mw. mr. A.I. van der Kris

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat Uwv loonsanctie terecht introk en schadevergoeding van € 62.769,18 toekende, maar kosten directeur en financieel adviseur niet vergoedt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt uitspraak rechtbank dat Uwv dagloon van betrokkene onterecht heeft vastgesteld op € 117,57, in strijd met het evenredigheidsbeginsel.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv niet heeft aangetoond dat appellante haar inlichtingenplicht heeft geschonden, waardoor de boete niet kan worden opgelegd. Het beroep is gegrond verklaard en het boetebesluit is herroepen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WW-uitkering aan appellante wegens verwijtbare werkloosheid na vrijwillig ontslag.

Herziening en terugvordering van WIA-uitkering van € 56.214,51 wegens niet voldoen aan inkomenseis. Geen dringende redenen om van herziening en terugvordering af te zien.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de WGA-vervolguitkering van appellant terecht heeft voortgezet naar 65-80% arbeidsongeschiktheid per 17 maart 2020, ondanks de betwisting van appellant.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt Uwv in proceskosten na intrekking hoger beroep door appellante, die volledig arbeidsongeschikt is verklaard.

Centrale Raad van Beroep herroept besluiten tot herziening en terugvordering van uitkeringen van appellante, oordelend dat zij niet hoefde te beseffen dat haar hondenoppasactiviteiten invloed hadden op haar uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering per 7 januari 2020; appellant geschikt voor geselecteerde functies na WIA-beoordeling.

De WW-uitkering van appellant werd ten onrechte per 7 januari 2020 ingetrokken. De Raad oordeelde dat de intrekking pas per 20 januari 2020 geldig was. Schadevergoeding werd toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt ontzegging WW-uitkering aan gemeenteraadslid; geen dienstbetrekking aanwezig.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering WW-uitkering, oordeelt dat appellante geen werknemer was door ontbreken gezagsverhouding.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WIA-aanvraag; geen privaatrechtelijke dienstbetrekking aangetoond door appellant.

De WIA-uitkering van appellant is terecht geschorst en ingetrokken omdat hij niet op het spreekuur van de verzekeringsarts verscheen. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellant vanwege andere oorzaak van gezondheidsklachten dan eerder beoordeeld in 2017.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering van appellante wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid. Medische en arbeidskundige onderbouwing voldoende.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellant, oordelend dat het medisch onderzoek voldoende zorgvuldig is geweest en dat appellant in staat was de aan de schatting ten grondslag gelegde functies te vervullen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant verwijtbaar werkloos is en geen recht heeft op WW-uitkering.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van de ZW-uitkering van appellante per 1 april 2022, omdat zij arbeidsgeschikt is voor haar eigen werk na zorgvuldig medisch onderzoek.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellant een WIA-uitkering toe te kennen, omdat de eerste ziektedag op 1 februari 2020 is vastgesteld en appellant op die datum niet verzekerd was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WW-uitkering aan appellant en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing compensatie transitievergoeding; arbeidsovereenkomsten eindigden vóór 1 juli 2015.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant recht heeft op WW-uitkering per 9 april 2021, ondanks eerdere ontzegging door Uwv, vanwege schending van rechtszekerheidsbeginsel.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over schadevergoeding van € 1.000,- wegens overschrijding van de redelijke termijn in bestuursrechtelijke procedure.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de toekenning van een WGA-uitkering aan appellant, met een arbeidsongeschiktheid van 66,49%.

De Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat betrokkene recht heeft op een IVA-uitkering, omdat zijn volledige arbeidsongeschiktheid duurzaam is. De eerdere uitspraak van de rechtbank is vernietigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening en terugvordering WIA-uitkering van appellant wegens schending inlichtingenverplichting en exploitatie hennepkwekerij.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid van appellant terecht op 54,76% heeft vastgesteld, zonder reden voor een urenbeperking. De eerdere uitspraak van de rechtbank is vernietigd, maar de rechtsgevolgen blijven in stand.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv de WIA-uitkering van appellante terecht heeft beëindigd, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. De duur van de loongerelateerde WGA-uitkering is correct vastgesteld op zestien maanden.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de WW-uitkering van betrokkene over een bepaalde periode moet worden meegenomen in de berekening van het WIA-dagloon. Uwv moet besluit herstellen.

Hoger beroep over WIA-uitkering; Raad oordeelt dat Uwv correct arbeidsongeschiktheidspercentage heeft vastgesteld, maar eerdere besluiten niet deugdelijk waren. Schadevergoeding van € 3.500,- voor overschrijding redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt boete van € 310,- opgelegd door Uwv wegens schending van inlichtingenverplichting. Appellant heeft werkzaamheden niet gemeld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellant wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid op 14 augustus 2024.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang bij intrekking van WW- en ZW-uitkering.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellant op 52,13% en de toekenning van de WGA-loonaanvullingsuitkering per 7 februari 2023, na beoordeling van het medisch onderzoek door het Uwv.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de berekening van het WIA-dagloon, die loonloze periodes meerekent, discriminerend is. Het Uwv moet het dagloon herberekenen en de WIA-uitkering aanpassen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de berekening van het WIA-dagloon, die loonloze periodes meerekent, discriminerend is. Het Uwv moet het dagloon opnieuw berekenen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv het WIA-dagloon van appellant opnieuw moet berekenen, waarbij loonloze periodes buiten beschouwing worden gelaten, wegens discriminatie. De Staat wordt veroordeeld tot schadevergoeding.

Hoger beroep over de vaststelling van het WIA-dagloon van € 16,49. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het Uwv de startersregeling correct heeft toegepast en dat er geen strijd is met het evenredigheidsbeginsel.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv terecht WIA-uitkering weigerde, maatmanarbeid vastgesteld op laatst verrichte werk bij [naam bedrijf 2].

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellante per 24 mei 2022, o.b.v. medische geschiktheid voor eigen werk.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellant op 78,77% per 30 december 2020. Hoger beroep afgewezen, geen deskundige benoemd.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard; Uwv betaalt WW-uitkering en proceskosten van appellant.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de WGA-vervolguitkering van appellant niet overtuigend heeft onderbouwd en geeft opdracht tot herstel van het motiveringsgebrek.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellant wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid. Geen twijfel aan medische beoordeling.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellant een WIA-uitkering toe te kennen, omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt is.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv terecht geen rekening heeft gehouden met de waarnemingstoeslag bij de vaststelling van het dagloon van de IVA-uitkering, omdat deze niet is opgebouwd in de referteperiode.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv het dagloon op € 49,30 heeft vastgesteld. Appellant heeft niet aangetoond dat de gegevens in de polisadministratie onjuist zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering ZW-uitkering; appellante geschikt voor eerder geselecteerde functies ondanks medische beperkingen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering en weigering WW-uitkering; arbeidsongeschiktheid vastgesteld op 26,12%.

Hoger beroep over de hoogte van het dagloon voor ZW-uitkering, vastgesteld op € 79,36. Schadevergoeding van € 500,- wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen IVA-uitkering krijgt, omdat zijn arbeidsongeschiktheid niet duurzaam is. WGA-loonaanvullingsuitkering blijft in stand.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellante per 29 mei 2021, oordelend dat de geselecteerde functies passend zijn en dat appellante niet meer dan 65% van haar laatst verdiende loon kan verdienen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering; appellante minder dan 35% arbeidsongeschikt, voldoende medische onderbouwing.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens ontbreken procesbelang na nieuwe beslissing op bezwaar door Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank over de toekenning van een WIA-uitkering en de vaststelling van het dagloon op € 73,50, zonder aanleiding om van de regelgeving af te wijken.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens gebrek aan procesbelang in WAZO-uitkering zaak.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellant een nieuwe kniklader te verstrekken, omdat hij niet voldoet aan de voorwaarden van de Wet WIA.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat een opzegbeding in een vaststellingsovereenkomst voldoet aan de eisen van de WW en BW, waardoor de betrokkene recht heeft op een WW-uitkering.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellante per 30 oktober 2019 door het Uwv, en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad bevestigt toekenning WW-uitkering; gemeente heeft initiatief tot beëindiging dienstbetrekking genomen; geen verwijtbare werkloosheid.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante recht heeft op een IVA-uitkering en veroordeelt het Uwv tot vergoeding van proceskosten en schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om een WIA-uitkering toe te kennen aan appellante, omdat er geen toegenomen beperkingen zijn vastgesteld binnen vijf jaar na eerdere beoordeling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellant wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid. Medisch onderzoek is zorgvuldig uitgevoerd.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de toekenning van een WIA-uitkering aan appellant per 28 maart 2022, met een arbeidsongeschiktheid van 54,23%. Appellant's bezwaren worden verworpen.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de WIA-uitkering van appellante terecht per 3 oktober 2022 heeft beëindigd. De geselecteerde functies zijn passend, ondanks de bezwaren van appellante.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellant op 48,08% en oordeelt dat het Uwv de medische beperkingen correct heeft verwerkt in de FML.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WW-uitkering wegens verwijtbare werkloosheid door seksueel grensoverschrijdend gedrag.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat betrokkene geen verwijtbare werkloosheid heeft en dat de WW-uitkering terecht is toegekend.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering; appellant onvoldoende beperkt. Uwv veroordeeld in proceskosten van € 3.766,50.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van ZW-uitkering aan appellant, omdat zijn medische situatie niet is veranderd ten opzichte van de WIA-beoordeling.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellante een WIA-uitkering toe te kennen, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. Het hoger beroep wordt afgewezen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over IVA-uitkering en schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. Uwv moet € 2.500,00 en de Staat € 4.333,33 vergoeden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om terug te komen van eerdere besluiten uit 2007 en 2008, met uitzondering van een vervallen boete.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellante een IVA-uitkering toe te kennen, o.a. vanwege niet-duurzame arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WW-uitkering aan appellant wegens gebrek aan gezagsverhouding met zijn moeder. Appellant kan geen recht op WW aantonen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering ZW-uitkering aan appellant per 6 oktober 2021 na zorgvuldig medisch onderzoek.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering IVA-uitkering voor appellante; duurzaamheid van arbeidsongeschiktheid niet aangetoond. Proceskosten niet vergoed.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellante een WIA-uitkering toe te kennen, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. De geselecteerde functies zijn medisch geschikt voor haar.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellante een ZW-uitkering toe te kennen, omdat zij geschikt werd geacht voor de eerder geselecteerde functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering van appellante per 9 juli 2018, o.b.v. minder dan 35% arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat Uwv terecht WIA-uitkering herzien en teruggevorderd heeft na ontdekking hennepkwekerij. Appellante slaagt niet in bewijs van onschuld.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellant op 65,25% en oordeelt dat het Uwv de medische beoordeling correct heeft uitgevoerd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellant op 36,48% en oordeelt dat de geselecteerde functies geschikt zijn, ondanks bezwaren van appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van verzoek om terug te komen van intrekking WAO-uitkering. Geen nieuw gebleken feiten of omstandigheden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de vaststelling van het WIA-dagloon op €26,71 na een auto-ongeluk, zonder ruimte voor afwijkingen door persoonlijke omstandigheden.

Hoger beroep over terugvordering toeslag en boete wegens schending inlichtingenplicht. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv het inkomen uit arbeid van appellant correct heeft verrekend met zijn Wajong-uitkering en dat er geen dringende redenen zijn om van terugvordering af te zien.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering na eerstejaars ZW-beoordeling; geen nieuwe feiten of omstandigheden voor herziening.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante per 17 september 2018 minder dan 35% arbeidsongeschikt is en weigert WIA-uitkering.

