bevestigt niet-ontvankelijkheid van beroep inzake WIA-uitkering. Hoger beroep slaagt niet, verzoek om schadevergoeding afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de terugvordering van te veel ontvangen Wajong-voorschotten over 2020. Geen bijzondere omstandigheden om van wettelijke regeling af te wijken.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de WIA-uitkering van appellante per 24 februari 2022, oordelend dat het Uwv terecht heeft vastgesteld dat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellant per 21 februari 2022, oordelend dat het Uwv zorgvuldig heeft gehandeld en appellant geschikt is voor zijn werk.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om herziening af; geen nieuwe feiten of omstandigheden aangetoond. Schadevergoeding wegens fouten UWV is verjaard.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering aan appellante, o.b.v. arbeidsvermogen.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt Uwv in proceskosten van € 3.500,- na intrekking hoger beroep door appellante.

Centrale Raad van Beroep bevestigt loonsanctie aan appellante wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen van werkneemster, die ziek was. De bedrijfsarts overschreed zijn professionele marge.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering Wajong-uitkering aan appellant, oordelend dat aanvraag terecht is getoetst aan Wajong 2015 en appellant over arbeidsvermogen beschikt.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering aan appellant, oordelend dat zijn arbeidsvermogen niet duurzaam ontbreekt en dat de besluitvorming zorgvuldig is geweest.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens gebrek aan procesbelang; schadevergoeding van € 1.000,- toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat Uwv onterecht Wajong-uitkering weigerde. Er was sprake van toegenomen beperkingen binnen vijf jaar na intrekking. Uwv moet nieuwe beslissing nemen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv terecht weigerde terug te komen van besluiten tot intrekking en terugvordering van Wajong-uitkering, ondanks sepot in strafzaak.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellant wegens onvoldoende arbeidsongeschiktheid na zorgvuldig medisch onderzoek.

De Raad bevestigt de verlaging en terugvordering van de Wajong-uitkering van appellante wegens inkomsten uit arbeid. Het Uwv heeft zorgvuldig onderzoek verricht en er zijn geen dringende redenen om van terugvordering af te zien.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering Wajong-uitkering; appellante heeft niet duurzaam arbeidsvermogen, maar mogelijkheden tot verbetering zijn aanwezig.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de vaststelling van het WIA-dagloon op € 87,51 en oordeelt dat appellante niet als medische afzakker kan worden aangemerkt.

De Raad bevestigt de afwijzing van het verzoek om terug te komen van de weigering van de Wajong-uitkering. Geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn aangevoerd.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om terug te komen van de beëindiging van de Wajong-uitkering van appellant, omdat er geen nieuwe feiten zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering aan appellante, o.a. vanwege voldoende arbeidsvermogen op 1 juni 2019.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellante een WIA-uitkering toe te kennen, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. De medische beoordeling is zorgvuldig uitgevoerd.

Hoger beroep over de ingangsdatum van de Wajong-uitkering. De Raad bevestigt dat het Uwv terecht geen hoorzitting heeft gehouden en dat de ingangsdatum op 9 juni 2022 blijft staan.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering Wajong-uitkering en toekenning Indicatie banenafspraak aan appellant, geen nieuwe feiten aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering Wajong-uitkering; appellante beschikt op datum in geding over arbeidsvermogen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellant een Wajong-uitkering toe te kennen, omdat hij niet voldoet aan de voorwaarden voor arbeidsvermogen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellante een Wajong-uitkering toe te kennen, omdat er geen nieuwe feiten zijn die een herbeoordeling rechtvaardigen.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard; verzoek om schadevergoeding afgewezen wegens gebrek aan onderbouwing.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de loonsanctie aan appellante wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen van de werknemer, zonder noodzaak voor verzekeringsarts.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van verzoek om met behoud van Wajong-uitkering naar Marokko te verhuizen. Medische noodzaak niet aangetoond, hardheidsclausule niet van toepassing.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de vaststelling van de arbeidsongeschiktheid van appellante op 53% en oordeelt dat de geselecteerde functies passend zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat Uwv medische belastbaarheid juist heeft vastgesteld, maar onvoldoende gemotiveerd heeft dat functie medewerker tuinbouw passend is. Uwv moet nieuwe beslissing op bezwaar nemen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de Wajong-uitkering van appellant correct is berekend en het garantiebedrag juist is vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt Uwv tot vergoeding van proceskosten van appellante na intrekking hoger beroep.

Centrale Raad van Beroep bevestigt niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake WIA-uitkering, oordeelt dat appellante geen procesbelang heeft.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant een benadelingshandeling heeft gepleegd door nevenwerkzaamheden niet neer te leggen, wat leidt tot weigering van ZW-uitkering.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Indicatie banenafspraak aan appellante, die geen arbeidsvermogen heeft volgens het Uwv.

De Raad bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellant, oordeelt dat de deskundige onafhankelijk was en wijst het verzoek om schadevergoeding af.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellant per 8 juni 2021, o.b.v. geschiktheid voor WIA-functies.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beslissing van het Uwv om de ziekengeldsanctie niet te bekorten, omdat de werkgeefster tekort is geschoten in haar re-integratieverplichtingen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering aan appellante, omdat het ontbreken van arbeidsvermogen niet duurzaam is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om terug te komen van de afwijzing van een Wajong-uitkering, omdat appellante geen nieuwe medische informatie heeft ingediend die de eerdere beoordeling betwist.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering Wajong-uitkering; appellant niet duurzaam arbeidsongeschikt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering Wajong-uitkering omdat appellant geen ingezetene was op zijn achttiende verjaardag.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om de Wajong-uitkering van appellant te verhogen, omdat er geen bijzondere omstandigheden zijn en de aanvraag te laat is ingediend.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van het verzoek om terug te komen van de weigering van een Wajong-uitkering, omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering aan appellante, oordelend dat het ontbreken van arbeidsvermogen op 28 juli 2021 niet duurzaam was.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de blijvende verlaging van de ZW-uitkering met 50% wegens een benadelingshandeling door betrokkene, die zijn dienstverband beëindigde tijdens ziekte.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv de terugvordering van voorschotten op de ZW-uitkering en toeslag correct heeft berekend. Appellante heeft niet te weinig ontvangen over de periode van 1 april 2020 tot en met 16 juli 2020.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering aan appellant, die over arbeidsvermogen beschikt en in staat is om vier uur per dag te werken.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering Wajong-uitkering; appellant beschikte op 6 september 2021 over arbeidsvermogen.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om aanvullende schadevergoeding af in hoger beroep tegen het Uwv, omdat verzoekster niet aannemelijk heeft gemaakt dat de kosten voor psychologische behandeling verband houden met het niet opleggen van een loonsanctie.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing schadevergoeding wegens gebrek aan causaal verband met onrechtmatig besluit van Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een tweede ZW-uitkering aan een (ex-)werknemer, omdat hij zijn werkzaamheden bij [werkgever B.V.] nooit heeft verricht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellante een ZW-uitkering toe te kennen, oordeelt dat er geen nieuwe feiten zijn en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering Wajong-uitkering; geen nieuwe feiten voor herziening.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering aan appellante, omdat zij niet voldeed aan de voorwaarden voor een jonggehandicapte. De rechtbank oordeelde dat appellante over arbeidsvermogen beschikte op haar achttiende verjaardag en in de vijf jaar daarna.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om terug te komen van de afwijzing van de Wajong-aanvraag van appellant, omdat er geen nieuwe feiten zijn die heroverweging rechtvaardigen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering aan appellant, oordelend dat hij arbeidsvermogen heeft.

De Centrale Raad van Beroep verklaart het beroep van appellant tegen de weigering van een Wajong-uitkering ongegrond, omdat het ontbreken van arbeidsvermogen niet duurzaam is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering aan appellante, geen toegenomen beperkingen binnen vijf jaar na intrekking.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv terecht uitvoering heeft gegeven aan executoriaal derdenbeslag op Wajong-uitkering van appellant. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om terug te komen van eerdere besluiten inzake Wajong-uitkering. Hoger beroep van appellant slaagt niet.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van het verzoek om herleving van een Wajong-uitkering, omdat er geen nieuwe feiten zijn die herziening rechtvaardigen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering Wajong-uitkering; appellante beschikt over arbeidsvermogen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om terug te komen van het besluit tot afwijzing van de Wajong-uitkering, omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering aan appellant, omdat er geen nieuwe feiten of veranderde omstandigheden zijn die een andere beslissing rechtvaardigen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-aanvraag wegens laattijdigheid en onvoldoende bewijs van arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van Wajong-uitkering aan appellant, oordelend dat er geen nieuw gebleken feiten zijn die herziening rechtvaardigen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering Wajong-uitkering; appellante had op eerste ziektedag arbeidsvermogen. Onderzoek door Uwv en rechtbank was zorgvuldig.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om terug te komen van de afwijzing van de Wajong-uitkering, er zijn geen nieuwe feiten of omstandigheden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering wegens niet voltooide wachttijd van 104 weken.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering aan appellant, o.b.v. zorgvuldig medisch en arbeidskundig onderzoek. Appellant beschikt over arbeidsvermogen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering Wajong-uitkering aan appellante, die op haar achttiende arbeidsvermogen had en geen toegenomen beperkingen vertoonde.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering aan appellante wegens laattijdige aanvraag en vaststelling van arbeidsvermogen op achttienjarige leeftijd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering Wajong-uitkering aan appellante wegens ontbreken van ingezetenschap en duurzame band met Nederland op haar achttiende verjaardag.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van het ziekengeld van appellant per 1 oktober 2021, oordelend dat het Uwv dit terecht heeft gedaan op basis van medische geschiktheid voor passende functies.

