mw. mr. M.M. van der Kade

Hoger beroep over AOW-pensioen met korting wegens niet verzekerde jaren. Appellant woonde in Frankrijk en had geen recht op volledige AOW. Beroep op vertrouwensbeginsel verworpen.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant, die als zelfstandige in Duitsland woonde, niet verzekerd was voor de AOW. De Duitse wetgeving was van toepassing op basis van Verordening 1408/71.

Appellante verzocht om herziening van de afwijzing van haar ANW-uitkering. De Raad oordeelt dat de postuum toegekende AAW/WAZ-uitkering niet leidt tot verzekering voor de ANW op de dag van overlijden van haar echtgenoot. Het verzoek is terecht afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing kinderbijslag aan appellante wegens gebrek aan ingezetenschap op peildatum.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening en terugvordering partnertoeslag AOW wegens inkomsten echtgenote.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat betrokkene en haar echtgenoot niet duurzaam gescheiden leven, waardoor betrokkene niet als ongehuwd kan worden aangemerkt voor AOW.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over korting op AOW en vrijwillige verzekering voor niet-verzekerde tijdvakken. Schadevergoeding van € 500,- toegekend aan betrokkene.

Appellant heeft AOW aangevraagd, maar kreeg aanvankelijk een ongehuwdenpensioen. Na geregistreerd partnerschap werd dit omgezet naar gehuwdenpensioen. De Raad oordeelt dat appellant niet duurzaam gescheiden leeft van zijn partner, en bevestigt de eerdere uitspraak.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart aanvraag kinderbijslag ongegrond, omdat betrokkene niet als ingezetene van Nederland kan worden aangemerkt na langdurig verblijf in Marokko.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante recht heeft op wezenuitkering ondanks beëindiging door Svb, omdat zij een vervolgstudie volgt.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant vanaf 4 november 2019 duurzaam gescheiden leeft en recht heeft op AOW voor ongehuwde pensioengerechtigde.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om herziening af, omdat verzoeker geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangedragen die tot een andere uitspraak zouden kunnen leiden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening kinderbijslag voor appellant over het vierde kwartaal van 2020; onvoldoende bewijs van onderhoudsbijdragen aan dochter.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen ingezetene was voor Wlz en Zvw, en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de Nederlandse socialezekerheidswetgeving van toepassing was op een Belgische werknemer gedetacheerd naar China, en bevestigt de verplichting van de Svb om een CoC-verklaring af te geven.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over vergoeding van zorgkosten in Duitsland en rechtsbijstand. CAK moet € 16.744,- vergoeden, maar geen kosten voor niet-professionele rechtsbijstand.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag Wajong; appellant was geen ingezetene op zijn zeventiende verjaardag. Voorwaarde ingezetenschap in AAW niet in strijd met discriminatieverboden.

Hoger beroep over recht op tweevoudige kinderbijslag voor uitwonend kind. Geen causaal verband aangetoond tussen ziekte en uitwonend zijn. Uitspraak bevestigd.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de Svb de AOW-pensioenrechten van een appellant die in Duitsland woont correct heeft vastgesteld, met een korting van 82% op basis van niet-verzekerde jaren.

Centrale Raad van Beroep vraagt het Hof van Justitie om uitleg van artikel 65 van Verordening (EG) nr. 883/2004 over werkloosheidsuitkeringen voor migrerende werknemers.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de Svb terecht de nabestaandenuitkering van appellante heeft herzien en teruggevorderd na wijziging van haar geboortedatum. Terugvordering vastgesteld op € 2.504,05.

Centrale Raad van Beroep verklaart verzoek om herziening niet-ontvankelijk wegens niet tijdig betalen griffierecht.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de AOW geen herziening van toekenningsbesluit mogelijk maakt en bevestigt de afwijzing van de Svb om ouderdomspensioen met terugwerkende kracht stop te zetten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de belastbare winst voor AOW-toeslag niet volgens Duitse wetgeving, maar volgens Nederlandse wetgeving moet worden vastgesteld.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening van de AOW-toeslag van appellant na wijziging geboortedatum echtgenote, met terugwerkende kracht van vijf jaar.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening ouderdomspensioen naar 36% en wijst verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding redelijke termijn toe.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de Svb ten onrechte het recht op kinderbijslag voor appellante heeft beëindigd vanaf het eerste kwartaal van 2014. Beëindiging had pas vanaf het tweede kwartaal van 2014 moeten plaatsvinden. Appellante heeft recht op kinderbijslag voor kind 2 over het vierde kwartaal van 2015.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging nabestaandenuitkering wegens het bereiken van de leeftijd van achttien jaar door het jongste kind en oordeelt dat appellante niet arbeidsongeschikt is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op schadevergoeding wegens onrechtmatige besluiten van de Svb met betrekking tot AOW en WW-uitkering.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging en terugvordering van de nabestaandenuitkering van appellante, die in 2011 in het huwelijk is getreden, waardoor zij geen recht meer had op de uitkering.

Centrale Raad bevestigt dat appellant geen recht had op dubbele kinderbijslag en AKW+ voor 2016. Terugvordering door Svb is gerechtvaardigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat ANW-uitkering terecht met één jaar terugwerkende kracht is toegekend na fout van appellante.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verzoek om herziening AOW-pensioen wegens detentie. Geen nieuwe feiten of omstandigheden aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant, ondanks werk in Groot-Brittannië, niet verzekerd is voor AOW.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing AOW-aanvraag wegens onvoldoende verzekerde tijdvakken.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen nabestaandenuitkering toekomt omdat zij minder dan 45% arbeidsongeschikt is, en dat de medische onderbouwing van de Svb juist is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de nabestaandenuitkering aan appellante, oordeelt dat medische beoordeling door Uwv correct was en veroordeelt Svb in proceskosten.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over herziening en terugvordering van AOW-toeslag. Appellant had bezwaar gemaakt tegen de herziening, maar werd ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard. Terugvordering blijft gehandhaafd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat WIA-dagloon van appellante nihil is, ook al wordt zij gelijkgesteld met een werknemer in Spanje. Geen recht op uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt niet-ontvankelijkheid van het beroep van appellant inzake AOW-pensioen, wegens gebrek aan procesbelang.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant in de periode van 16 april 2013 tot 1 juli 2015 niet als ingezetene van Nederland kan worden aangemerkt en dus niet verzekerd was op grond van de Wlz.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de Svb appellante ten onrechte niet als verzekerd voor AOW heeft aangemerkt over de periode 18 augustus 1985 tot 14 februari 1988. De uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking WW-uitkering van appellante wegens verblijf in Duitsland, geen ongerechtvaardigd onderscheid en rechtvaardiging woonplaatsvereiste.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens te late indiening van het beroepschrift. Appellante was niet in verzuim ondanks medische omstandigheden.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat herziening en terugvordering van nabestaandenuitkering tot de helft beperkt moet worden. Svb moet nieuw besluit nemen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over herziening kinderbijslag en oplegging boete door Svb. Boete vastgesteld op € 766,60.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland over beslag op AOW-pensioen; appellante heeft geen bewijs geleverd dat Svb niet binnen beslagkader bleef.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de gedeeltelijke schorsing van het AOW-pensioen van appellant wegens onduidelijkheid over zijn woonsituatie. Appellant heeft onvoldoende informatie verstrekt aan de Svb.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de Svb appellante terecht niet heeft verzekerd voor de Wlz, omdat zij uitsluitend in Duitsland werkzaam was.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat intrekking WW-uitkering van betrokkene onterecht was, omdat onvoldoende feitenonderzoek is verricht door het Uwv.

Appellant verzocht om een wezenuitkering op basis van de ANW na het overlijden van zijn vader. De aanvraag werd geweigerd omdat één ouder nog in leven was. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank dat er geen gerechtvaardigde verwachting was op een uitkering.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van de kinderbijslag van appellante wegens het ontbreken van ingezetenschap in Nederland vanaf het derde kwartaal van 2014.

Appellante verzoekt om een nabestaandenuitkering ANW na het overlijden van haar echtgenoot. De aanvraag wordt afgewezen omdat de echtgenoot niet als ingezetene van Nederland kan worden aangemerkt. De Centrale Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van kinderbijslag voor de kleinzoon van de appellant, omdat hij niet als eigen kind wordt onderhouden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de beëindiging van de toeslag na remigratie naar Turkije terecht was, gezien de status van langdurig ingezetene en de nationale wetgeving.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening AOW-pensioen naar gehuwde norm; appellant niet duurzaam gescheiden van partner.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging toeslag WIA-uitkering na remigratie naar Turkije; appellant voldeed niet aan woonplaatsvereiste.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing AOW-pensioen met terugwerkende kracht; geen bijzonder geval en geen financiële hardheid.

De Centrale Raad van Beroep vernietigt de verlaging van nabestaandenuitkeringen voor 19 betrokkenen in Marokko, oordeelt dat er sprake is van ongeoorloofd onderscheid naar woonplaats en geeft de Svb opdracht opnieuw te beslissen op de bezwaren.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellante geen recht heeft op een hogere nabestaandenuitkering op basis van internationale verdragen, omdat het verzekerd risico niet was ingetreden voor de inwerkingtreding van de Whk.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de vaststelling van het bruto maandinkomen van de echtgenote van appellant en de terugvordering van onverschuldigd betaalde toeslag door de Svb.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag vrijwillige verzekering AOW; appellante voldoet niet aan voorwaarden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WW-uitkering aan appellant die in Finland verbleef voor zorg van zijn kind, in strijd met artikel 8 EVRM en artikel 18 VWEU.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in AOW-zaak; geen nieuwe feiten of omstandigheden.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van de nabestaandenuitkering van appellante wegens onvoldoende arbeidsongeschiktheid, gebaseerd op medisch onderzoek door het Uwv.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant niet duurzaam gescheiden leeft van zijn echtgenote, waardoor zijn AOW-toeslag niet kan worden herzien.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellanten op 1 september 2015 geen recht hadden op AOW voor ongehuwde pensioengerechtigden, er was geen duurzaam gescheiden leven.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de Staat moet betalen voor schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in een bestuursrechtelijke procedure.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de AOW-aanvraag van appellante, omdat niet is aangetoond dat haar echtgenoot meer dan twee weken in Nederland verzekerd was.

Centrale Raad van Beroep vernietigt uitspraak rechtbank Amsterdam; beroep niet-ontvankelijk verklaard door onjuiste bekendmaking van besluit door Svb.

Centrale Raad van Beroep rectificeert eerdere uitspraak over proceskosten in sociale zekerheidszaak, verhoogt bedragen en publiceert gerectificeerde uitspraak.

Appellante verliest hoger beroep tegen korting op AOW-pensioen; redelijke termijn overschreden, schadevergoeding van € 2.000,- toegekend.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de Svb proceskosten en griffierecht mag verrekenen met onverschuldigd betaald AOW-pensioen. Appellant's beroep ongegrond verklaard.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar van appellant tegen zorgpremie door de Svb.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de Sociale verzekeringsbank terecht de terugwerkende kracht van de ontheffing van de verzekeringsplicht heeft onthouden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat AOW-pensioen terecht op 44% is vastgesteld. Appellant heeft onvoldoende bewijs geleverd voor meer verzekerde periodes.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing AOW-aanvraag; onderzoek toont aan dat appellant niet in Nederland heeft gewoond of gewerkt in 1974-1975.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging AOW-toeslag en terugvordering van € 1.937,80 na overlijden echtgenote.

Centrale Raad van Beroep vraagt het Hof van Justitie om uitleg over de Patiëntenrichtlijn en het VWEU in verband met vergoeding van zorgkosten voor verdragsgerechtigden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing AOW-aanvragen; appellanten voldeden niet aan verzekeringsvereisten. Wetswijziging is legitiem en leidt niet tot buitensporige last.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep gegrond; herziening AOW-pensioen per februari 2015 terecht, boete niet gehandhaafd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening en terugvordering van ANW-uitkering over 2012 en 2013, geen bijzondere omstandigheden voor beperking herziening.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Svb om appellante een ANW-uitkering toe te kennen, omdat zij minder dan 45% arbeidsongeschikt is, gebaseerd op een zorgvuldige medische beoordeling.

Centrale Raad van Beroep verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens niet tijdig betalen van griffierecht.

Centrale Raad van Beroep verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens niet tijdige betaling van griffierecht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verzoek om wijziging ouderdomspensioen voor ongehuwde pensioengerechtigde; appellante kan niet aantonen duurzaam gescheiden te leven van echtgenoot.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de Svb appellante ten onrechte niet als nabestaande heeft aangemerkt. De Raad vernietigt de eerdere afwijzing en draagt de Svb op een nieuwe beslissing te nemen.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de Svb bevoegd was om proceskostenvergoeding te verrekenen met onverschuldigd betaalde ANW- en AOW-uitkeringen, en vernietigt de eerdere uitspraak van de rechtbank.

Hoger beroep over AOW-pensioen en verzekeringsjaren. Korting op pensioen vastgesteld op 22% in plaats van 26%.

Hoger beroep over de ingezetenschap van een AOW-gerechtigde die in Turkije verblijft. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant ten onrechte niet als ingezetene is aangemerkt en herroept het besluit van de Svb.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de kinderen van appellant geen ingezetenen meer zijn voor de AKW, waardoor geen recht op kinderbijslag bestaat.

