ECLI:NL:CRVB:2024:2084
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering toekennen WIA-uitkering op basis van gewijzigde gezondheidsklachten
In deze zaak staat de weigering van het Uwv om appellant vanaf begin 2022 een WIA-uitkering toe te kennen centraal. Appellant stelt dat zijn gezondheidsklachten sinds begin 2022 zijn verslechterd, maar het Uwv concludeert dat deze klachten een andere oorzaak hebben dan de klachten die in 2017 zijn beoordeeld. De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant, die het beroep van appellant ongegrond verklaarde. De rechtbank oordeelde dat het Uwv zorgvuldig onderzoek heeft verricht en dat er geen toename van beperkingen is vastgesteld die voortkomen uit dezelfde ziekteoorzaak als in 2017. Appellant had eerder gezondheidsklachten, maar de huidige klachten zijn volgens de verzekeringsartsen van een andere aard, namelijk een meningeoom, en zijn niet toegenomen ten opzichte van de eerdere beoordeling. De rechtbank heeft vastgesteld dat appellant geen nieuwe medische gegevens heeft overgelegd die zijn standpunt onderbouwen. De Raad onderschrijft de overwegingen van de rechtbank en concludeert dat het hoger beroep van appellant niet slaagt.