Hoger beroep over Wajong-uitkering afgewezen; redelijke termijn overschreden, schadevergoeding van € 1.500,- toegekend aan appellante.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering, oordelend dat er geen nieuwe feiten zijn die herziening rechtvaardigen.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv terecht de aanvraag van appellante voor een WIA-uitkering heeft afgewezen, omdat zij niet verzekerd was en minder dan 35% arbeidsongeschikt is.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv appellant terecht een WGA-vervolguitkering heeft toegekend. Eerdere uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellante en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering Wajong-uitkering; appellante beschikt over arbeidsvermogen na zorgvuldig onderzoek door Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering. Geen nieuwe feiten of omstandigheden die terugkomen rechtvaardigen. Hoger beroep afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering Wajong-uitkering; appellante beschikt over arbeidsvermogen en verzuimrisico is acceptabel.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering aan appellante, omdat zij over arbeidsvermogen beschikt. De eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland wordt bevestigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing schadevergoeding verzoek van appellante na onrechtmatige besluiten Uwv; geen causaal verband aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering aan appellante, die niet duurzaam arbeidsongeschikt is bevonden na zorgvuldig onderzoek.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de WIA-uitkering van appellante met een arbeidsongeschiktheid van 43%.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering aan appellante wegens gebrek aan duurzaam arbeidsvermogen op haar achttiende verjaardag.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering aan appellante, oordelend dat zij over arbeidsvermogen beschikt en het Uwv zorgvuldig heeft gehandeld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-aanvraag; appellante beschikte over arbeidsvermogen op relevante data.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om wraking van de behandelend rechter af, omdat er geen objectieve aanwijzingen zijn voor vooringenomenheid.

Appellante heeft het hoger beroep ingetrokken omdat het Uwv volledig aan haar bezwaren tegemoet is gekomen. De Raad veroordeelt het Uwv in de proceskosten van appellante tot € 2.625,- en vergoedt het griffierecht van € 185,-.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om terug te komen van de afwijzing van de Wajong-uitkering, er zijn geen nieuwe feiten of omstandigheden.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering aan de appellant wegens laattijdige aanvraag en gebrek aan bewijs van arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om terug te komen van een eerder besluit tot afwijzing van de Wajong-uitkering, omdat er geen nieuwe feiten zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de Wajong-uitkering, oordelend dat appellante geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden heeft aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering en weigering nieuwe ZW-uitkering, oordeelt dat appellant geschikt is voor arbeid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellante per 25 maart 2019, oordeelt dat Uwv terecht geschiktheid voor functies heeft vastgesteld.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellant per 2 mei 2021, oordelend dat de geselecteerde functies medisch geschikt zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellante een Wajong-uitkering toe te kennen, omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn die een andere beslissing rechtvaardigen.

De Raad oordeelt dat het Uwv terecht de IVA-uitkering aan appellant heeft geweigerd, omdat zijn arbeidsongeschiktheid niet duurzaam is. De redelijke termijn is overschreden, wat leidt tot schadevergoeding aan appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering aan appellante, o.b.v. arbeidsvermogen en medische beoordeling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering Wazo-uitkering wegens te late aanvraag. Geen bijzonder geval aangetoond door appellante.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellante per 28 februari 2019, oordelend dat het Uwv voldoende heeft aangetoond dat de geselecteerde functies nog steeds geschikt zijn.

De Centrale Raad van Beroep heeft het hoger beroep van het Uwv gegrond verklaard en de eerdere uitspraak van de rechtbank vernietigd, waarbij de mate van arbeidsongeschiktheid van betrokkene op 41,85% werd vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering; geen toegenomen beperkingen vastgesteld binnen vijf jaar na eerdere beoordeling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WIA-uitkering aan appellante wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de WIA-aanvraag van appellant, oordeelt dat het Uwv de medische grondslag voldoende heeft onderbouwd en veroordeelt het Uwv in proceskosten.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellant een WIA-uitkering toe te kennen, omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. De medische beoordeling en geselecteerde functies zijn passend bevonden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellant op 54,08% per 22 juni 2021 na zorgvuldig medisch onderzoek door het Uwv. Hoger beroep van appellant wordt afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid. Geen twijfel aan medische en arbeidskundige grondslag van het besluit.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-uitkering; appellant kan niet aantonen dat hij op zeventienjarige leeftijd arbeidsongeschikt was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-uitkering; appellant minder dan 25% arbeidsongeschikt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering ziekengeld aan appellante per 21 december 2020 na herhaalde ziekmelding, geen toegenomen beperkingen vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om de Wajong-uitkering van appellante te exporteren naar Turkije, omdat reguliere behandelingen in Nederland beschikbaar zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering Wajong-uitkering; appellante beschikt over arbeidsvermogen. Schadevergoeding van € 1.500,- wegens overschrijding redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering; geen toegenomen beperkingen binnen vijf jaar vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat betrokkene geen recht heeft op ziekengeld omdat hij niet verzekerd was voor de Ziektewet vanuit de Werkloosheidswet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering Wajong-uitkering aan appellante na zorgvuldig medisch onderzoek en juiste arbeidskundige beoordeling.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van het ziekengeld van appellante per 1 juni 2022, oordelend dat het Uwv zorgvuldig medisch onderzoek heeft verricht en de medische beoordeling juist is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verzoek om terug te komen van eerdere besluiten inzake Wajong-uitkering. Geen nieuwe feiten aangetoond.

Centrale Raad bevestigt de weigering van een laattijdige Wajong-aanvraag en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering Wajong-uitkering; appellante heeft geen duurzaam arbeidsongeschiktheid aangetoond binnen de geldende termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; appellante's beperkingen niet onderschat.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de WIA-uitkering van appellant per 14 september 2021, omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. Het onderzoek door het Uwv is als zorgvuldig beoordeeld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering aan appellant, geen nieuw gebleken feiten of omstandigheden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellant, oordelend dat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt is en het medisch onderzoek zorgvuldig is uitgevoerd.

Centrale Raad bevestigt afwijzing WIA-aanvraag van appellante wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid. Medisch onderzoek als zorgvuldig beoordeeld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering appellant op basis van medische beoordeling en geschiktheid van functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank over de Wajong-uitkering van appellant, omdat er geen nieuwe feiten zijn die de eerdere beslissing ondermijnen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellant op 64,43% en oordeelt dat het Uwv de medische beoordeling correct heeft uitgevoerd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigeringen van WIA- en ZW-uitkering aan appellant na beoordeling van arbeidsongeschiktheid. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraken over arbeidsongeschiktheid en WIA-uitkering van appellante, oordeelt dat medisch onderzoek zorgvuldig was.

De Centrale Raad van Beroep heeft het verzoek om wraking van verzoeker niet in behandeling genomen wegens misbruik van het wrakingsmiddel. Toekomstige wrakingsverzoeken in deze zaak worden eveneens niet in behandeling genomen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van het ziekengeld van appellante per 14 december 2020 en weigert de nieuwe ziekmelding in behandeling te nemen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering aan appellante, die arbeidsvermogen heeft. De rechtbank heeft de beroepsgronden adequaat beoordeeld en er is geen reden voor deskundigenbenoeming.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellant een Wajong-uitkering toe te kennen, omdat geen nieuwe feiten zijn aangetoond die de afwijzing rechtvaardigen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering aan appellante, omdat zij niet duurzaam arbeidsvermogen ontbeert. De eerdere uitspraken van de rechtbank en het Uwv worden onderschreven.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering aan appellante, omdat het ontbreken van arbeidsvermogen niet duurzaam is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering van appellante per 23 april 2021 wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid. Medisch onderzoek door Uwv is zorgvuldig uitgevoerd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de ZW-uitkering, oordelend dat de medische beperkingen van appellant niet zijn toegenomen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering; appellante is minder dan 35% arbeidsongeschikt en geselecteerde functies zijn geschikt.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om terug te komen van de afwijzing van de Wajong-uitkering, omdat er geen nieuwe feiten zijn.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om terug te komen van de afwijzing van de Wajong-uitkering, omdat er geen nieuwe feiten zijn die dit rechtvaardigen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante niet arbeidsongeschikt is als gevolg van zwangerschap of bevalling. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant recht heeft op WIA-uitkering van 80-100% per 1 maart 2017, wegens onvoldoende motivering door Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering per 10 september 2020 en weigering per 26 november 2020, o.b.v. minder dan 35% arbeidsongeschiktheid.

De Raad bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellante per 21 juni 2021, oordelend dat zij in staat is om passende functies te vervullen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering Wajong-uitkering; appellant beschikt over arbeidsvermogen en is niet als jonggehandicapte aan te merken.

Centrale Raad van Beroep bevestigt loonsanctie van Uwv wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen door appellante. Geen schadevergoeding of proceskostenvergoeding toegekend.

