ECLI:NL:CRVB:2025:87
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van de ZW-uitkering van appellante na beoordeling van arbeidsongeschiktheid en medische beperkingen
In deze zaak gaat het om de beëindiging van de ZW-uitkering van appellante per 17 mei 2021 door het Uwv, omdat zij meer dan 65% kan verdienen van haar laatstverdiende loon. Appellante heeft zich ziekgemeld na een verkeersongeval en ontving een ZW-uitkering. Na een beoordeling door het Uwv, waarbij een verzekeringsarts en arbeidsdeskundige betrokken waren, werd geconcludeerd dat appellante in staat was om passende functies te vervullen. Appellante heeft hoger beroep ingesteld, waarbij zij aanvoert dat de medische beoordeling gebrekkig was en dat er onvoldoende rekening is gehouden met haar beperkingen. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, en de Centrale Raad van Beroep bevestigt deze uitspraak. De Raad oordeelt dat het medisch onderzoek zorgvuldig is uitgevoerd en dat er geen reden is om te twijfelen aan de geschiktheid van de geselecteerde functies. De Raad concludeert dat appellante geen recht heeft op een vergoeding voor proceskosten, omdat het hoger beroep niet slaagt.