Uitspraak
21.3740 AKW , 22/62 AKW
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep tegen het bestreden besluit van 18 september 2020 ongegrond.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 september 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de afwijzing van een aanvraag voor kinderbijslag op grond van de Algemene Kinderbijslagwet (AKW). De betrokkene, die gedurende tien jaar in Marokko verbleef, stelde dat hij zijn ingezetenschap in Nederland niet had verloren. De Raad oordeelde dat de betrokkene op de peildata van 1 april 2020 en 1 juli 2020 niet als ingezetene van Nederland kon worden aangemerkt, omdat hij niet voldeed aan de voorwaarden van de AKW. De Raad concludeerde dat de betrokkene onvoldoende objectieve factoren had die zijn intentie om zich definitief in Nederland te vestigen, ondersteunden. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de betrokkene recht had op kinderbijslag, maar de Raad vernietigde deze uitspraak. De Raad benadrukte dat de intentie om in Nederland te wonen niet voldoende is zonder de aanwezigheid van duurzame woonruimte en maatschappelijke activiteit. De Raad oordeelde dat de betrokkene op de peildata nog maar kort in Nederland verbleef en geen duurzame band van persoonlijke aard met Nederland had opgebouwd. De uitspraak van de rechtbank werd vernietigd en het beroep tegen het bestreden besluit werd ongegrond verklaard.