Hoger beroep over intrekking nabestaandenuitkering; Svb oordeelt dat appellante minder dan 45% arbeidsongeschikt is. Raad bevestigt uitspraak rechtbank.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant niet als ingezetene van Nederland kan worden aangemerkt voor 1 januari 2016, waardoor hij geen recht heeft op kinderbijslag.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante recht heeft op kinderbijslag tot en met het derde kwartaal van 2015, maar niet verzekerd was op 1 juli 2016. De Svb moet een nieuwe beslissing nemen over de toekenning van kinderbijslag.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant ten onrechte niet als ingezetene van Nederland is aangemerkt voor AOW en Zvw, en vernietigt eerdere besluiten van de Svb.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van de nabestaandenuitkering van appellante, omdat zij niet meer dan 45% arbeidsongeschikt is. De medische beoordeling was zorgvuldig en er zijn geen nieuwe stukken ingediend die de geschiktheid van de functies in twijfel trekken.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant niet verzekerd was voor AOW in de periode van zijn studie in Nederland. Intentie om te vestigen onvoldoende voor ingezetenschap.

De aanvraag voor AOW-pensioen is afgewezen omdat niet is aangetoond dat appellant in Nederland verzekerd is geweest. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening AOW-pensioenen naar norm ongehuwde met één jaar terugwerkende kracht. Geen bijzonder geval voor verdere terugwerkende kracht.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de voorwaarde van ingezetenschap in de Wet Wajong niet discrimineert en dat Nederlanders in het buitenland gelijk worden behandeld. Hoger beroep van appellante wordt afgewezen.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt over de toekenning van kinderbijslag en de beoordeling van herhaalde aanvragen. De aanvraag van 23 januari 2015 wordt niet als herhaald beschouwd, en er is geen bijzonder geval voor verdere terugwerkende kracht.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de nabestaandenuitkering aan appellante, omdat zij niet meer dan 45% arbeidsongeschikt is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van AAW-uitkering aan appellant, die niet als ingezetene van Nederland kan worden beschouwd op zijn 17e verjaardag.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de hoogte van het AOW-pensioen terecht op 4% is vastgesteld en dat de partnertoeslag terecht is geweigerd. Appellant was slechts verzekerd voor de AOW in een beperkte periode.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking WIA-uitkering van appellant per 1 mei 2014. Deskundigen oordelen dat appellant arbeidsgeschikt is. Schadevergoeding wegens overschrijding redelijke termijn toegewezen.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak over WIA-uitkering; deskundige concludeert dat beperkingen appellante zijn onderschat.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van de nabestaandenuitkering van appellante door de Svb, omdat zij minder dan 45% arbeidsongeschikt is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op kinderbijslag voor het derde kwartaal van 2016 wegens het niet voldoen aan de onderhoudseis.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de hoogte van de kinderbijslag voor kinderen op Curaçao op 80%, geen strijd met het Convenant met de Antillen.

De Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat de Sociale verzekeringsbank ten onrechte kinderbijslag heeft geweigerd aan appellante en heeft de Svb veroordeeld tot schadevergoeding en vergoeding van proceskosten.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante niet verzekerd is voor AOW over de periode van 14 augustus 1978 tot en met 31 januari 2009, en dat haar uitsluiting niet als discriminatie kan worden aangemerkt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat er geen bijzonder geval is voor AOW-toekenning met terugwerkende kracht. Appellante heeft onvoldoende bewijs geleverd voor haar claims.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellant toestemming te verlenen voor verhuizing naar Turkije met behoud van Wajong-uitkering.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard; Svb heeft appellant AOW-pensioen van 20% toegekend en nabetaling van € 494,61.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant duurzaam arbeidsongeschikt is en vernietigt eerdere besluiten van het Uwv. Proceskosten van € 3.328,- worden vergoed.

Centrale Raad van Beroep bevestigt korting van 24% op AOW-pensioen wegens schuldig nalatig verklaring over premiebetaling van 1969 tot 1980.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de Svb appellant geen vrijwillige verzekering AOW zonder premie hoeft aan te bieden. Appellant heeft geen nadeel geleden door het niet tijdig aanbieden van de verzekering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van verzoek om postume toelating tot vrijwillige verzekering ANW, omdat aanvraag niet binnen wettelijke termijn is ingediend.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over verrekening van Ierse invaliditeitspensioen met WAO-uitkering. De rechtbank verklaarde het beroep tegen het bestreden besluit niet-ontvankelijk, maar de Raad vernietigt deze uitspraak en verklaart het beroep ongegrond.

Intrekking van de nabestaandenuitkering van appellante door de Svb wegens minder dan 45% arbeidsongeschiktheid. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en veroordeelt de Svb in proceskosten.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het bezwaar van de appellant tegen de intrekking van zijn nabestaandenuitkering niet ontvankelijk is wegens termijnoverschrijding.

De Centrale Raad van Beroep vernietigt de niet-ontvankelijkheid van de rechtbank en verwijst de zaak terug, oordelend dat het beroepschrift tijdig is ingediend.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het recht op AOW-toeslag niet herleeft na beëindiging inkomen partner, uitspraak op 4 april 2019.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de ANW-uitkering van appellante niet voortgezet hoeft te worden, omdat zij minder dan 45% arbeidsongeschikt is. Schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn is toegekend.

Hoger beroep over weigering terug te komen van ANW-uitkering en intrekking daarvan. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak, geen nieuwe feiten aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op kinderbijslag, omdat er geen sprake is van co-ouderschap.

Centrale Raad van Beroep bevestigt recht op kinderbijslag voor betrokkene met terugwerkende kracht vanaf 2015, in het kader van co-ouderschap.

Centrale Raad van Beroep vernietigt besluit Sociale verzekeringsbank over kinderbijslag en verklaart beroep van appellant gegrond.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de intrekking van de WIA-uitkering van appellante en oordeelt dat het Uwv een nieuwe beslissing moet nemen. Schadevergoeding van € 1.000,- wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Verzoek om herziening van beëindiging vrijwillige verzekering AOW afgewezen; geen nieuwe feiten of omstandigheden aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing AOW-pensioen aanvraag van appellante, geen recht op AOW door gebrek aan verzekerde jaren.

Appellante heeft geen recht op nabestaandenuitkering omdat haar echtgenoot ten tijde van zijn overlijden niet verzekerd was voor de ANW.

Afwijzing van de aanvraag voor een nabestaandenuitkering op grond van de ANW, omdat geen nieuwe feiten zijn aangedragen die herziening rechtvaardigen.

Appellant verzocht om AOW-pensioen en partnertoeslag. De Centrale Raad bevestigde dat hij niet verzekerd was in de relevante periode en geen recht had op partnertoeslag.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in bestuursrechtelijke procedure. Appellant veroordeeld tot € 1.000,- schadevergoeding en € 512,- proceskosten.

Appellant heeft recht op kinderbijslag voor het derde kwartaal van 2016, maar niet voor de overige kwartalen. De Svb moet een nieuw besluit nemen.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak, verklaart beroep tegen WIA-besluit ongegrond en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Herziening AOW-pensioen en AIO-aanvulling van appellant, die sinds januari 2013 gescheiden leeft. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak van de rechtbank en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraken over de toepassing van het woonlandbeginsel en de Wet herziening export kinderbijslag, waarbij appellanten geen recht op kinderbijslag kunnen ontlenen aan artikel 33 van het NTV.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag halfwezenuitkering; geen nieuwe feiten of omstandigheden voor herziening eerdere besluiten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing AOW-pensioen aanvraag van appellante, die niet in Nederland heeft gewoond of gewerkt en geen huwelijkse tijdvakken heeft vervuld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de Svb de ingangsdatum van het AOW-pensioen van appellante terecht heeft vastgesteld op 1 april 2014, zonder verdergaande terugwerkende kracht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verzoek om postume toelating tot vrijwillige verzekering ANW; aanvraag niet binnen wettelijke termijn ingediend.

Afwijzing van de nabestaandenuitkering omdat de echtgenoot van appellante ten tijde van zijn overlijden niet verzekerd was voor de ANW.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van AOW-toeslag door Svb op basis van te hoog inkomen partner.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart bezwaar niet-ontvankelijk; aanvraag AOW-pensioen afgewezen wegens gebrek aan bewijs van onevenredige schade door AOW-leeftijd verhoging.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de aanvraag voor een nabestaandenuitkering op grond van de ANW, omdat de echtgenoot niet verzekerd was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing AOW-herzieningsverzoek; appellant en echtgenote leven niet duurzaam gescheiden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-uitkering van appellante op basis van FML, oordeelt dat Uwv correct heeft gehandeld.

Appellant heeft geen recht op arbeidsondersteuning op grond van de Wajong 2010. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en wijst het verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat kinderbijslag voor kinderen van appellante tot en met Q4 2015 niet geweigerd kan worden, maar dat er geen recht is voor Q1 en Q2 2016.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant duurzaam gescheiden leeft van zijn echtgenote, ondanks financiële banden. Eerdere uitspraak van de rechtbank vernietigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verzoek appellant om ontheffing van verzekeringsplicht, omdat Duitse uitkering niet gelijk of hoger is dan Nederlandse uitkering.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening van het AOW-pensioen van betrokkene naar de norm voor gehuwden en de terugvordering van onverschuldigd betaalde AOW.

Centrale Raad van Beroep bevestigt schuldig-nalatigverklaring voor niet betalen AOW-premie over 2008-2011. Appellante kan geen omstandigheden aanvoeren die haar niet kunnen worden verweten.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van kinderbijslag voor een zoon die in Egypte woont, oordelend dat er geen recht op uitkering bestaat.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de functies passend zijn voor appellante, ondanks haar arbeidsongeschiktheid.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening van het AOW-pensioen van appellant naar de norm van een alleenstaande met één jaar terugwerkende kracht, omdat er geen bijzondere omstandigheden waren voor een langere termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening AOW-pensioen van appellante; duurzaam gescheiden leven niet aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing CAK van vergoeding medische kosten in Duitsland wegens niet nageleefde toestemmingsprocedure.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op kinderbijslag, omdat zij nooit verzekerd was onder de AKW en haar dochter vóór 31 december 1999 is geboren.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om herziening af, omdat verzoekster geen nieuw feit of omstandigheid heeft aangedragen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de Svb ten onrechte het verzoek tot regularisatie van betrokkene heeft afgewezen en geeft opdracht tot heroverweging.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de Svb ten onrechte een verzoek tot regularisatie heeft afgewezen. De Svb moet binnen twaalf weken een nieuwe beslissing nemen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant onderworpen is aan Nederlandse socialezekerheidswetgeving op basis van het Rijnvarendenverdrag. Minister moet nieuwe beslissing op bezwaar nemen.

Hoger beroep over de toepassing van socialezekerheidswetgeving voor Rijnvarenden. De Raad oordeelt dat de Svb het verzoek van betrokkene niet correct heeft behandeld en moet onderzoeken of er bijzondere omstandigheden zijn voor regularisatie.

Hoger beroep over afwijzing van regularisatieverzoek door Svb. Centrale Raad oordeelt dat Svb onvoldoende heeft onderzocht of er bijzondere omstandigheden waren voor regularisatie. Eerdere uitspraak en besluit vernietigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de Svb geen nieuw beleid met terugwerkende kracht toepaste en dat betrokkene verzekerd was in Nederland. Nieuwe besluiten op bezwaar moeten worden genomen.

Centrale Raad oordeelt over toepassing van de Rijnvarendenovereenkomst en socialezekerheidswetgeving. Svb moet nieuwe beslissingen op bezwaar nemen binnen 12 weken.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Svb om medewerking te verlenen aan regularisatieverzoeken van appellanten, die werkzaam zijn in de Rijnvaart, en oordeelt dat zij onder de Nederlandse socialezekerheidswetgeving vallen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over de toepassing van de Nederlandse socialezekerheidswetgeving op Rijnvarenden en bevestigt dat de Svb medewerking moet verlenen aan een verzoek tot regularisatie, tenzij bijzondere omstandigheden dit verhinderen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de Svb medewerking moet verlenen aan verzoek tot regularisatie met Luxemburg, tenzij bijzondere omstandigheden dit verhinderen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de Svb onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar duurzaam gescheiden leven van appellanten en vernietigt eerdere besluiten.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant recht heeft op kinderbijslag over het tweede kwartaal van 2011 tot en met het tweede kwartaal van 2012, maar niet over de daaropvolgende kwartalen vanwege internationale kinderontvoering.

Appellante verzocht om AOW en overbruggingsuitkering, maar kreeg alleen AOW. Hoger beroep afgewezen; geen duurzaam gescheiden leven aangetoond.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over de toepassing van de Nederlandse socialezekerheidswetgeving op Rijnvarende en de regularisatie van zijn status. Svb moet nieuw besluit nemen en redelijke termijn is overschreden, wat leidt tot schadevergoeding.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-uitkering; appellant had geen duurzame band met Nederland op zijn 17e verjaardag.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op een toeslag AOW over 2012, omdat zij niet tijdig het gewijzigde inkomen van haar partner heeft gemeld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening AOW-pensioen naar gehuwd pensioen; appellante en partner leven niet duurzaam gescheiden.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant recht heeft op kinderbijslag, ondanks eerdere weigering door de Svb, omdat hij op 1 oktober 2016 als verzekerde moet worden aangemerkt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging Wajong-uitkering en terugvordering wegens hennepteelt en schending inlichtingenverplichting.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging kinderbijslag, maar vernietigt herziening AOW en AIO met terugwerkende kracht.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over de toekenning van kinderbijslag met terugwerkende kracht. Appellante krijgt geen kinderbijslag met meer dan één jaar terugwerkende kracht vanaf de aanvraagdatum.

