Uitspraak
OVERWEGINGEN
€ 1.000,-.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen een beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) met betrekking tot de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). De Centrale Raad van Beroep heeft op 2 april 2025 uitspraak gedaan. De Raad heeft vastgesteld dat het bestuursorgaan volledig tegemoet is gekomen aan de bezwaren van appellante, wat heeft geleid tot de intrekking van het hoger beroep. Appellante heeft tevens verzocht om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in de procedure. De Raad heeft geoordeeld dat de redelijke termijn met een jaar is overschreden, wat resulteert in een schadevergoeding van € 1.000,-. Daarnaast zijn de proceskosten van appellante in zowel de beroeps- als hoger beroepsprocedure vastgesteld op € 4.535,-, en is het Uwv veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht van € 182,-. De uitspraak is gedaan door A.I. van der Kris, met M.D.F. de Moor als griffier, en is openbaar uitgesproken op 2 april 2025.