Centrale Raad van Beroep vernietigt uitspraak rechtbank en verklaart beroep tegen afwijzing Wajong-uitkering ongegrond, bewijslast ligt bij betrokkene.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de Wajong-uitkering van appellante door het Uwv, omdat zij meer dan 75% van haar maatmaninkomen kan verdienen. Verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn wordt afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt loonsanctie voor appellante wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen. Geen nieuwe medische informatie overgelegd die eerdere conclusies van verzekeringsartsen ondermijnt.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellante een WIA-uitkering toe te kennen, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. De uitspraak van de rechtbank wordt in stand gehouden.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering aan appellante, omdat het ontbreken van arbeidsvermogen niet duurzaam is.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv terecht geen WAO-uitkering heeft toegekend aan appellante, omdat er geen toegenomen beperkingen zijn vastgesteld binnen vijf jaar na beëindiging van de uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-uitkering; geen nieuwe feiten of omstandigheden die duurzaam arbeidsvermogen aantonen.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om wraking af, omdat de gronden van verzoeker onvoldoende zijn om aan te nemen dat de rechterlijke onpartijdigheid in het geding is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering van appellant per 12 mei 2021, o.b.v. minder dan 35% arbeidsongeschiktheid en geschiktheid voor geselecteerde functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellante wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid. Medische beoordeling door Uwv wordt als zorgvuldig beschouwd.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv terecht een Indicatie Banenafspraak heeft toegekend, maar dat de rechtbank geen proceskostenveroordeling heeft uitgesproken. De Raad vernietigt de uitspraak van de rechtbank en bevestigt de toekenning van de Indicatie.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van het Uwv om terug te komen van een eerder besluit inzake WIA-uitkering. Geen nieuwe feiten of Amber-situatie aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-uitkering; geen nieuwe feiten of omstandigheden die herziening rechtvaardigen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellant door het Uwv, oordelend dat appellant niet in staat was om passende functies te vervullen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van 61,94% en oordeelt dat werkgever voldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de werkgever als eigenrisicodrager verantwoordelijk is voor de betaling van de ZW-uitkering aan de werknemer, ondanks eerdere rechtszaken.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de laattijdige aanvraag om een Wajong-uitkering door het Uwv, omdat de mate van beperkingen niet kan worden vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt loonsanctie aan werkgever wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen voor zieke werknemer.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante niet verzekerd was voor werknemersverzekeringen, omdat er geen gezagsverhouding bestond met haar zonen. De intrekking van uitkeringen blijft in stand.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-uitkering; klachten van appellante zijn na achttiende jaar ontstaan, onvoldoende bewijs voor eerdere arbeidsongeschiktheid.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellant een WIA-uitkering toe te kennen, omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. De medische en arbeidskundige beoordelingen zijn adequaat uitgevoerd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van ZW-uitkering door Uwv. Appellant's argumenten over onzorgvuldig medisch onderzoek worden verworpen. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering en weigering WIA-uitkering; appellant kan meer dan 65% van zijn maatmaninkomen verdienen.

De aanvraag voor een Wajong-uitkering is afgewezen omdat de appellante niet duurzaam arbeidsvermogen heeft. De Raad oordeelt dat er toekomstperspectief is voor verbetering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een Ziektewet-uitkering wegens benadelingshandeling, met een maatregel van 50% van het uitkeringsbedrag.

Centrale Raad van Beroep bevestigt ziekengeldsanctie voor appellante wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen. Verzoeken om bekorting afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat er geen financieel nadeel is voor appellante en dat het Uwv niet verplicht was om haar te horen. Hoger beroep afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-aanvraag; onvoldoende bewijs voor beperkingen op zeventienjarige leeftijd.

Hoger beroep over loonsanctie wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv appellante ten onrechte een Wajong-uitkering heeft geweigerd, omdat het ontbreken van arbeidsvermogen duurzaam is.

Hoger beroep over loonsanctie wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen door werkgever. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de werkgever tekortschiet in re-integratie.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering Wajong-uitkering wegens gebrek aan rechtmatig verblijf. Appellant had geen recht op uitkering en er waren geen dringende redenen om van terugvordering af te zien.

Centrale Raad bevestigt loonsanctie voor onvoldoende re-integratie-inspanningen door werkgever in WIA-zaak.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-aanvraag; appellante beschikt over arbeidsvermogen.

Hoger beroep van appellant tegen afwijzing verzoek om herziening Wajong-uitkering. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak, oordeelt dat appellant niet voldoende onderbouwd heeft dat eerdere beslissing onjuist was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-aanvraag; appellant beschikt over arbeidsvermogen zonder nieuwe feiten of omstandigheden.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de loonsanctie van het Uwv, oordelend dat de werkgever onvoldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht en dat er geen bewijs is voor geen benutbare mogelijkheden voor de werknemer.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-uitkering en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing herhaalde Wajong-aanvraag; geen nieuwe feiten of omstandigheden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verzoek om schadevergoeding voor toeslagenschade en misgelopen belastingteruggave. Verzoeker heeft onvoldoende bewijs geleverd voor zijn claims.

Hoger beroep over terugvordering Wajong-uitkering en boete wegens inlichtingenplicht. Boete verlaagd en schadevergoeding toegekend wegens overschrijding redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante onvoldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht, ondanks dat betrokkene beschikte over benutbare mogelijkheden. De ziekengeldsanctie blijft in stand.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant een benadelingshandeling heeft gepleegd, waardoor het Uwv terecht de ZW-uitkering heeft geweigerd. Hoger beroep van appellant slaagt niet.

Hoger beroep van appellante tegen afwijzing herzieningsverzoek ziekengeld. Geen nieuwe feiten of omstandigheden. Hoger beroep afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het medisch onderzoek naar arbeidsongeschiktheid voldoende zorgvuldig was en de WIA-uitkering van appellant terecht is beëindigd.

Centrale Raad van Beroep vernietigt afwijzing WIA-uitkering; Uwv onvoldoende gemotiveerd dat wachttijd is gestuit op 6 augustus 2018. Proceskostenveroordeling van € 3.348,-.

Hoger beroep over de weigering van een WIA-uitkering. De Centrale Raad bevestigt de eerdere uitspraak en oordeelt dat de medische beoordeling correct is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WAO-uitkering en terugvordering onverschuldigd betaalde uitkering na onderzoek naar uitkeringsfraude.

Hoger beroep over recht op ziekengeld; Uwv concludeert dat appellante meer dan 65% kan verdienen. Rechtbank bevestigt zorgvuldigheid van medisch onderzoek.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat Uwv de ingangsdatum van de IVA-uitkering op 25 februari 2020 terecht heeft vastgesteld. Geen bijzonder geval aangetoond door betrokkene.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellant na zorgvuldige medische beoordeling en geschiktheid van functies.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens gebrek aan procesbelang. Verzoek om schadevergoeding afgewezen, geen schade aangetoond. Geen overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-aanvraag; appellante beschikt over arbeidsvermogen ondanks klachten.

Hoger beroep over de weigering van een ZW-uitkering na ontslag op staande voet wegens benadelingshandeling. De Centrale Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

Centrale Raad bevestigt weigering WIA-uitkering; appellant niet aannemelijk gemaakt dat hij loon ontving of arbeid verrichtte.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om een WIA-uitkering toe te kennen aan appellante, oordelend dat de medische beoordeling en geschiktheid van functies voldoende zijn gemotiveerd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WIA-uitkering na zorgvuldig medisch onderzoek en juiste FML. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante niet arbeidsongeschikt is en geen recht heeft op Wajong-uitkering.

Hoger beroep over de afwijzing van een Wajong-uitkering wegens arbeidsvermogen en basale werknemersvaardigheden. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank.

Hoger beroep van appellante over afwijzing Wajong-uitkering wegens arbeidsvermogen. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak, oordeelt dat medisch onderzoek zorgvuldig was en appellante arbeidsvermogen heeft.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant minder dan 35% arbeidsongeschikt is en weigert WIA-uitkering. Medische beoordeling en geselecteerde functies zijn adequaat.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-loonaanvullingsuitkering; medische beoordeling van psychische klachten door Uwv is juist.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en draagt Uwv op nieuw besluit te nemen over herziening en terugvordering WIA-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering van toeslag wegens schending van de inlichtingenverplichting door appellante.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking WAO-uitkering wegens schending inlichtingenplicht; artikel 43a WAO niet van toepassing.

Centrale Raad van Beroep bevestigt loonsanctie voor onvoldoende re-integratie-inspanningen door werkgever.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over de zorgvuldigheid van medisch onderzoek en arbeidsongeschiktheid in het kader van de Wet WIA, en draagt het Uwv op een gebrek in de arbeidskundige beoordeling te herstellen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-vervolguitkering van appellante op basis van deskundigenrapport en herbeoordeling arbeidsongeschiktheid.

Hoger beroep over voortzetting WGA-vervolguitkering van appellant. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak, oordeelt dat deskundige zorgvuldig heeft gewerkt en dat geen toegenomen beperkingen zijn vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat er geen nieuw gebleken feiten zijn die herziening van het WIA-besluit rechtvaardigen.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt Uwv in proceskosten van appellant tot € 1.307,56 na intrekking hoger beroep in WIA-zaak.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WIA-uitkering aan appellant, o.b.v. medische en arbeidskundige beoordeling. Geen aanleiding voor twijfel aan FML.

Hoger beroep over beëindiging WGA-loonaanvullingsuitkering. Centrale Raad bevestigt dat Uwv terecht arbeidsongeschiktheid op minder dan 35% heeft vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat er geen twijfel bestaat aan de juistheid van het medisch oordeel over de arbeidsongeschiktheid van appellante na een auto-ongeluk.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Gelderland en wijst het hoger beroep van de appellant af, omdat hij zijn standpunt niet met medische stukken heeft onderbouwd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht meer heeft op ziekengeld, omdat zij meer dan 65% van haar oude loon kan verdienen. Medische beoordeling door Uwv wordt als zorgvuldig beschouwd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-uitkering; appellant heeft geen duurzaam arbeidsvermogen, maar ontwikkelmogelijkheden zijn niet uitgesloten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; zorgvuldig onderzoek door Uwv, geen toegenomen beperkingen vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld, omdat hij in staat is meer dan 65% van zijn maatmaninkomen te verdienen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellant op 35,07% na zorgvuldige beoordeling van zijn klachten en geschiktheid voor werk.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering na 104 weken arbeidsongeschiktheid; appellant had geen recht op ziekengeld na samenvoeging ziekteperioden.

Hoger beroep van appellante tegen beëindiging WIA-uitkering. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak, geen recht op uitkering door juiste inschatting van arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de ZW-uitkering van appellant voortgezet moet worden na vernietiging van eerdere besluiten van het Uwv, wegens ongeschiktheid van appellant om op spreekuren te verschijnen.

De Centrale Raad van Beroep vernietigt de uitspraak van de rechtbank Gelderland en verklaart het beroep van betrokkene ongegrond, omdat er geen verschoonbare termijnoverschrijding is bij het indienen van bezwaar tegen het Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging van ZW-uitkering van appellant, die meer dan 65% van zijn maatmaninkomen kan verdienen, ondanks psychische klachten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant recht heeft op loongerelateerde WGA-uitkering tot 11 oktober 2019, maar niet op een IVA-uitkering, omdat zijn arbeidsongeschiktheid niet duurzaam was.