Centrale Raad van Beroep verklaart het hoger beroep van de erven van appellant niet-ontvankelijk en het beroep tegen het nieuwe besluit van de Svb ongegrond.

Centrale Raad van Beroep herroept eerdere besluiten van het Uwv en bevestigt dat appellant vanaf 28 april 2014 80 tot 100% arbeidsongeschikt is, met veroordeling van het Uwv in proceskosten.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening van het AOW-pensioen van appellante naar dat van een gehuwde, op basis van vermoedens van gezamenlijke huishouding en onvoldoende medewerking van appellante aan het onderzoek.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de AOW-toekenning aan gehuwden niet discriminerend is, en dat de wetgever hierin ruime beoordelingsvrijheid heeft.

Centrale Raad bevestigt afwijzing van de aanvraag voor verzekering op grond van de Wlz, omdat appellant niet als ingezetene van Nederland kan worden aangemerkt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht had op kinderbijslag, omdat zij niet als ingezetene werd aangemerkt op de peildata.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak over kinderbijslag; appellante is vanaf 2014 geen ingezetene meer van Nederland. Svb moet kosten vergoeden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de Sociale verzekeringsbank correct inhoudingen op AOW-pensioen heeft gedaan in het kader van derdenbeslag.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van toeslag op AOW-pensioen, omdat appellant pas na 1 januari 2015 recht op pensioen had.

Centrale Raad van Beroep bevestigt niet-ontvankelijkverklaring bezwaar AOW wegens termijnoverschrijding. Appellant heeft geen verschoonbare redenen aangevoerd.

Hoger beroep over WIA-uitkering; Raad bevestigt eerdere uitspraak en oordeelt dat appellant geen recht heeft op uitkering. Uwv veroordeeld in proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering; appellante was niet verzekerd tijdens arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking nabestaandenuitkering door Svb wegens onvoldoende arbeidsongeschiktheid van appellante.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over AOW-uitkering met korting wegens niet verzekerde periodes en weigering partnertoeslag. Appellant heeft 31 jaar niet verzekerd geweest voor AOW.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over AOW-pensioen en partnertoeslag; appellant krijgt 72% pensioen toegekend, eerdere toekenning van 68% vernietigd.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de boete aan appellant wegens het ontbreken van een zorgverzekering onder de Zvw, ondanks zijn claim dat hij verzekerd was bij ONVZ.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante niet duurzaam gescheiden leeft van haar echtgenoot, waardoor haar AOW-pensioen voor gehuwden gehandhaafd blijft.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering kinderbijslag en terugvordering door Svb; appellant heeft inlichtingenverplichting niet nagekomen.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens overlijden appellant zonder erfgenamen die het proces willen voortzetten.

Hoger beroep over toekenning loongerelateerde WGA-uitkering na eerdere weigering WIA-uitkering. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant onvoldoende bewijs heeft geleverd voor kinderbijslag voor zijn dochter, die in een pleeggezin verblijft.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat bezwaar tegen Zvw-premie op AOW-pensioen niet-ontvankelijk is verklaard. Appellant ontving te laat informatie over premie-inhouding.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant niet duurzaam arbeidsongeschikt is op basis van zijn conversiestoornis en verklaart het beroep ongegrond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat geen AOW-pensioen toekomt tijdens TBS-periode. Verzoek om herziening afgewezen wegens gebrek aan nieuwe feiten.

Appellante heeft AOW-pensioen geweigerd gekregen omdat zij de pensioengerechtigde leeftijd nog niet had bereikt. Geboortedatum 1948 niet aannemelijk gemaakt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat belanghebbende recht heeft op kinderbijslag voor kinderen na herziening verzoek appellante.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Amsterdam over de beëindiging van de AOW-toeslag na duurzaam gescheiden leven van appellant en zijn echtgenote.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante recht heeft op Wajong-uitkering na herbeoordeling van arbeidsongeschiktheid, vernietigt eerdere besluiten Uwv.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over de hoogte van de WAO-uitkering en schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. Appellant krijgt € 500,- schadevergoeding toegekend.

Hoger beroep over WIA-uitkering; appellante verschijnt niet ter zitting en het hoger beroep wordt afgewezen. De eerdere uitspraak wordt bevestigd.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat betrokkene niet heeft aangetoond dat zij voldoet aan de onderhoudseis voor kinderbijslag. De eerdere uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd.

Centrale Raad van Beroep vernietigt boete van € 350,- opgelegd aan appellante en stelt deze vast op € 349,06. Svb veroordeeld in proceskosten van € 1.002,-.

Hoger beroep over stopzetting dubbele kinderbijslag voor dochter. Geen zware zorgbehoefte vastgesteld, uitspraak rechtbank bevestigd.

Hoger beroep over niet-verschoonbare termijnoverschrijding bij indienen bezwaarschrift tegen stopzetting ANW-uitkering. De Centrale Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op AOW-pensioen wegens niet verzekerde jaren en dat de rechtbank het beroep terecht ongegrond heeft verklaard.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant niet verzekerd is voor de Wet WIA, omdat hij niet in Nederland als werknemer of zelfstandige heeft gewerkt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellante niet verplicht verzekerd was voor AOW, met een korting van 12% op haar pensioen wegens niet verzekerde jaren.

Centrale Raad van Beroep rectificeert proceskosten in WIA-zaak, vastgesteld op € 2.524,20. Wijziging in ministerie naam doorgevoerd. Uitspraak op 19 april 2018.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant niet verzekerd was voor de AOW tussen 1977 en 1981, maar krijgt alsnog recht op AOW-pensioen vanaf augustus 2014.

Korting op AOW-pensioen van appellant wegens niet verzekerde periode. De Raad oordeelt dat de Svb een nieuwe beslissing moet nemen over de verzekerde periode van de echtgenote van appellant van 1 januari 1991 tot april 2009.

Centrale Raad bevestigt dat appellante vanaf 1 april 2014 niet meer verzekerd is voor de Zvw, omdat zij als ingezetene van Portugal moet worden aangemerkt.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante duurzaam gescheiden leeft van haar echtgenoot en recht heeft op AOW voor ongehuwden, vernietigt eerdere uitspraak.

Centrale Raad van Beroep bevestigt korting op AOW-pensioen van appellant wegens gebrek aan bewijs van ingezetenschap en werk in Nederland.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Den Haag en wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af in een zaak over AOW-herziening door de Sociale Verzekeringsbank.

De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk, omdat er geen geding meer aanhangig is na eerdere uitspraak op 29 december 2017.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard omdat Svb volledig tegemoet is gekomen aan bezwaar van appellante. Proceskosten van € 1.002,- vergoed door Svb.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de Svb niet verplicht is om een eerder besluit over de ANW-uitkering met terugwerkende kracht te herzien. Appellante heeft geen tijdig bezwaar gemaakt tegen het besluit van 11 december 2012.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WIA-uitkering aan appellante wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid op 19 januari 2018.

Centrale Raad van Beroep vernietigt uitspraak rechtbank Amsterdam; bezwaar tegen besluit Sociale verzekeringsbank was te laat ingediend.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag partnertoeslag AOW; geen ongelijke behandeling van AOW-gerechtigden.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over herziening AOW-pensioen en terugvordering door Svb. Beroep appellante gegrond, beroep appellant ongegrond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op kinderbijslag met terugwerkende kracht voor eerdere kwartalen, omdat er geen bijzondere omstandigheden zijn die dit rechtvaardigen.

Centrale Raad van Beroep rectificeert eerdere uitspraak over proceskostenvergoeding in sociale zekerheidszaken, vastgesteld op € 5.197,50, met verdeling tussen Svb en college.

Centrale Raad van Beroep rectificeert eerdere uitspraak over proceskostenvergoeding in sociale zekerheidszaken, vastgesteld op € 5.197,50.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over ingangsdatum ANW-uitkering en terugwerkende kracht. Beroep ongegrond, Svb veroordeeld in proceskosten van € 2.227,50.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank die de inkomensondersteuning AOW voor een in Marokko wonende AOW-gerechtigde vaststelt, ondanks de lagere uitkering na vervanging van de KOB.

Centrale Raad van Beroep bevestigt niet-ontvankelijkverklaring bezwaar wegens overschrijding wettelijke termijn in sociale zekerheidsrecht.

Hoger beroep over WIA-uitkering; medische beoordeling en schending redelijke termijn. Appellant krijgt schadevergoeding van € 500,-.

Centrale Raad van Beroep vraagt het Hof van Justitie om uitleg over de intrekking van een toeslag voor een Turkse werknemer die naar Turkije verhuisde, en de gevolgen voor zijn verblijfsrecht en recht op toeslag.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in WIA-zaak. Uwv veroordeeld tot € 2.574,20 en Staat tot € 1.000,- schadevergoeding aan verzoeker.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de overbruggingsregeling AOW op basis van ontvangen AOW-toeslag partner. Hoger beroep van appellante slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WW-uitkering aan appellante die in Duitsland woonde en werkte, op basis van Europese regelgeving.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante recht heeft op dubbele kinderbijslag voor [A], omdat [A] tot haar huishouden behoort, ondanks het feit dat zij op twee locaties wonen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante van rechtswege verzekerd was voor de AWBZ en dat eerdere besluiten van de Svb foutief waren, maar dat de verzekeringsplicht met terugwerkende kracht kan worden vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep rectificeert eerdere uitspraak over griffierecht en schadevergoeding in WIA-zaak, waarbij het griffierecht op € 493,- wordt vastgesteld en schadevergoeding van € 1.000,- aan betrokkene wordt toegewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op AOW-toeslag, omdat hij geen duurzame band met Nederland heeft.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging tegemoetkoming KOB en toekenning inkomensondersteuning AOW aan appellant in de VS.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat inkomensondersteuning AOW als pensioen moet worden beschouwd onder Verordening (EG) nr. 883/2004. Hoger beroep van appellant slaagt niet.

Hoger beroep over inkomensondersteuning AOW voor AOW-gerechtigden in Turkije. KOB is vervangen door inkomensondersteuning AOW, wat leidt tot lagere uitkeringen. Geen schending van EVSZ of Eerste Protocol.

Centrale Raad van Beroep bevestigt aanspraak op kinderbijslag voor betrokkene die uitsluitend om studieredenen in Nederland verblijft, ondanks betoog van de Svb.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant niet verzekerd was voor AOW van 1 juni 1960 tot 1 juni 1961, waardoor een korting van 2% op het ouderdomspensioen terecht is toegepast.

Hoger beroep over inkomensondersteuning AOW na vervanging van tegemoetkoming KOB. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst de verzoeken van de appellant af.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een IVA-uitkering, oordelend dat de appellant niet duurzaam arbeidsongeschikt is en dat er behandelmogelijkheden zijn die verbetering kunnen opleveren.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van kinderbijslag aan appellant voor het tweede en derde kwartaal van 2013, omdat hij niet verzekerd was voor de AKW.

Hoger beroep tegen niet-ontvankelijkverklaring bezwaar door Svb wegens overschrijding bezwaartermijn. Appellante had geen verschoonbare redenen aangevoerd.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante geen recht heeft op ANW-uitkering na overlijden echtgenoot, omdat hij niet verzekerd was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt niet-ontvankelijkverklaring bezwaar wegens overschrijding bezwaartermijn. Appellant had geen verschoonbare redenen aangevoerd.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep gegrond. Uwv moet wettelijke rente vergoeden en schadevergoeding toekennen wegens overschrijding redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de Svb de lijfrente-uitkering van de partner van appellant correct op de AOW-toeslag heeft in mindering gebracht, en dat de berekening volgens nationale wetgeving is uitgevoerd.

Appellante verzocht om herziening van de afwijzing van haar Wajong-uitkering. De Centrale Raad van Beroep bevestigde dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren, en het hoger beroep slaagde niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WIA-uitkering aan appellante; geen toegenomen arbeidsongeschiktheid uit dezelfde ziekteoorzaak vastgesteld.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard; Uwv komt geheel tegemoet aan bezwaar van appellante. Proceskostenvergoeding van € 2.475,- en griffierecht van € 156,- aan appellante.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellant wegens onvoldoende medewerking aan medisch onderzoek.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in kinderbijslagzaak wordt afgewezen, maar veroordeelt Svb tot vergoeding van proceskosten van € 3.294,85.

De Centrale Raad van Beroep heeft op 1 september 2017 de verzoeken om voorlopige voorzieningen afgewezen wegens gebrek aan spoedeisend belang.

Hoger beroep over bijstandsverlening en woonplaatsbepaling. De Raad vernietigt het besluit van het college voor de periode van 3 oktober tot 30 oktober 2013 en bevestigt het overige. Schadevergoeding afgewezen.

Hoger beroep tegen afwijzing WMO-voorziening en verzoek om schadevergoeding. Raad vernietigt eerdere uitspraken en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Hoger beroep tegen de afwijzing van kinderbijslag door de Svb. De Raad vernietigt de eerdere uitspraak en oordeelt dat de betrokkene recht heeft op kinderbijslag vanaf het eerste kwartaal van 2011.

