ECLI:NL:CRVB:2025:242
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering toekenning Wajong-uitkering na laattijdige herhaalde aanvraag en zorgvuldig onderzoek door Uwv
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 februari 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over de weigering van een Wajong-uitkering aan appellante. Appellante had eerder een aanvraag ingediend voor een Wajong-uitkering, maar deze was door het Uwv beëindigd omdat zij niet was verschenen op het spreekuur. Na een herhaalde aanvraag in 2021 concludeerde het Uwv dat appellante arbeidsvermogen had en weigerde de uitkering. Appellante ging in beroep, maar de rechtbank bevestigde het besluit van het Uwv. In hoger beroep herhaalde appellante haar gronden, maar de Raad oordeelde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat appellante niet duurzaam arbeidsongeschikt was en over basale werknemersvaardigheden beschikte. De Raad onderschreef de conclusie van de rechtbank dat het Uwv zorgvuldig onderzoek had verricht en dat er geen reden was om het eerdere besluit te herzien. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, wat betekent dat de weigering van de Wajong-uitkering in stand blijft. Appellante krijgt geen vergoeding van het griffierecht omdat het hoger beroep niet slaagde.