Uitspraak
/17.3180 AOW
OVERWEGINGEN
Einkünfte aus Gewerbebetrieb als Einzelunternehmer) van € 16.727,- heeft genoten.
Einkünfte aus Gewerbebetriebheeft aangemerkt als inkomen voor de toeslag. De rechtbank heeft hiertoe verwezen naar artikel 2:2 van het Algemeen inkomensbesluit socialeverzekeringswetten (Inkomensbesluit) en afdeling 3.2.1 en de artikelen 3.74, 3.78, derde lid, en 3.79a van de Wet inkomstenbelasting 2001 (Wet IB), en overwogen dat het Inkomensbesluit niet verwijst naar afdeling 3.13 van Wet IB, die handelt over de verliesrekening.
Summe der Einkünfte) in mindering worden gebracht de
Verlustvortrag(te verrekenen verlies uit voorgaande jaren),
Beschränkt abziehbare Sonderausgaben(met name premies voor de
Krankenversicherungen de
Pflegeversicherung),
Unbeschränkt abziehbare Sonderausgaben(een fiscale vrijstelling, onafhankelijk van daadwerkelijk gemaakte kosten, die verband houdt met de restauratie van het onder monumentenzorg staande woonhuis van appellant, waar ook het atelier van de echtgenote zich bevindt) en
Ausbildungskoste(een fiscale vrijstelling die verband houdt met het aanbieden van stageplaatsen).
Verlustvortragvooral bedrijfsmiddelen betreft die in een aantal (meestal vijf) jaren worden afgeschreven, voor zover die afschrijvingen in eerdere jaren de netto omzet over die jaren te boven gingen. Omdat naar Duits fiscaal recht het bedrijfsresultaat van een
Einzelhandelover een jaar altijd positief moet zijn, worden de investeringen die nog niet zijn afgeschreven, in een later jaar alsnog volgens een bepaalde sleutel als te compenseren bedragen op de winst in mindering gebracht. In de zin van de Wet IB is de
Verlustvortraghet meest vergelijkbaar met ondernemingsverlies in de zin van artikel 3.148 van de Wet IB. Artikel 3:150 van de Wet IB, dat verrekening van verlies uit werk en woning uit een bepaald jaar met inkomen uit werk en woning in andere jaren binnen bepaalde grenzen mogelijk maakt, is echter niet van belang voor de vaststelling van de belastbare winst uit onderneming die op de toeslag in mindering moet worden gebracht. Nu in artikel 2:2, eerste lid, aanhef en onder d, van het Inkomensbesluit voor de berekening van de belastbare winst uit onderneming slechts wordt verwezen naar enkele paragrafen en artikelen uit afdeling 3.2 van de Wet IB en niet naar de bepalingen betreffende de verliesverrekening van afdeling 3.13, heeft de Svb bij de berekening van de toeslag van appellant terecht geen rekening gehouden met de
Verlustvortrag.
Beschränkt abziehbare Sonderausgabenkunnen worden vergeleken met bijzondere ziektekosten. Die zijn niet van invloed op de belastbare winst. Wel zijn zij boven een bepaalde drempelwaarde van invloed op het inkomen uit werk en woning, maar dat is voor de berekening van de toeslag niet van belang.
Unbeschränkt abziehbare Sonderausgabenbetreffen een specifieke fiscale vrijstelling naar Duits recht in verband met de restauratie van een monumentaal pand, los van de door de belastingplichtige daadwerkelijk gemaakte kosten. Afdeling 3.2.2 van de Wet IB bevat geen vergelijkbare regeling, zodat deze post niet van invloed is op de vaststelling van de belastbare winst. Hetzelfde geldt voor de forfaitaire fiscale vrijstelling voor de opleiding van een stagiaire (
Ausbildungskosten).