dhr. mr. J.P.M. Zeijen

Hoger beroep over beëindiging WGA-loonaanvullingsuitkering. Raad bevestigt dat medisch onderzoek zorgvuldig was en dat geselecteerde functies geschikt zijn.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak over WIA-uitkering; Uwv moet opnieuw beslissen op bezwaar van appellant met inachtneming van deskundigenrapport.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van Uwv's verzoek om kwijtschelding van terugvordering van €12.000,-, omdat niet aan voorwaarden voldaan is.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv het ziekengeld van appellant ten onrechte heeft beëindigd en kent hem ziekengeld toe vanaf 17 oktober 2018.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv ten onrechte het recht op ziekengeld per 15 januari 2019 heeft beëindigd en herstelt dit recht.

Centrale Raad van Beroep vernietigt WGA-besluit en kent appellante IVA-uitkering toe vanaf 22 januari 2020, wegens onvoldoende zorgvuldigheid in de beoordeling van arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering na zorgvuldige medische beoordeling en afwijzing van urenbeperking.

Hoger beroep over WIA-uitkering en arbeidsongeschiktheid. Uwv oordeelt dat appellant 41,11% arbeidsongeschikt is. Centrale Raad vernietigt eerdere uitspraak en oordeelt dat onderzoek Uwv zorgvuldig was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing ziekengeldaanvraag; medische beoordeling door Uwv is correct.

Hoger beroep over WGA-vervolguitkering; arbeidsongeschiktheid vastgesteld op 51,18%. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak, geen reden tot twijfel aan medische beoordeling.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellante per 19 augustus 2019 geschikt is voor de functies in het kader van de WIA-beoordeling, ondanks haar psychische klachten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het medisch onderzoek door het Uwv zorgvuldig was en dat appellant geen recht had op WIA-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank over de arbeidsongeschiktheid van appellante, die 38,47% arbeidsongeschikt is volgens het Uwv. Appellante heeft haar standpunt niet onderbouwd met medische stukken.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de mate van arbeidsongeschiktheid van appellante terecht is vastgesteld op 55,18% na zorgvuldig medisch onderzoek. De rechtbank's oordeel wordt onderschreven en eerdere besluiten worden vernietigd.

Hoger beroep ingetrokken omdat het Uwv volledig aan de bezwaren van appellante is tegemoetgekomen. Proceskostenveroordeling van € 1.841,- aan appellante.

Hoger beroep ingetrokken omdat het Uwv met gewijzigde beslissing op bezwaar volledig aan de bezwaren van appellant is tegemoetgekomen. Proceskostenveroordeling van € 4.118,- en toewijzing van wettelijke rente.

Appellante heeft hoger beroep ingetrokken na tegemoetkoming door het Uwv. De Raad veroordeelt het Uwv in de proceskosten van appellante tot € 2.277,-.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens niet tijdig betalen griffierecht van € 134,-.

Het beroep is niet-ontvankelijk verklaard wegens het ontbreken van gronden in het beroepschrift, dat te laat is ingediend.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv onzorgvuldig heeft gehandeld in de beoordeling van de ZW-uitkering van appellant, vernietigt eerdere besluiten en draagt Uwv op tot herstel.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens te late indiening van het beroepschrift.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens niet tijdig betalen griffierecht.

Hoger beroep niet-ontvankelijk wegens ontbreken van beroepsgronden. Appellant heeft geen gronden ingediend na meerdere kansen.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens ontbreken van gronden. Appellante heeft geen gronden ingediend na herhaalde verzoeken.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-vervolguitkering; geen urenbeperking in FML van 22 maart 2016.

Hoger beroep over beëindiging WGA-uitkering. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak, oordeelt dat medische beoordeling Uwv juist is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het Uwv de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant correct heeft vastgesteld op 38,41%.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de mate van arbeidsongeschiktheid van 73,39% voor appellante, oordeelt dat de geselecteerde functies medisch geschikt zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering appellant; onderzoek door Uwv zorgvuldig, functies geschikt.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over WIA-uitkering en schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. Uwv en Staat veroordeeld tot schadevergoeding en proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; geen reden om te twijfelen aan medische beoordeling en FML.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de beëindiging van de WIA-uitkering van appellant wegens onzorgvuldig medisch onderzoek en draagt Uwv op opnieuw te beslissen.