Hoger beroep over afwijzing bijstandsaanvragen WWB; Centrale Raad vernietigt besluiten colleges en oordeelt over verblijfsrecht en schadevergoeding.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over bijstandsverlening aan appellanten met verblijfsrechtelijke problemen en vernietigt eerdere uitspraken.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraken en besluit dat appellantes recht hebben op bijstand. Schadevergoeding afgewezen; proceskostenvergoeding vastgesteld op € 9.884,53.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om schadevergoeding af wegens overschrijding van de redelijke termijn in kinderbijslagzaak. Svb heeft kinderbijslag alsnog toegekend na prejudiciële beslissing.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over proceskostenvergoeding na intrekking hoger beroep door college van burgemeester en wethouders. Appellant veroordeeld tot betaling van € 2.103,75 aan betrokkene.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep gegrond inzake bijstandsverlening aan moeder met Nederlands kind; college moet nieuwe beslissing nemen en vergoedt proceskosten.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk omdat Svb volledig tegemoet is gekomen aan bezwaren van appellante inzake kinderbijslag. Proceskostenvergoeding vastgesteld op € 742,50.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak, verklaart beroep gegrond, wijst verzoek om schadevergoeding af en veroordeelt Svb tot proceskostenvergoeding van € 5.568,75.

Hoger beroep over bijstandsverlening aan Venezolaanse moeder en haar Nederlandse kind. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om schadevergoeding af wegens overschrijding van de redelijke termijn in kinderbijslagzaak, maar veroordeelt Svb tot proceskostenvergoeding van € 2.227,50.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraken en oordeelt dat appellante 1 recht heeft op bijstand vanaf 13 oktober 2010. Compensatieregeling voor appellante 3 niet van toepassing. Proceskostenvergoeding van € 6.435,- aan appellantes.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant niet verzekerd is voor de AWBZ, omdat hij niet als ingezetene van Nederland wordt beschouwd.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening van de AOW-uitkering en de terugvordering door de Svb, omdat er geen bezwaar is gemaakt tegen de herziening en geen dringende redenen zijn aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt niet-ontvankelijkverklaring van beroepschrift inzake AOW; appellante heeft risico genomen door beroepschrift op laatste dag ter post te bezorgen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op kinderbijslag vanaf het derde kwartaal van 2013 door intrekking WAO-uitkering.

Hoger beroep over WAO-uitkering en pro-ratabreuk; bezwaar niet-ontvankelijk verklaard door rechtbank, maar Centrale Raad oordeelt dat dit onterecht was en draagt Uwv op nieuw besluit te nemen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante sinds 10 juni 2008 niet meer als ingezetene van Nederland wordt beschouwd en niet verzekerd is voor de AKW, waardoor de terugvordering van kinderbijslag door de Svb terecht is.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de uitsluiting van betrokkene van de AOW-verzekering terecht is, omdat hij geen voldoende band met Nederland heeft aangetoond. De eerdere uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de ingangsdatum van de verhoging van het AOW-pensioen op december 2008, met terugwerkende kracht van vijf jaar, en wijst het hoger beroep van de erven van betrokkene af.

Centrale Raad van Beroep vraagt het Hof van Justitie om uitleg over de sociale zekerheidsrechten van derdelanders die tijdelijk in de EU werken voor een Nederlandse werkgever.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat betrokkene, een zeevarende, terecht is uitgesloten van AOW-verzekering. Prejudiciële vragen aan het Hof bevestigen de uitsluiting. Schending van redelijke termijn leidt tot schadevergoeding.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk; appellant heeft recht op AOW-pensioen van 2% van het maximale pensioen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraak over WIA en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van kinderbijslag aan appellante zonder verblijfsrecht, ondanks moeilijke omstandigheden.

Hoger beroep over WIA-uitkering en schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak en kent € 1.000,- schadevergoeding toe aan betrokkene.

Centrale Raad van Beroep vernietigt boetes van CAK voor zorgverzekering, oordeelt dat appellante en kinderen onder Europese regelgeving vallen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat personeel van Eurojust niet verzekerd is voor AOW op basis van de Zetelovereenkomst, ondanks werkzaamheden in Nederland.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante op 1 oktober 2014 geen ingezetene van Nederland was en dus geen recht had op kinderbijslag.

Hoger beroep over herziening en terugvordering van AOW-toeslag wegens schending van inlichtingenverplichting. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening en terugvordering van nabestaandenuitkering door Svb; appellante had kunnen onderkennen dat zij te veel ontving.

Appellant maakt bezwaar tegen een mededeling over kindgebonden budget. De Raad verklaart het bezwaar niet-ontvankelijk en vernietigt de eerdere uitspraak van de rechtbank.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de Svb appellante niet correct heeft geïnformeerd over haar recht op een nabestaandenuitkering na het overlijden van haar echtgenoot. De Svb wordt opgedragen het besluit te herstellen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt schuldig nalatigverklaring AOW-premie appellant; onvoldoende bewijs voor betaling.

De Centrale Raad van Beroep vernietigt de uitspraak van de rechtbank en het besluit van het Uwv, omdat de Wajong-uitkering niet meer geweigerd kan worden na vier maanden detentie zonder plaatsing in een TBS-kliniek.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en besluit van de Svb, oordeelt dat appellant verzekerd was voor AOW tijdens verblijf in internaat in Nederland.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant van 1963 tot 1966 verzekerd was voor AOW, ondanks verblijf in Duits internaat. Eerdere uitspraak en besluit van Svb vernietigd.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant, voormalig EU-ambtenaar, niet verzekerd moet worden geacht voor de AWBZ, omdat hij dubbel verzekerd is en dubbele premies betaalt zonder dubbele aanspraken.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv in de proceskosten van appellante moet worden veroordeeld tot € 1.485,- na intrekking van het hoger beroep.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante niet duurzaam gescheiden leeft van haar geregistreerde partner, waardoor zij niet in aanmerking komt voor AOW naar de norm van een ongehuwde.

Appellant verliest hoger beroep over AOW-pensioen met 92% korting wegens niet-verzekering. Gelijkheidsbeginsel slaagt niet. Uitspraak bevestigd.

De Centrale Raad van Beroep verklaart de hoger beroepen niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van gronden, ondanks herhaalde verzoeken aan appellanten om dit te herstellen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant van 2012 tot 2013 geen ingezetene was en geen recht had op kinderbijslag. Eerdere besluiten van de Svb blijven in stand.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om herziening van een eerdere WAO-uitkering af, omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn die tot een andere uitspraak zouden kunnen leiden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging partnertoeslag AOW omdat partner op 1 oktober 2015 AOW-gerechtigde leeftijd bereikt.

Hoger beroep over WIA-uitkering; appellante is minder dan 35% arbeidsongeschikt. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat CAK buitenlandbijdrage mag heffen op pensioen van appellant in Spanje, die geen recht heeft op keuzerecht.

Hoger beroep over buitenlandbijdrage voor medische zorg in Spanje. CAK is gerechtigd om bijdrage te heffen. Uitspraak bevestigd.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de woonlandkorting op kinderbijslag voor kind 2 over het vierde kwartaal van 2012 en verklaart het beroep gegrond.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens gebrek aan belang bij de appellante.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de nabestaandenuitkering aan appellante, omdat zij niet meer dan 45% arbeidsongeschikt is. De medische beoordeling door de Svb wordt als deugdelijk beschouwd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant niet volledig en duurzaam arbeidsongeschikt was en wijst verzoeken om schadevergoeding af.

Beëindiging nabestaandenuitkering van appellante wegens minder dan 45% arbeidsongeschiktheid, bevestigd door de Centrale Raad van Beroep.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat betrokkene en zijn partner niet duurzaam gescheiden leven, waardoor AOW-uitkering voor gehuwden van toepassing is.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de herziening van de kinderbijslag over 2011 ten onrechte is gebeurd, terwijl de herziening over 2012 en het eerste kwartaal van 2013 op goede gronden berustte.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de aanvraag om kinderbijslag, omdat appellant niet als ingezetene van Nederland werd beschouwd op de peildata van 2014.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant geen recht op AOW-pensioen had tijdens detentie, maar herstelt het recht op AOW-pensioen voor de maanden maart 2011 tot en met september 2011.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over herziening AOW-pensioen met terugwerkende kracht; bijzondere omstandigheden rechtvaardigen afwijking van beleid.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over de AOW-verzekering van appellant tijdens verblijf in het buitenland. Appellant was verzekerd van 20 maart 1999 tot 19 maart 2000, maar niet van 20 maart 2000 tot 25 oktober 2001. Eerdere besluiten van de Svb zijn vernietigd.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering aan appellant, omdat er geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden zijn. Het Uwv wordt veroordeeld in de proceskosten van appellant tot € 1.980,-.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv onvoldoende heeft aangetoond dat appellante voldoet aan het vereiste opleidingsniveau voor geselecteerde functies. Uwv moet gebreken in het besluit herstellen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de kinderbijslag aan appellante, omdat zij niet verzekerd was onder de AKW en de hardheidsclausule niet van toepassing was.

Hoger beroep tegen schuldig nalatig verklaring door de Svb voor niet betalen AOW-premie over 2008. Appellant had inkomen onder bijstandsnorm en was onder schuldsanering. Uitspraak vernietigd, beroep gegrond verklaard.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat betrokkene en zijn echtgenote niet duurzaam gescheiden leven, waardoor de aanvraag voor AOW niet wordt toegewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant recht heeft op zorg in België onder Vo 883/2004, maar moet buitenlandbijdrage betalen. Hoger beroep afgewezen.

Hoger beroep over de verbeurde dwangsom in AOW-zaak; de Centrale Raad bevestigt dat betrokkene niet in verzuim was en dat de Svb niet tijdig heeft geïnformeerd.

Centrale Raad van Beroep rectificeert eerdere uitspraak over schadevergoeding aan appellant door Svb en Staat der Nederlanden.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en kent proceskostenvergoeding toe aan appellante na nieuw besluit van de Commissie Sociale Zekerheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellanten niet duurzaam gescheiden leven en dat de Svb hen terecht als gehuwden beschouwde voor de toekenning van ouderdomspensioen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellant toestemming te geven voor verhuizing naar Turkije met behoud van zijn Wajong-uitkering, zonder onbillijkheid van overwegende aard.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van Wajong-uitkering bij verhuizing naar Turkije; geen objectieve redenen voor verhuizing.

Centrale Raad van Beroep vernietigt intrekking WW-uitkering na staking; wekeneis in strijd met stakingsrecht.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat verzoekster niet tijdig de Svb in gebreke heeft gesteld en er geen zicht is op toekenning van de ANW-uitkering.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant vanaf eind november 2012 als ingezetene van Nederland moet worden aangemerkt, waardoor hij recht heeft op kinderbijslag. Eerdere besluiten van de Svb worden vernietigd en de Svb moet een nieuw besluit nemen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Gelderland over de ingangsdatum van de kinderbijslag, waarbij geen bijzonder geval is aangetoond voor een langere terugwerkende kracht.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over Wajong-uitkering en proceskosten. Uitkering toegekend met terugwerkende kracht, eerdere besluiten vernietigd.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant en partner niet verzekerd zijn voor AOW, omdat zij in Frankrijk woonden en daar werkzaamheden verrichtten.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om regularisatieprocedure af en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over hoger beroep inzake kinderbijslag en schadevergoeding; erkent overschrijding van redelijke termijn en kent schadevergoeding toe.

Hoger beroep tegen de Svb over kinderbijslag; verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. Svb trekt besluit in, maar Raad oordeelt dat er geen belang meer is bij beoordeling. Schadevergoeding toegekend aan appellant.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant alsnog de mogelijkheid moet krijgen om zich vrijwillig te verzekeren voor AOW, ondanks eerdere uitschrijving uit de GBA.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en bevestigt afwijzing van export Wajong-uitkering naar Portugal op basis van Europese regelgeving.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat geen herziening van ANW-uitkering met terugwerkende kracht plaatsvindt, omdat appellante geen bezwaar heeft gemaakt tegen eerdere besluiten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt schuldig nalatig verklaring van appellante over 2007; geen bewijs van niet-toerekenbaarheid van schuld aan Belastingdienst.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de ongegrondverklaring van het beroep tegen de Sociale verzekeringsbank inzake beslag op AOW-pensioen.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om herziening van verzoekster af, omdat er geen nieuw feit of nieuwe omstandigheid is aangetoond.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat geen langere terugwerkende kracht bij AOW-pensioen dan één jaar kan worden verleend. Appellant's bezwaar ongegrond verklaard.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van kinderbijslag aan de appellant, die niet verzekerd is voor de AKW.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het bezwaar van de appellant tegen de Svb niet-ontvankelijk is wegens termijnoverschrijding. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging kinderbijslag aan appellant na het bereiken van de leeftijd van achttien jaar door zijn jongste kind.

De Centrale Raad van Beroep heeft het besluit van het Uwv om appellant geen Wajong-uitkering toe te kennen vernietigd en het Uwv veroordeeld tot vergoeding van de wettelijke rente en proceskosten.

Centrale Raad bevestigt dat appellante niet verzekerd is voor AOW vanwege de Zetelovereenkomst en dat de regeling van de OPCW niet vergelijkbaar is met de Nederlandse sociale zekerheid.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de arbeidsongeschiktheid van appellant op 5 november 2012 geen duurzaam karakter had, en oordeelt dat er geen recht op IVA-uitkering was. Het Uwv wordt veroordeeld tot vergoeding van proceskosten van € 1.488,-.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante niet verzekerd was voor AOW tijdens verblijf in Nederland en werk in Duitsland, op basis van EU-verordening 1408/71.

