Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
WAO-uitkering van 1 november 2013 buiten behandeling gelaten omdat appellant, nadat hem daartoe de gelegenheid was geboden, niet had voldaan aan het verzoek van het Uwv om nadere informatie over te leggen die nodig was voor de behandeling van zijn aanvraag. Het bezwaar tegen dit besluit is bij besluit van 25 juni 2014, gewijzigd bij besluit van 13 augustus 2014, ongegrond verklaard. De rechtbank heeft bij uitspraak van 26 november 2014 het beroep tegen het besluit van 13 augustus 2014 ongegrond verklaard. De Raad heeft deze uitspraak op 18 maart 2016 bevestigd.
11 augustus 2016, waarin appellant met verwijzing naar de brief van het Uwv van 8 juli 2016 zijn bezwaren heeft uiteengezet tegen de gehandhaafde weigering om hem een
WAO-uitkering toe te kennen. Deze brief is blijkens het poststempel op de enveloppe op
12 augustus 2016 ter post bezorgd. Dit ligt ná de in de brief van 8 juli 2016 gestelde datum van 5 augustus 2016. Hiermee staat vast dat de bezwaargronden te laat zijn ingediend. Appellant heeft in zijn brief van 11 augustus 2016 geen redenen genoemd waarom hij zijn gronden te laat heeft ingediend. In wat appellant in beroep en in hoger beroep naar voren heeft gebracht, is evenmin een aanwijzing te vinden op grond waarvan de indiening van de bezwaargronden na 5 augustus 2016, verschoonbaar is te achten.