mw. mr. B.M. van Dun

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant recht heeft op IVA-uitkering vanaf 4 maart 2016, na vernietiging van eerdere besluiten van het Uwv.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de intrekking van de WW-uitkering van appellant, maar laat de rechtsgevolgen in stand. Appellant verbleef buiten Nederland zonder dit te melden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat medisch onderzoek door Uwv voldoende zorgvuldig was; appellant niet arbeidsongeschikt op 20 april 2015.

Tussenuitspraak over de weigering van een passend werkaanbod door appellant en de gevolgen voor zijn WW-uitkering. Uwv moet besluit herstellen op basis van 24 uur per week.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening en terugvordering van WW-uitkering wegens niet-gemelde werkzaamheden als zelfstandige. Boete van € 955,08 blijft staan.

De Raad vernietigt de intrekking van de WW-uitkering van appellant, omdat deze niet correct was. Appellant heeft zijn inlichtingenverplichting geschonden, maar de intrekking per 16 april 2012 kan niet standhouden. Het Uwv moet een nieuwe beslissing op bezwaar nemen.

Centrale Raad van Beroep vernietigt intrekking ZW-uitkering en afwijzing WIA-uitkering; onvoldoende bewijs voor ontbreken gezagsverhouding.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant niet arbeidsongeschikt is en dat Uwv terecht ZW-uitkering heeft teruggevorderd.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv onzorgvuldig heeft gehandeld door geen tolk in te schakelen voor appellant met taalproblemen, vernietigt eerdere uitspraak en besluit, en draagt Uwv op het gebrek te herstellen.

Hoger beroep van appellant tegen beëindiging ziekengeld door Uwv. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak, oordeelt dat appellant in staat was arbeid te verrichten. Verzoek om deskundige afgewezen.

Centrale Raad van Beroep vernietigt het besluit van het Uwv inzake WIA-uitkering wegens gebrekkige uitvoering van de tussenuitspraak en draagt Uwv op een nieuwe beslissing te nemen.

Hoger beroep over WIA-uitkering van appellant met psychische klachten. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraken en oordeelt dat appellant niet volledig arbeidsongeschikt is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld, omdat zijn beperkingen correct zijn vastgesteld en de functies medisch geschikt zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op ziekengeld, omdat hij meer dan 65% van zijn maatmaninkomen kan verdienen na een eerstejaars ZW-beoordeling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant medisch geschikt is voor geselecteerde functies in het kader van de Ziektewet, ondanks eerdere ziekmelding en bezwaar.

Hoger beroep over WIA-uitkering en medisch onderzoek door het Uwv. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak, oordeelt dat onderzoek zorgvuldig was en beperkingen juist zijn vastgesteld.

Hoger beroep over WIA-uitkering; Raad bevestigt eerdere uitspraak en oordeelt dat medisch onderzoek zorgvuldig was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht had op WW- en WAZO-uitkering wegens geen privaatrechtelijke dienstbetrekking.

Hoger beroep over herziening en terugvordering van WIA-uitkering wegens niet-gemelde inkomsten. Boete vastgesteld op € 1.400,76.

Centrale Raad van Beroep bevestigt niet-ontvankelijkverklaring bezwaar wegens te late indiening van gronden. Appellant heeft geen verschoonbare redenen gegeven voor de late indiening.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de WAO-aanvraag van appellant wegens gebrek aan nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WIA-uitkering aan een werknemer na een bedrijfsongeval, oordelend dat het medisch onderzoek zorgvuldig was en de arbeidsongeschiktheid correct is vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de medische beoordeling van het Uwv zorgvuldig was en dat de beperkingen van de appellant correct zijn vastgesteld. Hoger beroep afgewezen.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante geen werknemer is in de zin van de WW, omdat essentiële elementen voor een arbeidsovereenkomst ontbreken en de relatie door familiebanden werd beheerst.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat medisch onderzoek naar arbeidsongeschiktheid zorgvuldig was en dat de FML correct was, waardoor de WIA-uitkering van appellant terecht werd beëindigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering; toegenomen arbeidsongeschiktheid door maagklachten voortvloeit uit andere ziekteoorzaak.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Den Haag over de arbeidsongeschiktheid van appellante in het kader van de Wet WIA.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv onvoldoende zorgvuldig medisch onderzoek heeft verricht bij de beoordeling van de WIA-uitkering van appellante. Uwv moet informatie inwinnen bij GGZ Rivierduinen.

Hoger beroep over recht op WIA-uitkering; geen psychische klachten op datum in geding; medische belastbaarheid bevestigd.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en oordeelt dat Uwv ondeugdelijk heeft gemotiveerd bij afwijzing WAO-uitkering. Nieuwe feiten over psychische klachten van appellant moeten opnieuw worden beoordeeld.

Hoger beroep van appellant R tegen Uwv over faillissementsuitkering en arbeidsomvang. De Raad vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep tegen besluit Uwv gegrond, maar beroep tegen ander besluit ongegrond.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant niet heeft aangetoond dat zijn loon tijdens ziekte vorderbaar maar niet inbaar was. Uwv moet dagloon opnieuw berekenen.

Tussenuitspraak van de Centrale Raad van Beroep over de WIA-uitkering van een havenmedewerker. Het Uwv moet het gebrek in de dagloonberekening herstellen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de onderzoeken door verzekeringsartsen zorgvuldig waren en dat er geen reden is om de vaststelling van de beperkingen van appellante in twijfel te trekken. Rechtsgevolgen van bestreden besluiten blijven in stand.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en oordeelt dat Uwv onvoldoende onderbouwing gaf voor arbeidsongeschiktheid werknemer; nieuwe beslissing op bezwaar vereist.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de vaststelling van de arbeidsongeschiktheid van appellant op 72,94% door het Uwv, en veroordeelt het Uwv in de proceskosten van appellant.

Centrale Raad van Beroep weigert WW-uitkering aan appellant die in Zwitserland woonde en werkte, o.a. wegens onvoldoende bewijs van woonplaats in Nederland.

Centrale Raad van Beroep vernietigt het besluit van het Uwv inzake WIA-uitkering en past de FML aan op basis van deskundigenrapport.

Appellant heeft geen recht op WIA-uitkering; de FML van 10 mei 2016 is niet ondeugdelijk gemotiveerd.

Centrale Raad van Beroep verklaart verzoek om herziening niet-ontvankelijk wegens niet tijdige betaling griffierecht.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv correct heeft gehandeld in de beoordeling van de belastbaarheid van appellant per 25 februari 2015. Hoger beroep gegrond verklaard en proceskosten vergoed.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante per 1 januari 2009 psychische beperkingen had en dat het Uwv haar WAO-uitkering ten onrechte heeft geweigerd. Het Uwv moet een nieuw besluit nemen.

Hoger beroep van appellant tegen afwijzing verzoek om herziening WAO-uitkering afgewezen; geen nieuwe feiten of omstandigheden.

Hoger beroep over loongerelateerde WGA-uitkering en arbeidsongeschiktheid. De Raad oordeelt dat de arbeidsongeschiktheid van appellant op 74,81% moet worden vastgesteld, en vernietigt eerdere besluiten van het Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellant geen recht heeft op WIA-uitkering, omdat zijn arbeidsongeschiktheid niet meer dan 35% is.

Centrale Raad van Beroep verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk wegens onvoldoende procesbelang; appellant heeft geen recht op WW-uitkering door ontvangen Ziektewet-uitkering.

Hoger beroep over recht op WIA-uitkering. Uwv heeft terecht vastgesteld dat er geen toegenomen beperkingen zijn. Hoger beroep van appellante slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellant met ziekte van Graves; zorgvuldig medisch onderzoek en geschiktheid van functies vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellante, oordelend dat zij geschikt is voor de geselecteerde functies en dat het medisch onderzoek zorgvuldig is uitgevoerd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellante na zorgvuldig medisch onderzoek.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WW-aanvraag appellante; geen nieuwe feiten of omstandigheden. Verzoek om schadevergoeding afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant onvoldoende sollicitaties heeft verricht voor WW-uitkering, waardoor een maatregel terecht is opgelegd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt terugvordering van WW-uitkering na startersregeling; appellant had moeten weten van verrekening inkomsten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt terugvordering van WW-voorschot op basis van belastingaanslagen. Appellant had moeten weten dat inkomsten verrekend zouden worden met uitkering.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant 40,62% arbeidsongeschikt is en Uwv moet nieuwe beslissing op bezwaar nemen. Proceskostenvergoeding van € 1.503,- en griffierecht van € 170,- aan appellant.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat ontslag appellante op dringende grond gerechtvaardigd is en dat zij verwijtbaar werkloos is geworden, waardoor het Uwv een maatregel moet opleggen op haar WW-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv de loonsanctie tijdig heeft verzonden op de laatste dag van de wachttijd, vernietigt eerdere uitspraak rechtbank.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; appellant geschikt voor geselecteerde functies na ziekmelding.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en oordeelt dat Uwv IVA-uitkering ten onrechte heeft geweigerd wegens onvoldoende onderbouwing van duurzame arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering en terugvordering onverschuldigde betaling door Uwv.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant met ziekte van Parkinson recht heeft op IVA-uitkering, vernietigt eerdere besluiten Uwv en kent uitkering toe met terugwerkende kracht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Overijssel over de WIA-uitkering van de appellant, ondanks schending van artikel 8:58 Awb, omdat appellant in hoger beroep alsnog kon reageren.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht meer heeft op ziekengeld na zorgvuldige medische beoordeling door verzekeringsartsen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante minder dan 35% arbeidsongeschikt is volgens het Uwv, na beoordeling van medische onderzoeken en FML.

Hoger beroep over terugvordering WW-uitkering. Appellant stelt toezeggingen van Uwv, maar bewijs ontbreekt. Uitspraak rechtbank bevestigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking WW-uitkering wegens gebrek aan bewijs van dienstbetrekking. Appellant kan geen objectieve gegevens overleggen.

Centrale Raad van Beroep herziening boete WW-gerechtigde wegens schending inlichtingenplicht; boete vastgesteld op € 1.394,72.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WIA-aanvraag en beëindiging ZW-uitkering na zorgvuldige medische beoordeling.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante op de datum in geding leed aan een ernstige depressie, vernietigt eerdere besluiten en draagt Uwv op nieuwe beslissing te nemen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering van WIA-uitkering wegens gefingeerd dienstverband. Appellante kan geen bewijs leveren voor haar dienstverband.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere besluiten van Uwv inzake WIA-uitkering van appellante met endometriose en draagt Uwv op nieuw besluit te nemen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Den Haag over de medische geschiktheid van appellante voor werk na psychische klachten en het recht op ziekengeld.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv onrechtmatig bankafschriften heeft opgevraagd bij appellant, wat in strijd is met het recht op respect voor het privéleven. Het Uwv moet het besluit tot intrekking van de WW-uitkering herstellen.

Hoger beroep over WGA-vervolguitkering; Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak en oordeelt dat medische beoordeling door Uwv zorgvuldig was.

Hoger beroep over afwijzing van faillissementsuitkering en ZW-uitkering wegens gebrek aan privaatrechtelijke dienstbetrekking. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing faillissementsuitkering en intrekking ZW-uitkering wegens gefingeerd dienstverband.

Centrale Raad van Beroep herziening en terugvordering WIA-uitkering na ontdekking hennepkwekerij. Totale terugvordering vastgesteld op € 32.702,15, boete verlaagd naar € 480,60.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante niet in aanmerking komt voor een WIA-uitkering, omdat haar beperkingen voldoende zijn meegenomen in de FML. Het hoger beroep wordt afgewezen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de WGA-vervolguitkering van appellant correct is vastgesteld, zonder urenbeperking.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op WIA-uitkering wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid. Uwv veroordeeld tot vergoeding proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de vaststelling van het WW-dagloon op € 82,96, oordeelt dat de eerdere uitspraak van de rechtbank juist was en dat de berekeningswijze bindend is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de vaststelling van het ZW-dagloon door het Uwv, dat in overeenstemming is met de ZW en het Dagloonbesluit. Hoger beroep van appellant slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellant wegens onvoldoende bewijs van toegenomen arbeidsongeschiktheid per 12 oktober 2014.

Appellant kreeg geen WW-uitkering omdat hij te laat een aanvraag indiende. De Raad oordeelde dat er geen bijzonder geval was om van de termijnoverschrijding af te wijken.

