ECLI:NL:CRVB:2025:569
Centrale Raad van Beroep
- Schadevergoedingsuitspraak
- Rechtspraak.nl
Weigering Wajong-uitkering op basis van duurzaam arbeidsongeschiktheid
In deze zaak gaat het om de weigering van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) om appellant een Wajong-uitkering toe te kennen. Appellant, geboren op [geboortedatum] 2004, heeft een aanvraag ingediend voor een Wajong-uitkering, waarbij hij stelt dat hij op de dag dat hij achttien jaar werd, duurzaam geen arbeidsvermogen had vanwege zijn autisme. Het Uwv heeft echter geconcludeerd dat appellant weliswaar op dat moment geen arbeidsvermogen had, maar dat deze situatie niet duurzaam was. De rechtbank Midden-Nederland heeft het beroep van appellant tegen het besluit van het Uwv ongegrond verklaard, wat appellant in hoger beroep aanvecht. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld en geconcludeerd dat het Uwv terecht heeft geweigerd de Wajong-uitkering toe te kennen. De Raad oordeelt dat de verzekeringsarts en arbeidsdeskundige voldoende hebben aangetoond dat appellant mogelijkheden tot ontwikkeling heeft, ondanks zijn verstandelijke beperking en autismespectrumstoornis. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het verzoek om schadevergoeding af, maar veroordeelt het Uwv tot vergoeding van de proceskosten van appellant.