Centrale Raad van Beroep rectificeert eerdere uitspraak van 6 juni 2016 inzake AOW, waarbij een kennelijke fout werd hersteld en nieuwe beslissingen zijn genomen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraak over ingezetenschap van betrokkene in het kader van de Wet Wajong.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de verhoging van de AOW-leeftijd en oordeelt dat dit geen schending van het eigendomsrecht oplevert. Appellant ondervindt geen onevenredig nadeel van de wijziging.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de verhoging van de AOW-leeftijd geen schending van eigendomsrechten of leeftijdsdiscriminatie oplevert. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd en de Svb wordt veroordeeld in de proceskosten van appellant.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de verhoging van de AOW-leeftijd en oordeelt dat dit geen schending van eigendomsrecht oplevert. Appellant ondervindt geen onevenredig nadeel.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de verhoging van de AOW-leeftijd geen onevenredig nadeel oplevert en niet in strijd is met eigendomsrechten of discriminatieverboden.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de verhoging van de AOW-leeftijd geen onevenredig nadeel oplevert voor de betrokkene en vernietigt de eerdere uitspraak van de rechtbank.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de verhoging van de AOW-leeftijd geen onevenredige last oplevert voor de appellant en dat de vermelding van de AOW-leeftijd in het pensioenoverzicht niet gericht is op rechtsgevolg.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de verhoging van de AOW-leeftijd en de toepassing van artikel 7a van de AOW geen onevenredige zware last voor betrokkene opleveren. Het pensioenoverzicht van de Svb is een besluit, maar de vermelding van de AOW-leeftijd is informatief en heeft geen rechtsgevolg.

Hoger beroep over AOW-pensioen en verhoging aanvangsleeftijd. Raad bevestigt dat verhoging AOW-leeftijd geen onevenredige last is. Svb niet onterecht gehandeld. Proceskosten vergoed.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt over de intrekking van de WAO-uitkering van appellant en bevestigt dat hij in staat is zijn werk als magazijnmedewerker te verrichten, ondanks zijn klachten.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de AOW-uitkering aan appellant wegens onvoldoende bewijs van verzekering onder de AOW.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op tweevoudige kinderbijslag, omdat hij zijn kinderen niet grotendeels heeft onderhouden.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellante niet arbeidsongeschikt is volgens de ANW, ondanks haar beperkingen door artrose.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing ANW-nabestaandenuitkering; echtgenoot niet verzekerd voor ANW ten tijde van overlijden.

Herziening en terugvordering van AOW-pensioen na onjuiste berekening van toeslag. Appellant had kunnen begrijpen dat de uitkering van zijn echtgenote invloed had op de toeslag. Geen dringende redenen voor terugvordering.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de nabestaandenuitkering aan appellant, omdat hij niet arbeidsongeschikt was volgens het Uwv.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over AOW-pensioen aanvraag van appellant, bevestigt Svb's besluit en wijst verzoek om schadevergoeding af.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de AOW-aanvraag van appellant, die niet kon aantonen dat hij tussen 1968 en 27 februari 1972 in Nederland woonde of werkte.

Centrale Raad van Beroep verklaart herzieningsverzoek niet-ontvankelijk wegens onredelijk late indiening en gebrek aan nieuwe feiten.

Tussenuitspraak over WGA-vervolguitkering; Raad oordeelt dat medische grondslag niet deugdelijk is en draagt Uwv op het besluit te herstellen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over de toekenning van kinderbijslag aan appellant, waarbij kinderbijslag voor het tweede kind wordt geweigerd. Geen nieuwe feiten of omstandigheden die eerdere besluiten onjuist maken.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van nabestaandenuitkering en halfwezenuitkering aan appellante, omdat haar echtgenoot niet verzekerd was onder de ANW.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van nabestaandenuitkering en halfwezenuitkering op basis van ANW, omdat de echtgenoot niet verplicht verzekerd was.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om herziening af; geen nieuwe feiten of omstandigheden die herziening rechtvaardigen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering nabestaandenuitkering; echtgenoot niet verzekerd onder ANW ten tijde van overlijden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de niet-ontvankelijkheid van bezwaren tegen herziening AOW-pensioen wegens termijnoverschrijding.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Gelderland over inhoudingen op AOW-pensioen en de rol van de Sociale verzekeringsbank.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering AOW-pensioen aan appellante, die niet verzekerd was en geen huwelijkse tijdvakken kan krijgen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante recht heeft op kinderbijslag ondanks werkzaamheden in Duitsland, en vernietigt besluiten van de Svb.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat werknemers met een ‘kleine baan’ in het buitenland recht hebben op ongekorte AOW-uitkeringen, ondanks kortingen door de Svb.

Hoger beroep over de verzekeringsstatus van appellante voor de AOW. De Centrale Raad van Beroep vernietigt de eerdere uitspraak en oordeelt dat appellante gedurende bepaalde periodes verzekerd was voor de AOW.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat Nederlandse socialezekerheidswetgeving van toepassing is op Belgische werkneemster die in Nederland en België werkt, en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep herziening AOW-pensioen; betrokkene voldoet niet aan voorwaarden voor alleenstaandenpensioen.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk; appellante is EU-onderdaan en niet langer inburgeringsplichtig.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de Commissie onvoldoende rekening heeft gehouden met de medische omstandigheden van appellante bij het opleggen van de inburgeringsplicht. De Commissie moet het besluit herstellen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een nabestaandenuitkering aan appellante, omdat haar echtgenoot niet verzekerd was onder de ANW ten tijde van zijn overlijden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering nabestaandenuitkering aan appellante, omdat haar echtgenoot niet verzekerd was onder de ANW ten tijde van zijn overlijden.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep gegrond wegens schending hoorplicht bij schuldig nalatig verklaring over premiebetaling.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een wezenuitkering aan appellante, omdat de vader van het kind nog in leven is en niet uit het ouderlijk gezag is ontzet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de nabestaandenuitkering aan appellante, omdat haar echtgenoot niet verzekerd was onder de ANW en postume deelname aan de vrijwillige verzekering niet mogelijk was.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over AOW-pensioen van appellant, die claimt recht te hebben op 8% pensioen. De Raad vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep tegen besluit van 23 april 2014 gegrond, maar beroep tegen besluit van 6 november 2014 ongegrond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing herhaalde aanvraag ANW-uitkering; geen nieuwe feiten of omstandigheden. Svb correct in inschatting arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de weigering van WIA-uitkering door het Uwv en oordeelt dat een nieuwe beoordeling van arbeidsongeschiktheid noodzakelijk is.

De Centrale Raad van Beroep vernietigt de weigering van de nabestaandenuitkering aan appellante, oordeelt dat de medische beoordeling onvoldoende zorgvuldig was en draagt de Svb op een nieuwe beslissing te nemen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de nabestaandenuitkering van appellante, oordelend dat zij op 1 juli 2013 niet meer dan 45% arbeidsongeschikt was.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de uitsluiting van de AOW-verzekering voor diplomatiek personeel en hun gezinsleden niet in strijd is met het Verdrag van Wenen. De uitspraak vernietigt eerdere rechtbankbeslissing en verklaart het beroep ongegrond voor bepaalde periodes.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant recht heeft op AOW gebaseerd op 70% van het netto-minimumloon, niet 50%, wegens onvoldoende bewijs van woonplaats in Colombia.

Hoger beroep over terugvordering van arbeidsongeschiktheidsuitkering na uitbetaling van vergoeding voor niet opgenomen vakantiedagen. De Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en besluit van de Svb over de AWBZ-verzekering van appellante, oordeelt dat er onvoldoende bewijs is voor het ontbreken van een duurzame band met Nederland.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening en terugvordering van AOW-pensioen door de Svb, oordelend dat appellanten niet duurzaam gescheiden leefden.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellanten vanaf 9 juli 2012 verzekerd zijn voor de AWBZ, niet vanaf 26 juli 2012 zoals eerder gesteld door de Svb. De eerdere uitspraak is vernietigd en de Svb is veroordeeld in proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt korting van 52% op AOW-partnertoeslag wegens niet-verzekerde jaren van de partner, zonder strijd met discriminatieverboden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing nabestaandenuitkering ANW; echtgenoot niet verzekerd en geen duurzame band met Nederland.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante niet als jonggehandicapte kan worden aangemerkt; haar belastbaarheid kan niet objectief worden vastgesteld. Beroep gegrond verklaard, besluit Uwv vernietigd, rechtsgevolgen in stand gehouden.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat de Svb niet adequaat heeft gereageerd op de aanvragen van verzoekster voor een ANW-uitkering.

Centrale Raad van Beroep vernietigt uitspraak rechtbank en verklaart beroep ongegrond; onvoldoende bewijs voor AOW-aanvraag.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de terugvordering van WAZ-uitkering op basis van vrijval van de Fiscale Oudedagsreserve, zonder bijzondere omstandigheden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verzoek om herziening WAO-uitkering; geen toename arbeidsongeschiktheid langer dan vier weken vastgesteld.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de terugvordering van een WAZ-uitkering, waarbij de vrijval van de Fiscale Oudedagsreserve als inkomen wordt beschouwd zonder bijzondere omstandigheden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de korting op de partnertoeslag bij AOW-pensioen vanwege niet verzekerde jaren. Appellant's beroep op discriminatie wordt verworpen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Svb om partnertoeslag met meer dan één jaar terugwerkende kracht toe te kennen aan appellante.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep van de appellant tegen het besluit van het Zorginstituut ongegrond.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank over de herziening van de WAO-uitkering van appellant, waarbij de FML voldoende rekening houdt met zijn beperkingen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat betrokkenen met dubbele nationaliteit geen recht hebben op toeslag op basis van woonplaatsvereiste in de Toeslagenwet. Schadevergoeding toegekend wegens overschrijding van redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt detacheringsverklaring voor werkzaamheden in Italië, oordeelt dat betrokkene aan voorwaarden voldeed. Svb veroordeeld in proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Amsterdam over de AOW-toekenning aan appellant, met terugwerkende kracht van één jaar. Appellant heeft geen nieuwe feiten aangedragen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van herzieningsverzoek AOW-pensioen; geen nieuw gebleken feiten of omstandigheden.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de echtgenoot van appellante niet verzekerd was voor de ANW, waardoor de aanvraag voor een nabestaandenuitkering is afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de echtgenoot van appellante niet verzekerd was voor de ANW ten tijde van zijn overlijden, waardoor de aanvraag voor een nabestaandenuitkering is afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de korting van 14% op AOW-pensioen van appellant wegens schuldig nalatig premiebetaling. Appellant kon zijn stelling niet onderbouwen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening en terugvordering van AOW-pensioen van appellante, die niet duurzaam gescheiden leefde van haar geregistreerde partner.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant niet verzekerd is voor AOW in de periode 6 augustus 1962 tot 1 juli 1969, ondanks beroep op EU-verordeningen.

De Centrale Raad van Beroep herziening ouderdomspensioen AOW van appellant, oordeelt dat hij recht heeft op 66% pensioen met terugwerkende kracht vanaf 1 december 2009. Svb's eerdere besluiten worden vernietigd en proceskosten worden vergoed.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over herziening partnertoeslag wegens inkomen echtgenote. Beroep op vertrouwensbeginsel faalt. Herziening over januari 2011 onterecht, Svb moet opnieuw beslissen.

De Centrale Raad van Beroep vernietigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep ongegrond in de zaak over de herziening van de AOW-partnertoeslag van appellant.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over herziening AOW-toeslag en terugvordering door Svb. Appellant's beroep wordt niet-ontvankelijk verklaard en beroep tegen tweede besluit ongegrond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat geen premie op AOW-pensioen wordt ingehouden voor verzoeker die niet als ingezetene wordt aangemerkt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering en terugvordering van kinderbijslag aan appellant, die onjuiste verklaringen heeft afgelegd over de verblijfplaats van zijn kinderen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellanten onterecht WW-uitkering is geweigerd; zij hadden sterke banden met Nederland en woonden daar tijdens hun werkzaamheden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank; appellant kan zijn psychische klachten niet voldoende onderbouwen en de deskundigenrapporten wijzen op mogelijke simulatie.

Centrale Raad van Beroep vernietigt gedeeltelijk de uitspraak van de rechtbank en verklaart het bezwaar van betrokkene ongegrond, omdat hij niet bevoegd is tot deelname aan de vrijwillige verzekering AOW en Anw.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat medewerkers van het IUSCT uitgesloten zijn van verplichte Nederlandse verzekering voor AOW. De eerdere uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd en het beroep ongegrond verklaard.

Herziening van nabestaandenuitkering door de Svb met terugvordering van € 101.429,83. Appellante had inkomsten uit arbeid niet gemeld. Hoger beroep ongegrond verklaard.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Oost-Nederland over de herziening van de WAO-uitkering van appellant, die niet in staat wordt geacht om de geduide functies te vervullen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van kinderbijslag aan appellant voor zijn aangehuwde kinderen in Thailand, omdat hij niet kon aantonen hen in belangrijke mate te hebben onderhouden.

Hoger beroep over WIA-uitkering van betrokkene die in Singapore woont. Centrale Raad vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep gegrond voor specifieke periode.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van kinderbijslag aan appellant, omdat hij niet heeft aangetoond regelmatig in het onderhoud van zijn kinderen te hebben bijgedragen.