Centrale Raad van Beroep vernietigt uitspraak rechtbank Limburg voor kostenvergoeding, bevestigt overige uitspraak. WGA-uitkering appellant beëindigd per 17 september 2021. Totale proceskostenvergoeding door Uwv bedraagt € 1.015,50.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een ZW-uitkering aan appellante, omdat haar medische beperkingen niet zijn toegenomen ten opzichte van de WIA-beoordeling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op IVA-uitkering, omdat haar arbeidsongeschiktheid niet volledig en duurzaam is. Verbetering van belastbaarheid door behandeling is te verwachten.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de WGA-vervolguitkering van appellante, die minder dan 35% arbeidsongeschikt is bevonden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellant, oordelend dat hij meer dan 65% van zijn maatmaninkomen kan verdienen en dat het medisch onderzoek zorgvuldig was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de mate van arbeidsongeschiktheid van werkneemster onder de Wet WIA, vastgesteld op 69,92% en 70,09% op respectievelijk 10 maart en 9 juni 2020. De geduide functies zijn geschikt bevonden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WW-uitkering wegens verwijtbare werkloosheid na zelf ontslag nemen zonder reëel vooruitzicht op nieuw dienstverband.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WW-uitkering aan appellant wegens verblijf buiten Nederland, o.b.v. artikel 19 WW.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep tegen Uwv-besluit ongegrond; stage-inkomsten worden als loon aangemerkt bij berekening WIA-uitkering.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak dat appellante minder dan 35% arbeidsongeschikt is en de WGA-vervolguitkering terecht is beëindigd.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en stelt arbeidsongeschiktheid van appellant vast op 80 tot 100%, met recht op WIA-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant niet volledig arbeidsongeschikt is en recht heeft op WGA-uitkering na herbeoordeling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant verwijtbaar werkloos is en dat het Uwv terecht geen WW-uitkering heeft verstrekt. Proceskosten worden vergoed aan appellant.

Appellante heeft hoger beroep ingesteld tegen de vaststelling van haar WIA-dagloon. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het WIA-dagloon van € 58,78 correct is vastgesteld, en dat de verlaging van de WW-uitkering niet ter discussie kan worden gesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; medisch onderzoek door Uwv zorgvuldig, appellant in staat om meer dan 65% van maatmaninkomen te verdienen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WIA-uitkering aan appellant, ondanks zorgvuldigheidsgebrek in besluitvorming door Uwv. Proceskosten van € 2.929,50 worden vergoed.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellant op 75,94% na zorgvuldig medisch onderzoek. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Centrale Raad bevestigt weigering WIA-uitkering; zorgvuldig medisch onderzoek en geschiktheid functies vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over arbeidsongeschiktheid na bedrijfsongeval. Hoger beroep gegrond verklaard, eerdere uitspraak vernietigd. Schadevergoeding afgewezen.

Hoger beroep tegen de weigering van het Uwv om terug te komen op het WAO-dagloon. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellante, die minder dan 35% arbeidsongeschikt is.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant terecht op 47,37% is vastgesteld na bedrijfsongeval, en vernietigt eerdere uitspraak van de rechtbank.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening en terugvordering van toeslag door Uwv wegens inkomsten uit huishoudelijke werkzaamheden en schending van de inlichtingenplicht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering van appellante na zorgvuldig medisch onderzoek door Uwv.

De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzoek om herziening van de WAO-uitkering niet-ontvankelijk wegens onredelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing herziening uitspraak rechtbank Overijssel inzake WW-uitkering. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over schadevergoeding en proceskostenvergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in bestuursrechtelijke procedure.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WW-uitkering wegens niet verstrekte gegevens door appellant. Hoger beroep slaagt niet.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante per 1 januari 2020 geen recht heeft op WIA-uitkering, omdat geen toegenomen beperkingen zijn vastgesteld na 1 september 2015.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv terecht geen WIA-uitkering heeft toegekend aan appellant, gezien zijn arbeidsongeschiktheid van minder dan 35%.

Hoger beroep over WIA-uitkering; Uwv heeft onterecht arbeidsongeschiktheid vastgesteld. Uitkering blijft 80-100% tot 1 maart 2022. Proceskostenveroordeling.

Centrale Raad van Beroep vernietigt het besluit van het Uwv en draagt hen op het gebrek te herstellen, uitgaande van de eerste arbeidsongeschiktheidsdag van 2 december 2017.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid van appellante terecht op 46,48% heeft vastgesteld na een herbeoordeling.

De CRvB oordeelt dat pgb-dienstverleners die minder dan vier dagen per week werken niet mogen worden uitgesloten van WW, vanwege indirecte discriminatie van vrouwen. Het UWV moet een nieuwe beslissing nemen over de WW-uitkering en het arbeidsverleden van betrokkene corrigeren.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant te laat een WW-uitkering heeft aangevraagd en dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die een uitzondering rechtvaardigen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt vaststelling dagloon ZW-uitkering op € 191,90; artikel 12e Dagloonbesluit niet van toepassing.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv het dagloon voor de Wazo-uitkering correct heeft vastgesteld op € 81,31 en vernietigt de eerdere uitspraak van de rechtbank.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de hoogte van het WIA-dagloon, dat door de startersregeling van de WW is verlaagd. Appellante's hoger beroep wordt afgewezen.

Hoger beroep over loon tijdens vakantie en dagloonberekening. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak en verklaart beroep ongegrond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant op 62,53% en de eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-uitkering van appellant met psychische klachten; onderzoek Uwv zorgvuldig en functies geschikt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering op basis van medische en arbeidskundige beoordeling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat bezwaren tegen een informatieve brief en betaalspecificatie niet-ontvankelijk zijn, omdat deze geen besluiten zijn in de zin van de Awb.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de hoogte van het dagloon voor de IVA-uitkering op € 110,30 en oordeelt dat de WW-uitkering over augustus 2016 terecht buiten beschouwing is gelaten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de terugvordering van WAO-uitkering van appellant wegens betrokkenheid bij hennepstekkerij. Appellant heeft onvoldoende bewijs geleverd voor zijn verweer.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verzoek om verlenging herlevingstermijn WW-uitkering; terugkeer naar Nederland was mogelijk voor 1 juli 2020.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening en terugvordering WAO-uitkering van appellant wegens betrokkenheid bij hennepstekkerij en oplegging van een boete.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing uitkering IOW; appellant voldoet niet aan jareneis, werkzaamheden op [Eiland] niet meetellend.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het verzoek van appellant om beslagstukken niet als aanvraag kan worden aangemerkt; bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat (ex-)werknemer recht heeft op WGA-uitkering en niet op IVA-uitkering, omdat volledige arbeidsongeschiktheid niet duurzaam is.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante per 27 januari 2020 volledig en duurzaam arbeidsongeschikt was en recht heeft op een IVA-uitkering.

Hoger beroep over WGA-vervolguitkering en schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak en kent schadevergoeding toe aan appellant.

Hoger beroep tegen de weigering van een WIA-uitkering. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak en wijst schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Hoger beroep ingetrokken omdat het Uwv volledig tegemoetkwam aan de bezwaren van appellante. Proceskostenveroordeling tot € 5.868,32.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de hoogte van het WIA-dagloon op € 134,71, waarbij WW-uitkering niet wordt meegeteld, en oordeelt dat de keuze voor de loon-in-systematiek legitiem is.

De CRvB introduceert een nieuw beoordelingskader voor ziekmeldingen na een EZWb, waarbij geschiktheid voor ten minste drie functies vereist is om ziekengeld te weigeren.

De CRvB wijzigt het beoordelingskader voor ziekmeldingen na een Eerstejaars Ziektewet-beoordeling, waarbij geschiktheid voor drie functies vereist is om ziekengeld te weigeren.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard; Uwv veroordeeld tot schadevergoeding en proceskosten van € 3.036,-.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellant, die meer dan 65% van zijn maatmaninkomen kan verdienen, ondanks klachten na auto-ongeluk.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellant, o.b.v. verdiencapaciteit na ziekte. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WIA-uitkering aan appellante, die minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht, ondanks gewijzigde FML.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellante, omdat zij meer dan 65% van haar maatmaninkomen kan verdienen. De rechtbank oordeelde dat het medisch onderzoek zorgvuldig was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid. Geschiktheid van functies en medische beoordeling zijn correct.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WW-uitkering aan appellant wegens verwijtbare werkloosheid en plichtsverzuim, ondanks psychische problemen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat WW-uitkering van appellante terecht met de helft is verlaagd wegens verwijtbare werkloosheid, maar niet in overwegende mate te verwijten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-uitkering; onderzoek Uwv was zorgvuldig en medische beperkingen zijn niet onderschat.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WW-aanvraag; geen arbeidsovereenkomst door gebrek aan gezagsverhouding.

Hoger beroep over de hoogte van het dagloon van een profvoetballer in het kader van de WIA-uitkering. De Raad bevestigt dat het Uwv het dagloon correct heeft vastgesteld en er geen discriminatie is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de terugvordering van WGA-uitkering door het Uwv, oordeelt dat het bedrag correct is vastgesteld en er geen dringende redenen zijn om van terugvordering af te zien.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant verwijtbaar werkloos is geworden door onterecht gebruik van de tankpas, waardoor zijn recht op WW-uitkering niet tot uitbetaling komt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op IVA-uitkering, ondanks 87,70% arbeidsongeschiktheid, omdat deze niet duurzaam is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellante op 67,34% en de voortzetting van haar WIA-uitkering, na zorgvuldig medisch onderzoek door het Uwv.

Hoger beroep over WIA-uitkering; arbeidsongeschiktheid vastgesteld op 56,72%. Geen recht op IVA-uitkering. Medisch oordeel Uwv wordt gevolgd.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de dagloonvaststelling van het Uwv in het kader van de Wet WIA, zonder ruimte voor afwijkingen. Appellant's argumenten over referteperiode en vakantiedagen worden verworpen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellante op 40,14% en de WGA-vervolguitkering vanaf 27 september 2018. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellante, oordelend dat zij in staat is om arbeid te verrichten en de functies medisch geschikt zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WIA-uitkering aan appellant, o.a. op basis van onvoldoende medische indicaties voor een urenbeperking.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het dagloon van appellante correct is vastgesteld volgens de Wet WIA, waarbij periodes van minder loon invloed hebben op de hoogte van de uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WW-uitkering wegens verwijtbare werkloosheid na ontslag op staande voet door mishandeling.

Hoger beroep over toekenning WGA-uitkering en arbeidsongeschiktheid van 61,30%. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak, geen reden voor urenbeperking.

Hoger beroep over de weigering van een WIA-uitkering. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak, geen twijfel aan medische beoordeling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering; appellant onvoldoende arbeidsongeschikt bevonden op basis van medische beoordeling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering van appellante, oordelend dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid correct heeft vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering; appellant niet meer dan 35% arbeidsongeschikt en geen reden om aan medisch onderzoek te twijfelen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv de betaling van overwerkuren in oktober 2019 niet bij de WIA-dagloonberekening heeft meegenomen, omdat deze niet vorderbaar was in de referteperiode.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering en weigering WIA-uitkering wegens niet voltooien wachttijd. Appellant's klachten werden niet als voldoende onderbouwd beschouwd.

Hoger beroep van appellante tegen de weigering van een WIA-uitkering. De Centrale Raad bevestigt dat de medische beoordeling door het Uwv zorgvuldig was en dat er geen nieuwe gegevens zijn die de weigering onderbouwen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellant een WIA-uitkering toe te kennen, omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid van appellant correct heeft vastgesteld op 44,09% na zorgvuldig onderzoek.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellante, die geschikt werd geacht voor eigen werk na psychische klachten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid van appellant terecht op 44% heeft vastgesteld en dat de functies medisch geschikt zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering per 1 oktober 2019; vertrouwensbeginsel niet geschonden. Uwv veroordeeld in proceskosten van appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant over de WIA-uitkering van appellante, oordeelt dat geen nieuwe medische gegevens zijn ingebracht die de belastbaarheid in twijfel trekken.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering van appellant; geschiktheid van voorbeeldfuncties vastgesteld na deskundigenonderzoek.

