Uitspraak
7 februari 2023, 22/620 (aangevallen uitspraak)
SAMENVATTING
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Inleiding
[werkgever B] B.V. ([B]). Op 16 juli 2019 heeft hij zich ziekgemeld. Na afloop van het dienstverband met [B] heeft het Uwv appellant per 7 oktober 2019 een uitkering op grond van de Ziektewet (ZW) toegekend.
Tweede Kamer en de sociale partners tot een passende oplossing voor deze situatie te willen komen. De rechtbank kan echter niet op deze ontwikkelingen vooruitlopen. De rechtbank komt dan ook tot de conclusie dat het Uwv het dagloon voor de IVA-uitkering per 13 juli 2021 terecht heeft vastgesteld op € 16,49.
Het oordeel van de Raad
WIA-uitkering van appellant desondanks uitkomt op € 16,49 komt doordat appellant in de periode van 1 juni 2019 tot en met 30 juni 2019 in totaal maar 26 uur heeft gewerkt. Hierdoor heeft appellant in juni 2019 een relatief laag bedrag aan loon ontvangen, wat een neerwaarts effect heeft op de hoogte van het dagloon. Dit is inherent aan de in 4.4 vermelde wijze van berekening van het dagloon (historisch dagloon). Hieraan is ook inherent dat geen rekening wordt gehouden met vóór de referteperiode genoten inkomsten. Het Uwv heeft terecht opgemerkt dat appellant in de periode voorafgaand aan het refertejaar in Spanje heeft gewerkt als zelfstandige, wat geen verzekeringsplichtige werkzaamheden zijn zodat een vergelijking met inkomsten uit deze werkzaamheden reeds daarom niet aan de orde is. Ook de beroepsgrond van appellant dat bij de bepaling van het dagloon rekening moet worden gehouden met zijn lange arbeidsverleden, slaagt niet. De wijze waarop het dagloon wordt berekend staat los van de lengte van het arbeidsverleden als zodanig en het daarin verdiende inkomen. Het gaat erom wat in de referteperiode is genoten aan SV-loon. Artikel 13 van de Wet WIA biedt geen ruimte om van een andere referteperiode uit te gaan. Ook het Dagloonbesluit biedt hiervoor geen grondslag.
Conclusie en gevolgen
BESLISSING
L.A. Kjellevold als leden, in tegenwoordigheid van L.B. Vrugt als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 25 juli 2024.