Hoger beroep over afwijzing WIA-uitkering. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak, oordeelt dat medische geschiktheid voldoende is gemotiveerd.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening van de AOW-toeslag door de Svb, oordeelt dat appellant redelijkerwijs had kunnen onderkennen dat de toeslag te hoog was, en verklaart het beroep ongegrond.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over de ontvankelijkheid van bezwaar tegen AOW-uitkering en duurzaam gescheiden leven. Het bezwaar is ontvankelijk, maar er is geen bewijs voor duurzaam gescheiden leven. De uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening van de WAZ-uitkering van een in Duitsland woonachtige appellant, waarbij de rechtbank oordeelde dat de medische beoordeling door het UWV correct was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen AOW éénouderpensioen kan ontvangen omdat zij geen kinderbijslag voor haar kleinkind ontvangt, wat een vereiste is.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellante, oordelend dat haar belastbaarheid niet is overschat en de geduide functies geschikt zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van Wajong-uitkering aan appellant, die op 17e verjaardag geen ingezetene van Nederland was.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat betrokkene geen duurzame band met Nederland had voor de AKW, ondanks haar intentie om zich te vestigen. Hoger beroep van de Svb slaagt.

Appellant verliest hoger beroep tegen de weigering van WIA-uitkering; medische grondslag is deugdelijk en functies zijn geschikt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van het herzieningsverzoek van appellante inzake AOW, omdat er geen nieuwe feiten zijn die herziening rechtvaardigen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van het verzoek om terug te komen van het besluit van de Sociale verzekeringsbank inzake AOW-pensioen, omdat er geen nieuwe feiten of veranderde omstandigheden zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant niet verzekerd was voor AOW en dat de Svb haar beleid consistent heeft toegepast.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat een Duitse studente in Nederland verzekerd is voor de AWBZ, ondanks haar beroep op uitsluiting van de verzekeringsplicht voor volksverzekeringen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over Wajong-uitkering na eerdere afwijzing. Uwv moet proceskosten vergoeden. Beroep ongegrond verklaard.

Centrale Raad van Beroep bevestigt uitsluiting van AOW-verzekering voor appellant die in Duitsland werkte, onder toepassing van Verordening (EEG) nr. 1408/71.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant vanaf 1 mei 2020 onder de Nederlandse zorgverzekering valt, ondanks zijn Duitse ambtenarenpensioen en private verzekering.

Hoger beroep over WIA-uitkering; geen duurzame arbeidsongeschiktheid vastgesteld. Appellant komt niet in aanmerking voor IVA-uitkering. Uitspraken rechtbank bevestigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening AOW-toeslag op basis van echtgenoot's pensioeninkomen; hoger beroep van appellante slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over de bevoegdheid van het Zorginstituut bij vergoeding van medische kosten voor een appellant die in Italië woont. De Raad concludeert dat het Zorginstituut onzorgvuldig heeft gehandeld en draagt hen op om het besluit te herstellen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van kinderbijslag aan appellant, omdat hij niet verzekerd was op basis van het overgangsrecht.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar van appellant tegen de inhouding van een bestuursrechtelijke premie op zijn AOW-pensioen, omdat er geen sprake is van verschoonbare termijnoverschrijding.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de beëindiging van kinderbijslag aan betrokkenen terecht was, omdat hun AOW-pensioen onder de inkomenseis van 35% van het minimumloon viel. De overgangstermijn van twee kwartalen werd niet onzorgvuldig geacht.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat betrokkene, een zeevarende, niet verzekerd was voor de AOW, omdat hij onder de wetgeving van de VS viel en niet onder de werkingssfeer van Verordening 1408/71.

Centrale Raad van Beroep weigert nabestaandenuitkering en herziening AOW-pensioen wegens vermissing echtgenoot. Geen bewijs van overlijden, appellante niet verzekerd voor AOW.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de korting van een Wajong-uitkering op een ANW-uitkering leidt tot aantasting van eigendomsrecht, maar dat de wetgever hiervoor een geldige reden heeft. De overgangstermijn wordt vastgesteld op één jaar na persoonlijke berichtgeving.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat korting van Wajong-uitkering op ANW-uitkering leidt tot aantasting van eigendomsrecht, maar dat wetgever hiervoor een geldige reden heeft. Overgangstermijn moet beginnen bij persoonlijke berichtgeving.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat korting van Wajong-uitkering op ANW-uitkering leidt tot aantasting van eigendomsrecht, maar met geldige reden. Korting moet na één jaar na persoonlijke berichtgeving ingaan.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de korting op de AOW-toeslag en de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar tegen de ANW-uitkering. Appellant heeft geen nieuwe feiten aangevoerd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WAO-uitkering; geen toegenomen arbeidsongeschiktheid vastgesteld na zorgvuldig medisch onderzoek.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv terecht geen bijzonder geval aanwezig achtte voor terugwerkende kracht van de toeslag verder dan één jaar voor de aanvraag.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat toepassing van artikel 12 AOW geen schending van Unierecht of artikel 1 Eerste Protocol oplevert, en dat kortingen op partnertoeslag proportioneel zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant niet voldoet aan voorwaarden voor ontheffing van de verzekeringsplicht AOW, omdat hij arbeid in Nederland verrichtte.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de nabestaandenuitkering aan appellante, o.b.v. onvoldoende arbeidsongeschiktheid en geen hoorplicht.

Centrale Raad van Beroep vraagt het Hof van Justitie om verduidelijking over de toepassing van Europese richtlijnen inzake arbeidstijd voor ambtenaren op zee.

Centrale Raad bevestigt dat appellante niet verzekerd is voor AOW tijdens detachering bij Europol; Svb veroordeeld in proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op kinderbijslag over bepaalde kwartalen vanwege het ontbreken van een verblijfsvergunning en eerdere besluiten van de Svb.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep ongegrond inzake korting AOW-pensioen wegens niet verzekerde jaren.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de nabestaandenuitkering van appellante wegens onvoldoende arbeidsongeschiktheid.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar van de appellant wegens overschrijding van de bezwaartermijn in een AOW-zaak.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag nabestaandenuitkering; echtgenoot niet verzekerd voor ANW.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om herziening af, omdat verzoekster geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangedragen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een nabestaandenuitkering aan appellante, omdat haar echtgenoot niet verzekerd was onder de ANW.

Centrale Raad van Beroep rectificeert op 19 juni 2015 een eerdere uitspraak van 3 april 2015 inzake WAO, waarbij een foutieve zittingsdatum werd gecorrigeerd.

Hoger beroep over de vaststelling van de aflossingscapaciteit in het kader van de WAO. De Centrale Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de berekening van de aflossingscapaciteit correct is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging toeslag voor alleenstaande op basis van de Toeslagenwet, geen recht op toeslag voor gehuwden wiens partner na 31-12-1971 is geboren.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging kinderbijslag voor kinderen van appellante, omdat zij niet tot haar huishouden behoorden en onvoldoende bewijs van onderhoud is geleverd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere uitspraak over AOW-toeslag van appellant, geen nieuw feiten voor herziening, en geen schending van rechten.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat periodes van werk in Duitsland gelijkgesteld moeten worden met diensttijd voor BBWO-uitkering. Minister moet nieuw besluit nemen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat er geen sprake is van toegenomen beperkingen voor appellante in het kader van de Wet WIA. De eerdere uitspraak van de rechtbank wordt onderschreven.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak dat de Svb de AOW-uitkering van appellant terecht met maximaal één jaar terugwerkende kracht heeft herzien, omdat appellant niet voldoende informatie had verstrekt.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt over de herziening van kinderbijslag door de Svb. De boete wordt vastgesteld op € 510,- na vernietiging van de eerdere verhoging. De Svb heeft aannemelijk gemaakt dat de dochter van appellant niet op het opgegeven adres woonde.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat betrokkene terecht als verdragsgerechtigde onder de Zvw is aangemerkt, ondanks betwisting van haar status en verwijzing naar Spaanse wetgeving.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening en terugvordering WAO-uitkering na tussenuitspraak. Appellant veroordeeld in proceskosten van betrokkene.

Centrale Raad van Beroep bevestigt recht op doorbetaling van operationele toelage tijdens vakantie, maar niet voor overwerk- en verschuivingsvergoeding.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat politieambtenaar recht heeft op doorbetaling van operationele toelage tijdens jaarlijkse vakantie, bevestigt eerdere uitspraak rechtbank.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat politieambtenaar recht heeft op doorbetaling van operationele toelage tijdens jaarlijkse vakantie, vernietigt eerdere uitspraak en besluit van korpschef.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep gegrond inzake kinderbijslag. Svb moet proceskosten vergoeden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt recht op doorbetaling van operationele toelage aan politieambtenaren tijdens jaarlijkse vakantie, in lijn met Richtlijn 2003/88.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat politieambtenaar recht heeft op doorbetaling van operationele toelage, consignatietoelage en overwerkvergoeding tijdens jaarlijkse vakantie.

Centrale Raad bevestigt recht op doorbetaling operationele toelage tijdens vakantie voor politieambtenaar, in lijn met Europese richtlijn.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de nabestaandenuitkering van appellante, die minder dan 45% arbeidsongeschikt wordt geacht, op basis van voldoende medische onderbouwing.

De Centrale Raad van Beroep vernietigt de beëindiging van het AOW-pensioen van appellant, oordelend dat de Svb niet op goede gronden handelde. Appellant had recht op zijn pensioen, en de Svb wordt veroordeeld in de proceskosten.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitsluiting van de verplichte AOW-verzekering voor werknemers van het ICTY en SCSL, met kortingen op het pensioen en de toeslag.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv ten onrechte kosten in bezwaar niet heeft vergoed en bevestigt de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante als verdragsgerechtigde is aangemerkt en dat de buitenlandbijdrage correct is berekend. Geen strijd met internationaal recht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant, woonachtig in België, van 17 december 1994 tot 20 september 2011 niet verzekerd was voor de AOW, ondanks ten onrechte ingehouden premies.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de WIA-uitkering van appellant ten onrechte heeft afgewezen en draagt het Uwv op om de gebreken in het besluit te herstellen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over de verzekeringsstatus van een Turkse werknemer voor AOW. Svb moet opnieuw beoordelen of appellant recht heeft op AOW-pensioen. Beroep ongegrond verklaard, Svb veroordeeld in proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de toekenning van AOW-pensioen en partnertoeslag, oordeelt dat WAO-uitkering terecht in mindering is gebracht en geen sprake is van discriminatie.

Centrale Raad van Beroep vraagt het Hof van Justitie om uitleg over de opbouw van vakantiedagen voor ambtenaren na onterecht ontslag.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat betrokkene en zijn geregistreerde partner niet duurzaam gescheiden leven, waardoor AOW-toekenning als gehuwd blijft.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de herziening van het AOW-pensioen van verzoeker onterecht was, omdat hij pas vanaf eind september 2011 niet meer in Nederland woonde. De eerdere uitspraak wordt vernietigd en de Svb moet nieuwe besluiten nemen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Zorginstituut onzorgvuldig heeft gehandeld bij de vergoeding van medische kosten voor een in Duitsland woonachtige appellante die zorg ontving in Oostenrijk. Het Zorginstituut moet gebreken in het besluit herstellen.

Centrale Raad van Beroep vernietigt niet-ontvankelijkverklaring bezwaar tegen schuldig-nalatigheid door Svb en draagt onderzoek op naar verschoonbaarheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag wezenuitkering ANW; appellant kan niet als ouderloos worden aangemerkt omdat vader nog in leven is.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Svb om appellanten langer dan dertien weken in Turkije te laten verblijven met behoud van AIO-aanvulling, omdat zij de toegestane verblijfsduur overschreden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WAO-uitkering aan appellant na zorgvuldig medisch onderzoek en concludeert dat de wachttijd niet is volbracht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verzoek om schadevergoeding en herziening uitkering WIA. Geen onrechtmatig besluit vastgesteld. Verzoeken om herziening ongegrond verklaard.

Centrale Raad van Beroep vraagt het Hof van Justitie van de EU om uitleg over verblijfsrecht van ouders zonder verblijfsvergunning met kinderen van Nederlandse nationaliteit.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de uitkering op basis van de Wet Wajong, oordelend dat de beperkingen van appellante correct zijn vastgesteld en dat de geselecteerde functies passend zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WW-uitkering aan appellante, die onder Kroatische wetgeving valt, en oordeelt dat het Verdrag inzake sociale zekerheid bindend is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant, woonachtig in Duitsland, terecht als verdragsgerechtigde is aangemerkt en dat de buitenlandbijdrage op zijn AOW-pensioen rechtmatig is ingehouden.

Hoger beroep over AOW-pensioen van appellante, die verzocht om herziening van haar pensioen en terugwerkende kracht. De Raad oordeelt dat er geen bijzonder geval is voor een langere terugwerkende kracht.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante recht heeft op afgeleid verblijfsrecht en vernietigt de eerdere afwijzing van de Svb voor kinderbijslag.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verzoek om herziening kinderbijslag; geen nieuwe feiten of omstandigheden.

Centrale Raad van Beroep vernietigt intrekking toeslag door Svb wegens onvoldoende inspanningen om gegevens te verzamelen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van kinderbijslag aan de appellant, omdat hij niet in belangrijke mate heeft bijgedragen aan het onderhoud van zijn kinderen.

Tussenuitspraak over herziening en terugvordering van WAO-uitkering na schending inlichtingenplicht. Onvoldoende bewijs voor werkzaamheden vanaf 2007, maar aanwijzingen voor eerdere werkzaamheden. Appellant moet besluit herstellen.

Hoger beroep inzake afwijzing WIA-uitkering. Raad oordeelt dat Uwv onvoldoende zorgvuldig medisch onderzoek heeft verricht en draagt Uwv op het besluit te herstellen.