Hoger beroep ingetrokken omdat het Uwv volledig aan de bezwaren van appellante is tegemoetgekomen. Uwv veroordeeld in de kosten voor rechtsbijstand van appellante tot € 3.036,-.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; appellante voldoet aan opleidingsvereisten en medische beoordeling is zorgvuldig.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat er geen bijzonder geval is voor een eerdere ingangsdatum van de IVA-uitkering dan 6 november 2017.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; voldoende medische en arbeidskundige grondslag vastgesteld.

Centrale Raad bevestigt beëindiging WIA-uitkering en weigering nieuwe WIA-uitkering na zorgvuldige medische beoordeling door Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WIA-uitkering; geen toegenomen beperkingen binnen vijf jaar vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om een WIA-uitkering toe te kennen aan appellante, na beoordeling van haar medische situatie en arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat voor het feitelijk verdiende loon geen fictieve loonwaarde kan worden gesteld en dat een theoretische schatting van arbeidsongeschiktheid moet plaatsvinden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellante op basis van medische en arbeidskundige beoordeling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellant op 46,45% en oordeelt dat het medisch onderzoek door het Uwv zorgvuldig was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraken over herziening ZW- en WIA-dagloon; schadevergoeding van € 1.000,- voor overschrijding redelijke termijn.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het medisch onderzoek in de bezwaarfase niet zorgvuldig is uitgevoerd en geeft het Uwv opdracht om het gebrek in het besluit te herstellen.

Appellante krijgt WGA-vervolguitkering van 42% van het minimumloon. Schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn toegekend.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat werknemer op 30 oktober 2016 volledig en duurzaam arbeidsongeschikt was, en herstelt de weigering van de IVA-uitkering door het Uwv.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de WIA-uitkering correct is berekend, zonder het prepensioen mee te tellen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de mate van arbeidsongeschiktheid van 53,57% en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering; zorgvuldig onderzoek en geschiktheid functies vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant op basis van zorgvuldig medisch onderzoek. Hoger beroep niet geslaagd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv terecht de arbeidsongeschiktheid van appellant op minder dan 35% heeft vastgesteld en de WGA-vervolguitkering heeft beëindigd.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt Uwv in proceskosten van appellant tot € 6.143,51 na intrekking hoger beroep.

Hoger beroep over de vaststelling van het dagloon door het Uwv in het kader van de Ziektewet, waarbij de Centrale Raad van Beroep de eerdere uitspraak bevestigt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt terugvordering WW-uitkering en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding redelijke termijn in zaak 20/1738.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat Uwv terecht weigerde terug te komen van besluit korting ABP-keuzepensioen op WW-uitkering. Geen nieuwe feiten of omstandigheden aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraken over WW-uitkering; appellanten kunnen geen bijzonder geval aantonen voor uitbetaling met terugwerkende kracht.

Centrale Raad bevestigt beëindiging ZW-uitkering; medisch onderzoek was zorgvuldig en appellant is geschikt voor arbeid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; appellant kan meer dan 65% van zijn loon verdienen na zorgvuldige medische beoordeling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt verlaging WW-uitkering van appellant met 15% wegens onvoldoende sollicitatieactiviteiten in de periode van 8 augustus tot en met 4 september 2017.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-loonaanvullingsuitkering; geen medische indicatie voor urenbeperking.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WW-uitkering aan appellante wegens verwijtbare werkloosheid na zelfontslag. Hoger beroep afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-uitkering na zorgvuldig onderzoek. Appellante's arbeidsongeschiktheid vastgesteld op minder dan 35%.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering WW-uitkering wegens schending inlichtingenverplichting door appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant terecht op minder dan 35% is vastgesteld, en dat hij geschikt is voor de geselecteerde functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering; medisch onderzoek door Uwv was zorgvuldig en appellant is geschikt voor arbeid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant over de afwijzing van de Ziektewetuitkering aan appellante, die onvoldoende medische onderbouwing heeft geleverd voor haar klachten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening en terugvordering van WW-uitkering van appellant over april 2019, na controle van inkomsten door het Uwv.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het Uwv de WAO-uitkering van appellante terecht heeft beëindigd, omdat haar arbeidsongeschiktheid minder dan 15% is vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-vervolguitkering van appellant, omdat arbeidsongeschiktheid onder de 35% is vastgesteld.

Hoger beroep van appellante tegen afwijzing WIA- en WW-uitkering ongegrond. Geen nieuw gebleken feiten of omstandigheden. Beslissing bevestigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat onverschuldigd betaalde toeslag kan worden verrekend met nabetaling WAO-uitkering.

Hoger beroep ingetrokken wegens gebrek aan procesbelang na besluitvorming door het Uwv. Proceskostenveroordeling van € 3.036,- aan appellante.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellante na medische beoordeling. Geen objectieve onderbouwing voor gevraagde pauzes tijdens visueel belastend werk.

Centrale Raad bevestigt beëindiging WGA-vervolguitkering; zorgvuldig onderzoek Uwv; geen reden tot twijfel aan medische beoordeling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat pensioeninkomsten van appellant terecht zijn gekort op zijn WW-uitkering, omdat hij niet onder de uitzondering van artikel 3:5 AIB valt.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid van appellante terecht op minder dan 35% heeft vastgesteld en haar WIA-uitkering heeft beëindigd.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid van appellant ten onrechte op minder dan 35% heeft vastgesteld en de WGA-uitkering heeft beëindigd. Appellant wordt per 27 september 2017 als volledig arbeidsongeschikt aangemerkt en het Uwv wordt veroordeeld in de proceskosten.

Hoger beroep ingetrokken omdat het Uwv met gewijzigde beslissing op bezwaar geheel aan de bezwaren van appellant is tegemoetgekomen. Proceskostenveroordeling van € 11.714,15 aan appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening en terugvordering van WIA-uitkering wegens schending inlichtingenplicht door appellante.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante op 17 december 2015 in staat was tot het verrichten van haar arbeid en geen ZW-uitkering heeft ontvangen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de terugvordering van uitkering door het Uwv en de aflossingscapaciteit van € 561,11 per maand. Geen dringende redenen voor afzien van terugvordering.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het UWV terecht een boete oplegde voor schending van de inlichtingenplicht bij WW-uitkering. De uitspraak van de rechtbank werd vernietigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; medische en arbeidskundige beoordeling zijn correct.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellant een WIA-uitkering toe te kennen, o.b.v. medische en arbeidskundige beoordeling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant op 73,69% in het kader van de Wet WIA. Hoger beroep niet geslaagd.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op WIA-uitkering per 18 januari 2018, maar oordeelt dat het Uwv het besluit niet deugdelijk heeft gemotiveerd. Uwv wordt veroordeeld in proceskosten van € 3.036,- en griffierecht van € 178,-.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing laattijdige Wajong-aanvraag; bewijslast ligt bij aanvrager. Geen medische gegevens over 17de en 18de levensjaar overgelegd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering van appellant, oordeelt dat functies medisch geschikt zijn en dat het Uwv correct heeft gehandeld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WIA-uitkering aan appellant op basis van onvoldoende arbeidsongeschiktheid en medische geschiktheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; appellant's klachten onvoldoende voor verdere beperkingen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv terecht afzag van kwijtschelding van openstaande vorderingen van € 9.801,19 op appellant, zonder bijzondere omstandigheden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellante een WIA-uitkering toe te kennen, oordelend dat de functies medisch geschikt zijn en het opleidingsniveau correct is vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-loonaanvullingsuitkering; zorgvuldig medisch onderzoek en juiste beoordeling van arbeidsongeschiktheid.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om een WIA-uitkering toe te kennen aan appellante, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is.

Centrale Raad van Beroep vernietigt niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake kwijtschelding terugvordering WW-uitkering. Appellant komt niet in aanmerking voor kwijtschelding.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellant minder dan 35% arbeidsongeschikt is en geen recht heeft op een WIA-uitkering.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant terecht is vastgesteld op 58,08% en verklaart het beroep van appellant ongegrond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-uitkering; appellant heeft arbeidsvermogen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant niet correct is vastgesteld en wijzigt deze naar 64,41%.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering, maar veroordeelt Uwv tot vergoeding van proceskosten van appellante tot € 3.366,-.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; medische en arbeidskundige beoordeling zijn voldoende onderbouwd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WW-uitkering aan appellante wegens niet voldoen aan wekeneis.

Hoger beroep over beëindiging loongerelateerde WGA-uitkering en toekenning WGA-vervolguitkering met arbeidsongeschiktheid van 35 tot 45%.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verzoek om terug te komen van eerder besluit inzake Wajong-uitkering. Geen nieuwe feiten of omstandigheden aangetoond door appellant.

Appellant verzocht om schadevergoeding wegens nabetaling Wajong-uitkering en onrechtmatig besluit. De Raad oordeelde dat het Uwv aansprakelijk is en kende schadevergoeding toe van € 8.474,- en € 1.000,- voor termijnoverschrijding.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de WIA-uitkering van appellante ten onrechte heeft teruggevorderd en vernietigt de eerdere uitspraak.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering appellant na zorgvuldigheidsgebrek in medisch onderzoek. Uwv moet proceskosten vergoeden.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat betrokkene geen recht had op WW-uitkering voor oktober en december 2018, omdat zijn inkomsten boven de grens lagen. Beroep op vertrouwensbeginsel slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang in terugvordering uitkering WW.

Hoger beroep tegen de weigering van een WIA-uitkering. De Centrale Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en wijst het verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad bevestigt dat appellant vanaf 6 maart 2018 arbeidsgeschikt is en geen recht heeft op ZW-uitkering. Terugvordering ziekengeld door Uwv is gerechtvaardigd. Verzoek om WW-uitkering vanaf 5 juni 2018 afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante de wachttijd voor WIA niet heeft vervuld; hersteldverklaring en vertrouwensbeginsel niet doorslaggevend. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geschikt is voor functies in het kader van de EZWb na ziekmelding, ondanks gezondheidsklachten.

Hoger beroep over omzetting WGA-uitkering. Centrale Raad bevestigt uitspraak rechtbank dat Uwv zorgvuldig heeft gehandeld en functies geschikt zijn voor appellant.

Hoger beroep van appellante over de afwijzing van haar WW-uitkering wegens late indiening van de aanvraag. De Raad bevestigt dat er geen toezegging is gedaan door het Uwv en dat er geen bijzonder geval is, waardoor de uitkering terecht is geweigerd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht meer heeft op WIA-uitkering, o.b.v. onvoldoende onderbouwde beperkingen in FML.