Appellante verliest hoger beroep over herziening en terugvordering van WW- en ZW-uitkering wegens geen privaatrechtelijke dienstbetrekking.

Hoger beroep over de arbeidsongeschiktheid van een verpleegkundige, waarbij de Centrale Raad van Beroep de eerdere uitspraak bevestigt en oordeelt dat de vastgestelde beperkingen adequaat zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellant op basis van onvoldoende arbeidsongeschiktheid en medische grondslag.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellant, omdat hij geen werknemer is en er geen loon is betaald.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering van ZW-uitkering wegens benadelingshandeling en verwijtbaarheid bij niet tijdig verweer tegen ontslag.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op ziekengeld na beëindiging arbeidsovereenkomst met werkgever 1 en indiensttreding bij werkgever 2.

De rechtbank vernietigt de loonsanctie van het UWV, omdat onvoldoende is onderbouwd dat de werknemer meer uren kan werken dan de bedrijfsarts heeft vastgesteld.

Rechtbank Oost-Brabant wijst de beroepen van eiseres af over WOZ-waarderingen van winkelpanden, o.a. vanwege coronacrisis. Vastgestelde waarden blijven in stand.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt over WOZ-waarden van horeca-object en hotel in Oss. Beroep gegrond verklaard, waarde hotel vastgesteld op € 1.190.000, immateriële schadevergoeding toegekend.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat UWV onrechtmatig bankafschriften heeft opgevraagd, waardoor intrekking en terugvordering van uitkeringen onvoldoende feitelijke grondslag hebben. Beroep gegrond verklaard.

Beroep van werkneemster tegen UWV-besluit loonsanctie ongegrond; werkgever heeft voldoende re-integratie-inspanningen verricht.

Eiseres heeft beroep ingesteld tegen de WOZ-waarde van een schoolgebouw. De rechtbank oordeelt dat de proceskostenvergoeding in bezwaar moet worden verhoogd van € 859,12 naar € 1.167,20 en stelt de vergoeding voor de beroepsprocedure vast op € 759.

De rechtbank heeft het beroep van eiseres tegen de WOZ-waarde van een drinkwaterproductielocatie ongegrond verklaard. De vastgestelde waarde van € 4.162.000 is niet te hoog.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt over WOZ-waarden van twee supermarkten; beroepen gegrond, waarden vastgesteld op € 2.700.000 en € 1.450.000.

De rechtbank oordeelt dat de WOZ-waarde van de woning van eiser op € 453.000 niet te hoog is vastgesteld. Het beroep is ongegrond en het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen.

De rechtbank oordeelt dat de hoogte van de proceskostenvergoeding in bezwaar correct is vastgesteld en verklaart het beroep ongegrond.

De rechtbank oordeelt dat de WOZ-waarde van € 419.000 voor de woning in Mill niet te hoog is en dat de eiser niet in zijn belangen is geschaad door het ontbreken van indexeringscijfers.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat UWV terecht compensatie transitievergoeding weigert, omdat arbeidsovereenkomst is beëindigd voor afloop opzegverbod ziekte.

Rechtbank Oost-Brabant verklaart het beroep gegrond, vernietigt de bestreden uitspraak en wijst de zaak terug naar verweerder. Proceskosten voor geannuleerde zitting worden niet vergoed.

De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard, omdat zij onjuiste informatie had verstrekt bij de aanvraag voor compensatie van de transitievergoeding. Het UWV hanteerde terecht de voorwaarde van beëindiging na twee jaar arbeidsongeschiktheid.

Eiseres heeft beroep ingesteld tegen legesheffing voor een omgevingsvergunning. De rechtbank oordeelt dat de leges terecht zijn geheven over de bouwkosten, inclusief niet-vergunningplichtige onderdelen. Beroep ongegrond.

De rechtbank oordeelt dat de WOZ-waarde van € 3.982.000 voor een autobedrijf in Eindhoven niet te hoog is vastgesteld. Eiseres' beroep is ongegrond.

Rechtbank Oost-Brabant verklaart het beroep ongegrond inzake aanslag zuiveringsheffing; wasplaats en werkplaats motorvoertuigen zijn één object. Geen motiveringsgebrek aangetoond.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en handhaaft de naheffingsaanslag parkeerbelasting, omdat de gehandicaptenparkeerkaart niet zichtbaar was.

De rechtbank oordeelt dat de WOZ-waarde van een opslag/distributiecentrum niet te hoog is vastgesteld en verklaart het beroep ongegrond.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat UWV terecht ZW- en WW-uitkering herzien en teruggevorderd heeft wegens gefingeerd dienstverband. Beroep ongegrond verklaard.

Rechtbank vernietigt loonsanctie van UWV aan werkgever wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen, oordeelt dat werkgever op advies bedrijfsarts mocht vertrouwen.

De rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de korpschef niet meer vrij was om terug te komen op toezeggingen aan eiseres, en kent haar met terugwerkende kracht de hogere salarisschaal toe.

Rechtbank Oost-Brabant verklaart het beroep gegrond wegens niet tijdig beslissen op bezwaarschrift inzake WOZ-waarde en legt dwangsom op aan verweerder.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt over WOZ-waarde van een voetbalaccommodatie en stelt deze vast op € 650.000, na vaststelling dat de heffingsambtenaar niet aannemelijk maakte dat de waarde niet te hoog was.

De rechtbank oordeelt dat de waarde van het waterleidingstation op € 2.646.000 niet te hoog is en verklaart het beroep ongegrond.

De rechtbank verklaart de beroepen van eiseres tegen de WOZ-waarden van twee kinderdagverblijven ongegrond, oordelend dat de vastgestelde waarden niet te hoog zijn.

Eiser betwist de WOZ-waarde van zijn garage/autoshowroom en de rioolheffing. De rechtbank oordeelt dat de waarde niet te hoog is vastgesteld en verklaart het beroep ongegrond.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de WOZ-waarde van € 214.000, vastgesteld door de gemeente, als niet te hoog.

De rechtbank oordeelt dat de WOZ-waarde van het tankstation van € 300.000 terecht is vastgesteld en dat de classificatie als buurtstation bemand van subtype hoog juist is. Beroep ongegrond.

De rechtbank oordeelt dat eiser verwijtbaar werkloos is geworden door ontslagname zonder zwaarwegende bezwaren. Het beroep tegen de beslissing van het UWV is ongegrond verklaard.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de WOZ-waarde van € 610.000 voor een bedrijfsobject niet te hoog is vastgesteld. Verzoek om vrijstelling griffierecht afgewezen wegens onvoldoende bewijs.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de WOZ-waarde van € 1.429.000 voor een fastfoodrestaurant in Eindhoven, vastgesteld door de gemeente.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de WOZ-waarde van een kinderdagopvang van € 466.000 niet te hoog is. Eiseres kon haar bepleite waarde van € 335.000 niet aannemelijk maken. Beroep ongegrond verklaard.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de bijverdiengrens voor studiefinanciering van toepassing blijft, eiser moet € 3.042,87 terugbetalen.

De rechtbank verklaart het beroep gegrond, stelt de WOZ-waarde van de woning vast op € 225.000 en veroordeelt de heffingsambtenaar tot vergoeding van proceskosten en griffierecht.

Rechtbank vernietigt loonsanctie van UWV wegens onzorgvuldig onderzoek en wijst schadevergoeding toe aan eiseres.

De rechtbank oordeelt dat de WOZ-waarde van € 375.000 voor de woning niet te hoog is en verklaart het beroep ongegrond.

De rechtbank oordeelt dat de aanslag toeristenbelasting aan eiseres terecht is opgelegd, omdat de verblijfhouders niet als ingezetenen in de basisregistratie personen zijn ingeschreven. Het beroep is ongegrond verklaard.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat het UWV onvoldoende heeft gemotiveerd dat eiser per 11 januari 2016 recht heeft op een WGA-uitkering en geen recht op een IVA-uitkering. Beroep gegrond, UWV moet nieuw besluit nemen.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de WOZ-waarden van een sporthal en recreatiecentrum in Grave niet te hoog zijn vastgesteld. Eiseres verliest het beroep.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de WOZ-waarden van een sporthal en recreatiecentrum in Grave voor 2018 niet te hoog zijn vastgesteld. Beroep van Laco Grave BV ongegrond verklaard.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt over WOZ-waarde intensieve varkenshouderij en verlaagt OZB-gebruikersheffing naar € 443.085.

Rechtbank Oost-Brabant wijst verzoek om smartengeld af wegens verjaring; eiser was in 2009 al op de hoogte van blijvende schade.

Eiser heeft beroep ingesteld tegen de afwijzing van zijn verzoek om een stimuleringspremie en ontslag. De rechtbank oordeelt dat het beroep op het vertrouwensbeginsel slaagt en vernietigt het bestreden besluit.

De rechtbank oordeelt dat de WOZ-waarde van het ziekenhuis correct is vastgesteld op € 42.900.000. Eiseres' beroep is ongegrond.

Eiseres verzocht om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn na een naheffingsaanslag parkeerbelasting. De rechtbank oordeelde dat de redelijke termijn niet was overschreden en wees het verzoek af.

De rechtbank verklaart het beroep van een stichting voor kinderopvang tegen de WOZ-waarde van € 616.000 ongegrond, omdat onvoldoende bewijs is geleverd voor economische veroudering.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, oordelend dat verweerder voldoende inzicht heeft gegeven in de waardevaststelling en geen proceskostenvergoeding verschuldigd is.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond inzake de objectafbakening en waardering van een recreatiepark met golfbaan, vastgesteld door de gemeente Boxmeer.

Rechtbank Oost-Brabant verklaart beroep ongegrond inzake WOZ-waarde zorgcentrum; geschil over restwaarden en technische levensduur niet aannemelijk gemaakt.

