ECLI:NL:CRVB:2024:2113
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering toekenning WIA-uitkering op basis van eerste ziektedag
In deze zaak gaat het om de weigering van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) om appellant een WIA-uitkering toe te kennen. De centrale vraag is of het Uwv terecht de eerste ziektedag van appellant heeft vastgesteld op 1 februari 2020. Appellant heeft zich op 18 oktober 2016 ziekgemeld met psychische klachten en heeft in de jaren daarna verschillende dienstverbanden gehad. Het Uwv heeft na onderzoek de eerste arbeidsongeschiktheidsdag vastgesteld op 1 februari 2020, omdat appellant op die datum niet verzekerd was voor de Wet WIA. Appellant is het niet eens met deze beslissing en heeft hoger beroep ingesteld. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en het bestreden besluit in stand gelaten. De Raad voor de Rechtspraak bevestigt de uitspraak van de rechtbank, oordelend dat de keuze voor 1 februari 2020 als eerste arbeidsongeschiktheidsdag terecht is. De Raad concludeert dat er geen aanwijzingen zijn voor een andere datum en dat de hersteldmelding van appellant niet is aangevochten. De beslissing van het Uwv om geen WIA-uitkering toe te kennen blijft dan ook in stand.