Hoger beroep tegen afwijzing WIA-uitkering. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank over de WW-dagloonberekening en wijst het verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-uitkering op basis van deskundigenrapport en arbeidsmogelijkheden van appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging LAU-uitkering van appellante op basis van herbeoordeling door het Uwv, zonder nieuwe medische onderbouwing.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellante, oordelend dat de functies medisch geschikt zijn en er geen bewijs is voor volledige arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland over de einddatum van de ZW-uitkering en de geschiktheid van functies voor appellante.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak over maatmanwisseling en bevestigt dat wachttijd voor WIA-uitkering doorloopt. Uwv wordt veroordeeld in proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-uitkering na zorgvuldig medisch onderzoek door het Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering; voldoende medische onderbouwing en geschiktheid voor andere functies vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het medisch onderzoek naar de beëindiging van de WAO-uitkering van appellant onzorgvuldig was. Uwv moet informatie inwinnen bij de uroloog over onderbuikklachten.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens onvoldoende procesbelang, maar veroordeelt Uwv tot vergoeding van proceskosten van € 3.357,36.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering; zorgvuldig medisch onderzoek en juiste inschatting van belastbaarheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellante op basis van onvoldoende arbeidsongeschiktheid en medische geschiktheid voor andere functies.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat Uwv onterecht WW-uitkering introk; appellant had een dienstbetrekking bij de pizzeria.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat FNV geen ANBI-status heeft, waardoor toestemming voor vrijwilligerswerk met behoud van WW-uitkering is geweigerd.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant recht heeft op tantième ter hoogte van een maandsalaris, ondanks faillissement van de werkgeefster. Uwv moet gebreken in besluit herstellen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering van WW- en ZW-uitkering wegens gefingeerd dienstverband.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WW-uitkering aan appellante wegens verwijtbare werkloosheid na ontslag wegens ernstig plichtsverzuim.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de fiscale bijtelling van de auto van de zaak niet meetelt bij de berekening van het WIA-dagloon, omdat deze bijtelling niet onder het loonbegrip valt voor de referteperiode.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag overneming betalingsverplichtingen wegens betalingsonmacht van werkgever; onvoldoende bewijs voor betalingsonmacht.

Centrale Raad bevestigt dat Uwv onvoldoende bewijs heeft geleverd voor intrekking van WW-uitkeringen wegens gefingeerde dienstverbanden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt terugvordering voorschot WW; geen beroep op vertrouwensbeginsel.

Centrale Raad van Beroep herziening WW-uitkering en boete wegens schending inlichtingenplicht. Boete verlaagd naar € 1.863,40.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv niet voldoende heeft gemotiveerd waarom een IVA-uitkering aan appellante is geweigerd. Appellante heeft recht op IVA-uitkering vanaf 2 september 2014.

Hoger beroep tegen de weigering van een WIA-uitkering. Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraak en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat voormalig topambtenaar recht heeft op gedeeltelijke WW-uitkering na zelfontslag, maar niet voor de eerste 26 weken.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op WW-uitkering over de periode van 23 december 2013 tot 10 februari 2015, er is geen bijzonder geval.

Centrale Raad van Beroep herziening WW-uitkering en boete wegens schending inlichtingenplicht. Werkzaamheden bij [naam bedrijf] niet als vriendendienst aangemerkt. Boete vastgesteld op € 1.080,- en terugvordering op € 12.557,40.

Hoger beroep over WGA-uitkering en medische beoordeling van chronisch vermoeidheidssyndroom. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak en oordeelt dat geen urenbeperking nodig is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verzoek om herziening WAO-dagloon; geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de overschrijding van de bezwaartermijn voor WW-uitkering niet verschoonbaar is en verklaart het beroep ongegrond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen WW-uitkering ontvangt omdat hij niet tijdig een aanvraag heeft ingediend na beëindiging dienstverband.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en besluit Uwv, herstelt recht op IVA-uitkering voor werknemer per 9 maart 2015.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant over de WIA-uitkering van appellante, oordeelt dat het medisch onderzoek zorgvuldig was en dat er geen aanleiding is voor een deskundige.

Hoger beroep over WW-uitkering en inkomstenverrekening bij nevenwerkzaamheden. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland over de WW-uitkering van appellante, waarbij het Uwv de wet correct heeft toegepast en inkomensverrekening rechtmatig is.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv het ZW-dagloon van appellante per 29 december 2014 moet herzien naar € 49,40 bruto, en vernietigt eerdere besluiten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellante op 71,79% en wijst het hoger beroep af, maar veroordeelt het Uwv in proceskosten van € 2.755,50.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv gebrekkig heeft gemotiveerd dat appellante geen recht heeft op WIA-uitkering. Uwv moet gebreken herstellen en informatie inwinnen bij behandelend sector.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld na beoordeling van zijn geschiktheid voor arbeid. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraak dat appellant geen recht heeft op ziekengeld; medische situatie en beperkingen zijn adequaat beoordeeld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geschikt is voor arbeid en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Hoger beroep over het vervallen van de urenbeperking in de WIA-uitkering. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak, geen nieuwe medische argumenten voor urenbeperking.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraak over WIA-uitkering; medische beoordeling van arbeidsongeschiktheid is toereikend.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant over de WAO-uitkering van appellant, die onvoldoende procesbelang heeft bij een uitspraak over het maatmanloon.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening WW-uitkering van appellant na werkzaamheden als zelfstandige, oordelend dat deze niet naast maar in plaats van zijn dienstbetrekking zijn verricht.

Herziening van WAO-uitkering en boete wegens schending inlichtingenverplichting door betrokkene die inkomsten uit hennepkwekerij niet meldde. Uwv moet € 4.727,51 terugvorderen.

Hoger beroep van appellante tegen de weigering van haar WIA-uitkering. De Centrale Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank, oordeelt dat de medische beoordelingen van het Uwv zorgvuldig zijn en dat er geen nieuwe argumenten zijn.

Hoger beroep over de hoogte van een boete van € 650,- opgelegd door het Uwv wegens schending van de inlichtingenverplichting. De boete is vastgesteld op € 641,74 na vernietiging van de eerdere uitspraak.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening en terugvordering van uitkeringen wegens schending inlichtingenplicht door appellant met betrekking tot hennepkwekerij.

Tussenuitspraak over ontslag en WW-uitkering van een belastingambtenaar wegens verwijtbare werkloosheid. Uwv moet besluit herstellen.

Centrale Raad van Beroep vernietigt besluit Uwv over intrekking WW-uitkering wegens verblijf in het buitenland en schending mededelingsplicht. Terugvordering vastgesteld op € 44.734,02 en Uwv veroordeeld in proceskosten van € 2.254,50.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over herziening en terugvordering WIA-uitkering wegens schending inlichtingenverplichting. Boete verlaagd van € 1.401,67 naar € 557,65.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering Wajong-uitkering; appellant was geen ingezetene tijdens studieperiode.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van de WW- en ZW-uitkering van appellant wegens schending van de inlichtingenplicht en het niet melden van zelfstandige werkzaamheden in de drugshandel.

Hoger beroep over de berekening van het dagloon voor WAO-uitkering. De Raad bevestigt dat het dagloon moet worden gebaseerd op het hogere dagloon van timmerman (€ 106,38) en niet op het lagere dagloon van conciërge (€ 88,21).

Appellant kreeg geen ZW-uitkering omdat hij niet verzekerd was en er geen privaatrechtelijke dienstbetrekking was. De Centrale Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv ten onrechte minuren in mindering heeft gebracht op de uitkering van appellant. De Raad vernietigt de eerdere uitspraak en verklaart het beroep gegrond.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv zijn beleid om geen herziening van boetebesluiten toe te staan zonder nieuwe feiten niet aanvaardbaar is. Uwv moet besluit herstellen binnen 3 maanden.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het beleid van het Uwv inzake herziening van boetebesluiten niet aanvaardbaar is en draagt het Uwv op het besluit te herstellen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante als werknemer kan worden aangemerkt in de zin van de WW, ondanks de familierelatie met de eigenaar van [B.V].

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant niet verwijtbaar werkloos is geworden, omdat er geen sprake was van een duidelijke ontslagname. Uwv moet besluit herstellen.

Hoger beroep over intrekking toeslag ZW en WW na melding gezamenlijke huishouding. Uwv heeft voldoende bewijs geleverd voor intrekking, maar boete niet gehandhaafd.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over herziening WIA-uitkering en boete wegens schending inlichtingenverplichting. Boete vastgesteld op € 236,83, met restitutie van € 3,17 aan appellant.

Hoger beroep over WIA-uitkering; medische beoordeling door Uwv wordt bevestigd. Appellante's argumenten over onderschatting van beperkingen worden verworpen.

Hoger beroep ingetrokken omdat het Uwv met gewijzigde beslissing geheel aan de bezwaren van appellant is tegemoetgekomen. Proceskostenveroordeling van € 1.002,- aan appellant.

Hoger beroep ingetrokken omdat het Uwv met de gewijzigde beslissing geheel aan de bezwaren van appellante is tegemoetgekomen. Proceskostenveroordeling van € 1.503,- aan appellante.

Centrale Raad van Beroep vernietigt besluit Uwv over WW-uitkering; appellant niet verwijtbaar werkloos. Uwv veroordeeld in proceskosten.

De Raad oordeelt dat de intrekking van de WW-uitkering van appellant door het Uwv terecht was, maar dat de motivering van het besluit niet correct was. Proceskosten worden vergoed.

Centrale Raad van Beroep vernietigt terugvordering WW-uitkering; stamrecht-B.V. valt onder inkomen uit vroegere dienstbetrekking.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over intrekking en terugvordering van WW- en ZW-uitkering; onvoldoende bewijs voor gefingeerde dienstbetrekkingen met [werkgever 1].

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de beslagvrije voet van appellant pas kan worden aangepast vanaf het moment dat hij de benodigde gegevens heeft verstrekt, en niet met terugwerkende kracht.

Hoger beroep over vaststelling dagloon en proceskostenveroordeling in WIA-zaak. Raad vernietigt eerdere uitspraak en veroordeelt Uwv tot betaling van proceskosten van € 1.980,- en griffierecht van € 169,- aan appellant.

Hoger beroep over de hoogte van een boete wegens schending van de inlichtingenplicht in de WW. Boete verlaagd naar € 733,16. Uwv veroordeeld in proceskosten van appellant.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening van de WAO-uitkering van appellante naar 80-100% en de vaststelling van de maatman op 31 uur per week.

Hoger beroep over de intrekking van WAO-uitkering en oplegging van boete wegens schending van inlichtingenplicht. De schending is verwijtbaar, boete wordt bevestigd.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de weigering van de WW-uitkering wegens onvoldoende onderzoek door Uwv naar verwijtbare werkloosheid.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard; appellante kan bezwaar maken tegen Uwv-besluit over eerdere periode.

Centrale Raad van Beroep bevestigt terugvordering WAO-uitkering en boete wegens schending inlichtingenplicht door appellante.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over herziening WIA-uitkering en schending inlichtingenverplichting. Boete vernietigd wegens geringe verwijtbaarheid.

Hoger beroep over de afwijzing van een aanvraag voor faillissementsuitkering wegens gebrek aan bewijs van een privaatrechtelijke dienstbetrekking.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de WIA-aanvraag van de appellant en oordeelt dat de functie conciërge geschikt is, ondanks de aangevoerde beperkingen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellant geen recht heeft op WIA-uitkering. Medisch onderzoek en beoordeling door Uwv zijn zorgvuldig en correct.

Hoger beroep over vaststelling dagloon en vorderbaarheid van loon in refertejaar. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het Uwv terecht is uitgegaan van loongegevens in de polisadministratie.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening van de WAO-uitkering van appellant, die geen rechten kon ontlenen aan artikel 40 van de WAO, en verklaart het hoger beroep ongegrond.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv onvoldoende onderbouwing heeft gegeven voor de conclusie dat appellante niet duurzaam arbeidsongeschikt is. Het Uwv moet het besluit herstellen.

Hoger beroep over de herziening van een WAO-uitkering. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het medisch onderzoek zorgvuldig was en er geen reden is om te twijfelen aan de medische beoordeling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellant voldoet aan opleidingsniveau 2 en in staat is om de voorgehouden functies te vervullen, ondanks zijn bezwaren over taalvaardigheid.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de WIA-uitkering van appellante, oordeelt dat er voldoende medische onderbouwing is en dat er geen sprake is van reformatio in peius.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering; zorgvuldigheid van besluitvorming en geschiktheid functies aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat WIA-uitkering terecht geweigerd is en ZW-uitkering terecht beëindigd en teruggevorderd is, omdat appellant geen werknemer was in de zin van de ZW.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de FML van 21 december 2015 de medische belastbaarheid van betrokkene correct weergeeft. De rechtbank had ten onrechte bepaald dat het Uwv een nieuwe beslissing op bezwaar moest nemen. Rechtsgevolgen van het vernietigde besluit blijven in stand.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat werknemer verwijtbaar werkloos was en dat WW-uitkering terecht is geweigerd. Eerdere uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd.