Hoger beroep ingetrokken omdat Uwv volledig tegemoetkwam aan bezwaren appellant. Proceskostenvergoeding van €5.008,21 toegewezen aan appellant.

Appellante heeft het hoger beroep ingetrokken omdat het Uwv volledig aan haar bezwaren tegemoet is gekomen. De Raad veroordeelt het Uwv in de proceskosten van € 759,-.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv een maatregel van 50% op de uitkering mocht opleggen aan appellante, die een benadelingshandeling heeft gepleegd, maar niet in overwegende mate verwijtbaar is.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid van appellant terecht op 42,84% heeft vastgesteld. Het medisch onderzoek is voldoende zorgvuldig uitgevoerd.

Centrale Raad van Beroep verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk wegens niet tijdig betalen griffierecht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om een WIA-uitkering toe te kennen aan appellant na epileptische aanval op de werkplek.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens verzuim in het indienen van machtiging door mr. P.H. Lammerts.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering; medische beoordeling door deskundige overtuigend.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; medische geschiktheid functies voor appellant is voldoende gemotiveerd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; Uwv heeft voldoende rekening gehouden met beperkingen appellant.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens niet tijdig betalen griffierecht. Appellante is herhaaldelijk gewezen op de verplichting tot betaling, maar heeft dit niet gedaan.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding. Beroepschrift niet tijdig ingediend.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het Uwv de Ziektewet-uitkering van appellante terecht heeft beëindigd, omdat de medische beoordeling zorgvuldig was en de functies geschikt zijn.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens ontbreken beroepsgronden. Appellant heeft termijnen ongebruikt laten voorbijgaan.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op ZW-uitkering na scooterongeval, omdat hij per 1 november 2019 niet arbeidsongeschikt was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Limburg over de arbeidsongeschiktheid van appellante, vastgesteld op minder dan 35%.

Centrale Raad van Beroep verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk wegens niet tijdig betalen griffierecht en ontbreken beroepsgronden.

Hoger beroep tegen de weigering van een WIA-uitkering. De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het medisch onderzoek zorgvuldig was en dat de vastgestelde beperkingen juist zijn.

Hoger beroep ingetrokken omdat het Uwv met de gewijzigde beslissing op bezwaar volledig aan de bezwaren van appellante tegemoet is gekomen. Proceskostenveroordeling van € 2.277,-.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens niet tijdig indienen beroepschrift.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de volledige arbeidsongeschiktheid van appellant op 7 juni 2014 niet duurzaam was, waardoor hij geen recht heeft op een IVA-uitkering.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de beëindiging van de WGA-loonaanvullingsuitkering van appellant, oordeelt dat medische beoordeling onvoldoende was en herstelt de uitkering naar 80% arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en besluit van Uwv inzake WIA-uitkering wegens onzorgvuldig medisch onderzoek.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om proceskostenvergoeding af na intrekking hoger beroep door appellant, geen belang meer bij oordeel over aangevallen uitspraak.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat toegenomen beperkingen van appellante door hartfalen voortkomen uit dezelfde ziekteoorzaak als eerder vastgesteld. Hoger beroep slaagt, eerdere uitspraak vernietigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid van appellante terecht op minder dan 35% heeft vastgesteld en weigert de WIA-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op WIA-uitkering per 25 oktober 2014, omdat geen toegenomen arbeidsongeschiktheid is vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om een WIA-uitkering toe te kennen aan appellante, die minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant over het recht op ziekengeld van appellant na een verkeersongeval. Het hoger beroep slaagt niet.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de WIA-uitkering van appellante, oordelend dat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. Het Uwv wordt veroordeeld in de proceskosten van € 3.036,- en het griffierecht van € 174,-.