Appellant in hoger beroep tegen WIA-besluit; Raad herziening arbeidsongeschiktheid naar 73,84% na deskundigenrapport.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellant per 5 december 2016, oordeelt dat appellant geschikt is voor de functie van medewerker tuinbouw, ondanks zijn klachten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het medisch onderzoek door het Uwv zorgvuldig was en dat de FML van 2 augustus 2017 correct was vastgesteld. Hoger beroep van appellant wordt afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de Ziektewet-uitkering van appellant per 27 oktober 2018, o.b.v. zorgvuldig medisch onderzoek en FML-beperkingen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant over de afwijzing van de Wajong-aanvraag van appellante, die niet aannemelijk maakte dat zij arbeidsongeschikt was op zeventien- of achttienjarige leeftijd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Gelderland over de arbeidsongeschiktheid van appellant, die zich ziek meldde met BPPD. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep vernietigt uitspraak rechtbank en verklaart beroep gegrond inzake Ziektewetuitkering; Uwv moet opnieuw beslissen op bezwaren.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellant geen recht heeft op een WIA-uitkering, omdat geen toegenomen arbeidsongeschiktheid is vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante verantwoordelijk is voor het opgeven van het juiste correspondentieadres bij aanvraag WW-uitkering vanuit detentie. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering appellante; FML en geschiktheid functies zijn juist beoordeeld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op WIA-uitkering en geschikt is voor geselecteerde functies, ondanks haar klachten.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Gelderland, oordelend dat het Uwv zorgvuldig onderzoek heeft verricht en dat de conclusies van de verzekeringsartsen juist zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellant en wijst verzoek om schadevergoeding af wegens geen overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat betrokkene niet de verplichting heeft geschonden om passende arbeid te aanvaarden, en bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank.

Centrale Raad van Beroep herziening WW-uitkering en boete vastgesteld op € 1.200,- wegens niet gemelde zelfstandige werkzaamheden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant verwijtbaar werkloos is geworden na vroegtijdig verlaten van dienst, waardoor WW-uitkering niet wordt uitbetaald.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering WW-uitkering van appellant door Uwv, o.a. wegens schending van inlichtingenplicht.

Hoger beroep over terugvordering WIA-uitkering en boete wegens schending inlichtingenplicht. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat appellant zijn inlichtingenplicht heeft geschonden.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellante een WIA-uitkering toe te kennen, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is en de geselecteerde functies geschikt zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; geen reden om te twijfelen aan medische beoordeling en FML.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens termijnoverschrijding; geen verschoonbaarheid aangetoond.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellant, die minder dan 35% arbeidsongeschikt is. Proceskosten worden vergoed aan appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat betrokkene niet verwijtbaar werkloos is en dat ontslag niet op verzoek van hem is geweest.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering; appellante heeft onvoldoende medische onderbouwing voor haar klachten ingediend.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering; geen reden om te twijfelen aan FML van Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Gelderland over de arbeidsongeschiktheid van appellante na auto-ongeval. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellante geschikt is voor arbeid ondanks epileptische aanvallen en handklachten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op Wajong-uitkering; Uwv heeft voldoende gemotiveerd dat haar arbeidsvermogen in de toekomst kan verbeteren.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op IVA-uitkering, omdat zijn arbeidsongeschiktheid niet duurzaam was op 17 september 2017.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv bij de vaststelling van loonverplichtingen op basis van de polisadministratie mag uitgaan van de juistheid van de gegevens, tenzij aangetoond wordt dat deze onjuist zijn. Appellant heeft niet voldoende bewijs geleverd voor zijn claim over extra overuren.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking WW-uitkering en toeslag wegens schending inlichtingenplicht door appellant met betrekking tot vennootschappen.

Hoger beroep over herziening WIA-uitkering en terugvordering door Uwv. Geen dringende redenen voor terugvordering en boete van € 40,- is evenredig. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellant op 35-45% en veroordeelt het Uwv in proceskosten.

Hoger beroep ingetrokken na tegemoetkoming door het Uwv. Centrale Raad van Beroep veroordeelt Uwv in kosten van appellant tot € 2.670,-.

Hoger beroep over WIA-uitkering; zorgvuldigheid medisch onderzoek door niet-geregistreerde arts in twijfel getrokken. Uwv moet nieuwe beslissing nemen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WIA-uitkering aan appellante, oordelend dat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is op basis van de FML.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking WIA-uitkering wegens voorlopige hechtenis; geen uitzondering op uitsluitingsgrond van artikel 43 Wet WIA.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid van appellant terecht op 60,52% heeft vastgesteld. Medisch onderzoek was zorgvuldig en geselecteerde functies zijn passend.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat functies van productiemedewerker en medewerker postverzorging medisch geschikt zijn voor appellante in het kader van WIA-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de onbevoegdheid van de rechtbank om schadevergoeding te veroordelen aan appellant, omdat geen onrechtmatig besluit is vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellant op 79,94% en oordeelt dat het Uwv terecht heeft vastgesteld dat appellant meer arbeidsgeschikt is dan voorheen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant op 59,05% en 57,48% en oordeelt dat het Uwv zorgvuldig heeft gehandeld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening en terugvordering van WIA-uitkering van appellant wegens schending van de inlichtingenplicht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering van appellante, ondanks schending hoorplicht, omdat geen benadeling is aangetoond. Geschiktheid voor functies blijft intact.

Centrale Raad van Beroep vernietigt intrekking WW-uitkering door Uwv; appellante heeft werkzaamheden in Nederland verricht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op WIA-uitkering, omdat er geen toegenomen beperkingen zijn vastgesteld sinds 9 januari 2017.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat WW-uitkering van appellant terecht met 37,50% is verlaagd wegens onvoldoende sollicitaties, ondanks psychische klachten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de Ziektewet-uitkering van appellante, oordeelt dat het verzekeringsgeneeskundig onderzoek zorgvuldig was en dat er geen reden is om aan de medische beoordeling te twijfelen.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de verlaging van de WW-uitkering van appellante en herroept het besluit van het Uwv, omdat appellante niet onvoorwaardelijk weigerde een contract te ondertekenen.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep gegrond inzake WW-uitkering na zelf ontslag nemen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv de WW-uitkering van appellante terecht heeft verlaagd op basis van gewerkte uren als zelfstandige, zonder ruimte voor belangenafweging.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking WW-uitkering van appellant wegens niet gemelde werkzaamheden. Uwv moet proceskosten vergoeden.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat werkneemster op 12 oktober 2017 volledig en duurzaam arbeidsongeschikt was en recht heeft op IVA-uitkering, vernietigt eerdere uitspraak en herroept besluit Uwv.

De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake WAO niet-ontvankelijk, omdat het verzoek meer dan een jaar na de oorspronkelijke uitspraak is ingediend.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellant niet voldoet aan de voorwaarden voor een IOW-uitkering en dat er geen sprake is van een geslaagd beroep op het vertrouwensbeginsel.

Hoger beroep over herziening en terugvordering van WIA-uitkering wegens schending inlichtingenplicht. Appellant had niet tijdig inkomsten als zelfstandige gemeld. Boete bevestigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellant een WIA-uitkering toe te kennen, omdat hij in staat werd geacht zijn eigen werk te verrichten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid van appellant correct heeft vastgesteld op minder dan 35% en de WIA-uitkering terecht heeft beëindigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellant's arbeidsongeschiktheid correct is vastgesteld op 63,29%.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellante een WIA-uitkering toe te kennen, o.a. omdat de medische beoordeling zorgvuldig was en de geselecteerde functies geschikt zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; medisch onderzoek zorgvuldig, appellant geschikt voor andere functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; medisch onderzoek zorgvuldig, appellant geschikt voor arbeid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de WGA-uitkering van appellant wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank over de arbeidsongeschiktheid van appellante en de medische geschiktheid van functies in het kader van WIA.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Amsterdam over de arbeidsongeschiktheid van appellante, die correct is vastgesteld op 40,62%.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering na zorgvuldige medische beoordeling; appellante geschikt voor arbeid met gehoorbescherming.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WIA-uitkering aan appellant, oordelend dat medisch onderzoek adequaat was en geselecteerde functies passend zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing IVA-uitkering; voldoende zorgvuldig onderzoek door Uwv naar arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid van appellant correct heeft vastgesteld en wijst het hoger beroep af.

Hoger beroep tegen de weigering van een WIA-uitkering; medisch onderzoek door Uwv zorgvuldig, geen reden tot twijfel aan conclusies.

Hoger beroep van appellant over de weigering van een WIA-uitkering. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het medisch onderzoek zorgvuldig was en bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant onterecht gelijktijdig ziekengeld en WW-uitkering ontving, wat leidde tot verplichte terugvordering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van het verzoek om Wajong-uitkering bij remigratie naar Spanje; hoger beroep ongegrond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen werknemer was en WIA-uitkering terecht is geweigerd. Bewijslast niet voldaan.

Hoger beroep over afwijzing WW-uitkering; geen bijzonder geval aangetoond door appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening van WIA-uitkering en boete van € 40,- wegens schending inlichtingenplicht na ontdekking hennepkwekerij.

Centrale Raad van Beroep bevestigt boete van € 574,57 wegens schending inlichtingenplicht door appellant in het kader van de Werkloosheidswet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het medisch onderzoek zorgvuldig was en dat appellant in staat is om geselecteerde functies te vervullen, waardoor het hoger beroep wordt afgewezen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellant een WIA-uitkering toe te kennen, oordelend dat de vastgestelde arbeidsongeschiktheid van minder dan 35% terecht is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WIA-uitkering aan appellante, oordelend dat haar beperkingen niet zijn onderschat en de geselecteerde functies medisch geschikt zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Limburg dat het medisch onderzoek van het Uwv zorgvuldig was en dat appellant niet volledig arbeidsongeschikt is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; medisch onderzoek was zorgvuldig en geselecteerde functies passen binnen beperkingen appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de mate van arbeidsongeschiktheid van appellante op 41,83% na zorgvuldig medisch onderzoek. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant recht heeft op IVA-uitkering wegens duurzame arbeidsongeschiktheid door Q-koortsvermoeidheidssyndroom, en vernietigt eerdere besluiten van het Uwv.

Hoger beroep tegen de weigering van een WIA-uitkering. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering na zorgvuldige medische beoordeling. Geen aanleiding om te twijfelen aan de geschiktheid van de functies voor appellante.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op ziekengeld na ongeval, oordeelt dat medisch onderzoek zorgvuldig is uitgevoerd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; geen schending van equality of arms; medische beoordeling is juist.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant op 47,66% en oordeelt dat het medisch onderzoek zorgvuldig was.

Hoger beroep over WAO-uitkering na ontdekking hennepkwekerij. Appellante betwist verdiensten, maar Raad bevestigt Uwv's oordeel en wijst hoger beroep af.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant geen werknemer was van zijn dochter's onderneming, waardoor ZW- en WW-uitkeringen terecht zijn ingetrokken en WIA-uitkering is geweigerd.

Appellant verzocht om een WAZ-uitkering, maar deze werd geweigerd wegens onvoldoende medische onderbouwing. De Centrale Raad bevestigde de afwijzing en oordeelde dat het medisch onderzoek niet onzorgvuldig was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellante op 65,13% en oordeelt dat de geselecteerde functies passend zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WW-aanvraag; geen bijzonder geval aanwezig volgens artikel 35 WW.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering na zorgvuldige medische beoordeling; geen twijfel aan geschiktheid van functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat werknemer niet duurzaam arbeidsongeschikt is voor IVA-uitkering na ziekenhuisopname. Hoger beroep afgewezen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv ten onrechte een arbeidsomvang van 14,69 uur per week heeft vastgesteld en deze moet zijn 17,05 uur per week. De uitspraak van de rechtbank is vernietigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de WGA-uitkering van appellante, oordelend dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid correct heeft vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WIA-uitkering aan appellante, oordelend dat het Uwv zorgvuldig heeft gehandeld en dat appellante geschikt is voor de functie van medior soldering operator.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellante wegens onvoldoende arbeidsongeschiktheid en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de arbeidsongeschiktheid van appellante correct is vastgesteld, zonder verdere urenbeperking.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-vervolguitkering; medische beoordeling door Uwv is zorgvuldig en overtuigend.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WIA-uitkering aan appellante, oordelend dat de geselecteerde functies medisch geschikt zijn en geen urenbeperking nodig is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van het verzoek om terug te komen van een WIA-besluit, omdat er geen nieuwe feiten zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de vaststelling van het dagloon van € 115,14 door het Uwv, waarbij tijdvakken van ongeschiktheid tot werken correct zijn samengevoegd.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv appellant terecht arbeidsgeschikt heeft bevonden, maar kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering na zorgvuldige medische beoordeling. Appellant's argumenten over onvoldoende rekening houden met klachten worden verworpen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over herziening boetebesluit WW; appellant maakt schending inlichtingenverplichting niet aannemelijk als verminderd verwijtbaar.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak, herziening boetebesluit en vertrouwensbeginsel afgewezen. Schadevergoeding van € 1.500,- toegekend wegens overschrijding redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over herziening van boetebesluit WW; boete verlaagd tot € 4.424,40. Uwv veroordeeld in kosten van appellant.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over herziening van boetebesluiten WIA. Appellante schond inlichtingenplicht, boete van € 5.605,24 wordt gehandhaafd. Uwv veroordeeld in kosten van appellante.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de ZW-uitkering van appellant ten onrechte is beëindigd, omdat de functie van snackbereider monotoon is en niet passend voor hem.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en stelt WGA-vervolguitkering van appellant per 12 september 2017 vast, met proceskostenvergoeding van € 3.191,07.

