ECLI:NL:CRVB:2023:1810
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herzieningsverzoek afwijzing ANW-uitkering en de gevolgen van postume AAW/WAZ-uitkering voor verzekering ANW
In deze zaak heeft appellante, woonachtig in Turkije, een herzieningsverzoek ingediend tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een ANW-uitkering. De Centrale Raad van Beroep heeft op 14 september 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft de vraag of de postuum toegekende AAW/WAZ-uitkering aan de echtgenoot van appellante heeft geleid tot verzekering voor de ANW op de dag van zijn overlijden. De Raad oordeelt dat de echtgenoot, die Nederland had verlaten en uitgeschreven was uit de Basisregistratie Personen, niet verzekerd was voor de ANW op het moment van overlijden. De Raad bevestigt dat de postume AAW/WAZ-uitkering niet leidt tot een herziening van het eerdere besluit, omdat er geen nieuwe feiten zijn die de verzekering voor de ANW kunnen rechtvaardigen. Het verzoek om herziening is derhalve terecht afgewezen. De rechtbank had eerder het beroep van appellante ongegrond verklaard en de Svb veroordeeld in de proceskosten van appellante. De Raad bevestigt deze uitspraak en oordeelt dat appellante niet heeft aangetoond dat haar echtgenoot op de dag van overlijden verzekerd was voor de ANW. De Raad wijst erop dat de bewijslast bij appellante ligt en dat zij onvoldoende bewijs heeft geleverd voor haar stellingen.