ECLI:NL:CRVB:2019:250
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake WAO-uitkering en belastbaarheid van appellant
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 januari 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De zaak betreft de beoordeling van de belastbaarheid van appellant in het kader van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO). Het Uwv had in een eerdere tussenuitspraak de opdracht gekregen om aanvullende medische rapporten te overleggen. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft informatie opgevraagd bij uroloog M.J. Wijffelman en heeft vastgesteld dat de medische stukken geen aanleiding geven tot twijfel aan de conclusies over de belastbaarheid van appellant per 25 februari 2015. Appellant heeft in hoger beroep geen nieuwe medische informatie overgelegd die zijn standpunt onderbouwt dat zijn beperkingen zijn onderschat. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft voldoende gemotiveerd dat de belasting van de geselecteerde functies de belastbaarheid van appellant niet overschrijdt, ondanks de noodzaak voor extra sanitaire onderbrekingen. De Raad heeft geoordeeld dat het Uwv heeft voldaan aan de in de tussenuitspraak gegeven opdracht en dat de conclusies van de verzekeringsartsen juist zijn. Het hoger beroep is gegrond verklaard, de aangevallen uitspraak is vernietigd, en de rechtsgevolgen van het bestreden besluit blijven in stand. Tevens is het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellant, die zijn begroot op € 2.304,-.