Verzoek om herziening van een uitspraak over arbeidsongeschiktheidsverzekering is niet-ontvankelijk verklaard wegens onredelijke termijn van indiening.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Limburg dat appellant geen recht heeft op ziekengeld, omdat hij meer dan 65% kan verdienen van zijn maatmaninkomen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de beslissing van het Uwv inzake ZW-uitkering en terugvordering, oordeelt dat er geen twijfel is aan het medisch oordeel en wijst verzoek om deskundige af.

Appellante trok het hoger beroep in na toekenning van een uitkering door het Uwv. De Raad veroordeelt het Uwv in de proceskosten van appellante tot €3.749,42, maar wijst de vergoeding van de eigen bijdrage aan de rechtsbijstandsverzekeraar af.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over proceskostenvergoeding na intrekking hoger beroep door appellant; Uwv veroordeeld tot € 2.277,-.

Centrale Raad van Beroep heeft hoger beroep ingetrokken na tegemoetkoming door Uwv; proceskostenvergoeding van € 3.036,- toegekend aan appellant.

Centrale Raad van Beroep heeft hoger beroep ingetrokken na tegemoetkoming door Uwv. Proceskostenvergoeding van € 2.277,- aan appellant.

Appellante heeft hoger beroep ingetrokken na tegemoetkoming door het Uwv. De Raad veroordeelt het Uwv in de proceskosten van appellante tot € 3.036,-.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere besluiten van het Uwv en kent appellant een WIA-uitkering toe, met schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Hoger beroep ingetrokken omdat het Uwv geheel aan de bezwaren van appellante is tegemoetgekomen. Verzoek om proceskostenveroordeling afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WIA-uitkering aan appellant na zorgvuldig medisch onderzoek door het Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant op 75,93% per 13 juni 2016, na zorgvuldige beoordeling van medische gegevens en argumenten.

De Centrale Raad van Beroep vernietigt de uitspraak van de rechtbank en het besluit van het Uwv over de arbeidsongeschiktheid van appellant, die door frequent toiletbezoek niet in staat is fulltime te werken.

Hoger beroep over WIA-uitkering; Raad oordeelt dat medisch onderzoek niet zorgvuldig was, vernietigt eerdere uitspraak en verleent appellante recht op WGA-loonaanvullingsuitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-aanvraag wegens arbeidsvermogen en medische grondslag.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid van appellante onterecht op minder dan 35% heeft vastgesteld. De uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd en het Uwv moet een nieuwe beslissing nemen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om een WIA-uitkering toe te kennen aan appellante, o.a. omdat er geen schending van 'equality of arms' is vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; medische en arbeidskundige beoordeling door Uwv is voldoende gemotiveerd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt toekenning WGA-vervolguitkering van 40% arbeidsongeschiktheid per 16 april 2019, na toegenomen beperkingen binnen vijf jaar na wachttijd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering; medische en arbeidskundige beoordeling zijn voldoende onderbouwd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt toekenning WGA-vervolguitkering van 61,87% aan appellant, oordeelt dat Uwv correct heeft gehandeld m.b.t. arbeidsongeschiktheid en opleidingsniveau.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant niet geschikt was voor eigen werk per 28 november 2018 en dat zijn ziekmelding laattijdig was. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging van ZW-uitkering; appellant kan administratief ondersteunend werk verrichten ondanks beperkingen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat raadslidvergoeding als inkomen uit arbeid geldt en in mindering kan worden gebracht op WAO-uitkering. Geen strijd met VN-Gehandicaptenverdrag.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de WIA-uitkering van appellante op basis van 55-65% arbeidsongeschiktheid. Medische onderbouwing door Uwv is voldoende.

Hoger beroep van appellante tegen de weigering van een WIA-uitkering door het Uwv, waarbij de Centrale Raad van Beroep de eerdere uitspraak bevestigt en het hoger beroep ongegrond verklaart.

