ECLI:NL:CRVB:2024:2020
Centrale Raad van Beroep
- Schadevergoedingsuitspraak
- Rechtspraak.nl
Toekenning IVA-uitkering en schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in WIA-zaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 oktober 2024 uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende de toekenning van een IVA-uitkering op grond van de Wet WIA aan appellante, die met ingang van 22 augustus 2019 recht heeft op deze uitkering. De Raad heeft vastgesteld dat de redelijke termijn in de rechterlijke fase met meer dan een jaar is overschreden, wat aanleiding geeft tot een schadevergoeding van € 1.500,-. De procedure is gestart door appellante, vertegenwoordigd door mr. R.M.J. Schoonbrood, die hoger beroep heeft ingesteld tegen een beslissing van het Uwv. Het Uwv heeft zijn standpunt ter zitting gewijzigd en heeft toegezegd de wettelijke rente en proceskosten te vergoeden. De Raad heeft de Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door de minister van Justitie en Veiligheid, veroordeeld tot betaling van de schadevergoeding en de proceskosten van appellante, die zijn vastgesteld op € 437,50. De uitspraak benadrukt het belang van de redelijke termijn in procedures en de gevolgen van overschrijding daarvan.