Hoger beroep over de weigering van een Wajong-uitkering. De Raad bevestigt dat het ontbreken van arbeidsvermogen bij appellante niet duurzaam is en dat het onderzoek door het Uwv voldoende zorgvuldig was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-vervolguitkering wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid. Medisch onderzoek zorgvuldig, geen aanleiding tot twijfel aan conclusies Uwv.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op een WIA-uitkering, omdat er geen toegenomen beperkingen zijn vastgesteld ten opzichte van eerdere beoordelingen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ziekengeld appellante na zorgvuldige medische beoordeling door Uwv.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellante, die geschikt wordt geacht voor administratief werk, ondanks haar klachten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WIA-uitkering aan appellant, oordelend dat zijn beperkingen correct zijn vastgelegd en hij meer dan 65% van het maatmaninkomen kan verdienen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellant in staat is om incidenteel te knielen of hurken en dat de aan hem toegewezen functies medisch geschikt zijn.

Appellante verzocht om herziening van besluiten inzake ziekengeld, maar het Uwv wees dit verzoek af. De rechtbank en de Centrale Raad van Beroep bevestigden deze afwijzing, omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellante en de weigering van een nieuwe uitkering, na zorgvuldig medisch onderzoek.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, oordelend dat het medisch onderzoek zorgvuldig was en appellante medisch geschikt is voor de aan de schatting ten grondslag gelegde functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Gelderland over de beoordeling van arbeidsongeschiktheid van appellante in het kader van project Thassos.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellante, geschikt voor andere functies ondanks psychische klachten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellante niet duurzaam arbeidsongeschikt is en geen recht heeft op een IVA-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; appellant had meer beperkingen moeten hebben, maar er zijn voldoende functies zonder kenmerkende belasting op het zien.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering, geen toegenomen beperkingen vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering na zorgvuldig medisch onderzoek. Appellant kan meer dan 65% van zijn maatmaninkomen verdienen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verzoek om herziening WW-uitkering; geen nieuwe feiten of omstandigheden aangetoond.

Hoger beroep tegen de weigering van een WIA-uitkering. De Centrale Raad bevestigt dat het Uwv zorgvuldig heeft gehandeld en dat de belastbaarheid van appellant correct is vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de aflossingscapaciteit van appellante zoals vastgesteld door het Uwv, in het kader van terugvordering van onverschuldigd betaalde uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de mate van arbeidsongeschiktheid van 42,55% na zorgvuldig medisch onderzoek. Beroep op arrest Korošec slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland over de zorgvuldigheid van medisch onderzoek en de belastbaarheid van appellante in het kader van de Ziektewet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank over de dagloonberekening en het vertrouwensbeginsel in de Ziektewet, met opdracht aan het Uwv voor een nieuwe beslissing op bezwaar.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-vervolguitkering; appellante is minder dan 35% arbeidsongeschikt.

Centrale Raad van Beroep vraagt het Hof van Justitie om uitleg van artikel 65 van Verordening (EG) nr. 883/2004 over werkloosheidsuitkeringen voor migrerende werknemers.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het Uwv zorgvuldig medisch onderzoek heeft verricht en dat appellant niet verdergaand beperkt is dan aangenomen in de FML.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de niet-ontvankelijkheid van bezwaren van appellant tegen besluiten van het Uwv over ziekengeld, omdat de ontvangst van een faxbericht met bezwaargronden niet voldoende kon worden aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-uitkering appellant; geen twijfel aan arbeidsongeschiktheid per 16 mei 2016.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Overijssel over het recht op ziekengeld van appellant na een ZW-beoordeling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant minder dan 35% arbeidsongeschikt is en weigert WIA-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WIA-uitkering en wijst het verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant verwijtbaar werkloos is door niet-naleving van re-integratieverplichtingen, waardoor het Uwv terecht een bedrag op zijn WW-uitkering in mindering heeft gebracht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het medisch onderzoek naar de belastbaarheid van appellant zorgvuldig was en dat er geen aanleiding is om te twijfelen aan de beëindiging van zijn ziekengeld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld na eerstejaars ZW-beoordeling; medisch onderzoek zorgvuldig en belastbaarheid juist vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over WW-uitkering en verhaalsbesluiten van het Uwv, bevestigt eerdere besluiten en verklaart beroep ongegrond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WIA-uitkering aan appellant, o.b.v. arbeidsongeschiktheid en medische rapportages.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WIA-uitkering aan appellant, oordelend dat het medisch oordeel van het Uwv voldoende is gemotiveerd en dat appellant niet volledig arbeidsongeschikt is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; appellant niet ongeschikt voor functie perronmedewerker.

Hoger beroep over afwijzing WW-uitkering; Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak, appellant voldoet niet aan referte-eis.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-uitkering van appellante, oordelend dat Uwv voldoende rekening heeft gehouden met haar beperkingen en dat de medische beoordeling juist is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de toekenning van een loongerelateerde WGA-uitkering aan appellante op voldoende medische grondslag berust en dat de geduide functies medisch geschikt zijn.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland over de toekenning van een WIA-uitkering aan appellant, met een arbeidsongeschiktheid van 56,71%.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellant op 48,40% en oordeelt dat het Uwv de medische situatie afdoende heeft gemotiveerd.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Rotterdam over de arbeidsongeschiktheid van appellant, die minder dan 35% arbeidsongeschikt is volgens het Uwv.

Hoger beroep over de vaststelling van arbeidsongeschiktheid op 36,72% na herbeoordeling. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak, oordeelt dat medisch onderzoek zorgvuldig was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om terug te komen op eerdere WAO-besluiten, omdat er geen nieuwe feiten of veranderde omstandigheden zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-uitkering wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid. Medische beoordeling door Uwv wordt als juist beschouwd.

Centrale Raad bevestigt beëindiging WIA-uitkering na herbeoordeling; voldoende zorgvuldig onderzoek door Uwv; verzoek om schadevergoeding afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellant, die minder dan 35% arbeidsongeschikt werd bevonden.

Centrale Raad bevestigt weigering WIA-uitkering; appellant minder dan 35% arbeidsongeschikt, medisch onderzoek zorgvuldig.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de vaststelling van het dagloon op € 70,79 en oordeelt dat dit een redelijke afspiegeling vormt van de welvaart van de appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om een WIA-uitkering toe te kennen aan appellante, op basis van voldoende medische en arbeidskundige grondslagen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op WIA-uitkering; zorgvuldig onderzoek door Uwv en juiste vaststelling van beperkingen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op WIA-uitkering na herbeoordeling; geschiktheid voor voorbeeldfuncties vastgesteld.

Hoger beroep over herziening en terugvordering WAO-uitkering wegens niet-gemelde werkzaamheden. Boete wegens schending inlichtingenplicht deels vernietigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-uitkering van appellante per 30 augustus 2016, oordeelt dat geduide functies geschikt zijn en wijst verzoek tot aanhouding af.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat betrokkene recht heeft op WIA-uitkering van 63,86% arbeidsongeschiktheid per 29 september 2015, herroept eerdere besluiten van het Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering van WW-uitkering wegens niet nakomen inlichtingenplicht door appellant.

Herziening IVA-uitkering en terugvordering onverschuldigd betaalde uitkering door Uwv. Appellant schond inlichtingenplicht. Boete verlaagd van € 1.430,- naar € 1.422,78.

Herziening en terugvordering van WAO-uitkering wegens schending van inlichtingenverplichting. Schadevergoeding voor overschrijding van redelijke termijn van € 500,-.

Intrekking en terugvordering van toeslag wegens schending van de inlichtingenverplichting door appellant. Schadevergoeding van € 1.000,- wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat Uwv terecht WIA-uitkering weigerde en WGA-uitkering beëindigde, appellant was minder dan 35% arbeidsongeschikt.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid van appellant terecht heeft vastgesteld op 45 tot 55%.

Hoger beroep over de berekening van de ZW-uitkering en dagloon na beëindiging dienstverband. De Raad oordeelt dat het Uwv ten onrechte vakantiedagen niet meerekende, waardoor de ZW-uitkering wordt vastgesteld op € 199,95.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het Uwv terecht heeft vastgesteld dat appellant minder dan 35% arbeidsongeschikt is en geen WIA-uitkering toekent.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank over de belastbaarheid en geschiktheid van appellant voor geselecteerde functies, zonder aanleiding voor proceskostenveroordeling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat WIA-dagloon van appellante nihil is, ook al wordt zij gelijkgesteld met een werknemer in Spanje. Geen recht op uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt terugvordering WAZ-uitkering en boete wegens schending inlichtingenplicht door appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante verwijtbaar werkloos is geworden na ontslag voor verhuizing. Geen bewijs van pogingen om werk te vinden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant verwijtbaar werkloos is geworden door het niet nakomen van re-integratieverplichtingen, wat leidde tot ontslag.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv terecht de WW-uitkering van betrokkene heeft ingetrokken wegens verblijf in het buitenland zonder melding. De rechtbank's eerdere beslissing is herroepen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking WW-uitkering wegens verblijf buiten Nederland zonder melding; boete vernietigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking WW-uitkering van appellante wegens verblijf buiten Nederland zonder melding. Uwv mag onverschuldigd betaalde uitkering terugvorderen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking WW-uitkering van appellante wegens verblijf buiten Nederland zonder melding aan het UWV.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv terecht de WW-uitkering van betrokkene introk wegens verblijf buiten Nederland zonder melding. De boete werd niet gehandhaafd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking WW-uitkering van appellant wegens verblijf buiten Nederland zonder melding. Appellant slaagt er niet in om tegenbewijs te leveren.

Centrale Raad van Beroep bevestigt uitspraak rechtbank dat Uwv bezwaar ten onrechte niet-ontvankelijk verklaarde. Uwv moet nieuwe beslissing op bezwaar nemen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking WW-uitkering van appellante wegens verblijf in Duitsland, geen ongerechtvaardigd onderscheid en rechtvaardiging woonplaatsvereiste.

Hoger beroep over intrekking WIA-uitkering. Appellant betwist medische beoordeling door Uwv, maar kan geen nieuwe medische onderbouwing overleggen. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak van de rechtbank.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van de ZW-uitkering van appellante, oordelend dat het medisch onderzoek zorgvuldig was en de arbeidskundige grondslag deugdelijk is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geschikt is voor arbeid en geen recht heeft op ziekengeld, na zorgvuldige medische beoordeling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WIA-uitkering; medische beoordeling door Uwv is juist en voldoende onderbouwd.