Hoger beroep over boete wegens niet nakomen inlichtingenverplichting en herziening WW-uitkering. Boete verlaagd naar € 281,80.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant recht heeft op WW-uitkering na beëindiging van dienstverbanden, voldoet aan referte-eis, dagloon vastgesteld op € 144,-.

Hoger beroep over intrekking en terugvordering van toeslag wegens gezamenlijke huishouding en schending van de inlichtingenplicht. Boete vastgesteld op € 1.381,62.

Hoger beroep over schadevergoeding na onrechtmatige weigering WW-uitkering. Raad oordeelt dat Uwv € 369,71 aan wettelijke rente moet betalen en veroordeelt in proceskosten van € 1.485,-.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing schadevergoeding; geen causaal verband met besluit van 31 oktober 2011.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat werknemer geen benadelingshandeling heeft gepleegd door gebruik te maken van een vertrekregeling, waardoor hij recht heeft op WW-uitkering na fictieve opzegtermijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering van WW- en ZW-uitkering wegens gefingeerd dienstverband. Appellante slaagt er niet in tegenbewijs te leveren.

Centrale Raad van Beroep herziening WW-uitkering en terugvordering van € 3.911,56 na schending inlichtingenverplichting. Boete verlaagd naar € 1.741,58 en Uwv veroordeeld tot schadevergoeding.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen werknemer is en WW-uitkering terecht is geweigerd, omdat geen gezagsverhouding bestond met [School].

Hoger beroep over WIA-uitkering; Raad bevestigt dat medisch onderzoek zorgvuldig was en belastbaarheid appellant overtuigend is gemotiveerd. Hoger beroep afgewezen.

Hoger beroep over boetebesluit Uwv wegens schending inlichtingenplicht WW. Centrale Raad oordeelt dat appellant deels verminderde verwijtbaarheid heeft en legt boete op van € 1.168,08.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante als werknemer in de zin van de WW moet worden aangemerkt en recht heeft op een faillissementsuitkering. Eerdere uitspraak van de rechtbank vernietigd.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv ten onrechte de WW-uitkering van appellant blijvend heeft geweigerd na ontslag wegens wangedrag, omdat aan het ontslag geen dringende reden ten grondslag lag.

Hoger beroep ingetrokken omdat het Uwv geheel aan appellante is tegemoetgekomen. Proceskostenveroordeling van € 495,- toegewezen aan appellante.

Hoger beroep over herziening en terugvordering WIA-uitkering met boete wegens schending inlichtingenplicht. Appellant heeft geen werkzaamheden verricht voor het bedrijf, maar de Raad oordeelt dat het Uwv terecht heeft gehandeld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat er geen ondubbelzinnige toezeggingen zijn gedaan door het Uwv over de verrekening van inkomsten, waardoor het beroep op het vertrouwensbeginsel faalt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt terugvordering van toeslag en boete wegens schending inlichtingenplicht door niet opgeven pensioeninkomen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat Uwv ten onrechte WW-uitkering van appellante niet uitbetaalt en vernietigt eerdere besluiten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt niet-ontvankelijkheid van bezwaar tegen afwijzing WAO-aanvraag wegens te late indiening van gronden.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens vervallen procesbelang. Schadevergoeding toegewezen wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellante, o.b.v. medische beoordeling dat zij per 19 nov 2013 weer geschikt was voor haar arbeid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de vaststelling van het WIA-dagloon en oordeelt dat buiten de referteperiode gelegen betalingen niet in aanmerking komen voor de berekening.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellante, o.b.v. deskundigenrapporten die haar geschiktheid voor eigen werk bevestigen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over ingangsdatum WAO-uitkering; stelt deze vast op 17 januari 2007 na herziening door Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt terugvordering onverschuldigd betaalde WAO-uitkering en boete wegens schending inlichtingenverplichting.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de juiste vaststelling van het dagloon voor WIA-uitkering en de toepassing van het Dagloonbesluit, hoger beroep van appellant slaagt niet.

Hoger beroep over terugvordering van toeslag en boete wegens niet doorgeven van inkomsten. Centrale Raad oordeelt dat medische situatie geen dringende reden is om van terugvordering af te zien. Boete wordt verlaagd.

Hoger beroep van appellant tegen Uwv over WW-uitkering en dagloonberekening. De Raad oordeelt dat het Uwv het dagloon correct heeft vastgesteld, maar veroordeelt het Uwv tot schadevergoeding en proceskosten.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak over ziekengeld; verzekeringsarts had geen afspraak met PsyQ hoeven afwachten.

Hoger beroep over beëindiging ziekengeld; Centrale Raad oordeelt dat medisch onderzoek zorgvuldig was en appellant geschikt is voor geselecteerde functies.

Centrale Raad bevestigt weigering WIA-uitkering; appellant niet verzekerd op eerste arbeidsongeschiktheidsdag.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van de WGA-uitkering van appellant, o.b.v. medische geschiktheid en beperkingen, en oordeelt dat het Uwv op goede gronden heeft gehandeld.

Centrale Raad van Beroep vernietigt intrekking WW- en ZW-uitkeringen, oordeelt dat appellant wel degelijk werkzaamheden heeft verricht voor [naam B.V.].

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering van toeslag wegens schending van inlichtingenplicht door appellante in het kader van de WAO.

Hoger beroep over de overname van betalingsverplichtingen en de toerekening van een bonus na faillissement. De Raad bevestigt dat de bonus niet voor overname in aanmerking komt, omdat deze vóór de referteperiode is ontstaan.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Gelderland over de arbeidsongeschiktheid van appellante, waarbij de deskundige oordeelt dat appellante in staat is om acht uur per dag te werken, maar een gefaseerde opbouw van werktijden nodig heeft.

Hoger beroep over WW-uitkering na faillissement werkgever. Appellante betwist de berekening van arbeidsurenverlies door het Uwv. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de berekening correct is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat betalingen aan de oudste verbintenissen tot loon moeten worden toegerekend, niet aan de referteperiode voor WW-uitkering.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over terugvordering onverschuldigd betaalde WAO-uitkering en boete wegens schending inlichtingenplicht. Boete vastgesteld op € 2.350,50.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de WW-uitkering van appellante op basis van een arbeidsurenverlies van 9,46 uur per week, in overeenstemming met de wettelijke bepalingen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante per 1 augustus 2014 geen recht meer had op WW-uitkering en dat het Uwv de uitkering terecht heeft ingetrokken en teruggevorderd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld na beoordeling van medische gegevens en geschiktheid voor arbeid.

Centrale Raad van Beroep herziening en terugvordering WW-uitkering na schending inlichtingenplicht; boete verlaagd van € 2.390,- naar € 2.386,88.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WIA-uitkering aan appellante na zorgvuldig medisch onderzoek en oordeelt dat er onvoldoende bewijs is voor arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op ziekengeld na psychische klachten, op basis van eerdere besluiten van het Uwv.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens gebrek aan procesbelang; appellanten beogen erkenning van ziekte van overleden betrokkene, maar dit levert geen procesbelang op.

Hoger beroep over herberekening WIA-uitkering en ingangsdatum verhoging dagloon. Uwv heeft terecht uitkering herberekend per 1 mei 2014. Geen aanleiding voor eerdere toepassing van gewijzigd dagloon.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag IOW-uitkering; appellant voldeed niet aan voorwaarden. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen gefingeerd dienstverband had en dat de intrekking van zijn ZW-uitkering terecht was.

Hoger beroep over intrekking WW-uitkering en terugvordering. Appellant was geen werknemer in de zin van de WW. De Centrale Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellant, oordelend dat de medische beoordeling juist was en er geen aanleiding was voor verdere arbeidsbeperkingen.

Hoger beroep over de hoogte van het Wazo-dagloon. De Centrale Raad oordeelt dat artikel 7, derde lid, van het Dagloonbesluit niet van toepassing is en dat het Wazo-dagloon op basis van artikel 7, eerste lid, moet worden berekend.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk en veroordeelt Uwv tot betaling van proceskosten en griffierecht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van WIA-uitkering, maar vernietigt de uitspraak over WGA-uitkering vanwege onjuiste datum in geding. Nieuwe datum vastgesteld op 30 maart 2015.

Centrale Raad van Beroep vernietigt boete van Uwv wegens niet onverwijld melden van kantonrechter vonnis; vonnis had geen invloed op WW-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat een brief van het Uwv over het einde van een WW-uitkering geen besluit is en verklaart het hoger beroep van de appellant ongegrond.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om terug te komen van intrekkingsbesluit af, maar vernietigt eerdere uitspraak wegens gebrek in besluitvorming.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op een eerdere WIA-uitkering dan 28 februari 2008 en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv artikel 40, eerste lid, WAO correct heeft toegepast en dat er geen strijd is met het eigendomsrecht van appellante.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over toekenning IVA-uitkering en afwijzing kostenvergoeding in WIA-zaak. Uwv heeft appellante met terugwerkende kracht als arbeidsongeschikt aangemerkt, maar kostenvergoeding afgewezen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WIA-uitkering aan appellante, oordelend dat de medische beoordeling door het Uwv correct was en dat er geen reden is om aan de FML te twijfelen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat er sprake is van een overgang van onderneming in de zin van artikel 7:662 BW, waarbij de identiteit van de onderneming behouden is gebleven.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante recht heeft op WW-uitkering, ondanks twijfels over gezagsverhouding met haar echtgenoot als werkgeefster. Besluiten Uwv vernietigd.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van de toestemming voor de startersregeling door het Uwv, omdat appellante werkzaamheden verrichtte zonder deze te melden, wat in strijd was met de voorwaarden van de WW.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de terugvordering van onverschuldigd betaalde WW- en ZW-uitkeringen en ontzegging van WW-uitkering aan appellante.

Appellante heeft in hoger beroep geen recht op WIA-uitkering na beëindiging loongerelateerde WGA-uitkering. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank Limburg.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere besluiten van het Uwv over boetes wegens overtreding van de inlichtingenverplichting door appellante, maar handhaaft de boete van € 520,- als evenredig.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over herziening en terugvordering van WW-uitkering na foutieve informatieverwerking door het Uwv. Herziening kan terug tot 29 juli 2014.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de beslissing van het Uwv om de WW-aanvraag van appellant niet te behandelen en het voorschot op nihil te stellen, wegens verwijtbare werkloosheid.

Hoger beroep over WIA-uitkering en arbeidsongeschiktheid. Appellant krijgt alsnog loongerelateerde WGA-uitkering. Uwv's eerdere besluit wordt vernietigd.

Appellant heeft zijn WW-uitkering onterecht ontvangen door niet te melden dat hij werkte. De Raad bevestigt de intrekking van de uitkering en de boete van € 7.800,-.

Centrale Raad bevestigt intrekking WW-uitkering en terugvordering wegens gefingeerd dienstverband. Appellante was niet verzekerd voor WW en ZW.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de eerste arbeidsongeschiktheidsdag van appellant 15 mei 2009 moet zijn, niet 15 november 2011, en vernietigt het besluit van het Uwv.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat dringende redenen aanwezig zijn om af te zien van het opleggen van een boete aan betrokkene, gezien de ernstige psychische en financiële gevolgen van de boete.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de overbruggingsuitkering van betrokkene niet als uitkering uit dienstbetrekking kan worden aangemerkt, waardoor het Uwv deze ten onrechte in mindering heeft gebracht op de WW-uitkering.

Centrale Raad van Beroep vernietigt besluiten Uwv over herziening WIA-uitkering en toeslag; activiteiten appellante niet relevant voor WIA.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag van directeur-grootaandeelhouder om betalingsverplichtingen van failliet bedrijf over te nemen; geen dienstbetrekking onder WW.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat Uwv onrechtmatig heeft gehandeld bij herziening WW-uitkering. Appellant krijgt schadevergoeding van € 19.892,39 en € 9.179,- voor pensioenschade, plus wettelijke rente.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk en veroordeelt Uwv tot betaling van € 1.040,- aan proceskosten.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens ontbreken procesbelang en veroordeelt Uwv in proceskosten van € 1.040,-.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over hoger beroep inzake arbeidsongeschiktheid en IVA-uitkering, bevestigt dagloon van € 88,- en vernietigt eerdere uitspraak.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de bonus over 2013 niet voor vergoeding in aanmerking komt, omdat deze niet aan de referteperiode kan worden toegerekend.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over de oplegging van een boete aan betrokkene wegens het niet melden van werkzaamheden en herziening van WIA-uitkering. De Raad vernietigt eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep van betrokkene ongegrond.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant niet in aanmerking komt voor WIA-uitkering; eerdere uitspraak vernietigd, rechtsgevolgen in stand gelaten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt terugvordering WW-uitkering van appellant, oordeelt dat het Uwv het Inkomstenbesluit correct heeft toegepast.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op ZW-uitkering, omdat hij niet binnen vier weken na afloop van de verzekering ziek is geworden.

