mw. mr. drs. S. Wijna

Hoger beroep over intrekking en terugvordering Wajong-uitkering. Raad oordeelt dat Uwv geen aanleiding had om van terugvordering af te zien. Boete herroepen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt lagere subsidie vaststelling NOW-1 en terugvordering voorschot aan appellante.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over terugvordering WAO-uitkering en anticumulatie van inkomsten. Appellant schond inlichtingenplicht, maar boete wordt vernietigd. Uwv veroordeeld tot proceskostenvergoeding van € 3.628,-.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de mate van arbeidsongeschiktheid van appellante op 45,60% en de geschiktheid van de geselecteerde functies, waardoor de WIA-uitkering in stand blijft.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellante een WIA-uitkering toe te kennen, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. De medische beoordeling is voldoende gemotiveerd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WW-uitkering aan appellant wegens gebrek aan beschikbaarheid voor arbeid. Appellant had ziekte opgegeven, maar geen bewijs van beschikbaarheid geleverd.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over intrekking en terugvordering WW-uitkering wegens schending inlichtingenplicht. Terugvordering over tweede periode met 50% verlaagd tot € 5.340,87.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering, maar kent schadevergoeding toe wegens overschrijding redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering per 3 april 2022; appellant is minder dan 35% arbeidsongeschikt. Hoger beroep slaagt niet.

De Raad bevestigt de lagere vaststelling van de NOW-2 subsidie op € 929.628,-, omdat de loonsom daalde en ontslagaanvragen niet tijdig zijn ingetrokken.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag NOW-1 tegemoetkoming loonkosten; appellant is geen startende onderneming.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WW-uitkering langer dan drie maanden; appellante voldeed niet aan jareneis en kon geen privaatrechtelijke dienstbetrekking aantonen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WW-uitkering wegens verwijtbare werkloosheid en plichtsverzuim. Appellante verbergt vuurwapen tijdens politie-inval, wat leidt tot ontslag.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de minister de NOW-1 subsidie op € 0,- heeft vastgesteld, en dat appellante het voorschot van € 18.687,- moet terugbetalen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellante een WIA-uitkering toe te kennen, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellant, die minder dan 35% arbeidsongeschikt is, en oordeelt dat reservefuncties niet meegewogen hoeven te worden in de berekening van de verdiencapaciteit.

Centrale Raad van Beroep bevestigt terugvordering van ZW-uitkering door Uwv, prepensioen wordt als inkomen uit arbeid aangemerkt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant verwijtbaar werkloos is en geen recht heeft op WW-uitkering.

Centrale Raad van Beroep wijst aanvraag compensatie transitievergoeding af wegens termijnoverschrijding. Oordeel dat overschrijding niet verschoonbaar is, wordt bevestigd. Uwv veroordeeld in proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WW-uitkering aan zorgverlener; geen gezagsverhouding met zoon vastgesteld.

De Raad beëindigt de WGA-uitkering van appellant per 20 april 2020, omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. Verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn wordt afgewezen. Uwv moet proceskosten van € 3.937,50 vergoeden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering Wajong-uitkering; appellante beschikte over arbeidsvermogen op relevante data.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de ZW-uitkering aan appellante per 12 september 2022, omdat er geen toename van beperkingen is vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep kent IVA-uitkering toe aan appellante en veroordeelt de Staat tot schadevergoeding van € 1.500,- wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellante een WIA-uitkering toe te kennen, oordelend dat appellante minder dan 35% arbeidsongeschikt is.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt Uwv tot vergoeding van proceskosten en wettelijke rente na intrekking hoger beroep door appellante.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de ZW-uitkering van appellante onterecht heeft beëindigd en draagt het Uwv op het besluit te herstellen binnen acht weken.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over intrekking hoger beroep en proceskostenveroordeling in sociale zekerheidszaak. Uwv moet kosten van appellant vergoeden tot € 3.062,50 en griffierecht van € 184,-.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat ZW-uitkering onterecht beëindigd is door het Uwv, omdat medische onderbouwing niet deugdelijk is. Uwv moet opnieuw beslissen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening en terugvordering WIA-uitkering van appellant wegens schending inlichtingenverplichting en exploitatie hennepkwekerij.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt Uwv in proceskosten van appellante tot € 4.312,50 na volledige tegemoetkoming aan bezwaren.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat geen toegenomen beperkingen zijn vastgesteld voor WAO-uitkering binnen vijf jaar na beëindiging. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid, met voldoende medische en arbeidskundige onderbouwing.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om schadevergoeding af en veroordeelt Uwv tot betaling van proceskosten van € 3.500,- en griffierecht van € 877,-.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de toekenning van een IVA-uitkering aan appellant per 11 oktober 2021, en oordeelt dat er geen bewijs is voor eerdere arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv ten onrechte geen IVA-uitkering heeft toegekend aan betrokkene, omdat onvoldoende is aangetoond dat zijn arbeidsongeschiktheid niet duurzaam is. Betrokkene krijgt met terugwerkende kracht recht op een IVA-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt omzetting van WIA-uitkering naar WGA-vervolguitkering van appellante, gebaseerd op 45-55% arbeidsongeschiktheid. Hoger beroep ongegrond verklaard.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant op 43,62% is vastgesteld. De redelijke termijn is met 1 jaar en 3 maanden overschreden, wat leidt tot een schadevergoeding van € 1.500,- aan appellant.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de afwijzing van NOW-3 aanvragen voor startende ondernemers in strijd is met het evenredigheidsbeginsel. Minister moet nieuwe besluiten nemen.

Appellant trekt hoger beroep in na tegemoetkoming door Uwv. Proceskostenveroordeling van € 3.724,76 en vergoeding griffierecht van € 185,-.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering en de weigering van de WIA-uitkering, omdat appellante minder dan 35% arbeidsongeschikt is en de wachttijd van 104 weken niet heeft volbracht.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellante per 15 november 2021, oordelend dat het Uwv dit terecht heeft gedaan.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellante een Wajong-uitkering toe te kennen, omdat zij over arbeidsvermogen beschikt.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de mate van arbeidsongeschiktheid van appellante op 66,20% zoals vastgesteld door het Uwv, na herbeoordeling en hoger beroep.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellante per 10 augustus 2022, oordelend dat er geen toegenomen beperkingen zijn ten opzichte van de eerdere beoordeling.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellante, oordelend dat het Uwv terecht concludeerde dat zij meer dan 65% van haar laatst verdiende loon kan verdienen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellante per 29 mei 2021, oordelend dat de geselecteerde functies passend zijn en dat appellante niet meer dan 65% van haar laatst verdiende loon kan verdienen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant ten onrechte niet-ontvankelijk werd verklaard, maar bevestigt dat WW-uitkering per 6 september 2022 terecht is geweigerd.

Centrale Raad van Beroep vernietigt uitspraak rechtbank over vergoeding studieschuld in faillissement en bevestigt maximering volgens WW.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de aanvraag voor compensatie van transitievergoeding gedeeltelijk buiten toepassing moet worden gelaten, maar bevestigt dat de afwijzing wegens termijnoverschrijding in stand blijft.