De rechtbank heeft het UWV veroordeeld tot betaling van € 525 aan proceskosten in een bestuursrechtelijke zaak, na intrekking van het beroep door verzoekster.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt over WOZ-waarde en rioolheffing voor garage/autoshowrooms in Veghel. Beroep gegrond voor [adres 1], ongegrond voor [adres 2]. Verweerder moet griffierecht en proceskosten vergoeden.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, omdat de aanvraag voor studiefinanciering voor het studiejaar 2017-2018 niet tijdig was ingediend.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond in een geschil over de waarde van een onroerende zaak, vastgesteld op € 272.000. Eiser betwist de waarde en stelt dat deze € 236.000 bedraagt. De rechtbank oordeelt dat verweerder voldoende onderbouwing heeft geleverd voor de vastgestelde waarde.

Eiser heeft beroep ingesteld tegen de aanslag watersysteemheffing 2019 van Waterschap De Dommel. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en oordeelt dat de aanslag terecht is opgelegd.

De rechtbank heeft de WOZ-waarde van een woning in Grave vastgesteld op € 160.000, na vernietiging van de eerdere vaststelling van € 166.000, wegens onvoldoende bewijs van de heffingsambtenaar.

De rechtbank verklaart het beroep van eiseres tegen de herhaalde belastingaanslag niet-ontvankelijk, verwijzend naar de Hoge Raad.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt over WOZ-waarde zorgcomplex, stelt deze vast op € 8.500.000 en vernietigt eerdere beschikking.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt over WOZ-waarde en OZB heffingsmaatstaf voor agrarisch object. Beroep gegrond, aanslag OZB gebruiker verminderd van € 477.000 naar € 470.312.

De rechtbank oordeelt dat de WOZ-waarde van € 820.000 voor een agrarisch object correct is vastgesteld en verklaart het beroep ongegrond.

De rechtbank verklaart het beroep van eiser niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van een voorafgaande bezwaarprocedure, en draagt verweerder op het griffierecht te vergoeden.

De rechtbank verklaart het beroep van de eiser ongegrond en bevestigt de WOZ-waarde van € 301.000 voor de woning, vastgesteld door de heffingsambtenaar.

De rechtbank Oost-Brabant verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de WOZ-waarde van € 524.000 voor een woning in Nuenen, vastgesteld door de heffingsambtenaar.

De rechtbank oordeelt dat het UWV terecht een loonsanctie heeft opgelegd aan de werkgever wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen van de werknemer.

De rechtbank verklaart het beroep van een ambtenaar tegen zijn ontslag en ordemaatregelen ongegrond, oordeelt dat er geen procesbelang meer is en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Rechtbank Oost-Brabant verklaart beroep ongegrond inzake WOZ-waarde tankstation; heffingsambtenaar niet verplicht tot verstrekking liggingswaarde volgens REN-methode.

De rechtbank oordeelt dat de aanslagen onroerendezaakbelasting bevoegd zijn opgelegd en dat de door verweerder vastgestelde waarden voor 2017 en 2018 aannemelijk zijn. Eiseres heeft haar bepleite waarden niet kunnen onderbouwen. Beroep ongegrond.

De rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de afwijzing van de WW-aanvraag van eiser terecht is, omdat er geen nawerking van de verlopen CAO is en de loondoorbetalingsverplichting van toepassing is.

Rechtbank vernietigt loonsanctie van Uwv; werkgever heeft voldoende re-integratie-inspanningen verricht.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de WOZ-waarde van een winkelpand niet te hoog is vastgesteld op € 2.739.000. Eiser kan geen bewijs leveren voor zijn tegenstrijdige stellingen.

De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard en de waarde van het winkelpand vastgesteld op € 2.624.000, waarbij de gehanteerde kapitalisatiefactor door verweerder als juist werd beoordeeld.

De rechtbank oordeelt dat de WOZ-waarde van een woonzorgcentrum voor verstandelijk gehandicapten op € 27.500.000 moet worden vastgesteld, na gegrondverklaring van het beroep.

De rechtbank oordeelt dat de aanslagen toeristenbelasting voor 2015 en 2016 terecht zijn opgelegd aan eiseres, een hotel, en bevestigt de toepasselijkheid van de Verordening Toeristenbelasting 2015 van de gemeente Oss.

Rechtbank vernietigt niet-ontvankelijk verklaring bezwaar toeristenbelasting; eiseres was niet tijdig op de hoogte van aanslagen.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat leges voor omgevingsvergunning correct zijn geheven en dat de opbrengstlimiet niet is overschreden. Beroep ongegrond.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de anticumulatie van de WAZ-uitkering van eiser niet beëindigd kan worden, omdat hij recht had op zowel een ZW-uitkering als een WAZ-uitkering. Het beroep is ongegrond verklaard.

Rechtbank Oost-Brabant verklaart beroep ongegrond inzake aanslag toeristenbelasting voor hotel-café-restaurant; geen schending van het gelijkheidsbeginsel.

Rechtbank Oost-Brabant verklaart de beroepen van eiser ongegrond inzake aanslagen toeristenbelasting 2013-2017. Geen schending van het gelijkheidsbeginsel vastgesteld.

De rechtbank heeft het beroep van eiser tegen de weigering van zijn WW-uitkering ongegrond verklaard, omdat hij verwijtbaar werkloos was en het beroep op het vertrouwensbeginsel niet slaagde.

Rechtbank Oost-Brabant verklaart het beroep van eiser ongegrond inzake herziening en terugvordering van WW-uitkering op basis van door eiser opgegeven uren.

De rechtbank weigert studiefinanciering aan Kosovaarse studente op basis van nationaliteitseis; beroep op hardheidsclausule faalt.

De rechtbank oordeelt dat de toekenning van studiefinanciering aan een Roemeense student met tijdelijke arbeidsovereenkomsten niet in strijd is met het EU-discriminatieverbod. Het beroep wordt ongegrond verklaard.

De rechtbank oordeelt dat de negatieve beoordeling van de eiser, werkzaam bij Defensie, op voldoende gronden berust en handhaaft het eervol ontslag wegens ongeschiktheid.

De rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat een ambtenaar geen recht heeft op doorwerken na de AOW-gerechtigde leeftijd, omdat er geen bijzonder geval is zoals bedoeld in artikel 8:2 CAR/UWO. Het beroep is ongegrond verklaard.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de leges voor een omgevingsvergunning correct zijn vastgesteld en dat de opbrengstlimiet niet is overschreden. Eiseres's beroep wordt ongegrond verklaard.

De rechtbank verklaart de Legesverordening 2018 van de gemeente Boekel onverbindend wegens strijd met de Gemeentewet, vernietigt de legesaanslag en bepaalt dat eiser geen leges verschuldigd is.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt over de WOZ-waarde van een agrarisch object. Eiser betwist de waarde van € 381.000 en stelt deze op € 324.000. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de waarde van de heffingsambtenaar.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de WOZ-waarde van een agrarisch object correct is vastgesteld op € 1.008.000, beroep van eiser ongegrond.

Eiser's beroep tegen de WOZ-waarde van zijn agrarisch object is ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelt dat de waarde correct is vastgesteld en de door eiser voorgestane alternatieve berekeningswijze onvoldoende onderbouwd is.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt over WOZ-waarde van agrarische onroerende zaak; beroep ongegrond verklaard.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt over WOZ-waarde van agrarisch object; beroep ongegrond verklaard.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de WOZ-waarde van een agrarisch object van € 548.000 niet te hoog is, en verklaart het beroep van eiseres ongegrond.

Rechtbank Oost-Brabant heeft de WOZ-waarde van een agrarisch object vastgesteld op € 1.032.000, na beroep van eiseres tegen de eerder vastgestelde waarde van € 1.034.000. Eiseres kreeg proceskosten vergoed.

Eiser betwist de waarde van zijn onroerende zaak voor de OZB-gebruikerheffing. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de waarde vastgesteld door de heffingsambtenaar.

De rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de vastgestelde WOZ-waarde van een agrarisch object niet te hoog is en verklaart het beroep van eiseres ongegrond.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de WOZ-waarde van een agrarisch object niet te hoog is vastgesteld en verklaart het beroep ongegrond.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de WOZ-waarde van een agrarisch object op € 699.000 niet te hoog is, beroep ongegrond.

De rechtbank heeft de WOZ-waarde van een agrarisch object vastgesteld op € 716.000. Eiser betwist deze waarde, maar de rechtbank oordeelt dat de waarde niet te hoog is en verklaart het beroep ongegrond.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de WOZ-waarde van een agrarisch object van € 758.000 door de heffingsambtenaar voldoende is onderbouwd. Eiser's beroep op een lagere waarde van € 583.000 wordt verworpen.

De rechtbank verklaart het beroep van eiseres tegen de WOZ-waarde van haar biologische veehouderij ongegrond. De vastgestelde waarde en grondslag voor de OZB-gebruiker zijn correct vastgesteld.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de WOZ-waarde van een agrarisch object niet te hoog is vastgesteld. Eiseres's beroep wordt ongegrond verklaard.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt over WOZ-waarde van agrarisch object; beroep ongegrond verklaard.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt over WOZ-waarde agrarisch object; beroep ongegrond verklaard.

Rechtbank Oost-Brabant verklaart beroep ongegrond inzake WOZ-waarde agrarisch object. Eiser betwistte waarde van € 818.000, maar rechtbank oordeelt dat heffingsambtenaar aannemelijk maakt dat waarde niet te hoog is.

De rechtbank oordeelt dat de WOZ-waarde van de varkenshouderij correct is vastgesteld en het beroep van eiseres ongegrond is.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat eiseres, werkzaam als Teamchef B, ten onrechte niet is geplaatst in de functie van Teamchef C, omdat zij dezelfde taken verrichtte. Het beroep op het gelijkheidsbeginsel slaagt.