Hoger beroep over proceskostenveroordeling en faillissementsuitkering. Centrale Raad bevestigt uitspraak rechtbank, geen hogere vergoeding dan forfaitaire.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellant op 45,77% en veroordeelt het Uwv in proceskosten.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beslissing van het Uwv om appellant geen WIA-uitkering toe te kennen, omdat zijn arbeidsongeschiktheid op 6 juni 2016 op minder dan 35% is vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante niet als medische afzakker kan worden aangemerkt en dat haar WAO-uitkering terecht is stopgezet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellant een WIA-uitkering toe te kennen, omdat geen toegenomen arbeidsongeschiktheid binnen vijf jaar is aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering op basis van verdiencapaciteit en medische geschiktheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering van uitkeringen wegens gefingeerd dienstverband. Appellante had geen recht op ZW, WAZO en WIA-uitkeringen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het medisch onderzoek zorgvuldig was en dat de geselecteerde functies voor appellante geschikt zijn, ondanks haar psychische klachten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het verzekeringsgeneeskundig onderzoek zorgvuldig was en dat er geen ongelijkheid in procespositie was. Hoger beroep van appellant wordt afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv voldoende heeft aangetoond dat appellante per 15 juni 2017 geschikt is voor geselecteerde functies in het kader van de Ziektewet.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid van appellante terecht op minder dan 35% heeft vastgesteld en de WGA-uitkering heeft ingetrokken.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld na eerstejaars ZW-beoordeling, omdat hij meer dan 65% kan verdienen van zijn maatmaninkomen. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat betrokkene recht heeft op Wajong 2010, herroept eerdere afwijzing door Uwv en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Hoger beroep van appellante tegen afwijzing WIA-uitkering. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak, geen reden om aan medische beoordeling te twijfelen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering WW-uitkering van appellant wegens voltijdse studie, waardoor hij niet beschikbaar was voor arbeid.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat intrekking WW-uitkering van betrokkene onterecht was, omdat onvoldoende feitenonderzoek is verricht door het Uwv.

Appellante verzocht om een loongerelateerde WGA-uitkering, maar het Uwv stelde haar arbeidsongeschiktheid op 47,89%. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond. De Centrale Raad bevestigde deze uitspraak en wees het verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Amsterdam over de arbeidsongeschiktheid van appellante en haar geschiktheid voor geduide functies in het kader van de Wet WIA.

Hoger beroep van appellant om ZW-uitkering niet-ontvankelijk verklaard wegens gebrek aan procesbelang, aangezien appellant inmiddels een IVA-uitkering ontvangt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-loonaanvullingsuitkering; medisch onderzoek door Uwv zorgvuldig, geen aanleiding tot twijfel aan conclusies.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over de ingangsdatum van de IVA-uitkering van appellant, bevestigt de keuze van het Uwv voor 1 september 2014 en wijst het beroep van appellant af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Rotterdam over herziening en terugvordering van toeslag en boete wegens schending van de inlichtingenplicht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellante de inlichtingenverplichting heeft geschonden en een boete van € 5.200,- terecht is opgelegd.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de WIA-uitkering van betrokkene correct heeft berekend en dat er geen sprake is van een kennelijk onredelijk resultaat. De eerdere uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant in beperkte mate verwarring had over re-integratieverplichtingen. Maatregel van 25% op WW-uitkering wordt gematigd naar 15% voor vier maanden.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en oordeelt dat het Uwv bij de berekening van het ZW-dagloon ook het loon van werkgeefster 2 moet meenemen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Limburg over de zorgvuldigheid van het besluit van het Uwv in de Ziektewet. Brief van Korsakov Kliniek biedt geen nieuwe inzichten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de hoogte van de WW-uitkering van € 65,11, vastgesteld door het Uwv, en wijst verzoek om wettelijke rente af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat prepensioen volledig in mindering moet worden gebracht op WW-uitkering; verzoek om schadevergoeding afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WW-uitkering aan appellant die in Finland verbleef voor zorg van zijn kind, in strijd met artikel 8 EVRM en artikel 18 VWEU.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante niet in aanmerking komt voor WIA-uitkering; toegenomen klachten zijn van andere ziekteoorzaak. Verzoek om schadevergoeding afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellante op basis van medische en arbeidskundige beoordeling. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak over WW-uitkering en boete, oordeelt dat appellant geen werknemerschap verloor door laptopwerkzaamheden, maar bevestigt intrekking WW-uitkering voor ICT-werkzaamheden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant over de arbeidsongeschiktheid van appellant en de geschiktheid van functies, waarbij het hoger beroep wordt afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt recht op WGA-uitkering voor appellant, oordeelt dat deskundigenrapporten overtuigend zijn en Uwv in proceskosten veroordeelt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag WW-betaling; geen privaatrechtelijke dienstbetrekking aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante onvoldoende bewijs heeft geleverd voor haar werkzaamheden bij een BV, waardoor het dagloon voor haar WW-uitkering correct is vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant verwijtbaar werkloos is en geen recht heeft op WW-uitkering of toeslag, omdat hij zijn dienstverband op verzoek heeft beëindigd zonder medische noodzaak.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WIA-uitkering na zorgvuldig verzekeringsgeneeskundig onderzoek, oordelend dat herstelmogelijkheden aanwezig waren.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing faillissementsuitkering; appellant niet als werknemer aangemerkt na ontslagneming als bestuurder.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de WIA-uitkering van appellante, oordelend dat de medische beoordeling door het Uwv correct was en dat appellante geschikt was voor de geselecteerde functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering na zorgvuldige medische beoordeling. Appellante's klachten werden niet onderschat; functies bleken medisch geschikt.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het Uwv de WAO-aanvraag van appellant terecht buiten behandeling heeft gesteld wegens onvoldoende gegevens.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-uitkering van appellante, oordelend dat medisch onderzoek zorgvuldig was en belastbaarheid juist is vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-uitkering van appellante na zorgvuldige herbeoordeling van arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking WIA-uitkering; medisch onderzoek door Uwv was zorgvuldig en conclusies zijn juist.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante haar WW-uitkering ten onrechte ontving tijdens verblijf in Gambia en dat er geen bijzondere omstandigheden zijn om de uitsluitingsgrond buiten toepassing te laten.

Hoger beroep over de herziening van WAO-uitkering. Appellant heeft inkomsten niet gemeld, waardoor te veel is ingehouden. Uwv heeft beleid consistent toegepast. Hoger beroep afgewezen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het bezwaar van appellante tegen het Uwv niet-ontvankelijk is verklaard omdat het te laat ter post is bezorgd.

Appellant, een MT-lid, werd op staande voet ontslagen wegens belangenverstrengeling. Het Uwv weigerde zijn WW-uitkering op basis van verwijtbare werkloosheid. De Centrale Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank dat appellant verwijtbaar werkloos was.

Hoger beroep over toekenning loongerelateerde WGA-uitkering en arbeidsongeschiktheid. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraken, oordeelt dat medisch onderzoek zorgvuldig is uitgevoerd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering na zorgvuldig onderzoek en juiste beoordeling van functionele mogelijkheden.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep ongegrond wegens verwijtbare werkloosheid na ontslag wegens ernstig plichtsverzuim.

Hoger beroep tegen de weigering van een WIA-uitkering. Geen structurele beperkingen vastgesteld. Verzoek om schadevergoeding afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening en terugvordering WIA-uitkering wegens schending inlichtingenplicht door appellante.

Hoger beroep over boetes van het Uwv wegens niet-nakoming inlichtingenverplichting en betrokkenheid bij hennepkwekerij. Boetes vastgesteld op € 409,59 en € 685,51.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking WW-uitkering en boete van € 5.400,- wegens schending inlichtingenverplichting door appellant.

Hoger beroep over de toerekening van een billijke vergoeding aan de Werkloosheidswet na ontbinding van een arbeidsovereenkomst. De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de vergoeding niet kan worden toegerekend aan de a-periode.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep van college niet-ontvankelijk en beroep van betrokkene ongegrond inzake WW-uitkering.

Hoger beroep over herziening WGA-uitkering en afwijzing schadevergoeding. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak, oordeelt dat appellant niet volledig arbeidsongeschikt is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verzoek om kwijtschelding van terugvordering WW-uitkering. Appellant voldoet niet aan de vereisten van de WW en de Beleidsregel.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van het ziekengeld van appellante per 10 november 2015, oordelend dat de geselecteerde functies medisch geschikt zijn.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het Uwv de vergoeding van onbetaald gebleven bedragen aan bijdrage duurzame inzetbaarheid correct heeft berekend over de perioden in de WW.

Hoger beroep over schending van de inlichtingenplicht bij WAO-uitkering door betrokkenheid bij hennepkwekerij. Appellant had geen recht op uitkering en moest onverschuldigd betaalde bedragen terugbetalen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op een WW-uitkering van 28 maanden, omdat hij niet voldoet aan de 4-uit-5 eis en het eerdere besluit is vervallen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat WW-uitkering niet kan worden uitbetaald omdat aanvraag meer dan 26 weken na relevante periode is ingediend. Geen bijzonder geval aangetoond.

Hoger beroep van appellante tegen Uwv over WIA-uitkering. Centrale Raad vernietigt eerdere uitspraak en oordeelt dat medisch onderzoek niet onzorgvuldig was. Uwv veroordeeld in proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WIA-uitkering aan appellante, oordeelt dat deskundige Offermans zorgvuldig onderzoek heeft verricht en veroordeelt Uwv in proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant verwijtbaar werkloos is geworden en dat het Uwv terecht een maatregel op zijn WW-uitkering heeft opgelegd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt ingangsdatum WAO-uitkering en eerste arbeidsongeschiktheidsdag, kent schadevergoeding toe wegens overschrijding redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant, een dga, niet heeft aangetoond feitelijk ondergeschikt te zijn aan de ava voor 1 december 2015, waardoor hij geen recht heeft op WW-uitkering.

Hoger beroep tegen de weigering van een WW-uitkering; de Centrale Raad bevestigt dat de hoofdregel van artikel 35 WW correct is toegepast en dat er geen bijzonder geval was.

Hoger beroep van appellant tegen de weigering van zijn WIA-uitkering. De Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank, omdat appellant geen nieuwe feiten heeft aangedragen over zijn psychische klachten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellant, die geen nieuwe argumenten aanvoert over zijn psychische klachten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking WAO-uitkering en terugvordering onverschuldigd betaalde uitkering wegens schending inlichtingenplicht door appellante.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant zijn inlichtingenplicht heeft geschonden door detentie niet tijdig te melden. Boete van € 595,98 wordt opgelegd, rekening houdend met verminderde verwijtbaarheid.

Appellant heeft recht op een WGA-loonaanvullingsuitkering. Het Uwv heeft de arbeidsongeschiktheid correct vastgesteld. Schadevergoeding van € 500,- wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de arbeidsovereenkomst van appellant op 7 juni 2016 met wederzijds goedvinden is geëindigd, en dat hij recht heeft op een faillissementsuitkering voor de periode van 1 juni tot 7 juni 2016.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering ZW-uitkering wegens schending inlichtingenplicht, boete verlaagd naar € 3.958,80.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering IVA-uitkering; kans op herstel werkneemster is meer dan gering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verzoek tot herziening WW-uitkering; geen nieuwe feiten of evidente onredelijkheid.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Gelderland over de herziening van het WAO-dagloon van [betrokkene].

Hoger beroep over WW-uitkering en verwijtbare werkloosheid. Appellante kan werkloosheid niet in overwegende mate worden verweten door omstandigheden rondom ontslag en verhuizing. Uwv moet nieuw besluit nemen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de ingangsdatum van de verhoging van de WAO-uitkering correct is vastgesteld op 1 augustus 2015, zonder bijzonder geval.