Hoger beroep van UWV tegen uitspraak rechtbank Limburg over ziekengeld en rechtsverhouding met betrokkene. De Raad vernietigt de uitspraak en verwijst de zaak terug naar de rechtbank.

Hoger beroep van appellant tegen Uwv over WAO-uitkering. Raad bevestigt eerdere uitspraak, oordeelt dat Uwv correct heeft gehandeld en geen aanleiding had om eerdere besluiten te herzien.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraken en beslist dat het Uwv het dagloon van appellante moet herberekenen, rekening houdend met vorderbaar maar niet inbaar loon.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld na zorgvuldige beoordeling van medische rapportages en arbeidsdeskundige oordelen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat ZW-uitkering terecht is geweigerd; appellant kan meer dan 65% van zijn maatmaninkomen verdienen.

Beëindiging ZW-uitkering na zorgvuldig medisch onderzoek. Centrale Raad bevestigt uitspraak rechtbank, geen deskundige benoemd.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante niet ongeschikt was voor haar werk als gevolg van zwangerschap en/of bevalling. De eerdere uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd en het beroep ongegrond verklaard.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante recht heeft op WW-uitkering na ontslag in het kader van een vertrekregeling, vernietigt eerdere uitspraak.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv de WIA-uitkering van appellant terecht heeft geweigerd, omdat zijn belastbaarheid correct is vastgesteld en de geselecteerde functies passend zijn.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat UWV de benodigde begeleiding voor Wajong-aanvraag onderschatte en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Hoger beroep over terugvordering WW-uitkering na toestemming voor werkzaamheden. Appellant betwistte onvoldoende informatie over gevolgen van B.V.-keuze. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep tegen WGA-vervolguitkering gegrond, terwijl beroep tegen gewijzigde beslissing ongegrond wordt verklaard.

Hoger beroep over de afwijzing van een faillissementsuitkering. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant in privaatrechtelijke dienstbetrekking stond en vernietigt de eerdere uitspraak.

Hoger beroep over arbeidsongeschiktheid; de Raad bevestigt 59,51% arbeidsongeschiktheid en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt terugvordering WAO-uitkering en boete wegens inkomsten uit hennepteelt.

Hoger beroep over dagloon en maatmaninkomen in het kader van de Wet WIA. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het Uwv correct heeft gehandeld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellanten geen werknemers waren en dat uitkeringen onverschuldigd zijn betaald, met terugvordering door het Uwv.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant ten onrechte geen toestemming kreeg voor zelfstandige werkzaamheden tijdens WW; eerdere werkzaamheden waren incidenteel en niet als zelfstandig werk gekwalificeerd.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat geen sprake is van overgang van onderneming en vernietigt de afwijzing van de faillissementsuitkering door het Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv geen onderzoek naar sollicitatieplicht hoefde uit te voeren na beëindiging WW-uitkering, verzoek tot intrekking en terugvordering afgewezen.

Centrale Raad van Beroep herroept boetebesluit van Uwv wegens verzwegen inkomsten en oordeelt dat boete een onevenredige sanctie is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ontheffing sollicitatieplicht voor WW-uitkering; appellant kan niet aantonen dat bijzondere omstandigheden bestaan.

Hoger beroep over intrekking WW-uitkering en bewijsvoering van arbeidsovereenkomst. Appellant betwistte te hebben gewerkt bij de werkgever. De Raad oordeelde dat het Uwv onvoldoende bewijs had geleverd en het hoger beroep slaagde.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de opzegging van de arbeidsovereenkomst niet rechtsgeldig was en dat de WW-uitkering opnieuw berekend moet worden op basis van het juiste loon.

Centrale Raad van Beroep vernietigt intrekking en terugvordering WW-uitkering; Uwv heeft onvoldoende feiten aangedragen.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak over terugvordering WW-voorschotten. UWV moet terugvordering rechtvaardigen, verjaringstermijn begint bij kennis van feiten.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante haar inlichtingenverplichting niet is nagekomen, waardoor haar WW-uitkering terecht is ingetrokken en een boete van € 640,- is opgelegd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellante op basis van zorgvuldig medisch onderzoek en geschiktheid voor geselecteerde functies.

Centrale Raad van Beroep vernietigt boeteoplegging door Uwv wegens niet aangetoonde schending inlichtingenverplichting door appellant.

Centrale Raad van Beroep vernietigt niet-ontvankelijk verklaring van de rechtbank en verwijst de zaak terug voor hernieuwde behandeling.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over intrekking hoger beroep en proceskostenveroordeling. Schadevergoeding wegens overschrijding redelijke termijn vastgesteld op € 1.000,-.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv terecht teveel ontvangen voorschotten op de WW-uitkering terugvorderde; geen schending van vertrouwens- of evenredigheidsbeginsel.

Hoger beroep over loongerelateerde WGA-uitkering; psychische klachten onvoldoende onderkend. Uwv's beoordeling bevestigd.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep tegen Uwv-besluit gegrond, maar beroep tegen nieuwe boete ongegrond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Gelderland over herziening van ZW-uitkering na ontdekking hennepkwekerij. Appellant heeft zijn gronden niet onderbouwd met bewijs.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de vaststelling van het WW-dagloon op € 159,29 en wijst verzoek om schadevergoeding af.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellante een WIA-uitkering toe te kennen, omdat de medische beoordeling zorgvuldig was en geen reden voor een urenbeperking aanwezig was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt terugvordering van WW-voorschotten aan appellant, oordeelt dat beroep op vertrouwensbeginsel faalt.

Hoger beroep over de oplegging van een maatregel op de Wajong-uitkering van een appellante met een lichte verstandelijke beperking. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de maatregel terecht is opgelegd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking en terugvordering van WW-uitkering wegens hennepkwekerij. Verzoek om herziening afgewezen, geen nieuwe feiten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht had op WW-uitkering na intrekking aanvraag. Uwv handelde niet onzorgvuldig. Hoger beroep afgewezen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de WW-uitkering van de appellant per 30 mei 2014, omdat er geen recht op ZW-uitkering was ontstaan tijdens de WW-periode.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellant, die per 18 juni 2013 geschikt werd geacht voor arbeid, ondanks rug- en psychische klachten.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de weigering van het UWV om WW-uitkering uit te betalen, o.b.v. onvoldoende bewijs van passend werkaanbod.

Hoger beroep van appellante tegen verlaging WW-uitkering wegens onvoldoende sollicitatieactiviteiten. De Centrale Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank.

Centrale Raad van Beroep bevestigt boete van € 1.190,- voor appellant wegens schending van inlichtingenverplichting tijdens detentie.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de periode van bedrijfssluiting niet als onbetaald verlof kan worden aangemerkt, waardoor de dagloonberekening van € 83,25 wordt gehandhaafd.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep gegrond. Herziening en terugvordering WW-uitkering blijven in stand, maar boete wordt geschrapt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verzoek om terug te komen van beëindiging WW-uitkering, omdat geen nieuw gebleken feiten zijn en verzoek na maximale duur is ingediend.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante met PTSS recht heeft op 100% WIA-uitkering per 7 mei 2012, vernietigt eerdere besluiten Uwv en veroordeelt Uwv in proceskosten.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv in de kosten van appellant moet worden veroordeeld tot € 3.224,- na intrekking van het hoger beroep.

Centrale Raad van Beroep bevestigt niet-ontvankelijk verklaring van beroep wegens ontbreken procesbelang in WW-zaak. Appellant had geen recht op WW-uitkering, waardoor verzoek om proefplaatsing niet kon worden ingewilligd.

Hoger beroep over WIA-uitkering; psychische beperkingen niet onderbouwd. Uwv's besluit om geen uitkering toe te kennen, wordt bevestigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op WIA-uitkering; geen evidente wijziging in beperkingen ten opzichte van 2008.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WIA-uitkering op basis van voldoende medische grondslag en geschiktheid voor arbeid.

Tussenuitspraak over de weigering van een WIA-uitkering. De Raad oordeelt dat het Uwv niet voldoende heeft gemotiveerd of een urenbeperking nodig is in verband met therapieën van appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing uitkering WW na te late aanvraag. Geen bijzonder geval aanwezig.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat valse aangifte van bedreiging met vuurwapen leidt tot ontslag en verwijtbare werkloosheid, maar vernietigt eerdere besluiten van Uwv wegens onvoldoende onderzoek.

Hoger beroep over herleving WW-uitkering en verwijtbare werkloosheid. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak, appellant kan ontslag niet onderbouwen als niet-verwijtbaar.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de in stand gelaten rechtsgevolgen van een WW-besluit en draagt Uwv op een nieuwe beslissing te nemen.

Hoger beroep over verlaging toeslag en terugvordering kinderbijslag. Centrale Raad bevestigt herziening en verlaagt boete tot € 36,-.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante niet verwijtbaar nalaten kan worden verweten bij het aanvragen van studiefinanciering, waardoor de herziening van haar Wajong-uitkering onterecht was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ziekengeld na zorgvuldige beoordeling door verzekeringsarts.

Hoger beroep over ontslag op staande voet van werknemer wegens gedragingen. Centrale Raad bevestigt dat er sprake was van een dringende reden voor ontslag, maar dat de stichting voortvarend heeft gehandeld.

Centrale Raad van Beroep herroept de beëindiging van de ZW-uitkering van appellante, oordeelt dat zij medisch niet geschikt was voor haar arbeid en veroordeelt het Uwv tot vergoeding van kosten.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante recht heeft op ZW-uitkering na zwangerschap en bevalling. Besluit Uwv vernietigd en recht hersteld per 2 december 2013.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard omdat appellante geen belang meer had na toekenning uitkering Wet Wajong.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de aflossingscapaciteit van appellant en de terugvordering door het Uwv, oordeelt dat de berekening correct is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de termijnoverschrijding bij bezwaar tegen uitkeringsbesluit niet verschoonbaar is, ondanks gezondheidsklachten van de appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de maatregel van het Uwv wegens onvoldoende sollicitatieactiviteiten van de appellant, die niet op de hoogte was van zijn sollicitatieplicht. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de ongewijzigde vaststelling van de WAO-uitkering van appellant na zorgvuldige medische beoordeling.

Hoger beroep over recht op WIA-uitkering na whiplashklachten. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; appellant geschikt voor maatgevende arbeid ondanks psychische klachten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellante; medische situatie correct vastgesteld door Uwv.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellant, oordelend dat zijn beperkingen geen belemmering vormen voor het vervullen van geschikte functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging en terugvordering van ZW-uitkering, oordeelt dat appellant arbeidsgeschikt was.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv ten onrechte loonaanspraken van failliete werkgever niet overnam; appellanten hadden voldoende actie ondernomen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat Uwv voldoende onderbouwd heeft dat volledige arbeidsongeschiktheid van appellante op 31 januari 2011 niet duurzaam was. Schadevergoeding van € 1.500,- voor overschrijding redelijke termijn toegekend.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en handhaaft rechtsgevolgen van bestreden besluit inzake ZW-uitkering. Uwv veroordeeld tot vergoeding proceskosten van appellante.

Hoger beroep over WIA-uitkering; medisch onderzoek door Uwv zorgvuldig bevonden. Appellante kan eigen werk verrichten. Beslissing: beroep tegen besluit 1 oktober 2013 gegrond, beroep tegen besluit 9 oktober 2015 ongegrond.