De rechtbank vernietigt de negatieve beoordeling van eiseres en oordeelt dat deze niet voldoende is onderbouwd. Het beroep is gegrond en verweerder wordt veroordeeld in de proceskosten.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat eiseres geen bestaande functie heeft overgenomen, maar belast is met een nieuw takenpakket. Beroep ongegrond verklaard.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de korpschef van politie terecht aansprakelijkheid voor restschade als gevolg van PTSS heeft geweigerd, omdat geen schending van de zorgplicht is aangetoond.

Rechtbank vernietigt legesaanslag voor bestemmingsplan; leges niet verschuldigd voor publieke belangen.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de herziening van de WIA-uitkering van eiser terecht is, evenals de terugvordering van € 35.952,97 en de boete van € 3.612,96 wegens schending van de inlichtingenplicht.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, oordelend dat eiser geschikt is voor de geduide functies ondanks zijn gezondheidsklachten.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en oordeelt dat de heffingsambtenaar de WOZ-waarde van € 1.535.000 voldoende heeft onderbouwd. Eiser's alternatieve berekeningswijze wordt als incompleet beschouwd.

Rechtbank Oost-Brabant vernietigt de herziening van de WW-uitkering van eiser, oordeelt dat het Uwv onvoldoende bewijs heeft geleverd voor de herziening en draagt het Uwv op nader onderzoek te doen naar de gewerkte uren.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat eiseres haar inlichtingenplicht heeft geschonden, wat leidt tot herziening en terugvordering van toeslagen. Boete verlaagd van € 1.889,38 naar € 40,00.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de waarde van een onroerende zaak met zwembaden en sportfaciliteiten niet te hoog is vastgesteld. Eiseres's beroep wordt ongegrond verklaard.

De rechtbank oordeelt dat de loonsanctie terecht is opgelegd wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen door de werkgever, Tandartsenpraktijk [bedrijf].

De rechtbank oordeelt dat de aanslag toeristenbelasting aan eiseres terecht is opgelegd, omdat zij verblijf biedt aan arbeidsmigranten. Het beroep is ongegrond verklaard.

De rechtbank oordeelt dat de WOZ-waarde van een agrarisch object van € 1.130.000 niet te hoog is, ondanks de wijziging van de Verordening natuurbescherming. Eiser's beroep wordt ongegrond verklaard.

De rechtbank oordeelt dat de eiser als individuele erfgenaam het recht had om bezwaar aan te tekenen tegen de WOZ-beschikking. Het beroep is gegrond en de bestreden uitspraak wordt vernietigd.

De rechtbank oordeelt dat de heffingsambtenaar terecht het object als niet-woning heeft aangemerkt en dat de waarde van de recreatiewoningen niet onder de woondelenvrijstelling valt. Het beroep is ongegrond.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de BIZ-bijdrage van € 500 voor een tandartspraktijk in Bladel terecht is geheven. Eiseres' beroep is ongegrond verklaard.

De rechtbank oordeelt dat de WOZ-waarde van een agrarisch object door de heffingsambtenaar correct is vastgesteld op € 1.000.000, en verklaart het beroep van eiser ongegrond.

De rechtbank oordeelt dat de WOZ-waarde van een agrarisch object correct is vastgesteld op € 462.000, beroep ongegrond.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de legessanctie niet van toepassing is op de aanvraag van [naam] B.V. voor een omgevingsvergunning, omdat de verplichting tot actualisering van het bestemmingsplan nog niet gold.

Rechtbank vernietigt aanslagen toeristenbelasting voor champignonkwekerij; geen belastbaar feit vastgesteld. Beroepen gegrond verklaard.

Beroep gegrond; WOZ-waarde agrarisch object vastgesteld op € 510.000; heffingsmaatstaf OZB-gebruiker € 190.000; proceskostenvergoeding van € 1.566 aan eiser.

De rechtbank oordeelt dat de loonsanctie van het Uwv terecht is opgelegd wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen door de werkgever. Het beroep is ongegrond verklaard.

De rechtbank oordeelt dat de WOZ-waarde van € 753.000 voor een agrarisch object met woning en kinderdagverblijf niet te hoog is. Het beroep van de eiser is ongegrond verklaard.

De rechtbank verklaart het beroep van eiseres niet-ontvankelijk wegens niet tijdig betalen van griffierecht en niet indienen van benodigde stukken.

De rechtbank oordeelt dat de aanslagen zuiveringsheffing voor het kantoorpand van eiseres terecht zijn opgelegd, omdat het pand als bedrijfsruimte wordt aangemerkt.

Rechtbank Oost-Brabant verklaart beroep ongegrond inzake WOZ-waarde agrarisch object; waarde vastgesteld op € 423.000 blijft in stand.

De rechtbank verklaart het beroep van eiser ongegrond, oordeelt dat de reorganisatie en de verklaring van boventalligheid rechtmatig zijn en dat verweerder op zakelijke gronden heeft gehandeld.

De rechtbank vernietigt het ontslag van eiser wegens onvoldoende onderbouwing van het zero tolerance-beleid voor alcoholgebruik, en verklaart het beroep gegrond.

De rechtbank verklaart het beroep van eiseres, een individuele erfgenaam, niet-ontvankelijk omdat zij niet kan worden vereenzelvigd met de gezamenlijke erven, die als belastingplichtigen worden beschouwd.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond omdat de aanvraag voor toeslag te laat is ingediend en er geen bijzondere omstandigheden zijn.

De rechtbank oordeelt dat de loonsanctie terecht is opgelegd aan de werkgever wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen van de werknemer na ziekte.

De rechtbank oordeelt dat de loonkorting van de ambtenaar terecht was, omdat geen buitensporige omstandigheden zijn aangetoond die de korting onterecht maken.

De rechtbank oordeelt dat verweerder de mate van arbeidsongeschiktheid van eiser op 35,32% terecht heeft vastgesteld op basis van nieuwe medische gegevens. Het beroep van eiser is ongegrond verklaard.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt over de waardevaststelling van een supermarkt en de afbakening van objecten onder de Wet WOZ. Beroep gegrond, waarde vastgesteld op € 1.440.000.

De rechtbank verklaart het beroep van eiser niet-ontvankelijk omdat hij niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij belanghebbende is bij de naheffingsaanslag die aan [bedrijf] B.V. is opgelegd.

De rechtbank oordeelt dat de WOZ-waarde van de onroerende zaak van eiseres, vastgesteld op € 91.000, niet te hoog is, gezien de verkoopprijs van een vergelijkbaar pand. Het beroep van eiseres wordt ongegrond verklaard.

De rechtbank oordeelt dat de proceskostenvergoeding van € 246 te laag is en stelt deze vast op € 249. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting.

Rechtbank Oost-Brabant verklaart beroep niet-ontvankelijk wegens onvoldoende onderbouwing van betalingsonmacht door rechtspersoon.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat eiseres over arbeidsvermogen beschikt en past haar Wajong-uitkering aan naar 70% van het minimumloon per 1 januari 2018. Beroep ongegrond verklaard.

Rechtbank Oost-Brabant wijst het beroep van eiseres af, oordelend dat zij niet beschikt over basale werknemersvaardigheden en mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft, waardoor zij geen recht heeft op Wajong-uitkering.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat voor het indienen van een zienswijze tegen een bestemmingsplan geen leges verschuldigd zijn. Legesaanslag van de gemeente Deurne vernietigd.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat eiseres arbeidsvermogen heeft en past de Wajong-uitkering aan naar 70% van het minimumloon. Beroep ongegrond verklaard.

De rechtbank heeft het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn loongerelateerde WGA-uitkering ongegrond verklaard, waarbij de wisselende belastbaarheid is beoordeeld op basis van een periode van drie maanden.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat eiseres haar inlichtingenplicht heeft geschonden, waardoor de toeslag op grond van de Toeslagenwet terecht is beëindigd en teruggevorderd.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de dagloonberekening in het kader van de no-riskpolis onterecht is, en vernietigt het besluit van het UWV.

Rechtbank Oost-Brabant verklaart beroep gegrond wegens onjuist OZB-tarief voor één object, handhaaft WOZ-waarden, en wijst vergoeding taxateur af.

De rechtbank oordeelt dat de WOZ-waarden van drie kinderdagverblijven niet te hoog zijn vastgesteld en verklaart het beroep van eiseres ongegrond.

De rechtbank verklaart het beroep van de exploitant van een kinderdagverblijf ongegrond, omdat zij niet voldoende bewijs heeft geleverd voor de door haar voorgestane lagere waarde van het pand.

De rechtbank oordeelt dat de WOZ-waarde van een woning niet kan worden vastgesteld op basis van de aankoopsom, maar moet worden bepaald aan de hand van de waarde in het economische verkeer. Het beroep van eiser is ongegrond verklaard.

De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard en de beëindiging van zijn WIA-uitkering bevestigd, omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt is.

De rechtbank oordeelt dat de WOZ-waarde van € 136.000 voor een bedrijfsobject in Budel niet te hoog is vastgesteld. Eiseres heeft onvoldoende bewijs geleverd voor een lagere waarde.

De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard en de waarde van de woning vastgesteld op € 160.000, gebaseerd op een vergelijkingsobject.

De rechtbank vernietigt de naheffingsaanslag parkeerbelasting en wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af, omdat de aanslag niet onrechtmatig was.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt over de WOZ-waarde van een supermarkt in Eindhoven en stelt deze vast op € 5.000.000, verlaagt de OZB-aanslag en veroordeelt de heffingsambtenaar in proceskosten.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat meerdere schoolgebouwen van een stichting als één WOZ-object moeten worden aangemerkt, vernietigt de aanslagen en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank Oost-Brabant verklaart beroep ongegrond inzake legesheffing voor vergunning Natuurbeschermingswet 1998; vergunning uit 2016 betreft ander project dan melding uit 2011.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de heffingsambtenaar het eigen verkoopcijfer ten onrechte niet heeft meegenomen in de WOZ-waardering. Beroep gegrond, waarde vastgesteld op € 235.000.

De rechtbank oordeelt dat de WOZ-waarde van € 1.510.000 voor een varkenshouderij correct is vastgesteld, beroep ongegrond.

