ECLI:NL:CRVB:2022:2154
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- E.E. Lenos
- M.M. van der Kade
- M.L. Noort
- Rechtspraak.nl
Toekenning ouderdomspensioen AOW en duurzaam gescheiden leven
In deze zaak heeft appellant op 7 september 2020 een ouderdomspensioen ingevolge de Algemene Ouderdomswet (AOW) aangevraagd. De Sociale verzekeringsbank (Svb) heeft hem aanvankelijk een ouderdomspensioen toegekend naar de norm van een ongehuwde, maar na het aangaan van een geregistreerd partnerschap op 2 oktober 2020, heeft de Svb het pensioen aangepast naar de norm van een gehuwde. Appellant heeft hiertegen bezwaar gemaakt, wat door de Svb ongegrond is verklaard. De rechtbank Rotterdam heeft het beroep van appellant tegen deze beslissing ongegrond verklaard, wat appellant heeft doen besluiten om in hoger beroep te gaan.
In hoger beroep heeft appellant betoogd dat er sprake is van duurzaam gescheiden leven, wat hem recht zou geven op een ongehuwdenpensioen. Hij heeft aangevoerd dat hij en zijn partner al tientallen jaren bevriend zijn en dat hun financiële en sociale interacties niet duiden op een duurzame relatie. De Raad heeft echter geoordeeld dat, ondanks het feit dat appellant en zijn partner niet samenwonen, er voldoende aanwijzingen zijn dat zij een gezamenlijke levenssfeer delen. De Raad heeft vastgesteld dat er regelmatig contact is, gezamenlijke activiteiten worden ondernomen en dat appellant financieel bijdraagt aan zijn partner.
De Raad heeft geconcludeerd dat appellant niet duurzaam gescheiden leeft van zijn partner, en dat hij derhalve niet als ongehuwd kan worden aangemerkt voor de AOW. De uitspraak van de rechtbank is bevestigd, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De beslissing is openbaar uitgesproken op 30 september 2022.