Hoger beroep van appellante tegen beëindiging van haar WIA-uitkering. De Centrale Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de medische en arbeidskundige grondslag deugdelijk is gemotiveerd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WIA-uitkering aan appellant, oordelend dat medische beperkingen correct zijn vastgesteld en geen nieuwe objectieve informatie is overgelegd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op WIA-uitkering; medische en arbeidskundige grondslag is voldoende onderbouwd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van WW-uitkering van appellant na ontdekking hennepkwekerij. Appellant heeft inlichtingenplicht geschonden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de wijziging van de dagloongarantie in het Dagloonbesluit niet in strijd is met eigendomsrechten en dat appellant niet in aanmerking komt voor de dagloongarantie.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de wijziging van de dagloongarantie in het Dagloonbesluit niet in strijd is met het EVRM. Appellant heeft geen recht op een hogere WW-uitkering en de opgelegde maatregel van 5% is terecht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de dagloongarantie in het Dagloonbesluit niet in strijd is met het EVRM en dat de appellant geen recht had op een hoger dagloon op basis van eerdere dienstbetrekkingen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de wijziging van de dagloongarantie WW geen bestaand eigendomsrecht ontnam en dat artikel 12 van het Dagloonbesluit niet in strijd is met internationale verdragen. Appellant voldeed niet aan de voorwaarden voor de dagloongarantie.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv onvoldoende rekening heeft gehouden met belangen van werknemers die vóór 31 mei 2013 overstap van werk naar werk maakten zonder werkloosheid. De uitspraak van de rechtbank is vernietigd.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv onvoldoende rekening heeft gehouden met belangen van werknemers die voor 31 mei 2013 van werk naar werk zijn overgestapt zonder tussenliggende werkloosheid. De dagloongarantieregeling moet voor hen van toepassing zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellante op basis van medische grondslag en arbeidsongeschiktheid.

Hoger beroep over beëindiging ZW-uitkering. Appellant betwist geschiktheid voor arbeid per 11 maart 2014. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak van de rechtbank.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van verzoek om herleving van WW-uitkering na afloop van de herlevingstermijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Gelderland dat appellant geschikt is voor arbeid en geen recht heeft op ziekengeld, gezien het ontbreken van nieuwe medische informatie.

Hoger beroep over beëindiging ZW-uitkering na herhaalde ziekmelding. Appellant betoogt dat zijn mentale klachten onvoldoende zijn erkend. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak.

Centrale Raad van Beroep vernietigt besluiten Uwv tot intrekking en terugvordering uitkering wegens gezamenlijke huishouding; onvoldoende bewijs voor wederzijdse zorg.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellante na voldoende medisch onderzoek en geen twijfel aan haar belastbaarheid.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellant, oordelend dat de artsen van het Uwv een juist beeld hadden van zijn belastbaarheid als loodgieter.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WW-uitkering aan appellant na ontslag op staande voet wegens diefstal. Appellant was verwijtbaar werkloos.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het loon van [naam bureau] moet worden betrokken bij de berekening van het dagloon voor WIA-uitkering, en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de toepassing van de dagloongarantie door het Uwv in een geschil over WW-uitkering en GAA.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en oordeelt dat Uwv nieuw besluit moet nemen over WAO-uitkering van appellante, met aandacht voor psychische klachten.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep tegen afwijzing WW-uitkering ongegrond, omdat betrokkene niet beschikbaar was voor arbeid.

Hoger beroep over de omvang van de maatstaf arbeid van een horecamedewerkster. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de maatstaf op 10 uur per week is vastgesteld en oordeelt dat appellante niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij meer uren werkte.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering na zorgvuldig medisch onderzoek door verzekeringsartsen.

Hoger beroep over loonsanctie wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen van werkgever. Centrale Raad bevestigt uitspraak rechtbank.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellant, die weer geschikt werd geacht voor zijn maatgevende arbeid na psychische klachten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt terugvordering WW-uitkering na doorstart als zelfstandige; geen ongelijke behandeling van gelijke gevallen.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens rechtsgeldige intrekking door appellant.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv onrechtmatig handelde door een maatregel op te leggen aan appellant. Schadevergoeding voor immateriële schade afgewezen.

Centrale Raad van Beroep vernietigt uitspraak rechtbank en oordeelt dat bezwaar tegen toekenningsbesluit Ziektewet tijdig is ingediend. Zaak wordt terugverwezen naar rechtbank voor inhoudelijke behandeling.

Centrale Raad van Beroep vernietigt uitspraak rechtbank en wijst zaak terug voor inhoudelijke behandeling van bezwaar tegen WIA-toekenningsbesluit.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv ten onrechte een personeelslening in mindering heeft gebracht op de vergoeding voor niet opgenomen vakantiedagen. De Raad vernietigt eerdere besluiten van het Uwv en verplicht tot uitbetaling aan de appellant.

Hoger beroep over de WW-uitkering van een werknemer. Appellante betwist het afwijzen van haar verzoek om herziening van de uitkering door het Uwv. De Raad oordeelt dat het Uwv nader onderzoek had moeten doen naar de sollicitatieplicht van de werknemer.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WW-uitkering wegens verwijtbare werkloosheid na beëindiging dienstverband door appellante.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat Uwv bezwaar van appellante ten onrechte niet-ontvankelijk verklaarde wegens termijnoverschrijding. Uwv moet opnieuw beslissen op bezwaren.

Hoger beroep over verhaal ZW-uitkering wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen door werkgever. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de re-integratie-inspanningen van de werkgeefster in het kader van de WIA voldoende zijn, ondanks eerdere tekortkomingen in spoor 1.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de weigering van een loonsanctie aan werkgeefster wegens onvoldoende onderbouwing van re-integratie-inspanningen.

Hoger beroep over de weigering van een IVA-uitkering. De Centrale Raad bevestigt dat de verzekeringsarts overtuigend heeft aangetoond dat verbetering van de medische situatie van appellante verwacht kan worden.

Hoger beroep over loongerelateerde WGA-uitkering en arbeidsongeschiktheid. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak en wijst schadevergoeding af.

Hoger beroep over terugvordering WW-uitkering en boete. De Centrale Raad bevestigt dat de brief van appellant niet als bezwaarschrift kan worden aangemerkt en dat er geen verschoonbare termijnoverschrijding is.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over faillissementsuitkering en betalingsonmacht van werkgeefster. Beroep tegen besluit Uwv gegrond verklaard, maar beroep tegen ander besluit ongegrond. Uwv veroordeeld tot proceskostenvergoeding.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een IVA-uitkering aan appellante, oordelend dat zij weliswaar volledig maar niet duurzaam arbeidsongeschikt was. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; appellante niet meer ongeschikt voor arbeid. Verzoek om deskundige afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WW-uitkering aan appellante wegens niet voldoen aan de referte-eis.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beslissing van het Uwv over de duur van de loongerelateerde WGA-uitkering, waarbij de volledige WW-uitkering in mindering is gebracht.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellante, o.b.v. vastgestelde belastbaarheid en acceptabel verzuimrisico.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat ontslag appellant niet verwijtbaar was, waardoor hij recht heeft op WW-uitkering. De eerdere uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking en terugvordering van de ZW-uitkering aan appellante wegens een gefingeerd dienstverband, na onderzoek door het Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt terugvordering ZW-uitkering op basis van hogere inkomsten uit zelfstandige arbeid. Appellante had zich vrijwillig verzekerd, maar haar inkomsten overschreden het verzekerde dagloon.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de terugvordering van onverschuldigd betaalde WW-uitkering na overtreding van de Opiumwet. Appellant heeft zijn werknemerschap verloren door betrokkenheid bij hennepteelt.

Appellante verzocht om WIA-uitkering, maar werd afgewezen. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak en kende schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep vernietigt besluit Uwv en herstelt WW-uitkering appellant na negatieve uitlatingen over aangeboden werk.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en bevestigt weigering WW-uitkering aan appellant na ontslag op dringende grond wegens vermenging van zakelijke en privébelangen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de heropening van een WAO-uitkering en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WIA-uitkering aan appellant wegens geen verzekeringsplichtige arbeid en voldoende bewijs van fraude.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellante wegens geen verzekeringsplichtige arbeid. Appellante voldeed niet aan voorwaarden voor privaatrechtelijke dienstbetrekking.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geschikt is voor maatgevende arbeid na intrekking van ZW-uitkering. Geen medische informatie ingediend die Uwv's conclusies tegenspreekt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Gelderland over de berekening van het dagloon van appellant in het kader van de WW. Hoger beroep niet geslaagd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om de WAO-uitkering van appellant te herzien, er zijn geen nieuwe feiten of omstandigheden.

Hoger beroep over derdenbeslag op WW-uitkering. De Centrale Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en kent appellante een nabetaling van € 660,61 bruto toe, met veroordeling van het Uwv in proceskosten van € 2.695,-.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering appellant wegens geschiktheid voor WIA-functies.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellant, oordelend dat hij geschikt is voor zijn maatgevende arbeid.

Centrale Raad van Beroep verhoogt boete wegens niet melden van inkomsten van € 52,- naar € 1.134,54, rekening houdend met aflossingscapaciteit.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WW-uitkering aan appellant wegens gebrek aan reële beschikbaarheid voor arbeid na beëindiging van het dienstverband.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering; medische beperkingen niet onderschat en maatmaninkomen correct berekend.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WW-uitkering aan appellant, omdat er geen privaatrechtelijke dienstbetrekking was door het ontbreken van een gezagsverhouding met zijn vader als werkgever.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant recht heeft op WW-uitkering na beëindiging dienstbetrekking, ondanks bezwaar van de minister van Economische Zaken.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de IVA-uitkering prevaleert boven de loondoorbetaling bij volledig en duurzaam arbeidsongeschikte werknemer. Eerdere uitspraak en besluit van Uwv vernietigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant zijn WW-uitkering heeft verloren door werkzaamheden voor de gemeente, die zijn hoedanigheid van werknemer hebben doen vervallen per 3 september 2012.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep gegrond tegen boete van Uwv wegens schending inlichtingenverplichting. Boete van € 695,- blijft gehandhaafd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat werknemer niet verwijtbaar werkloos is geworden; WW-uitkering terecht verhaald op appellante.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WW-uitkering tot 1 maart 2013 op basis van fictieve opzegtermijn van drie maanden, niet de overeengekomen termijn van één maand.

Afwijzing van het verzoek om met behoud van Wajong-uitkering naar Turkije te verhuizen, omdat de redenen niet als zwaarwegend worden aangemerkt.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en oordeelt dat appellant geen recht heeft op WIA en Wajong-uitkering vanwege onvoldoende arbeidsongeschiktheid en studieperiode.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de toepassing van artikel 13 van het Besluit dagloonregels werknemersverzekeringswetten bij de berekening van de WW-uitkering van appellant, die eerder een WAO-uitkering ontving.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking en terugvordering van een WW-uitkering door het Uwv, waarbij appellant niet in staat was om te onderkennen dat hij zowel een WW- als een ZW-uitkering ontving.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht had op een IVA-uitkering eerder dan 24 december 2012, en dat zijn aanvraag niet leidt tot herziening van eerdere besluiten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt niet-ontvankelijkheid van beroepschrift wegens termijnoverschrijding in sociale zekerheidszaak.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv het dagloon op € 45,42 mocht vaststellen op basis van polisadministratie. Appellant kon niet aantonen dat de gegevens onjuist waren.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag over afwijzing verzoek om herziening van een besluit inzake ziekengeld, omdat geen nieuwe feiten zijn aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv geen schadevergoedingsplicht heeft wegens loonsanctie, omdat schade aan appellante zelf is toe te rekenen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening en terugvordering van de ZW-uitkering aan appellante, omdat zij redelijkerwijs had moeten begrijpen dat zij teveel uitkering ontving.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellant, die weer geschikt werd geacht voor arbeid na hartklachten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de voorzieningenrechter dat appellant geen recht heeft op een verlengde WW-uitkering, omdat hij geen loon heeft ontvangen van NED 1.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WW-uitkering wegens verwijtbare werkloosheid na ontslag zonder pogingen tot oplossing van problemen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant niet voldoet aan de referte-eis van de WW, waardoor zijn aanvraag voor een WW-uitkering is afgewezen. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep rectificeert uitspraak van 20 mei 2015 inzake WIA-beroep, na vaststelling van een kennelijke fout in de eerdere uitspraak.

De Centrale Raad van Beroep vernietigt de intrekking van de WW-uitkering met terugwerkende kracht tot 24 december 2012, oordelend dat appellant niet redelijkerwijs kon begrijpen dat hij geen recht had op de uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellant per 3 juli 2012 geschikt was voor arbeid. Geen aanleiding voor deskundigeninschakeling. Hoger beroep afgewezen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van het ziekengeld van appellant, oordelend dat het medisch onderzoek zorgvuldig was en de juiste maatstaf is gehanteerd.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroepen gegrond. Toeslag onterecht ontvangen door gezamenlijke huishouding. Uwv moet proceskosten vergoeden.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het UWV terecht geen maatregel heeft opgelegd aan werknemer wegens onvoldoende sollicitaties. Beroep van Stichting A ongegrond verklaard.

Appellante heeft het hoger beroep ingetrokken omdat het Uwv volledig aan haar bezwaren tegemoet is gekomen. De Raad heeft het Uwv veroordeeld tot vergoeding van wettelijke rente en proceskosten.