Centrale Raad van Beroep verklaart het hoger beroep van appellant niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang, aangezien er geen premies zijn geheven over de relevante periode.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de Poolse uitkering niet als gezinsbijslag kan worden aangemerkt en niet in mindering mag worden gebracht op de Nederlandse kinderbijslag.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van AOW-uitkering aan appellant in detentie, oordelend dat dit niet in strijd is met het EVRM.

Centrale Raad bevestigt weigering kinderbijslag voor appellante zonder geldige verblijfsvergunning. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Centrale Raad van Beroep bevestigt schuldig nalatig verklaring AOW-premie; appellant slaagt er niet in aan te tonen dat hij aanslag niet heeft ontvangen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van herzieningsverzoek WAZ-uitkering; geen nieuwe feiten of omstandigheden aangetoond.

Hoger beroep over WGA-vervolguitkering; arbeidsongeschiktheid vastgesteld op 65,83%. Geen aanleiding om medische beoordeling van Uwv te betwisten. Hoger beroep afgewezen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de nabestaandenuitkering van appellant, omdat hij minder dan 45% arbeidsongeschikt werd geacht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraak; appellant slaagt er niet in nieuwe feiten aan te dragen voor uitkeringen AAW en WAO.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de herhaalde WIA-aanvraag van appellant niet correct heeft beoordeeld en draagt het Uwv op om gebreken in het besluit te herstellen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de aanvraag voor Wajong-uitkering van appellant niet zorgvuldig heeft behandeld en draagt het Uwv op om de gebreken in het besluit te herstellen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van de WIA-uitkering van appellante en oordeelt dat de uitlooptermijn niet van toepassing is, omdat appellante meer dan 65% van haar maatmaninkomen verdiende.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening van de WAO-uitkering van appellant zonder nieuwe uitlooptermijn, omdat appellant voldoende duidelijkheid had over zijn geschiktheid voor de bijgeduide functies.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellante, na zorgvuldig verzekeringsgeneeskundig onderzoek. Er zijn geen redenen om te twijfelen aan het medisch oordeel.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening van de AOW-uitkering van appellant, die niet kon aantonen dat hij nooit samenwoonde.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de Svb terecht kinderbijslag aan ex-echtgenote uitbetaalde in plaats van aan appellant, gezien bijzondere omstandigheden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WIA-uitkering aan appellante, die minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. Geschiktheid van functies is voldoende onderbouwd.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over vergoeding van proceskosten en rechtsbijstand in sociale zekerheidszaken. Uwv moet appellant € 3.951,72 vergoeden.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van de WAO-uitkering per 1 september 2005 en de heropening per 2 maart 2011, waarbij de toepassing van beleidsregels door het Uwv consistent is bevonden.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. Verzoeker ontvangt in totaal € 7.500,- van de Staat en het Uwv.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens ontbreken van procesbelang in sociale zekerheidszaak over kinderbijslag.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellant, oordelend dat er voldoende medische grondslag is en de geselecteerde functies passend zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering van WW-uitkering, appellant niet verzekerd in Cyprus, hoger beroep niet slaagt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering WW-uitkering wegens niet gemelde zelfstandige werkzaamheden van appellant.

Centrale Raad van Beroep vernietigt WIA-besluit van Uwv wegens onjuiste medische grondslag en draagt Uwv op het besluit te herstellen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van de WAO-uitkering van appellante, oordelend dat het medisch onderzoek door het Uwv zorgvuldig was en de functies passend zijn.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van de WGA-uitkering van appellant, oordeelt dat het medisch onderzoek zorgvuldig is uitgevoerd en dat de conclusies van de verzekeringsartsen voldoende onderbouwd zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar tegen beëindiging ZW-uitkering en weigering WIA-uitkering wegens termijnoverschrijding en onvoldoende arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WW-uitkering aan Roemeense appellant wegens niet-inschrijving bij Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van het AWW-pensioen van verzoekster, oordeelt dat er geen nieuwe feiten zijn en wijst verzoek om schadevergoeding af.

De Centrale Raad van Beroep heeft het verzoek van appellante om een ANW-uitkering voor haar overleden echtgenoot afgewezen, omdat hij niet tijdig zijn adreswijziging had doorgegeven.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WIA-uitkering op basis van voldoende medische en arbeidskundige grondslag.

Hoger beroep tegen weigering WIA-uitkering; medische en arbeidskundige grondslag voldoende. Hoger beroep afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat zijn medische beperkingen zijn toegenomen, waardoor herziening van de WAO-uitkering niet aan de orde is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de Svb terecht een korting op de partnertoeslag heeft toegepast, omdat het huwelijk van appellant niet rechtsgeldig was vóór 5 november 1976.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging kinderbijslag wegens stopzetting voorlopige toepassing verdrag met Costa Rica. Appellant had geen recht op kinderbijslag voor kinderen in Costa Rica.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening en terugvordering AOW-toeslag na toekenning ZW- en WGA-uitkering aan partner. Appellant had kunnen weten van hogere inkomsten partner.

Centrale Raad van Beroep vernietigt uitspraak rechtbank en verklaart beroep ongegrond inzake AOW-pensioen voor in Costa Rica wonende betrokkene.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat Nederland verantwoordelijk is voor zorgkosten in Finland en rechtmatig buitenlandbijdrage inhoudt op AOW-pensioen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de redelijke termijn in een bestuursrechtelijke procedure met 1 jaar en 8 maanden is overschreden, wat leidt tot een schadevergoeding van € 2.000,- aan betrokkene.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WIA-uitkering aan appellante wegens onvoldoende arbeidsongeschiktheid na psychische en lichamelijke klachten.

Bezwaar tegen wijziging AOW-pensioen niet-ontvankelijk verklaard wegens termijnoverschrijding. Hoger beroep afgewezen; Svb voldoende geïnformeerd over gevolgen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WIA-uitkering aan appellant, o.a. wegens onvoldoende medische onderbouwing van beperkingen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat bezwaar tegen herziening kinderbijslag niet-ontvankelijk is wegens termijnoverschrijding. Appellant heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij in verzuim was.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat appellant niet in aanmerking komt voor een hogere WGA-uitkering of IVA-uitkering, gezien de vastgestelde arbeidsongeschiktheid van 44,39%.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de korting op AOW-pensioen van appellant, gebaseerd op niet-verzekerde jaren. Appellant kan binnen zes weken in cassatie.

Centrale Raad van Beroep vraagt prejudiciële beslissing aan het Hof van Justitie van de EU over AOW-rechten van Oostenrijkse zeevarenden, die geen volledige AOW ontvangen vanwege het ontbreken van EU-lidmaatschap van Oostenrijk in de jaren zestig.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante recht heeft op loongerelateerde WGA-uitkering en vernietigt eerdere uitspraak rechtbank. Proceskosten worden vergoed aan appellante.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over herziening AOW-toeslag en terugvordering. Appellant ontvangt onterecht hoge toeslag door PGB-inkomen partner. Terugvordering gematigd tot € 13.964,34.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat verzoeker recht heeft op schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in bestuursrechtelijke procedure. Totale overschrijding bedraagt ruim vijf maanden, met schadevergoeding van € 500,-.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking nabestaandenuitkering wegens schending mededelingsverplichting door appellant.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellant voor 35 tot 45% arbeidsongeschikt is, na zorgvuldig medisch onderzoek. Er zijn geen toegenomen beperkingen vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van het AOW-pensioen van appellant en verklaart het hoger beroep ongegrond.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de ingangsdatum van het AOW-pensioen niet eerder kan zijn dan één jaar voor de aanvraag, en dat er geen bijzondere omstandigheden zijn voor een langere terugwerkende kracht.

Hoger beroep over WGA-uitkering na verkeersongeval. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak; medische grondslag is zorgvuldig vastgesteld.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van de WAO-uitkering van appellant en oordeelt dat reiskosten niet als verwervingskosten kunnen worden aangemerkt, wat geen discriminatie oplevert.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over korting op AOW-pensioen en afwijzing herzieningsverzoek. Korting vastgesteld op 8% per 15 augustus 2012.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de WGA-uitkering van appellant, oordelend dat zijn arbeidsongeschiktheid onder de 35% ligt en dat de verzekeringsartsen zorgvuldig onderzoek hebben gedaan.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de AOW-uitkering op basis van geboortedatum; appellant kan niet aantonen dat hij in 1943 is geboren.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering en de terugvordering van voorschotten aan appellant met schouderklachten, oordelend dat zijn beperkingen niet zijn onderschat.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de nabestaandenuitkering aan appellante, omdat zij niet arbeidsongeschikt is in de zin van de ANW.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening van de WAO-uitkering van appellant, oordelend dat er voldoende medische grondslag is voor de conclusie dat appellant over duurzaam benutbare mogelijkheden beschikt.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de beëindiging van de WAO-uitkering van appellante bij verhuizing naar Senegal rechtmatig is, omdat er geen handhavingsverdrag bestaat.

Centrale Raad van Beroep rectificeert eerdere uitspraak van 7 maart 2014 inzake schadevergoeding door Uwv en Staat, met veroordelingen tot schadevergoeding en proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op nabestaandenuitkering na 30 september 2012, omdat zij niet arbeidsongeschikt is in de zin van de ANW.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening en terugvordering van het AOW-pensioen van appellant, die samenwoont met zijn echtgenote. Er zijn geen dringende redenen om van herziening af te zien.

Hoger beroep over afwijzing uitkering Wet WIA; appellant wordt minder dan 35% arbeidsongeschikt geacht. Raad bevestigt eerdere uitspraak.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering AOW-pensioen van appellant wegens voorlopige hechtenis. Appellant had geen gronden tegen de intrekking en de Svb was verplicht tot terugvordering.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat betrokkene zich niet heeft onttrokken aan zijn vrijheidsstraf, waardoor zijn AOW-pensioen niet beëindigd hoeft te worden. Appellant is veroordeeld in proceskosten.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van de WAO-uitkering van appellant wegens voorlopige hechtenis. De Raad oordeelt dat de intrekking rechtmatig is, ongeacht de uitkomst van de strafprocedure.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant onjuiste informatie heeft verstrekt over de verblijfplaats van zijn kinderen, waardoor de Svb de kinderbijslag met terugwerkende kracht mocht herzien en € 38.111,92 terugvorderde.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening van de WAO-uitkering van appellant, oordelend dat het Uwv zorgvuldig onderzoek heeft gedaan naar zijn beperkingen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de Altersrente niet als arbeidsongeschiktheidsuitkering kan worden aangemerkt en blijft in mindering op de WIA-uitkering. Appellant wordt veroordeeld in proceskosten.

De Centrale Raad van Beroep vernietigt de boete en terugvordering van WAO-uitkering aan appellant, omdat hij niet was geïnformeerd over zijn zwijgrecht tijdens het verhoor.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv zorgvuldig onderzoek heeft verricht naar de geschiktheid van appellante voor arbeid en vernietigt eerdere uitspraak van de rechtbank. Uwv veroordeeld tot vergoeding van proceskosten.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de wijziging van de ingangsdatum en hoogte van het AOW-pensioen van appellant, oordelend dat er geen schending is van het eigendomsrecht.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat betrokkene zelf verantwoordelijk is voor tijdige indiening AOW-aanvraag. Geen bijzonder geval aangetoond. Beroep ongegrond verklaard.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om herziening van een eerdere WAO-uitspraak af, omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn aangedragen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de toekenning van een loongerelateerde uitkering op grond van de Wet WIA aan appellant met een arbeidsongeschiktheid van 71%.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellante niet duurzaam arbeidsongeschikt is, op basis van voldoende onderbouwing door het Uwv.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening en terugvordering van kinderbijslag door de Svb, omdat appellant niet aan de onderhoudseis voldeed.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op WIA-uitkering; betaling van niet-genoten vakantiedagen wordt niet meegerekend bij maatmaninkomen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv niet de geldigheid van beslag op WIA-uitkering kan beoordelen; appellante kan zich tot civiele rechter wenden.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellant, oordelend dat de medische beperkingen correct zijn vastgesteld en appellant in staat is de geselecteerde functies te verrichten.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van de WIA-uitkering van appellante, oordelend dat haar beperkingen correct zijn vastgesteld en de geselecteerde functies passend zijn.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van de WIA-uitkering van appellant, oordelend dat de bezwaarverzekeringsarts de belastbaarheid correct heeft ingeschat en dat de geselecteerde functies geschikt zijn.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WAO-uitkering aan appellant, o.b.v. deskundigenrapporten en medische beoordelingen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening AOW-pensioen van appellant naar gehuwde norm, wegens schending informatieplicht.

Centrale Raad van Beroep vernietigt uitspraak rechtbank en verklaart beroep tegen Svb ongegrond; geen bijzondere omstandigheden voor langere terugwerkende kracht AOW-pensioen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over de AOW-verzekering van betrokkene in de periode 1981-1990, bevestigt verzekering voor 1981-1984 en vernietigt eerdere uitspraak voor 1984-1990.

Hoger beroep over inhouding loonbelasting op nabetalingen WAZ-uitkering; uitspraak bevestigt eerdere beslissing van de rechtbank.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant in Duitsland geen recht heeft op TW-toeslag, omdat deze niet exportabel is binnen de EU.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante niet verzekerd is onder de AWBZ, omdat zij recht heeft op een uitkering van een volkenrechtelijke organisatie. Hoger beroep afgewezen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de Svb onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de inkomsten van de ex-echtgenote van appellant, en draagt de Svb op het besluit te herstellen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant bijdrageplichtig is voor zorgverzekering echtgenote in België, omdat haar inkomsten in 2006 onvoldoende waren voor zelfstandig recht op zorg.

