ECLI:NL:CRVB:2025:256
Centrale Raad van Beroep
- Schadevergoedingsuitspraak
- Rechtspraak.nl
Herbeoordeling van de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant in het kader van de WIA
In deze zaak gaat het om de herbeoordeling van de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Appellant, die voor het laatst als vrachtwagenchauffeur werkte, heeft zich in 2008 ziekgemeld na een bedrijfsongeval. Het Uwv heeft zijn arbeidsongeschiktheid in de loop der jaren verschillende keren beoordeeld, met als laatste vaststelling per 24 december 2019 dat hij 58,96% arbeidsongeschikt is. Appellant is het niet eens met deze beoordeling en stelt dat hij meer beperkingen heeft dan het Uwv heeft aangenomen. Hij heeft hoger beroep ingesteld en verzocht om schadevergoeding. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat het Uwv de mate van arbeidsongeschiktheid terecht heeft vastgesteld. De Raad oordeelt dat de deskundigenrapporten die door de rechtbank zijn ingeschakeld, zorgvuldig en consistent zijn en dat het Uwv terecht op het verzoek van de garantsteller van de ex-werkgever van appellant heeft beslist. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het verzoek om schadevergoeding af.