Hoger beroep over WGA-vervolguitkering; appellant betwist medische beperkingen; Raad bevestigt eerdere uitspraak en wijst verzoek om wettelijke rente af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WIA-uitkering; appellant is in staat geselecteerde functies te verrichten.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over de arbeidsongeschiktheid van appellant, bevestigt de medische beoordeling van het Uwv en verklaart het beroep ongegrond.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat betrokkene slechts het netto bedrag van te veel ontvangen WW-uitkering hoeft terug te betalen, vernietigt eerdere uitspraak en bevestigt voorwaarden interne gedragslijn Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt boete en terugvordering WW-uitkering wegens overtreding inlichtingenplicht door zelfstandige.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de weigering van de WW-uitkering aan appellante, oordeelt dat zij zich niet zodanig heeft gedragen dat zij geen passende arbeid heeft aanvaard en herstelt de uitkering met terugwerkende kracht.

Appellant kreeg geen WW-uitkering na zelfontslag. De Raad bevestigt de weigering, omdat appellant verwijtbaar werkloos was en niet tijdig om een hoorzitting vroeg.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WAO-uitkering; appellant heeft geen recht op uitkering wegens gebrek aan medische beperkingen en verzekeringsstatus.

Hoger beroep van appellant tegen afwijzing van opleidingskosten door Uwv. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak, geen budgetten beschikbaar sinds 1 oktober 2011.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante per 12 april 2006 recht heeft op een IVA-uitkering op grond van de Wet WIA, wegens onjuiste vaststelling van arbeidsongeschiktheid door het Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellant na beoordeling geschiktheid voor arbeid. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant niet verwijtbaar werkloos is; WW-uitkering moet worden hersteld na onveilige werkomstandigheden.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat onvoldoende vaststaat dat 4 september 2009 de eerste arbeidsongeschiktheidsdag was en draagt het Uwv op het besluit te herstellen.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om herziening af van beëindiging ZW-uitkering van heftruckchauffeur met psychische klachten.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om herziening af inzake WIA-uitkering; geen nieuwe feiten aangetoond.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake WIA-uitkering af, omdat er geen nieuwe feiten zijn aangedragen die herziening rechtvaardigen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; geen nieuwe medische gegevens die twijfel zaaien over de geschiktheid van appellant voor zijn werk.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraken over weigering WIA-uitkering en beëindiging ZW-uitkering wegens psychische klachten.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de WAZ-uitkering van appellante niet tot uitbetaling komt, omdat de werkgever loon of ziekengeld betaalt. Hoger beroep afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt terugvordering van onverschuldigd betaalde WAO-uitkering. Appellante heeft niet voldaan aan inlichtingenplicht en ontving te veel uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verzoek om terug te komen van WW-besluiten; geen nieuwe feiten of omstandigheden.

Hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank 's-Hertogenbosch over WAJONG-uitkering. Uwv veroordeeld tot € 3.185,- proceskosten en € 1.500,- schadevergoeding wegens termijnoverschrijding.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere uitspraak over gezamenlijke huishouding en handhaving van uitkeringsbesluit. Hoger beroep van appellante afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat prepensioenuitkering in mindering mag worden gebracht op WW-uitkering, omdat deze niet voortkomt uit hetzelfde dienstverband.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv onterecht de no-riskpolis en ZW-uitkering van een werkneemster heeft afgewezen. Uwv moet gebreken in besluit herstellen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland over de ZW-uitkering en betalingsonmacht, waarbij 13 november 2012 als ingangsdatum is vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt terugvordering WIA-uitkering en toeslag door Uwv; boete wegens schending inlichtingenplicht blijft staan. Proceskostenveroordeling gecorrigeerd.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellant op basis van medische beoordeling, waarbij geen gronden voor een onafhankelijke deskundige zijn gevonden.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een IVA-uitkering aan de appellant, omdat zijn arbeidsongeschiktheid niet als duurzaam kon worden aangemerkt op de datum in geding.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering ZW-uitkering aan appellant wegens ontbreken van arbeidsovereenkomst; appellant was niet in dienst bij stichting [Ph.].

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen belanghebbende is in de ZW-uitkering zaak, omdat er geen rechtsverhouding meer bestond.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante van 4 januari 2011 tot 6 juni 2011 als werknemer moet worden aangemerkt in de zin van de Ziektewet, ondanks eerdere weigering van het Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geschikt is voor haar werk na WIA-uitkering; geen nieuwe medische informatie in hoger beroep.

Hoger beroep over beëindiging WIA-uitkering van appellant wegens arbeidsongeschiktheid. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst verzoek om wettelijke rente af.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de herziening van de arbeidsongeschiktheid van appellant op een deugdelijke medische grondslag berust. Het beroep tegen het besluit van 14 april 2014 wordt ongegrond verklaard, en het Uwv wordt veroordeeld tot vergoeding van proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat artikel 11 van het Besluit Dagloonregels werknemersverzekeringen van toepassing is op WAZO-uitkering, met referteperiode van een maand.

Centrale Raad van Beroep bevestigt niet-ontvankelijkverklaring bezwaar wegens termijnoverschrijding in WW-zaak. Appellant had geen verschoonbare reden voor overschrijding.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang, maar veroordeelt Uwv in proceskosten van € 1.960,- en vergoedt griffierecht van € 159,-.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraken over WIA en ZW uitkeringen, oordeelt dat appellant met zijn beperkingen in staat was om passende functies te verrichten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering appellante na zorgvuldig medisch onderzoek. Geen nieuwe medische stukken overgelegd die eerdere bevindingen weerleggen.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de terugvordering van een voorschot op de WW-uitkering, oordelend dat appellant op basis van onjuiste informatie een verkeerde rechtsvorm heeft gekozen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt uitspraak rechtbank over de hoogte van het dagloon van een werknemer, oordeelt dat Uwv de regelgeving niet correct heeft toegepast.

Centrale Raad van Beroep bevestigt korting op WW-uitkering van 25% voor vier maanden wegens onvoldoende sollicitatieactiviteiten door appellante.

Centrale Raad van Beroep bevestigt terugvordering WW-uitkering van appellante wegens verrekening van inkomsten als zelfstandige.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WW-uitkering voor herhaalde aanvraag zonder nieuwe feiten. Appellant had geen recht op uitbetaling voor de periode van 1 augustus 2007 tot 30 november 2007.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WW-uitkering wegens te late aanvraag en geen bijzondere omstandigheden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking WIA-uitkering wegens gebrek aan verzekeringsplicht. Appellant slaagt er niet in bewijs te leveren voor verzekering in relevante periode.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering na zorgvuldig onderzoek door Uwv. Appellant's klachten onvoldoende onderbouwd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant niet voldeed aan sollicitatieverplichting, waardoor een maatregel van 25% verlaging van de WW-uitkering terecht was opgelegd.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv onrechtmatig heeft gehandeld door geen maatregel op te leggen aan werknemer en draagt het Uwv op om schadevergoeding vast te stellen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening van de WW-uitkering van appellant, die onvoldoende uren heeft opgegeven en niet onjuist is voorgelicht door het Uwv.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat betrokkene als directeur in een gezagsverhouding stond tot de Stichting, wat leidt tot erkenning van haar werknemerschap onder de Werkloosheidswet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering herziening WAO-dagloon; appellant blijft 80-100% arbeidsongeschikt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat werkneemster voldoende meewerkte aan re-integratie en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep vernietigt niet-ontvankelijk verklaring van beroep en herroept ontheffing sollicitatieplicht door Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante niet heeft aangetoond dat haar loon vorderbaar maar niet inbaar was, en verklaart het hoger beroep ongegrond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op WW-uitkering wegens verwijtbare werkloosheid. Appellant heeft geen bewijs geleverd voor druk van werkgever om ontslag te nemen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante verwijtbaar werkloos is en dat haar WW-uitkering terecht is geweigerd na ontslag wegens dringende reden.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de weigering van WW-uitkering na faillissement werkgever. Appellant had voldoende onderzoek gedaan naar solvabiliteit. Uwv moet nieuw besluit nemen en vergoedt kosten van rechtsbijstand.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om terug te komen op de afwijzing van de Wajong-uitkering, omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn.

Centrale Raad van Beroep herzien en intrekken WW-uitkering appellant na zelfstandige werkzaamheden en verblijf in Suriname. Terugvordering vastgesteld op € 97.151,97 bruto.

Centrale Raad van Beroep bevestigt procesbelang van werkgever in hoger beroep over WIA- en ZW-uitkering, herroept Uwv-besluit en kent ongekorte WGA-uitkering toe aan werknemer.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WW-uitkering aan appellant, die zijn dienstverband op eigen verzoek beëindigde en verwijtbaar werkloos werd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van verzoek tot herziening van dagloon en maatmaninkomen in WAO-zaak. Appellant had onvoldoende nieuwe feiten aangedragen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WW-uitkering aan appellant wegens verwijtbare werkloosheid na beëindiging dienstverband.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een uitkering wegens betalingsonmacht, oordelend dat geen gezagsverhouding bestond tussen appellant en de BV.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat pensioeninkomsten van appellante in mindering moeten worden gebracht op haar WW-uitkering, conform het AIB.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard; betrokkene is inmiddels werkzaam en heeft geen actueel belang meer bij de beoordeling van haar WW-uitkering.

Centrale Raad van Beroep herroept besluiten van Uwv over intrekking en terugvordering van uitkering wegens gezamenlijke huishouding. Onzorgvuldig onderzoek vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante mocht vertrouwen op toezegging arbeidsdeskundige over WAO-uitkering. Uwv moet besluit herstellen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WW-uitkering wegens verwijtbare werkloosheid na ontslag op staande voet. Appellant kon niet aantonen dat hij ziek was op het moment van ontslag.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering WW-uitkering wegens schending inlichtingenverplichting door appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WIA-uitkering; appellante is minder dan 35% arbeidsongeschikt zonder duidelijke medische oorzaak.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellant niet voldoet aan de referte-eis voor WW-uitkering, met als eerste werkloosheidsdag 22 september 1999.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WW-uitkering aan appellant op grond van verwijtbare werkloosheid. Appellant had eerder moeten procederen tegen het besluit van 7 december 2012.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de Vakantieregeling in de WW geen ruimte biedt voor persoonlijke omstandigheden van de appellant.

Centrale Raad van Beroep vernietigt besluit Uwv over sollicitatieverplichting en herroept korting op WW-uitkering. Proceskostenvergoeding van € 974,- aan appellante.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat Uwv met besluit van 5 september 2014 gebreken heeft hersteld en verklaart beroep ongegrond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering aan appellant, oordelend dat het Uwv de beperkingen correct heeft ingeschat en dat een jobcoach voldoende ondersteuning kan bieden.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om herziening af, omdat de ingediende informatie niet nieuw is en eerder had kunnen worden overlegd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de ZW-uitkering en de terugvordering van het voorschot, omdat appellant zich zodanig heeft gedragen dat beëindiging van de arbeidsovereenkomst te voorzien was.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant niet verwijtbaar werkloos is en vernietigt de weigering van de WW-uitkering door het Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering WW-uitkering wegens schending inlichtingenplicht door zelfstandige.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de berekening van het WIA-dagloon en wijst verzoek om wettelijke rente af.

Appellant heeft zijn WW-uitkering herzien en teruggevorderd vanwege het niet volledig vermelden van gewerkte uren. De opgelegde boete van € 565,- is passend. De Raad bevestigt de eerdere uitspraken.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het ontslag van een politiefunctionaris niet op een dringende reden berustte, waardoor zijn werkloosheid niet verwijtbaar is. Het Uwv moet opnieuw beslissen over de WW-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt verlaging WW-uitkering van appellante wegens niet-nakomen van inschrijvings- en sollicitatieverplichtingen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv onzorgvuldig heeft gehandeld door de vordering van appellant inzake vakantiegeld en niet genoten vakantiedagen te weigeren. Uwv moet het besluit herstellen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet tijdige betaling griffierecht in WIA-zaak.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van de WIA-uitkering van appellant, oordelend dat het medische onderzoek zorgvuldig was en dat er geen reden was om de beperkingen van appellant te onderschatten.