Hoger beroep over WIA-vervolguitkering. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak, geen medische onderbouwing voor hogere uitkering. Geschiktheid functies en berekening vervolguitkering correct.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verzoek om toelating tot vrijwillige verzekering AOW en ANW voor echtgenoot van appellante, woonachtig in Marokko.

Hoger beroep over vorderingen wegens meerinkomen en studiefinanciering. De Raad bevestigt de handhaving van vorderingen door de Minister en wijst het beroep van appellant op gewekt vertrouwen af.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening van de WAO-uitkering van appellant en de terugvordering van onverschuldigd betaalde uitkering, oordelend dat appellant in staat was de werkzaamheden te verrichten.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de Svb terecht de ingangsdatum van het ouderdomspensioen heeft verschoven en het beroep op het vertrouwensbeginsel faalt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat ontheffing van verzekeringsplicht niet met terugwerkende kracht kan worden verleend, omdat aanvraag niet tijdig is ingediend.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op kinderbijslag voor zijn kinderen wegens onvoldoende bijdrage in hun onderhoud.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraken en verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de korting op de partnertoeslag AOW. Uitsluiting van de echtgenote van verzekering is geen verboden indirecte discriminatie op grond van nationaliteit.

Hoger beroep over AOW-verzekering van een zeeman met Kaapverdiaanse nationaliteit. De Raad vernietigt eerdere besluiten en oordeelt dat het onderscheid naar nationaliteit niet meer gerechtvaardigd is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de Svb nabetaling AOW-pensioen terecht aan Nieuw-Zeelandse instantie heeft uitbetaald.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van nabestaandenuitkering aan appellant wegens onvoldoende arbeidsongeschiktheid.

Appellant heeft hoger beroep ingesteld tegen de Svb over de toekenning van zijn AOW-pensioen. De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat er geen nieuwe feiten zijn en dat de eerdere besluiten van de Svb rechtens onaantastbaar zijn.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij niet eerder dan september 2011 een aanvraag voor AOW-pensioen kon indienen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de brief van de Svb van 13 juli 2012 geen besluit was en verklaart het hoger beroep ongegrond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat korting op AOW-pensioen en partnertoeslag van zeeman met Portugese nationaliteit niet gerechtvaardigd is, omdat hij vanaf 1963 in de Nederlandse rechtssfeer verbleef.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat een niet-Nederlandse zeeman, die sinds 1964 in de Nederlandse rechtssfeer leeft, recht heeft op AOW-pensioen. De eerdere uitsluiting op basis van nationaliteit wordt vernietigd.

De Centrale Raad van Beroep verklaart de uitspraak van 5 juli 2013 vervallen wegens schending van procedurevoorschriften. De zaak wordt opnieuw behandeld door een andere kamer.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de verlaging van de nabestaandenuitkering voor Turkse weduwen in strijd is met EU-regels. De uitspraak bevestigt dat betrokkenen recht hebben op de volledige uitkering zoals voor de wijziging.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante niet als ingezetene van Nederland kan worden aangemerkt voor AOW-verzekering tot drie jaar na haar binnenkomst in Nederland.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de ingangsdatum van het ouderdomspensioen van appellante niet eerder kan worden herzien dan vijf jaar terug, conform het beleid van de Sociale verzekeringsbank.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de appellant niet verzekerd is voor de AOW van zijn vijftiende verjaardag tot 19 oktober 2000, omdat hij geen duurzame band met Nederland had.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op nabestaandenuitkering onder de ANW, omdat zij niet arbeidsongeschikt is. Hoger beroep afgewezen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de nabestaandenuitkering aan appellante, omdat haar echtgenoot ten tijde van overlijden niet als ingezetene van Nederland kon worden beschouwd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering kinderbijslag aan appellant in Marokko wegens niet-nakoming afspraken en onduidelijke gezinssituatie.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over overschrijding redelijke termijn in bestuurs- en rechterlijke fase, met schadevergoeding van € 1500,- aan verzoeker.

Centrale Raad van Beroep rectificeert griffierecht in uitspraak van 1 november 2013 van € 156,- naar € 466,-. Partijen hebben niet gereageerd op de voorgestelde rectificatie.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. Uwv en Staat veroordeeld tot schadevergoeding van € 1.500,- aan verzoeker.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over ingangsdatum WIA-uitkering en arbeidsongeschiktheid van betrokkene, bevestigt eerdere uitspraak van rechtbank en heropent onderzoek voor schadevergoeding.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat Nederland bevoegd is tot inhouding buitenlandbijdrage op AOW-pensioen van appellant, die in Spanje woont. Onderzoek wordt heropend voor verzoek over mogelijke overschrijding redelijke termijn.

Tussenuitspraak over de aftrek van vroegpensioen op WW-uitkering. De Raad oordeelt dat volledige aftrek niet aanvaardbaar is en draagt het Uwv op het besluit te herstellen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt inhouding buitenlandbijdrage op AOW-pensioen van appellant, rechtmatig op basis van Zvw en EU-verordening.

De Centrale Raad van Beroep herzien het AOW-pensioen van betrokkene naar 90% met ingang van juli 2011, na vaststelling dat hij niet vrijwillig verzekerd was in de periode 1985-1988.

De Centrale Raad van Beroep heeft op 7 februari 2014 de Staat en de Svb veroordeeld tot betaling van proceskosten aan betrokkenen, na een verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in een bestuursrechtelijke procedure.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking nabestaandenuitkering wegens minder dan 45% arbeidsongeschiktheid. Medisch onderzoek niet onzorgvuldig.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over de verzekering ingevolge de AOW van appellant tijdens zijn verblijf in Nederland. Appellant wordt niet als ingezetene aangemerkt voor de periode van 17 februari 1969 tot 30 april 1974. Svb wordt veroordeeld tot vergoeding van proceskosten.

Centrale Raad van Beroep vernietigt besluiten van de Svb en oordeelt dat appellante van 2005 tot en met 2007 verplicht verzekerd is voor de AKW, met proceskostenvergoeding van € 2.678,50.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening en terugvordering van AOW-toeslag op basis van het pensioeninkomen van de partner van appellant, die zijn inlichtingenplicht heeft geschonden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging AOW-pensioen van appellant wegens detentie, oordeelt dat toepassing van artikel 8b AOW niet in strijd is met mensenrechten.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant, die van 1 januari 2006 tot 2 april 2006 in China verbleef, niet als verdragsgerechtigde kan worden aangemerkt en geen buitenlandbijdrage verschuldigd is over die periode.

De Centrale Raad van Beroep heeft de terugvordering van € 5.060,79 en de boete van € 510,- door het Uwv bevestigd, na vaststelling van schending van de inlichtingenplicht door appellante.

De Centrale Raad van Beroep vernietigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het Uwv niet had mogen afzien van een hoorzitting. De loondoorbetalingsverplichting van de werkgever blijft in stand, en er wordt een heropening van het onderzoek gevraagd voor schadevergoeding wegens mogelijke overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat betrokkene geen recht heeft op kinderbijslag en dat de Svb onverschuldigd betaalde bedragen mag terugvorderen.

Appellant verzocht om AOW-pensioen, maar kreeg slechts 58% toegekend vanwege onvoldoende bewijs van verzekering. Hoger beroep afgewezen; uitspraak bevestigd.

De Centrale Raad van Beroep vraagt het Hof van Justitie van de EU om uitleg over de werkloosheidsuitkering voor grensarbeiders, specifiek of [M.] als gedeeltelijk werkloze kan worden aangemerkt na een dienstverband bij een andere werkgever.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt het college van burgemeester en wethouders van Leiden tot betaling van € 944,- aan proceskosten in hoger beroep inzake inburgeringsplicht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verzoek om herziening AOW-korting. Geen nieuwe feiten of omstandigheden. Korting blijft staan.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een nabestaandenuitkering op basis van de ANW, omdat appellante niet voldeed aan de eis van exclusiviteit in een gezamenlijke huishouding.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een wezenuitkering aan appellante, omdat haar moeder ten tijde van overlijden niet verzekerd was voor de ANW.

Appellant heeft hoger beroep ingesteld tegen de Svb inzake AOW-pensioen en griffierechtvergoeding. De Raad vernietigt de uitspraak van de rechtbank en veroordeelt de Svb tot vergoeding van griffierecht en proceskosten.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat betrokkene en zijn echtgenote als ingezetenen onder de AOW verzekerd waren, ondanks de intrekking van hun AOW-pensioen door de Svb.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat betrokkene verzekerd was voor de AOW, ondanks de intrekking van zijn pensioen door de Svb.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de Svb wettelijke rente verschuldigd is over nabetalingen AOW-toeslag vanaf 1 april 2006 tot 1 november 2010, na verzuim in informatievoorziening.

Centrale Raad van Beroep vraagt het Hof van Justitie van de EU om uitleg over de inburgeringsplicht voor langdurig ingezetenen in Nederland, in het licht van Richtlijn 2003/109/EG.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de WAZ-uitkering van betrokkene herzien moet worden op basis van deskundigenrapporten die zijn beperkingen overtuigend onderbouwen.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart het beroep tegen de weigering van een ANW-uitkering ongegrond, omdat de echtgenoot van betrokkene geen ingezetene van Nederland was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de echtgenoot van de betrokkene ingezetene van Nederland was ten tijde van zijn overlijden, waardoor de geweigerde uitkeringen onterecht waren.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de echtgenoot van betrokkene ten tijde van zijn overlijden ingezetene van Nederland was en dat de weigering van de nabestaandenuitkering onterecht was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking partnertoeslag en niet-ontvankelijkheid beroep tegen niet tijdig besluit. Dwangsom niet vastgesteld door rechtbank. Svb moet griffierecht vergoeden.

Centrale Raad van Beroep vraagt het Hof van Justitie van de EU om uitleg over de ingangsdatum van AOW-pensioen en de verantwoordelijkheden voor ziektekosten van gepensioneerden.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en oordeelt dat betrokkene niet verzekerd was voor AOW van 19-12-1975 tot 12-04-1977, wegens vervaging van de band met Nederland tijdens verblijf in Israël.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep ongegrond; betrokkene voldoet niet aan onderhoudseis voor kinderbijslag.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de betrokkene, als familielid van een EU-burger, niet inburgeringsplichtig is. Het eerdere besluit van het college van burgemeester en wethouders wordt herroepen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Svb om appellant toe te laten tot de vrijwillige ANW-verzekering wegens overschrijding van de aanmeldingstermijn.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat Cvz terecht een E 121-verklaring heeft afgegeven aan appellant, die recht heeft op zorg in Frankrijk. Schadevergoeding van € 2.500,- wegens overschrijding van de redelijke termijn door Cvz.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van kinderbijslag aan appellant, omdat hij niet heeft aangetoond in voldoende mate bij te dragen aan het onderhoud van zijn kinderen in Polen.

De Centrale Raad van Beroep herroept de herziening van de kinderbijslag voor [A. 1] en oordeelt dat de Svb niet heeft aangetoond dat appellant op de peildatum één huishouden vormde met zijn kinderen in Marokko.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over AOW-rechten van appellant en bevestigt dat hij niet verzekerd was in bepaalde periodes. Svb wordt veroordeeld in proceskosten.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WAO-uitkering aan appellant, oordelend dat de medische beperkingen niet zijn onderschat en dat de maatman op het wettelijk minimumloon moet worden vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep van de appellant gegrond inzake kinderbijslag voor zijn in Egypte wonende kinderen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv geen deugdelijk onderzoek heeft verricht naar de medische beperkingen van appellante bij de afwijzing van haar Wajong-aanvraag.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de terugvordering van Wajong-uitkering door het Uwv, oordelend dat appellante voldoende op de hoogte was van de invloed van haar inkomsten op de uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant schuldig nalatig is in het voldoen van premie volksverzekeringen, ondanks zijn beroep op de kredietcrisis.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over de aanspraak op kinderbijslag van appellant en bevestigt de beperking van de terugwerkende kracht tot vijf jaar voorafgaand aan de aanvraag. Svb wordt veroordeeld in proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt schuldig nalatig verklaring van appellant voor niet betalen AOW-premie over 2006. Bezwaar ongegrond verklaard.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de Svb het AOW-pensioen van appellant terecht niet verder terug laat werken dan maart 2010, omdat er geen nieuwe feiten zijn die dit rechtvaardigen.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om herziening af, omdat verzoeker geen nieuw feit of nieuwe omstandigheid heeft aangetoond.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om herziening af, omdat verzoekster geen nieuwe feiten heeft aangedragen die relevant zijn voor de herziening.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de schuldig nalatigverklaring van appellant door de Svb voor het niet betalen van AOW-premie over 2001. Appellant heeft geen tijdig bezwaar gemaakt en de Raad oordeelt dat de Svb terecht heeft gehandeld.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de kinderen van appellant in 2006 als meeverzekerde gezinsleden moeten worden aangemerkt, waardoor appellant bijdrageplichtig is voor hen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant ten onrechte niet als ingezetene is aangemerkt voor de AKW. De eerdere uitspraak is vernietigd en de Svb moet een nieuw besluit nemen.

Hoger beroep van betrokkene tegen de weigering van kinderbijslag door de Svb, afgewezen op basis van verblijfsstatus en artikel 8 EVRM. De Centrale Raad bevestigt de rechtmatigheid van de weigering.