De rechtbank oordeelt dat de WOZ-waarde van € 1.050.000 voor een agrarisch object (varkensstallen) correct is vastgesteld, beroep ongegrond.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt over de WOZ-waardering van appartementen en winkelpand. Vastgestelde waarde van € 74.000 voor casco appartement wordt vernietigd en vastgesteld op € 55.000. Heffingsambtenaar moet griffierecht en proceskosten vergoeden.

Rechtbank Oost-Brabant stelt de waarde van een woning op € 550.000 en een supermarkt op € 1.900.000 vast, na beroep tegen de WOZ-waarden.

Rechtbank Oost-Brabant verklaart het beroep gegrond en stelt de WOZ-waarde van een woning in Sambeek vast op € 185.000, na vaststelling dat de heffingsambtenaar niet aan zijn bewijslast heeft voldaan.

Eiser betwist de WOZ-waarden van zijn woningen in Sterksel, maar de rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de waarden van € 270.000 en € 308.000.

De rechtbank vernietigt de legesaanslag voor een omgevingsvergunning omdat de ROEB-lijst niet correct is bekendgemaakt. Beroep is niet-ontvankelijk verklaard voor herziene besluiten. Eiser krijgt griffierecht vergoed.

Rechtbank vernietigt legesheffing voor omgevingsvergunning nieuwbouw winkelruimte, oordeelt dat heffing in strijd is met de Wet ruimtelijke ordening.

Rechtbank Oost-Brabant wijst Wajong-uitkering af; eiseres kan in de toekomst mogelijk een uur aaneengesloten werken.

De rechtbank oordeelt dat de gemeente Eindhoven bevoegd was om leges en precariobelasting te heffen van eiseres in het kader van omgevingsvergunningen. Het beroep van eiseres is ongegrond verklaard.

Rechtbank Oost-Brabant veroordeelt verweerder in proceskosten tot € 990 na intrekking van beroepen door verzoeker, die gedeeltelijk tegemoet is gekomen.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt over de WOZ-waarde van een autobedrijf en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank heeft de WOZ-waarden van twee pelsdierhouderijen vastgesteld op € 130.000 en € 255.000, rekening houdend met de Wet verbod pelsdierhouderij en de waardedrukkende gevolgen daarvan.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt over de WOZ-waarde van een woning in aanbouw en stelt deze vast op € 229.000, na vernietiging van de eerdere waarde van € 300.000.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de WOZ-waarde van € 520.000 voor de woning in Nuenen, vastgesteld door de heffingsambtenaar.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat het bekortingsverzoek loonsanctie gegrond is vanwege onjuist beoordelingskader en zorgvuldigheidsgebrek in de besluitvorming.

De rechtbank oordeelt dat eiseres mogelijkheden heeft tot arbeidsparticipatie en geen recht heeft op een Wajong-uitkering, ondanks haar beperkingen.

De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard, waardoor de verlaging van haar Wajong-uitkering naar 70% van het minimumloon per 1 januari 2018 wordt gehandhaafd.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens onduidelijkheid over de machtiging van eiser, die niet was voorzien van een originele handtekening.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de waarde van een woning door nabijheid van een UMTS-mast negatief wordt beïnvloed. Waarde vastgesteld op € 340.000, beroep gegrond verklaard.

De rechtbank verklaart het beroep van Dela Natura- en Levensverzekeringen N.V. niet-ontvankelijk, omdat er geen procesbelang meer is in de beoordeling van re-integratie-inspanningen.

De rechtbank heeft de voorlopige voorziening van de man toegewezen en de partneralimentatie op nihil gesteld voor de duur van het geding.

De rechtbank heeft de partneralimentatie van de vrouw op nihil gesteld na haar loterijwinst. De vrouw is niet langer behoeftig en hoeft geen terugbetaling te doen voor de periode tot de indiening van het verzoekschrift.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de kostendelersnorm niet van toepassing is voor gehuwden waarvan één partner geen recht op bijstand heeft, en herstelt de bijstandsuitkering voor eiseres.

De rechtbank verklaart het beroep van eiser ongegrond, omdat de kostendelersnorm terecht is toegepast op zijn uitkering volgens de Participatiewet, zonder dat sprake is van onevenredigheid.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de kostendelersnorm van toepassing is op de AIO-aanvulling van eiseres, die met meerderjarige kinderen samenwoont. Het beroep wordt ongegrond verklaard.

Rechtbank Oost-Brabant verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de boete van € 1.017,85 wegens schending van de inlichtingenplicht door eiser.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat eiseres haar inlichtingenplicht heeft geschonden door onroerend goed in Turkije niet te melden, wat leidde tot intrekking en terugvordering van haar bijstandsuitkering.

Eiser's aanvraag voor Ioaw-uitkering is afgewezen omdat hij niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij op het opgegeven adres woont. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Rechtbank Den Haag wijst het beroep van eiser om een verblijfsvergunning asiel af op medische gronden, o.a. omdat geen bewijs is van inadequate medische zorg in Pakistan.

De rechtbank verklaart het beroep van een Tunesische vreemdeling tegen een terugkeerbesluit en inreisverbod niet-ontvankelijk wegens ontbreken van procesbelang.

De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard, omdat zij de inlichtingenplicht heeft geschonden door geen melding te maken van inkomsten uit verkoop via Marktplaats, wat leidde tot intrekking en terugvordering van haar bijstandsuitkering.

De rechtbank oordeelt dat eiseres onvoldoende wordt gecompenseerd met het toegekende pgb voor huishoudelijke hulp en vernietigt het bestreden besluit vanaf 6 oktober 2014.

De rechtbank vernietigt het besluit van de gemeente Landerd over de indicatie voor huishoudelijke verzorging en oordeelt dat eiseres onvoldoende wordt gecompenseerd met het toegekende PGB.

De voorzieningenrechter heeft het beroep van een Somalische vrouw om een voorlopige voorziening in haar asielzaak afgewezen, omdat Italië verantwoordelijk is voor de behandeling van haar aanvraag.

De rechtbank oordeelt dat de beperking van de kennisneming van het Bibob-advies gerechtvaardigd is, ondanks dat verweerder en eiseres kennis hebben van de inhoud. Beslissing op 10 februari 2015 door mr. C.F.E. van Olden-Smit.

De rechtbank verklaart de beroepen van eiseres niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang, aangezien zij feitelijk Nederland heeft verlaten en geen rechtens te beschermen belang meer heeft.

De rechtbank verklaart het verzet gegrond en herstelt de niet-ontvankelijkverklaring van het beroep wegens het ontbreken van een aangetekende herinneringsbrief voor het betalen van griffierecht.

De rechtbank oordeelt dat de afwijzing van de bijstandsuitkering terecht was, omdat eiser niet meewerkte aan een huisbezoek dat nodig was voor het vaststellen van zijn recht op bijstand.

De rechtbank vernietigt de maatregel opgelegd aan eiseres wegens schending van de inlichtingenplicht, omdat het college niet bevoegd was deze op te leggen onder de Wet aanscherping.

Rechtbank Den Haag wijst asielaanvraag van Servische eiser af wegens betrokkenheid bij oorlogsmisdrijven, oordelend dat hij artikel 1 (F) van het Vluchtelingenverdrag overtrad.

De rechtbank verklaart het beroep van de Russische eiser ongegrond, omdat de afwijzing van zijn verblijfsvergunning asiel op basis van een AIVD ambtsbericht dat hij een gevaar voor de nationale veiligheid vormt, rechtmatig is.

De Rechtbank Den Haag heeft op 22 mei 2013 het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar asielaanvraag ongegrond verklaard, omdat zij niet voldoende bewijs had geleverd voor haar vrees voor vervolging in India.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat Oeigoerse vrouw risico loopt op schending van artikel 3 EVRM bij terugkeer naar China, ondanks ongeloofwaardig asielrelaas. Beroep gegrond verklaard.

De rechtbank heeft het beroep van een Oegandees verzoeker tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag ongegrond verklaard, omdat het relaas ongeloofwaardig was en het ontbreken van reisdocumenten aan hem kon worden toegerekend.

Rechtbank 's-Hertogenbosch oordeelt dat de terugvordering van pgb en loondoorbetaling bij ziekte onterecht was, vernietigt het besluit en verklaart het beroep van eiser gegrond.

Rechtbank 's-Gravenhage vernietigt de onterecht gegeven aanwijzing op basis van artikel 55 Vw 2000; beroep gegrond; geen schadevergoeding toegewezen.

De rechtbank heeft de asielaanvraag van een Nepalese eiser afgewezen wegens onvoldoende bewijs en geloofwaardigheid van de overgelegde documenten. Het beroep is ongegrond verklaard.

De voorzieningenrechter verklaart het beroep van een Oeigoerse asielzoeker ongegrond, omdat hij niet aannemelijk heeft gemaakt dat de Chinese autoriteiten op de hoogte zijn van zijn activiteiten in Nederland.

De rechtbank heeft de asielaanvraag van een Hazara verzoeker uit Afghanistan afgewezen, omdat er geen bewijs was voor systematische onmenselijke behandeling van Hazara en geen nieuwe feiten die de aanvraag onderbouwden.

De voorzieningenrechter oordeelt dat de asielaanvraag van een minderjarige vreemdeling gegrond is, vernietigt het besluit van de minister en draagt op een nieuw besluit te nemen.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen en het beroep ongegrond verklaard, omdat verzoeker geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die zijn asielaanvraag rechtvaardigen.

De rechtbank verklaart de beroepen van eisers tegen de voortzetting van de vrijheidsbeperkende maatregel niet-ontvankelijk, omdat deze niet als besluit in de zin van de Awb kunnen worden aangemerkt.

De rechtbank heeft de tegenwerping van artikel 1(F) van het Verdrag aan eiser, een voormalig piloot van de Ethiopische luchtmacht, bevestigd. Eiser heeft niet aangetoond dat hij niet betrokken was bij oorlogsmisdrijven. Het beroep is ongegrond verklaard.