Hoger beroep tegen de weigering van het Uwv om betalingsverplichtingen van de werkgeefster over te nemen. De Centrale Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

Tussenuitspraak over de weigering van een WIA-uitkering en beëindiging van een ZW-uitkering. De Raad oordeelt dat de functie van textielproductenmaker niet geschikt is voor appellant en draagt het Uwv op het besluit te herstellen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat Uwv ten onrechte WW-uitkering aan appellant heeft geweigerd na strafontslag. Korpsbeheerder handelde niet voortvarend. Uwv moet nieuw besluit nemen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het Uwv geen dwangsom verschuldigd is aan appellant, omdat de brief van 11 april 2010 niet als aanvraag werd beschouwd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-aanvraag; voldoende medische en arbeidskundige grondslag vastgesteld.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv terecht onverschuldigd betaalde WIA-uitkering terugvorderde van appellante, die haar inlichtingenverplichting had geschonden. De eerdere uitspraak van de rechtbank werd vernietigd, maar de rechtsgevolgen bleven in stand.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de intrekking van WW-uitkering en toeslag wegens onzorgvuldig onderzoek door Uwv en veroordeelt Uwv tot vergoeding van kosten.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en herroept besluiten Uwv over intrekking en terugvordering ZW- en WW-uitkering wegens onzorgvuldig onderzoek.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en besluit van Uwv inzake WIA-uitkering, maar laat rechtsgevolgen in stand. Appellante heeft juiste medische onderbouwing gegeven.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellant per 21 maart 2012, oordelend dat hij in staat was zijn werk te verrichten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging Ziektewet-uitkering van appellant op basis van medische en arbeidskundige grondslagen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de loonsanctie wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen door Stichting Zorggroep Amsterdam Oost, uitspraak op 10 december 2014.

Centrale Raad van Beroep bevestigt loonsanctie voor onvoldoende re-integratie-inspanningen van werkgever onder de Wet WIA.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van een ICT-medewerker, oordelend dat hij niet arbeidsongeschikt was op basis van medische gegevens.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak over AAW/WAO-uitkering en Wajong-aanspraken; oordeelt dat rechtbank buiten haar grondslag is getreden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WIA-uitkering aan appellante na frauduleuze medische verklaringen door haar psychiater.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de ZW-uitkering van betrokkene ten onrechte is beëindigd vanwege Q-koortsvermoeidheidssyndroom. Uwv's hoger beroep slaagt niet.

De Centrale Raad van Beroep heeft het Uwv veroordeeld tot betaling van een voorschot van € 500,- bruto per maand aan verzoeker, die een WW-uitkering aanvroeg na beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op Ziektewet-uitkering, omdat hij per 21 november 2011 weer geschikt was voor zijn werk.

Centrale Raad bevestigt terugvordering WAO-uitkering wegens niet-gemelde inkomsten uit arbeid. Appellant heeft geen bewijs geleverd voor zijn stellingen.

De Centrale Raad van Beroep vernietigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellant wegens onzorgvuldige beoordeling van de wachttijd, maar laat de rechtsgevolgen in stand.

Tussenuitspraak over de weigering van een WIA-uitkering. De Raad oordeelt dat het Uwv de medische onderbouwing niet juist heeft vastgesteld en draagt het Uwv op het besluit te herstellen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellant, oordelend dat de functie montagemedewerker per 5 maart 2012 geschikt was voor hem.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant geen recht heeft op WIA-uitkering en dat het Uwv terecht terugvorderingen heeft gedaan. Proceskosten van € 2.435,- worden vergoed.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WW-uitkering wegens verwijtbare werkloosheid na zelfontslag. Appellant had geen uitzicht op een dienstverband van 26 weken.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv ten onrechte de ZW-uitkering van appellant heeft geweigerd. Appellant bevond zich in een conflictueuze situatie die zijn re-integratie belemmerde. Uwv moet gebreken in het besluit herstellen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv het WAO-dagloon correct heeft vastgesteld en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank over de weigering van een Wajong-uitkering en oordeelt dat betrokkene meer beperkingen heeft dan door appellant aangenomen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de WW-uitkering van appellant terecht heeft herzien en onterecht betaalde bedragen heeft teruggevorderd, vanwege het niet opgeven van gewerkte uren.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en stelt terugvorderingsbedrag WW-uitkering vast op € 15,60. Uwv veroordeeld tot vergoeding proceskosten van € 2.435,- en griffierecht van € 156,- aan appellant.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over terugvordering WW-uitkering en proceskostenvergoeding. Uwv moet appellant € 2.435,- vergoeden.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over informatieverstrekking door Uwv aan eigenrisicodrager onder de WW. Uwv moet besluiten over WW-uitkeringen aan appellante bekendmaken, zonder verzoek. Verplichtingen en grenzen van gegevensverstrekking verduidelijkt.

Centrale Raad van Beroep vernietigt besluit Uwv over terugvordering WW-voorschot en veroordeelt Uwv tot vergoeding van proceskosten van € 2.435,-.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over terugvordering WAO-uitkering wegens schending inlichtingenplicht door appellant. Appellant heeft inkomsten uit handel in oud ijzer niet gemeld. Eerdere uitspraak van rechtbank vernietigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt boete van € 2.269,- wegens schending inlichtingenverplichting door appellant over inkomsten uit oud ijzer.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart het beroep van appellant gegrond, waardoor hij recht heeft op WIA-uitkering voor de periode van 2 juni 2010 tot 1 juni 2011.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering en oordeelt dat de medische geschiktheid van de geduide functies niet in twijfel kan worden getrokken.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de redelijke termijn in de procedure met twee jaar en acht maanden is overschreden, wat leidt tot een schadevergoeding van € 3.000,- aan verzoekster, te betalen door de Staat en het Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WW-uitkering aan appellant wegens onvoldoende arbeidsurenverlies per 2 januari 2012.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; medisch onderzoek door Uwv niet onzorgvuldig, geen onderschatting van beperkingen appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WW-uitkering aan appellant wegens verwijtbare werkloosheid na ontslag op staande voet.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om herziening af; nieuwe feiten voldoen niet aan voorwaarden voor herziening. Geen proceskostenveroordeling.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de aanvraag voor vergoeding van auto-aanpassing; de scootmobiel wordt als adequate vervoersvoorziening beschouwd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant voldoende was geïnformeerd over de terugvordering van zijn WW-uitkering. Eigen verantwoordelijkheid van appellant benadrukt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van ZW- en WIA-uitkering, o.a. wegens niet vervulde wachttijd en geschiktheid voor geselecteerde functies.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de vaststellingsovereenkomst rechtsgeldig is en dat de beëindiging van de arbeidsovereenkomst op 19 augustus 2011 is vastgesteld, waardoor het verzoek om faillissementsuitkering terecht is afgewezen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging en terugvordering van de toeslag op grond van de TW wegens schending van de inlichtingenverplichting door appellant en appellante.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv onvoldoende bewijs heeft geleverd dat appellante niet aan de referte-eis voor WW-uitkering voldeed. Uwv moet besluit herstellen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv onterecht de ZW-uitkering van appellante heeft ingetrokken, omdat niet is aangetoond dat er geen privaatrechtelijke dienstbetrekking was.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat UWV terecht voorschot Ziektewet-uitkering weigerde vanwege onduidelijkheid over recht op bezoldiging.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WAZ-uitkering wegens negatief inkomen uit eigen bedrijf en oordeelt dat er geen schending van het vertrouwensbeginsel is.

Hoger beroep over WIA-uitkering; Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante niet volledig arbeidsongeschikt is en vernietigt eerdere uitspraak.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op vergoeding voor uren besteed aan terugvorderingsprocedure Werkloosheidswet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de terugvordering van teveel betaalde WW-uitkering en oordeelt dat het Uwv terecht de volledige ondernemersaftrek bij de belastbare winst heeft opgeteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ziekengeld; appellante niet ongeschikt voor arbeid door gordelroosinfectie.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de terugvordering van WW-uitkering van appellant wegens inkomsten als zelfstandige en oordeelt dat er geen schending van de hoorplicht is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv bevrijdend heeft betaald op een uitgesloten rekening van appellant, waardoor het hoger beroep wordt afgewezen.

Hoger beroep van appellante tegen de weigering van een WIA-uitkering na een auto-ongeluk en psychische klachten. De Centrale Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellant na zorgvuldig medisch onderzoek, waarbij geen objectieve aanwijzingen voor een psychische stoornis werden gevonden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellant wegens onvoldoende medische grondslag.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de Ziektewet-uitkering van appellante, oordelend dat zij per 16 mei 2012 in staat was haar werk te verrichten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de eerste werkloosheidsdag van betrokkene op 12 mei 2011 ligt, en dat zij recht heeft op een WW-uitkering, ondanks het hoger beroep van de Minister van Veiligheid en Justitie.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat betrokkene zijn inlichtingenverplichting heeft geschonden door detentie niet tijdig te melden, waardoor de boete van € 890,- wordt gehandhaafd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing vergoeding voor aangepast remsysteem aan wethouder; geen recht op vergoeding op basis van Wet WIA.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om de WW-uitkering van een ex-werknemer in te trekken, waarbij de verantwoordelijkheid voor re-integratie bij de appellanten ligt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WW-uitkering na ontslag wegens verwijtbaar gedrag. Appellant heeft piketdienst niet uitgevoerd en is verwijtbaar werkloos geworden.

Hoger beroep over de weigering van het Uwv om loonverplichtingen over te nemen. De Raad bevestigt gerede twijfel over de vordering van appellant op de failliete werkgever.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op WIA-uitkering, omdat onvoldoende bewijs is voor een oorzakelijk verband tussen schouderklachten en bedrijfsongeval.

De Centrale Raad van Beroep heeft op 30 juli 2014 het verzoek om voorlopige voorziening in de WIA-VV zaak afgewezen, omdat er geen financiële noodsituatie was aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant per 25 januari 2010 geschikt was voor arbeid, ondanks rug- en psychische klachten. Geen recht op Ziektewetuitkering meer.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de medische beoordeling van appellant door het Uwv zorgvuldig was en dat de geselecteerde functies medisch geschikt zijn. De aangevallen uitspraak wordt vernietigd en het beroep ongegrond verklaard.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van de WAO-uitkering van appellante, omdat zij minder dan 15% arbeidsongeschikt werd geacht na herbeoordeling.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant ten onrechte de ZW-uitkering is geweigerd wegens benadelingshandeling. Uwv moet nieuw besluit nemen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WIA-uitkering aan appellant, oordelend dat het medisch onderzoek zorgvuldig was en de geselecteerde functies passend zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat werkgeefster voldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht, waardoor de verplichting tot loondoorbetaling bij ziekte is beëindigd.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de sanctie van het Uwv aan de werkgever wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen van een werknemer die ziek was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de beëindiging van de WGA-uitkering van appellant niet in strijd is met het verbod van reformatio in peius.

Hoger beroep over WIA-uitkering. Geen onzorgvuldig medisch onderzoek door Uwv vastgesteld. Hoger beroep afgewezen en eerdere uitspraak bevestigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellant; onvoldoende medische onderbouwing van rugklachten en geen toepassing van de Regeling verzekeringsgeneeskundige protocollen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellante, die geschikt werd geacht voor haar eigen werk na rugklachten.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over intrekking en terugvordering WW-uitkering wegens niet-gemeld verblijf in het buitenland. Boete van € 2.269,- blijft in stand.

Hoger beroep over loongerelateerde WGA-uitkering. Raad oordeelt dat er onvoldoende gronden zijn voor volledige arbeidsongeschiktheid. Aangevallen uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart het beroep tegen de afwijzing van de Wajong-uitkering ongegrond, omdat geen nieuw gebleken feiten zijn aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de ZW-uitkering aan appellant, geen reden tot twijfel aan psychische belastbaarheid en geschiktheid voor arbeid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering wegens gebrek aan medische onderbouwing voor pijnklachten van appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt terugvordering onterecht betaalde WAO-uitkering en boete wegens niet-gemelde slagerswerkzaamheden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de UGM-uitkering van gewezen militairen terecht in mindering is gebracht op de WW-uitkering, op basis van artikel 34 WW.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WW-uitkering aan purser wegens verwijtbare werkloosheid na overtreding alcoholverbod.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep gegrond. Intrekking WW-uitkering onterecht, terugvordering van € 15.030,90 blijft staan.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant recht heeft op ZW-uitkering; vernietigt eerdere uitspraak en verplicht Uwv tot heroverweging.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat betrokkene recht heeft op ZW-uitkering, ondanks eerdere weigering door appellant, op basis van arbeidsovereenkomst.

