ECLI:NL:CRVB:2024:1615
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van arbeidsongeschiktheid en WGA-loonaanvullingsuitkering na herbeoordeling door het Uwv
In deze zaak gaat het om de beoordeling van de arbeidsongeschiktheid van appellant door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Appellant is op 27 oktober 2021 door het Uwv als 52,13% arbeidsongeschikt beoordeeld, wat leidde tot de toekenning van een WGA-loonaanvullingsuitkering per 7 februari 2023. Appellant betwist deze beoordeling en stelt dat het medisch onderzoek niet zorgvuldig is uitgevoerd en dat hij meer beperkingen heeft dan het Uwv heeft aangenomen. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld en geconcludeerd dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid van appellant terecht heeft vastgesteld. De Raad oordeelt dat het medisch onderzoek voldoende zorgvuldig is geweest en dat er geen reden is om te twijfelen aan de juistheid van de medische beoordeling. De rechtbank Gelderland had eerder het beroep van appellant ongegrond verklaard, en de Raad bevestigt deze uitspraak. Appellant heeft geen recht op vergoeding van proceskosten omdat het hoger beroep niet slaagt.