Hoger beroep over WGA-loonaanvullingsuitkering. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak; geen twijfel over arbeidsongeschiktheid en medische beoordeling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant over de medische geschiktheid van appellant voor WIA-uitkering na toename van rugklachten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het hoger beroep van appellante af, waarbij het Uwv in de proceskosten wordt veroordeeld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat bezwaar tegen terugvordering WIA-uitkering niet-ontvankelijk is wegens termijnoverschrijding. Appellant kon niet aantonen dat hij door medische omstandigheden niet tijdig bezwaar kon maken.

Tussenuitspraak over de weigering van een passend werkaanbod door appellant en de gevolgen voor zijn WW-uitkering. Uwv moet besluit herstellen op basis van 24 uur per week.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening en terugvordering van WW-uitkering wegens niet-gemelde werkzaamheden als zelfstandige. Boete van € 955,08 blijft staan.

De Raad vernietigt de intrekking van de WW-uitkering van appellant, omdat deze niet correct was. Appellant heeft zijn inlichtingenverplichting geschonden, maar de intrekking per 16 april 2012 kan niet standhouden. Het Uwv moet een nieuwe beslissing op bezwaar nemen.

Centrale Raad van Beroep vernietigt intrekking ZW-uitkering en afwijzing WIA-uitkering; onvoldoende bewijs voor ontbreken gezagsverhouding.

Centrale Raad van Beroep bevestigt terugvordering WAZ-uitkering wegens inkomsten uit herinvesteringsreserve. Appellant heeft geen bijzondere omstandigheden aangetoond die de terugvordering zouden rechtvaardigen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op WIA-uitkering na ontslag op staande voet, omdat hij niet voldoet aan de voorwaarden van het Dagloonbesluit.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant geen recht heeft op WIA-uitkering, omdat hij op 4 april 2007 minder dan 35% arbeidsongeschikt was. Aanvraag terecht afgewezen.

Hoger beroep van appellante tegen Uwv over overname vakantiedagen na faillissement werkgever. Raad oordeelt dat vordering van 98,11 uur voor overname in aanmerking komt. Uwv moet opnieuw beslissen en vergoedt proceskosten van € 2.116,-.

Hoger beroep over de toewijzing van vakantiedagen na faillissement van de werkgever. De Raad oordeelt dat de vordering van appellante voldoende concreet is en vernietigt de eerdere uitspraak.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de vordering van appellante voor niet-genoten vakantiedagen voldoende concreet is en vernietigt eerdere uitspraak. Uwv moet opnieuw beslissen op bezwaar.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake ziekengeld af, omdat geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn aangetoond die tot een andere uitspraak zouden leiden.

Hoger beroep over de hoogte van het dagloon van een WAO-uitkering. Appellant krijgt recht op een dagloon van € 65,71, vastgesteld in functiefamilie 22A.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante niet voldoet aan de vier-uit-vijf-eis voor een verlengde WW-uitkering, omdat zij in 2011 slechts 44 dagen loon heeft ontvangen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WW-uitkering wegens verwijtbare werkloosheid na onvoorwaardelijk strafontslag.

Centrale Raad van Beroep verklaart verzoek om wraking van de Svb niet-ontvankelijk wegens niet-tijdige indiening op 29 maart 2019.

Hoger beroep tegen afwijzing WAO-uitkering. Appellant heeft geen gronden van bezwaar ingediend, waardoor het bezwaar niet-ontvankelijk is verklaard. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking ZW-uitkering wegens niet verschijnen op oproepen en verblijf in het buitenland.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verzoek om terug te komen van ZW-besluit; geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geschikt was voor zijn arbeid en geen recht meer had op ziekengeld, ondanks zijn klachten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellant op basis van deskundigenrapport en psychische klachten.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat betrokkene zijn inlichtingenplicht heeft geschonden door werkzaamheden niet tijdig te melden, en stelt de boete vast op € 1.925,93.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van verzoek om overname betalingsverplichtingen werkgever wegens betalingsonmacht. Geen bijzonder geval aanwezig.

Hoger beroep over beëindiging toeslag WAO-uitkering en terugvordering wegens schending inlichtingenverplichting. Boete verlaagd tot € 5.200,-. Proceskosten vergoed.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ziekengeld appellant na zorgvuldige medische beoordeling en arbeidsdeskundige analyse.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op IVA-uitkering. Zorgvuldig onderzoek door Uwv naar psychische en rugklachten. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering; voldoende medisch onderzoek en geen noodzaak voor urenbeperking.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de WAO-uitkering van appellant terecht op 25-35% is vastgesteld, zonder toegenomen arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-uitkering; medische beoordeling van arbeidsongeschiktheid is voldoende onderbouwd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op WIA-uitkering, omdat zij per 1 juli 2014 minder dan 35% arbeidsongeschikt was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-uitkering; appellant minder dan 35% arbeidsongeschikt na beoordeling door Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank over de arbeidsongeschiktheid van de appellant en de zorgvuldigheid van het medisch onderzoek door het Uwv.

De Centrale Raad van Beroep verklaart zich onbevoegd om het hoger beroep te behandelen, omdat de rechtbank niet tot een uitspraak is gekomen.

Centrale Raad van Beroep verklaart zich onbevoegd in hoger beroep tegen uitspraak rechtbank Zeeland-West-Brabant, omdat geen hoger beroep mogelijk is volgens de Awb.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening en terugvordering van WW-uitkering van appellant wegens onjuist doorgegeven inkomsten. Hoger beroep afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de WW-uitkering van appellant per 1 mei 2017 wegens te hoge inkomsten, ondanks dat appellant pas per 15 mei 2017 is gaan werken.

Centrale Raad van Beroep verklaart zich onbevoegd in hoger beroep tegen uitspraak rechtbank Zeeland-West-Brabant, gebaseerd op Awb.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank over de hoogte van het dagloon en de afwijzing van een nieuw recht op WW-uitkering per 1 september 2016.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak, oordeelt dat WIA-uitkering correct is vastgesteld, maar dat redelijke termijn is overschreden. Staat veroordeeld tot schadevergoeding van € 1.000,- aan appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op WIA-uitkering wegens geen toegenomen arbeidsongeschiktheid binnen vijf jaar na eerdere afwijzing.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van het ziekengeld van appellante na beoordeling van haar functionele mogelijkheden en geschiktheid van functies.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv niet op een deugdelijke arbeidskundige grondslag heeft gehandeld bij de herziening van de WIA-uitkering van een schoonmaakster. Uwv moet gebreken herstellen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv onvoldoende heeft gemotiveerd dat de functie van medewerker tuinbouw niet in strijd is met de medische beperkingen van appellante, die lijdt aan methemoglobinemie. De mate van arbeidsongeschiktheid wordt vastgesteld op 100%.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante als zorgverlener voor haar moeder in een privaatrechtelijke dienstbetrekking werkte, ondanks de familierelatie. Uwv moet nieuwe beslissing op bezwaar nemen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat Uwv de FML van appellante ten onrechte niet volledig heeft vastgesteld. Appellante heeft recht op IVA-uitkering vanaf 1 juli 2015 na Q-koorts infectie.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant over de arbeidsongeschiktheid van appellant en de geschiktheid van geselecteerde functies in het kader van de Wet WIA.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WIA-uitkering op basis van minder dan 35% arbeidsongeschiktheid en voldoende medische beoordeling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op WIA-uitkering; Uwv heeft handfunctie correct beoordeeld. Proceskosten van € 1.024,- en griffierecht van € 169,- vergoed.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-loonaanvullingsuitkering; geen reden voor urenbeperking, functies zijn medisch geschikt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de tijdelijke gehele weigering van de WW-uitkering van appellant wegens herhaaldelijk niet voldoen aan zijn verplichtingen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellante geschikt was voor haar maatgevende arbeid, ondanks psychische klachten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het Uwv de belastbaarheid van appellant correct heeft ingeschat, ondanks zijn klachten. Hoger beroep afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de Ziektewet-uitkering van appellant na beoordeling van zijn belastbaarheid en oordeelt dat het Uwv zorgvuldig heeft gehandeld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing uitkering Wet WIA; geen recht op uitkering vastgesteld door Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing ziekengeldaanvraag na beoordeling arbeidsongeschiktheid en discriminatieverboden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat WIA-uitkering terecht is geweigerd; geen toegenomen beperkingen vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellante recht heeft op een WGA-uitkering van 39% arbeidsongeschiktheid. Medisch onderzoek was zorgvuldig en geselecteerde functies zijn geschikt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld na beëindiging dienstverband, op basis van medische en arbeidskundige beoordeling.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant dat het Uwv de belastbaarheid van appellant juist heeft ingeschat en dat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt is.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld na herbeoordeling van zijn belastbaarheid. Eerdere uitspraak van de rechtbank vernietigd en Uwv veroordeeld in proceskosten.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Limburg dat appellante minder dan 35% arbeidsongeschikt is en geen recht heeft op een WIA-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank over het recht op ziekengeld van appellant na hartinfarct en psychische klachten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geschikt is voor arbeid na ziekmelding, ondanks aangevoerde klachten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; functies zijn medisch geschikt voor appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van verzoek om herziening ziekengeld, geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; voldoende medische grondslag en zorgvuldig onderzoek door Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt verlaging WW-uitkering van appellant wegens onvoldoende sollicitatieactiviteiten en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van verzoek om terug te komen van eerder besluit inzake WAO-uitkering. Geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden.

Centrale Raad bevestigt weigering WIA-uitkering; appellant niet arbeidsongeschikt volgens medische beoordeling.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellante per 27 december 2015 minder dan 35% arbeidsongeschikt was en dat de geduide functies geschikt zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de eindejaarsuitkering niet is meegenomen in de berekening van het dagloon voor de WAO-uitkering, vastgesteld op € 90,80.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de brief van het Uwv van 13 april 2016 geen besluit is in de zin van de Awb. Hoger beroep van appellant wordt afgewezen.

Hoger beroep van appellant tegen de weigering van een WIA-uitkering. De Centrale Raad bevestigt dat appellant minder dan 35% arbeidsongeschikt was en dat de medische beoordeling juist was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-uitkering; zorgvuldig medisch onderzoek en geen aanleiding voor verdergaande beperkingen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraak over loonverplichtingen en dagloon in het kader van de WW; vordering appellant niet concreet genoeg.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen gerechtvaardigd vertrouwen had op geen terugvordering van WW-uitkering, ondanks eerdere toezegging Uwv.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank dat de appellant, een kistenmaker, niet onterecht is beoordeeld door het Uwv en in staat is de aan de geduide functies verbonden werkzaamheden te vervullen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de dagloonberekening van het Uwv in het kader van de Wet WIA, waarbij het dagloon is vastgesteld op basis van 195 dagloondagen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geschikt is voor arbeid en geen recht heeft op ZW-uitkering na intrekking WAO-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank over de medische grondslag van de WIA-uitkering en de geschiktheid voor voorbeeldfuncties. Verzoek om schadevergoeding afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere uitspraak over de WAO-uitkering van appellant, waarbij de geschiktheid voor maatgevende arbeid en de verschillen met de ZW-uitkering worden benadrukt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-uitkering na zorgvuldig medisch onderzoek en vaststelling van geschiktheid voor functies.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk; schadevergoeding van € 1.500,- wegens overschrijding van de redelijke termijn toegekend aan appellant.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens vervallen procesbelang in WIA-zaak.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante per 15 september 2015 geen recht heeft op WIA-uitkering, oordeel van de rechtbank wordt onderschreven.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking WIA-uitkering; medische en arbeidskundige beoordeling door Uwv is zorgvuldig en correct.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering; medisch onderzoek zorgvuldig, appellant in staat functies te vervullen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant recht heeft op WGA-uitkering, oordeelt dat Uwv zorgvuldig heeft gehandeld en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op WIA-uitkering per 3 februari 2015, omdat arbeidsongeschiktheid onder 35% ligt.