De Centrale Raad van Beroep vernietigt de weigering van de Wajong-uitkering en draagt het Uwv op een nieuwe beslissing te nemen, rekening houdend met de deskundigenrapporten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering IVA-uitkering; geen volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellante, die geschikt werd geacht voor de functie van inpakker.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op WIA-uitkering, omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. Hoorplicht niet geschonden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering WW-uitkering wegens verblijf in het buitenland en overtreding van de inlichtingenverplichting.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WW-uitkering aan appellant wegens verwijtbare werkloosheid na zelf beëindigen van het dienstverband.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant recht heeft op een faillissementsuitkering van € 2.747,51 bruto, vernietigt eerdere uitspraak en veroordeelt Uwv in kosten van appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging en terugvordering van WW-uitkering; beroep op vertrouwensbeginsel slaagt niet.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering aan appellante na zorgvuldig medisch onderzoek, waarbij geen nieuwe gezichtspunten zijn aangetoond.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat Wajong-uitkering ten onrechte is afgewezen. Betrokkene was meer dan 52 weken arbeidsongeschikt. Uwv moet besluit herstellen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WIA-uitkering aan betrokkene, oordeelt dat deskundigenadvies over arbeidsongeschiktheid overtuigend is en veroordeelt appellant in proceskosten.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellante, omdat zij niet verzekerd was op de datum van arbeidsongeschiktheid.

Tussenuitspraak over schadevergoeding na onterecht opgelegde loonsanctie door het Uwv. De Raad draagt het Uwv op om het besluit te herstellen en schadevergoeding te vergoeden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WAZ-uitkering, omdat appellant niet kon onderbouwen dat hij vóór 1 augustus 2004 arbeidsongeschikt was.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep ongegrond; betrokkene voldoet niet aan voorwaarden voor volledige arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening en terugvordering WW-uitkering wegens niet gemelde werkzaamheden als beeldend kunstenaar. Appellant schond zijn inlichtingenverplichting.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om de WAO-uitkering van appellant te verhogen, op basis van deskundigenrapport en eerdere oordelen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering aan appellant, die in hoger beroep stelde dat zijn klachten onvoldoende waren onderkend.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WIA-uitkering aan appellante, oordelend dat de medische beoordeling door het Uwv juist was.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt het Uwv in de proceskosten van appellant tot € 1180,71 na intrekking van het hoger beroep.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt appellant in proceskosten tot € 487,- na intrekking hoger beroep.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over WW-uitkering en vernietigt eerdere uitspraak; beroep tegen Uwv-besluit ongegrond.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over intrekking hoger beroep en schadevergoeding wegens overschrijding redelijke termijn. Proceskosten van € 2.477,- toegewezen en onderzoek heropend.

Tussenuitspraak over intrekking en terugvordering van WW-uitkering wegens gefingeerd dienstverband. Uwv moet besluit herstellen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak over de dagloonregeling bij gedeeltelijke werkloosheid en oordeelt dat de uitleg van artikel 17 van het Besluit correct is toegepast.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv onzorgvuldig onderzoek heeft gedaan naar gefingeerd dienstverband van appellante. Uwv moet besluit herstellen binnen zes weken.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van de WIA-uitkering en de terugvordering door het Uwv, o.a. wegens termijnoverschrijding en gebrek aan dringende redenen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellante, oordelend dat de medische beoordeling door het Uwv juist is en dat er geen aanleiding is voor twijfel aan de vastgestelde beperkingen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat beperkingen van appellant al eerder aanwezig waren dan door Uwv vastgesteld en draagt Uwv op besluit te herstellen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking WIA-uitkering wegens simulatie van klachten en fraudeonderzoek. Appellant had ten onrechte uitkering ontvangen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking WIA-uitkering wegens frauduleuze klachten en terugvordering onterecht betaalde bedragen.

Centrale Raad van Beroep vernietigt uitspraak rechtbank en wijst zaak terug. Uwv kan verzending besluit WIA niet aantonen, bezwaar is tijdig ingediend.

Centrale Raad van Beroep bevestigt terugvordering WW-uitkering van appellant die als zelfstandige inkomsten genoot. Appellant was voldoende geïnformeerd over de gevolgen van zijn uitkering en de ondernemersaftrek.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening en terugvordering WW-uitkering van appellant wegens schending inlichtingenverplichting. Boete van € 820,- is evenredig aan de ernst van de schending.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld, omdat hij weer geschikt wordt geacht voor zijn arbeid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt terugvordering WW-uitkering aan appellant, die te hoge uitkering ontving door niet gemelde inkomsten.

Hoger beroep over weigering WIA-uitkering wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak van de rechtbank, geen nieuwe medische stukken ingediend.

De Centrale Raad van Beroep vernietigt de aangevallen uitspraak wegens strijd met artikel 8:57 Awb en verklaart het beroep van appellant tegen de weigering van de WIA-uitkering ongegrond. Het Uwv wordt veroordeeld tot vergoeding van proceskosten van € 974,-.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WAO-uitkering, oordelend dat appellant onvoldoende gegevens heeft verstrekt en het medisch onderzoek adequaat was.

Centrale Raad van Beroep herroept WAO-besluit van Uwv; appellant heeft recht op uitkering van 80-100% vanaf 19 januari 2009. Uwv moet wettelijke rente en kosten vergoeden.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt Uwv in proceskosten van € 730,50 na intrekking hoger beroep. Betrokkene had verzoek ingediend om kostenvergoeding.

Centrale Raad van Beroep rectificeert terugvorderingsbedrag in WW-uitkering van € 2.568,81 naar € 2.586,81 in uitspraak van 20 november 2013.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en besluit van Uwv, verklaart beroep gegrond en veroordeelt Uwv in proceskosten van € 1.704,50.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv bij de terugvordering van WW-uitkering enkel de winst uit onderneming van appellant als directeur-grootaandeelhouder moet verrekenen, niet zijn loon.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de terugvordering van WW-uitkering moet heroverwegen, waarbij alleen de winst uit onderneming van de appellant in aanmerking wordt genomen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv bij de terugvordering van WW-uitkering van appellant als directeur-grootaandeelhouder enkel de winst uit onderneming moet verrekenen, niet het loon.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en herroept maatregel van Uwv wegens onduidelijke verplichtingen in re-integratieproces.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op WGA-uitkering per 16 juni 2011, omdat zijn arbeidsongeschiktheid onder de 35% ligt. Medisch onderzoek wordt als zorgvuldig beoordeeld.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk en veroordeelt Uwv in proceskosten van € 1.461,- en griffierecht van € 162,-.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op WIA-uitkering, omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. Medische grondslag en geschiktheid functies zijn juist beoordeeld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de voortzetting van de loongerelateerde WGA-uitkering van appellant, gebaseerd op een arbeidsongeschiktheid van 45 tot 55%.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over overschrijding van de redelijke termijn en afwijzing van immateriële schadevergoeding in WAO-zaak. Proceskosten vastgesteld op € 974,-.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de instandhouding van de rechtsgevolgen van de weigering van de WIA-uitkering aan appellante, na beoordeling van medische gegevens en eerdere uitspraken.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om gegevens over dienstverbanden te verstrekken voor controle van gedifferentieerde premies WAO, omdat geheimhoudingsplicht van toepassing is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat betrokkene niet werkloos is wegens het nalaten passende arbeid te aanvaarden, omdat er geen expliciete afwijzing was en geen termijn was gesteld voor acceptatie.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WAO-uitkering; toename klachten niet uit dezelfde medische oorzaak als eerdere arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de premie van de Anw-Plusverzekering terecht buiten de berekening van het WW-dagloon is gelaten.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellanten recht hebben op uitkering op grond van de WW, omdat er een duidelijke samenhang is tussen de beëindiging van hun dienstverband en het faillissement van hun werkgever.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om herziening van eerdere WAO-uitspraak af, omdat geen nieuwe feiten zijn aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellante, o.a. wegens onvoldoende medische onderbouwing van haar arbeidsongeschiktheid.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellante, oordelend dat geen sprake is van volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op ziekengeld, omdat zij niet ongeschikt is voor de maatgevende arbeid. De eerdere uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt niet-ontvankelijkverklaring bezwaar tegen betalingsherinnering door Uwv; geen besluit in de zin van de Awb.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat een statutair bestuurder van een B.V. als werknemer kan worden aangemerkt onder de Werkloosheidswet, ondanks het ontbreken van een materiële gezagsverhouding.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering van TW-uitkering wegens schending informatieverplichting door appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening en terugvordering WW-uitkering van appellant wegens schending van inlichtingenplicht.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant zijn inlichtingenverplichting heeft geschonden, bevestigt de boete van € 2.112,- en vernietigt eerdere uitspraak wegens procedurele tekortkomingen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WW-uitkering aan appellant die zijn dienstverband op eigen verzoek heeft beëindigd.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over intrekking hoger beroep en veroordeelt Uwv in proceskosten tot € 1416,-.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over WW-uitkering en vergoeding van bezwaarkosten. Uwv moet kosten van appellante vergoeden tot € 3.068,-.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart de beroepen van betrokkene ongegrond inzake beëindiging WW-uitkering en terugvordering onverschuldigd betaalde uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WW-uitkering aan appellant, die verwijtbaar werkloos is geworden na ontslag op verzoek.

Centrale Raad van Beroep vernietigt besluit Uwv over korten uitkering wegens niet voldoen aan sollicitatieplicht, maar laat rechtsgevolgen in stand. Uwv veroordeeld in proceskosten van € 944,-.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de weigering van de WW-uitkering aan appellante onterecht was, gezien de onhoudbare werksituatie en persoonlijke omstandigheden.

Hoger beroep over de overname van betalingsverplichtingen door het Uwv na faillissement van de werkgever. Appellante heeft tijdig een aanvraag ingediend, maar het Uwv heeft de overname van loon geweigerd op onjuiste gronden. Proceskosten van € 1.416,- worden vergoed.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv ten onrechte geen rekening heeft gehouden met vakantiebijslag bij de vaststelling van de uitkering wegens betalingsonmacht. Uwv moet besluit herstellen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WIA-uitkering; medische en arbeidskundige beoordeling zijn voldoende onderbouwd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering aan appellant, omdat hij minder dan 25% arbeidsongeschikt is. De rechtbank oordeelde dat de geselecteerde functies op goede gronden zijn vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Rotterdam over de hoogte van het dagloon van appellant, vastgesteld door het Uwv, en oordeelt dat het hoger beroep niet slaagt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op Ziektewet-uitkering na medisch onderzoek. Geschiktheid voor eigen werk vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WW-aanvraag wegens niet overleggen gevraagde gegevens door appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; appellant niet ongeschikt voor werk als servicemonteur. Hoger beroep faalt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellante na hersteldmelding door het Uwv, oordeelt dat geen medische onderbouwing voor beperkingen is aangetoond.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WW-uitkering aan appellante, omdat zij niet voldeed aan de 26-weken eis.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv de terugvordering van voorschotten op basis van de WW correct heeft vastgesteld, zonder rekening te houden met de MKB-winstvrijstelling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering appellant per 4 juli 2008 en heropent onderzoek naar schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en afwijzing van re-integratieverzoek, omdat appellant geen recht meer had op WW-uitkering. Schadevergoeding afgewezen wegens gebrek aan aantoonbare schade.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WIA-uitkering; appellant heeft geen nieuwe medische gegevens overgelegd die de FML in twijfel trekken.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de vaststelling van het ZW-dagloon door het Uwv en wijst het hoger beroep van appellante af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WW-uitkering aan appellant na levensloopverlof; geen relevant arbeidsurenverlies en geen beroep op vertrouwensbeginsel.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de vaststelling van het WW-dagloon van appellant, oordeelt dat niet is aangetoond dat werkgeefster niet tot uitbetaling van achterstallig loon is overgegaan.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening en terugvordering van de WW-uitkering van appellant, die als zelfstandige werkte, en oordeelt dat persoonlijke omstandigheden geen aanleiding geven om van terugvordering af te zien.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de terugvordering van WW-uitkering door het Uwv, omdat appellante niet het gerechtvaardigde vertrouwen had op basis van een eerdere brief.

Hoger beroep over de hoogte van de boete wegens schending van de inlichtingenverplichting in het kader van de WIA. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de boete van € 1.040,- evenredig is en vernietigt de eerdere uitspraak van de rechtbank.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WW-uitkering wegens verwijtbare werkloosheid na ontslag wegens ernstig plichtsverzuim.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de betalingsonmacht van de werkgeefster al op 1 februari 2011 is ingetreden, waardoor appellant recht heeft op een faillissementsuitkering vanaf die datum.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening WW-uitkering en boete wegens schending inlichtingenverplichting door zelfstandige werkzaamheden.

Centrale Raad van Beroep herziening WW-uitkering en boete vastgesteld op € 52,- na schending inlichtingenverplichting door appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt verlaging WW-uitkering met 50% wegens onvoldoende medewerking aan re-integratie door appellant.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant recht heeft op WW-uitkering. De arbeidsovereenkomst voldeed aan de voorwaarden van het BW, en de verzekeringsplicht bleef bestaan.