ECLI:NL:CRVB:2024:1839
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herbeoordeling van de toekenning van een IVA-uitkering aan een volledig arbeidsongeschikte betrokkene
In deze zaak gaat het om de herbeoordeling van de toekenning van een IVA-uitkering aan betrokkene, die door het Uwv was geweigerd op basis van de stelling dat zijn volledige arbeidsongeschiktheid niet duurzaam was. Appellante, de werkgever van betrokkene, heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, die het standpunt van het Uwv had gevolgd. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld en de deskundige dr. J.P. ter Bruggen benoemd om de medische situatie van betrokkene te beoordelen. De deskundige concludeerde dat betrokkene lijdt aan chronische rugpijn en andere klachten, en dat een operatie niet zal leiden tot een verbetering van zijn belastbaarheid. De Raad heeft het hoger beroep van appellante gegrond verklaard en de eerdere uitspraak van de rechtbank vernietigd. De Raad oordeelde dat de volledige arbeidsongeschiktheid van betrokkene duurzaam is en dat hij recht heeft op een IVA-uitkering met terugwerkende kracht. Tevens is het Uwv veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten en het griffierecht van appellante.