Hoger beroep over recht op loongerelateerde WGA-uitkering en vaststelling van arbeidsongeschiktheid. Centrale Raad bevestigt uitspraak rechtbank dat appellante niet in aanmerking komt voor IVA-uitkering.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant op 20 april 2012 niet volledig en duurzaam arbeidsongeschikt was, ondanks therapieresistent dubbelzien. Bestreden besluit van Uwv is deugdelijk.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op WIA-uitkering; medisch onderzoek zorgvuldig uitgevoerd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank over de arbeidsongeschiktheid van appellant, die geen nieuwe medische informatie heeft overgelegd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WAO-uitkering aan appellante, omdat zij geen nieuwe medische informatie heeft overgelegd die de eerdere conclusies van het Uwv in twijfel trekt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv zorgvuldig heeft gehandeld in de beoordeling van de Ziektewet-uitkering van appellante, die haar klachten als onderschat beschouwde.

Hoger beroep van appellante tegen intrekking WIA-uitkering door Uwv. Raad bevestigt eerdere uitspraak, geen aanleiding voor verdergaande beperkingen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de voortzetting van de WGA-vervolguitkering van appellant met een arbeidsongeschiktheid van 35 tot 45%.

Hoger beroep over WIA-uitkering; geen toegenomen medische beperkingen vastgesteld. Uitspraak bevestigd.

Hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant over het recht op WGA-uitkering. De Raad bevestigt dat het Uwv voldoende zorgvuldig onderzoek heeft verricht en dat er geen nieuwe medische gegevens zijn die de eerdere conclusies weerleggen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de redelijke termijn met 1 jaar en 4 maanden is overschreden en veroordeelt de Staat tot betaling van € 1.500,- aan appellante.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraken over forfaitaire vergoeding van rechtsbijstandskosten in WW-zaak; geen bijzondere omstandigheden aanwezig.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging kinderbijslag, maar vernietigt herziening AOW en AIO met terugwerkende kracht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; appellant geschikt voor maatgevende arbeid.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante haar inlichtingenplicht heeft geschonden door inkomsten uit pensioenafkoop niet te melden, wat leidde tot herziening en terugvordering van toeslag.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WIA-uitkering aan appellante; hoger beroep slaagt niet.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellant, omdat hij de wachttijd van 104 weken niet heeft vervuld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant over de arbeidsongeschiktheid van appellante en de geschiktheid van functies, zonder verdergaande beperkingen te erkennen.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang in WIA-uitkering zaak.

Hoger beroep over de vaststelling van het dagloon in verband met nabetalingen van achterstallig loon. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat nabetalingen als loon uit tegenwoordige dienstbetrekking moeten worden gekwalificeerd, wat leidt tot een herziening van het dagloon van € 81,29 naar € 152,91.

Centrale Raad van Beroep rectificeert eerdere uitspraak over WW-uitkering; dagloon vastgesteld op € 152,91.

Hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland over haar arbeidsongeschiktheid en WIA-uitkering, waarbij de Centrale Raad van Beroep de eerdere uitspraak bevestigt.

Hoger beroep van appellant tegen Uwv over Wajong-uitkering. Nieuwe medische feiten leiden tot vernietiging van eerdere besluiten. Uwv moet nieuw besluit nemen en vergoedt proceskosten van appellant.

Hoger beroep over WGA-uitkering en arbeidsongeschiktheid; Centrale Raad bevestigt eerdere oordelen van Uwv en rechtbank.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening van het AOW-pensioen van appellante naar dat van een gehuwde, op basis van vermoedens van gezamenlijke huishouding en onvoldoende medewerking van appellante aan het onderzoek.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de AOW-toekenning aan gehuwden niet discriminerend is, en dat de wetgever hierin ruime beoordelingsvrijheid heeft.

Centrale Raad bevestigt afwijzing van de aanvraag voor verzekering op grond van de Wlz, omdat appellant niet als ingezetene van Nederland kan worden aangemerkt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht had op kinderbijslag, omdat zij niet als ingezetene werd aangemerkt op de peildata.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak over kinderbijslag; appellante is vanaf 2014 geen ingezetene meer van Nederland. Svb moet kosten vergoeden.

Appellant verliest hoger beroep over WIA-uitkering; medische informatie biedt geen gemotiveerde betwisting van deskundigenrapport.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op WIA-uitkering; medische onderzoeken zijn niet onzorgvuldig en functies zijn passend.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WW-uitkering; appellant toont geen gezagsverhouding aan met [naam 1].

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellante, oordeelt dat Uwv correct heeft gehandeld in beoordeling van arbeidsongeschiktheid en belastbaarheid.

Hoger beroep over wijziging WGA-loonaanvullingsuitkering naar 55% arbeidsongeschiktheid. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak en oordeelt dat medische grondslag voldoende is onderbouwd.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over de WGA-uitkering van appellant en de duurzaamheid van zijn arbeidsongeschiktheid. De eerdere uitspraak wordt vernietigd en het Uwv wordt veroordeeld in de proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de maatregel van 100% verlaging van de WW-uitkering van appellant wegens onvoldoende sollicitaties. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening en terugvordering van WW-uitkering wegens schending inlichtingenplicht. Boete van € 120,- is evenredig.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en oordeelt dat appellant recht heeft op faillissementsuitkering. Uwv moet nieuw besluit nemen over omvang van het recht van appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering ZW-uitkering; onjuiste maatgevende arbeid en onvoldoende medische onderbouwing vastgesteld.

Hoger beroep over WIA-uitkering; Uwv wint, urenbeperking van 4 uur/dag en 20 uur/week wordt gehandhaafd. Arbeidsongeschiktheid vastgesteld op 75,66%.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Overijssel over de medische geschiktheid van de appellant voor WIA-uitkering zonder urenbeperking.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Amsterdam over de belastbaarheid van appellante in het kader van WIA-uitkering, geen nieuwe medische feiten aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de zorgvuldigheid van het verzekeringsgeneeskundig onderzoek en de vaststelling van arbeidsongeschiktheid van appellant, die zijn WGA-uitkering betwistte.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WIA-uitkering; eerdere medische beoordelingen zijn correct en er zijn geen nieuwe feiten.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant over de herziening van de WAO-uitkering van appellant, waarbij de medische beoordeling door het Uwv als voldoende zorgvuldig wordt beschouwd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt niet-ontvankelijkverklaring van beroep wegens niet verschoonbare termijnoverschrijding in WIA-zaak.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv onvoldoende heeft aangetoond dat de OSAS-klachten van appellant duurzaam zijn. Het Uwv moet gebreken in het besluit herstellen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geschikt is voor arbeid na beëindiging van ZW-uitkering. Medische onderzoeken door Uwv waren zorgvuldig. Verzoeken om schadevergoeding afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de WAO-uitkering van appellant niet wijzigt na medisch onderzoek door het Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant niet tijdig bezwaar heeft gemaakt tegen beëindiging WIA-uitkering. Verantwoordelijkheid voor termijnoverschrijding ligt bij appellant, die onvoldoende maatregelen heeft getroffen tijdens verblijf in het buitenland.

Centrale Raad van Beroep bevestigt terugvordering Wajong-uitkering door Uwv; appellant's gronden in hoger beroep niet gegrond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het verzekeringsgeneeskundig onderzoek zorgvuldig was en dat appellante in staat is de geselecteerde functies te vervullen.

Hoger beroep tegen de weigering van een ZW-uitkering. Appellant is geschikt voor arbeid. Geen onzorgvuldig onderzoek. Verslechtering gezondheid na datum in geding niet meegewogen.

Centrale Raad bevestigt dat Uwv onvoldoende bewijs heeft geleverd voor intrekking van WW-uitkeringen wegens gefingeerde dienstverbanden.

Hoger beroep over de vaststelling van het dagloon na nabetaling van achterstallig loon. De Raad oordeelt dat de nabetaling als loon moet worden aangemerkt en stelt het dagloon vast op het maximum van € 202,17.

Hoger beroep over de vaststelling van het dagloon in verband met nabetalingen van achterstallig loon, waarbij de Raad oordeelt dat deze nabetalingen als loon uit tegenwoordige dienstbetrekking moeten worden gekwalificeerd.

Hoger beroep over de vaststelling van het dagloon, waarbij nabetalingen van appellante als loon worden erkend. Dagloon vastgesteld op € 153,91.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant niet duurzaam arbeidsongeschikt is op basis van zijn conversiestoornis en verklaart het beroep ongegrond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat geen AOW-pensioen toekomt tijdens TBS-periode. Verzoek om herziening afgewezen wegens gebrek aan nieuwe feiten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt terugvordering voorschot WW; geen beroep op vertrouwensbeginsel.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat voormalig topambtenaar recht heeft op gedeeltelijke WW-uitkering na zelfontslag, maar niet voor de eerste 26 weken.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat WW-uitkering terecht herzien en teruggevorderd is. Boete wegens schending inlichtingenplicht wordt gematigd tot € 1.162,79.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening en terugvordering van WIA-uitkering en toeslag wegens niet-vermelde oppasinkomsten. Appellante heeft haar inlichtingenplicht geschonden.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat werknemer recht heeft op ZW-uitkering en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de terugvordering van een WAO-uitkering door het Uwv na vaststelling van werkzaamheden door betrokkene, die meer inkomen verwierf dan zijn maatmaninkomen.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat betrokkene niet heeft aangetoond dat zij voldoet aan de onderhoudseis voor kinderbijslag. De eerdere uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd.

Centrale Raad van Beroep vernietigt boete van € 350,- opgelegd aan appellante en stelt deze vast op € 349,06. Svb veroordeeld in proceskosten van € 1.002,-.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank over de beëindiging van de WGA-vervolguitkering en wijst het verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep rectificeert uitspraak van 21 maart 2018 inzake schadevergoeding door de Staat wegens overschrijding van de redelijke termijn, met aanpassing van enkele zinnen en toekenning van € 500,- schadevergoeding.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen privaatrechtelijke dienstbetrekking had met [BV] en dat het Uwv terecht uitkeringen heeft herzien en teruggevorderd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening en terugvordering WW-uitkering wegens niet-melding van gewerkte uren door appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellante, omdat geen oorzakelijk verband bestaat tussen eerdere en latere arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking WW- en ZW-uitkering wegens gefingeerd dienstverband. Appellant kon geen bewijs leveren voor zijn dienstverband.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering van WW- en ZW-uitkering wegens gefingeerd dienstverband. Appellant heeft onvoldoende bewijs geleverd voor zijn standpunt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking WIA- en WW-uitkering wegens gefingeerd dienstverband. Appellante kon niet aantonen dat zij daadwerkelijk in dienst was van de BV.

Hoger beroep tegen intrekking en terugvordering van WW- en ZW-uitkering wegens gefingeerd dienstverband. Appellante slaagt er niet in om bewijs te leveren voor haar dienstbetrekking.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat ZW-uitkering terecht herzien en teruggevorderd is na intrekking WW-uitkering. Procesbelang van betrokkene is erkend.

Centrale Raad bevestigt intrekking en terugvordering van WW- en WIA-uitkering wegens gefingeerd dienstverband. Appellant kan geen dringende redenen aantonen.

Centrale Raad bevestigt dat appellant in 1997 geen recht had op ZW- of WAO-uitkering; verzoeken uit 2014 zijn terecht afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van de toeslag op grond van de Toeslagenwet, omdat appellante geen bloedverwant in de eerste graad is en de wet dwingend is geformuleerd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering van WW- en ZW-uitkering wegens uitkeringsfraude en gefingeerd dienstverband.