De rechtbank oordeelt dat de aanval op de olietanker Medusa tijdens de Iran-Iraakse oorlog niet als oorlogsmisdrijf kan worden gekwalificeerd, waardoor de Iraakse eiser niet kan worden uitgesloten van vluchtelingenstatus.

De rechtbank oordeelt dat er geen redelijk vooruitzicht op verwijdering naar China bestaat voor Chinese vreemdelingen. De bewaring wordt onrechtmatig verklaard en schadevergoeding van € 1.200,00 wordt toegekend.

De rechtbank verklaart het beroep van een Iraakse vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel ongegrond, omdat de situatie in Bagdad niet voldoet aan de criteria van de Definitierichtlijn.

De rechtbank verklaart het beroep van eiser tegen het voortduren van de vreemdelingenbewaring ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af.

De rechtbank verklaart het beroep van eiseres tegen haar bewaring ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af, omdat de bewaring rechtmatig is op basis van een geldig terugkeerbesluit.

De rechtbank verklaart het beroep van een Angolese vreemdeling tegen zijn vreemdelingenbewaring ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af.

De rechtbank verklaart het beroep van eiser tegen de vreemdelingenbewaring ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af.

Rechtbank 's-Gravenhage verklaart het beroep tegen de inbewaringstelling van een Surinaamse vreemdeling ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af.

De rechtbank heeft de asielaanvraag van een Russische eiseres uit Dagestan afgewezen, omdat zij onvoldoende bewijs heeft geleverd voor haar claim van vervolging.

De rechtbank vernietigt het besluit van het CIZ over de zorgzwaartepakketindicatie voor een ernstig demente vrouw, omdat de objectieve zorgbehoefte niet correct is vastgesteld.

Rechtbank 's-Gravenhage vernietigt de afwijzing van de asielaanvraag van een Somaliëse eiseres en oordeelt dat de minister onvoldoende heeft gemotiveerd dat uitzetting naar Mogadishu veilig is. Proceskosten van € 1092,50 worden vergoed.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek van een asielzoeker om continuering van verstrekkingen afgewezen, omdat hij niet voldeed aan de voorwaarden voor opvang volgens de Rva 2005.

Rechtbank 's-Gravenhage vernietigt de weigering van het COA om buitengewone kosten voor contra-expertise documentenonderzoek te vergoeden, oordeelt dat de kosten noodzakelijk zijn en verklaart het beroep gegrond.

De rechtbank verklaart de beroepen van een Angolees gezin ongegrond, oordelend dat uitzetting naar Angola geen schending van artikel 3 EVRM oplevert, gezien de medische situatie van eisers niet levensbedreigend is.

De rechtbank heeft het beroep van eiseres gegrond verklaard, het besluit van de staatssecretaris vernietigd en geoordeeld dat nader onderzoek naar de erkenning door de UNHCR noodzakelijk is.

De rechtbank heeft het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag ongegrond verklaard, omdat hij niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij uit Kirkuk komt en de contra-expertise niet tijdig heeft overlegd.

De rechtbank verklaart het beroep van een Libanese asielzoeker ongegrond, oordelend dat artikel 3 EVRM zich niet duurzaam verzet tegen uitzetting naar Libanon.

Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat het vereiste van een geldige tewerkstellingsvergunning voor Turkse vrachtwagenchauffeurs een nieuwe beperking vormt onder het Associatiebesluit 1/80, en verklaart het beroep gegrond.

Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat de intrekking van de verblijfsvergunning van eiser, wegens onjuiste gegevens en valse identiteit, gerechtvaardigd is. Geen inmenging in het recht op gezinsleven, geen positieve verplichting voor verblijf in Nederland.

De rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat er voldoende zicht op uitzetting bestaat voor een Chinese vreemdeling, ondanks betwisting van zijn documentatie. Beroep ongegrond, verzoek om schadevergoeding afgewezen.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af, omdat verzoeker niet voldoet aan de voorwaarden van de Ranov-regeling en geen gerechtvaardigd vertrouwen had op vergunningverlening.

De rechtbank vernietigt de afwijzing van de aanvraag voor een verblijfsvergunning regulier op medische gronden, omdat de staatssecretaris onvoldoende rekening heeft gehouden met de gezondheidstoestand van eiseres.

Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat een Turkse werknemer via een uitzendbureau recht heeft op verblijfsvergunning op basis van artikel 6 van het Besluit 1/80, ondanks gedeeld werkgeverschap.

Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat een Turkse werknemer via een uitzendbureau recht heeft op verblijfsvergunning op basis van artikel 6 van het Associatiebesluit 1/80, ondanks dat hij bij verschillende inleners heeft gewerkt.

De rechtbank legt een werkstraf van 240 uren op voor het voorhanden hebben van illegale sigaretten, met 80 uren voorwaardelijk. De verdachte was opzettelijk betrokken bij de handel in accijnsgoederen zonder betaling van accijns.

De rechtbank 's-Hertogenbosch heeft een verdachte veroordeeld tot acht maanden gevangenisstraf voor het voorhanden hebben van illegale sigaretten, terwijl deze niet overeenkomstig de Wet op de accijns in de heffing waren betrokken.

De rechtbank veroordeelt de verdachte tot 36 maanden gevangenisstraf, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, voor diefstal met geweld. Schadevergoeding van € 5.520,09 aan de benadeelde partij.

De rechtbank veroordeelt de verdachte tot 36 maanden gevangenisstraf voor diefstal met geweld, met een voorwaardelijk deel van 6 maanden en schadevergoeding aan de benadeelde partij.

De rechtbank veroordeelt de verdachte tot 36 maanden gevangenisstraf, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, voor diefstal met geweld. Schadevergoeding aan de benadeelde partij is ook opgelegd.

De rechtbank oordeelt dat de verdachte niet strafbaar is wegens een psychische stoornis en plaatst hem in een psychiatrisch ziekenhuis. Schadevergoedingen aan slachtoffers worden toegewezen, maar andere vorderingen worden afgewezen.

Verdachte veroordeeld tot 80 uur werkstraf en voorwaardelijke ontzegging rijbevoegdheid voor verkeersongeval met zwaar letsel.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot 30 maanden gevangenisstraf, waarvan 15 maanden voorwaardelijk, voor opzettelijk brandstichten in Eindhoven, met levensgevaar voor anderen.

De rechtbank 's-Hertogenbosch veroordeelt de verdachte tot drie jaar gevangenisstraf voor deelname aan een criminele organisatie en opzetheling, maar spreekt hem vrij van de poging tot overval op de SNS-bank.

De rechtbank oordeelt dat de verdachte deel uitmaakte van een criminele organisatie en veroordeelt hem tot 24 maanden gevangenisstraf voor diefstal met braak.

De rechtbank veroordeelt de verdachte tot 42 maanden gevangenisstraf voor deelname aan een criminele organisatie en meerdere overvallen en diefstallen met geweld.

De rechtbank legt een gevangenisstraf van 22 maanden op voor diefstallen met braak en deelname aan een criminele organisatie, waarbij stigmatisering door de officier van justitie werd verworpen.

De rechtbank spreekt de verdachte vrij van de meeste tenlastegelegde feiten, maar veroordeelt hem tot 10 maanden gevangenisstraf voor opzetheling van een bromfiets.

De rechtbank legt 14 maanden gevangenisstraf op voor opzethelingen en voorbereidingshandelingen tot een overval op de SNS-bank in Schijndel, waarbij de verdachte werd vrijgesproken van de meeste tenlastegelegde feiten.

De rechtbank 's-Hertogenbosch heeft op 5 juli 2007 een verdachte veroordeeld tot 18 maanden gevangenisstraf voor deelname aan een criminele organisatie die zich bezighield met bankovervallen.

Vrijspraak voor deelname aan criminele organisatie en overval, maar 101 dagen gevangenisstraf voor wapenbezit opgelegd.

De rechtbank oordeelt dat de verdachte schuldig is aan poging tot diefstal met geweld bij een ABN-AMRO bank en legt 18 maanden gevangenisstraf op, met aftrek van voorarrest.

De rechtbank sprak de verdachte vrij van het primair tenlastegelegde, maar verklaarde hem schuldig aan het veroorzaken van gevaar op de weg zonder straf of maatregel op te leggen.

De rechtbank 's-Hertogenbosch legt de gemeente 's-Hertogenbosch een geldboete van EUR 1000,00 op wegens opzettelijke overtreding van vergunningvoorschrift Wet milieubeheer.

Boskalis BV is door de Rechtbank 's-Hertogenbosch veroordeeld tot een geldboete van € 15.000 voor het niet nemen van veiligheidsmaatregelen, waardoor gevaar voor derden ontstond.

De rechtbank 's-Hertogenbosch heeft op 12 juli 2006 een verdachte veroordeeld tot vijf jaar gevangenisstraf voor deelname aan een criminele organisatie die verantwoordelijk was voor meerdere inbraken. Tevens is de verdachte veroordeeld tot schadevergoeding aan benadeelde partijen.

De rechtbank 's-Hertogenbosch heeft een verdachte veroordeeld tot 42 maanden gevangenisstraf voor deelname aan een criminele organisatie en het plegen van meerdere inbraken en diefstallen.

Verdachte is schuldig bevonden aan oplichting door zich voor te doen als hulpbehoevende patiënt en onterecht zorg te ontvangen. Hij is veroordeeld tot 21 maanden gevangenisstraf, waarvan 7 maanden voorwaardelijk, en moet schadevergoeding betalen aan benadeelde zorginstellingen.

De rechtbank 's-Hertogenbosch veroordeelt een verdachte tot 10 maanden gevangenisstraf voor brandstichting in een islamitische school, met 6 maanden voorwaardelijk en een leerstraf van 468 uren.

De rechtbank 's-Hertogenbosch heeft op 16 oktober 2003 een verdachte veroordeeld tot 12 maanden gevangenisstraf voor het opzettelijk brandstichten in een islamitische school, met 6 maanden voorwaardelijk en een proeftijd van 2 jaar.