Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Inleiding
Het oordeel van de Raad
.Hierbij weegt het volgende mee. De hoofdregel van artikel 8, negende en tiende lid, van de NOW-2 is dat ontslagaanvragen om bedrijfseconomische redenen tijdens de subsidieperiode leiden tot een korting op het subsidiebedrag. De minister heeft als uitzondering op die hoofdregel deze korting niet toegepast voor de werknemers voor wie ontslag was aangevraagd, maar die toch in dienst zijn gebleven. Voor de twee werknemers waar het hier om gaat is dat echter niet het geval, omdat zij wel uit dienst zijn gegaan. Dat dit volgens appellante is gebeurd op hun eigen verzoek en pas na de subsidieperiode, maakt niet dat de minister gehouden zou zijn om ook voor hun geval een uitzondering op de hoofdregel toe te passen. Het tijdsverloop tussen de ontslagaanvraag en het moment waarop met beide werknemers de afspraak werd vastgelegd over hun uitdiensttreding is niet zodanig dat de minister zich niet op het standpunt heeft kunnen stellen dat een verband tussen de ontslagaanvraag en het feitelijke vertrek van beide werknemers aannemelijk is. Dat beide werknemers op een later moment (op respectievelijk 2 september 2021 en 1 oktober 2021) in dienst zijn getreden van een zustervennootschap van appellante maakt dit niet anders. Zoals de minister terecht in het bestreden besluit heeft opgemerkt, is de zustervennootschap een andere werkgever.