ECLI:NL:CRVB:2020:130
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens te late indiening van het beroepschrift
In deze zaak heeft appellante, woonachtig in Nador, Marokko, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 15 augustus 2019. De Centrale Raad van Beroep heeft op 22 januari 2020 uitspraak gedaan in deze zaak, geregistreerd onder nummer 19/4320 ANW. De Raad heeft vastgesteld dat het beroepschrift niet tijdig is ingediend. Volgens de Algemene wet bestuursrecht bedraagt de termijn voor het indienen van een beroepschrift zes weken, welke termijn ingaat op de dag na de bekendmaking van de uitspraak aan de partijen. De uitspraak van de rechtbank was op 16 augustus 2019 aan partijen toegezonden, waardoor de termijn voor het indienen van het beroepschrift op 17 oktober 2019 verstreken was.
Het beroepschrift is op 17 oktober 2019 ontvangen, maar de poststempel op de enveloppe toont aan dat het pas op 11 oktober 2019 ter post is bezorgd. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het beroepschrift niet tijdig is ingediend, omdat het niet voor het einde van de termijn is ontvangen. Appellante heeft in een brief van 29 november 2019 aangegeven dat zij invalide is en onder medische behandeling staat, maar de Raad oordeelt dat deze omstandigheden niet voldoende zijn om aan te nemen dat appellante niet in verzuim is geweest. De Raad concludeert dat het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk is en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep is openbaar uitgesproken en appellante kan binnen zes weken na verzending van het afschrift van deze uitspraak schriftelijk verzet doen.