ECLI:NL:CRVB:2019:776
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak over de WIA-uitkering en dagloonberekening van een havenmedewerker na ziekte
In deze tussenuitspraak van de Centrale Raad van Beroep op 27 februari 2019, met zaaknummer 17/6271 WIA-T, wordt het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam behandeld. Appellant, een havenmedewerker, heeft zich op 13 december 2013 ziek gemeld en heeft in 2015 een aanvraag ingediend voor een WIA-uitkering. Het Uwv heeft hem een loongerelateerde WGA-uitkering toegekend, maar appellant is van mening dat hij volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is en dat het dagloon te laag is vastgesteld. De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen het besluit van het Uwv ongegrond verklaard, maar appellant gaat in hoger beroep.
De Raad voor de Rechtspraak oordeelt dat het Uwv het gebrek in het bestreden besluit moet herstellen door een nieuwe berekening van het dagloon te maken. De Raad onderschrijft de overwegingen van de rechtbank met betrekking tot de arbeidsongeschiktheid van appellant, maar constateert dat de dagloonberekening onjuist is. Appellant heeft ter zitting aangegeven zijn claim van volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid niet met medische gegevens te kunnen onderbouwen, en de rechtbank heeft gemotiveerd op deze claim ingegaan. De Raad draagt het Uwv op om binnen vier weken na verzending van deze tussenuitspraak het gebrek in het bestreden besluit te herstellen, met inachtneming van de overwegingen in deze uitspraak.