ECLI:NL:CRVB:2020:1074
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening en stopzetting van ouderdomspensioen in het kader van de AOW en beleidsregel SB1069
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 7 mei 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland. De zaak betreft een verzoek van betrokkene aan de Sociale verzekeringsbank (Svb) om met terugwerkende kracht haar ouderdomspensioen op grond van de Algemene Ouderdomswet (AOW) stop te zetten. Betrokkene, die sinds 1983 in Nederland woont en een Duits ambtenarenpensioen ontvangt, had eerder verzocht om haar AOW-pensioen te beëindigen omdat zij een verklaring 'niet AWBZ-verzekerd' wilde ontvangen. De Svb heeft dit verzoek afgewezen, met als argument dat er geen wettelijke basis is voor het terugdraaien van een toekenningsbesluit in dit geval. De rechtbank Gelderland heeft de beroepen tegen de besluiten van de Svb gegrond verklaard, maar de Centrale Raad van Beroep heeft deze uitspraak vernietigd. De Raad oordeelt dat de AOW niet voorziet in de mogelijkheid om een toekenningsbesluit te herzien en dat de beleidsregel SB1069 van de Svb geen mogelijkheid biedt om met terugwerkende kracht de betaling van het ouderdomspensioen stop te zetten. De Raad concludeert dat de Svb terecht geen verklaring 'niet AWBZ-verzekerd' heeft afgegeven en dat het bezwaar van betrokkene ongegrond is.