Hoger beroep van appellant tegen beëindiging WGA-vervolguitkering. De Raad oordeelt dat het besluit is gebaseerd op onjuiste medische grondslag en vernietigt de uitspraak. Uwv moet nieuwe beslissing nemen met gewijzigde FML.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Amsterdam en wijst het verzoek om schadevergoeding af. Appellante's hoger beroep wordt afgewezen.

Hoger beroep over WIA-uitkering; Raad oordeelt dat medisch onderzoek voldoende was, maar onvoldoende functies na vervallen functie medewerker tuinbouw. Besluit vernietigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de voortzetting van de WGA-vervolguitkering na zorgvuldig medisch onderzoek en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens niet tijdig betalen griffierecht. Geen proceskostenveroordeling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Amsterdam over de arbeidsongeschiktheid van appellant, die geen nieuwe medische gegevens heeft overgelegd ter ondersteuning van zijn standpunt.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens ontbreken beroepsgronden. Appellante heeft geen gronden ingediend na herhaalde verzoeken.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld, omdat hij meer dan 65% van zijn maatmaninkomen kan verdienen. De FML is correct vastgesteld en de geselecteerde functies zijn medisch geschikt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WIA-uitkering aan appellant, oordeelt dat het medisch onderzoek zorgvuldig was en wijst verzoek om deskundige af.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens niet tijdig betalen griffierecht.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt Uwv in proceskosten van appellante tot € 2.244,- na intrekking hoger beroep.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt Uwv in proceskosten tot € 2.244,- na intrekking hoger beroep.

Hoger beroep over WIA-uitkering van appellante, waarbij de Raad oordeelt dat het Uwv ten onrechte de beperkingen van appellante niet heeft erkend. De uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd en het Uwv moet opnieuw beslissen.

Hoger beroep van appellante tegen de weigering van WIA-uitkering en beëindiging van ZW-uitkering. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellante per 28 december 2018 in staat was om de geduide functies te vervullen.

Hoger beroep ingetrokken omdat het Uwv met de gewijzigde beslissing op bezwaar geheel aan de bezwaren van appellant is tegemoetgekomen. Uwv veroordeeld in proceskosten tot € 7.852,-.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante met haar beperkingen geschikt is voor rugsparende arbeid en weigert ZW-uitkering.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt het Uwv in de proceskosten van appellante tot € 4.014,71 na intrekking van het hoger beroep.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om terug te komen op een besluit inzake WAO-uitkering en WIA-aanvraag, omdat er geen nieuwe feiten zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante haar inlichtingenverplichting heeft geschonden, waardoor het recht op WIA-uitkering niet kan worden vastgesteld. Terugvordering van € 92.408,36 is gerechtvaardigd.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens ontbreken procesbelang in WIA-zaak.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens niet tijdig betalen griffierecht.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens ontbreken beroepsgronden en niet tijdig betalen griffierecht.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt Uwv in proceskosten van appellante tot € 2.244,- na intrekking hoger beroep.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt Uwv in proceskosten van appellante tot € 748,- na intrekking hoger beroep.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens niet tijdig betalen griffierecht.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens niet tijdig betalen griffierecht.

Hoger beroep niet-ontvankelijk wegens niet tijdig betalen griffierecht. Appellante heeft niet voldaan aan de betalingsverplichting binnen de gestelde termijn.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante niet in staat was haar maatgevende arbeid te verrichten en kent haar ziekengeld toe met terugwerkende kracht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WIA-uitkering aan appellante wegens onvoldoende toegenomen beperkingen binnen de wettelijke termijn.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de verlaging van de Wajong-uitkering van appellant van 75% naar 70% van het minimumloon per 1 januari 2018, omdat appellant arbeidsvermogen heeft. Het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv de beperkingen van appellant correct heeft ingeschat in de FML, waardoor de beëindiging van de ZW-uitkering gerechtvaardigd is. Uwv wordt veroordeeld in proceskosten en griffierecht.

Hoger beroep van appellant tegen de weigering van een WIA-uitkering. De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, dat appellant niet arbeidsongeschikt is en geen recht heeft op een WIA-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellant minder dan 35% arbeidsongeschikt is en geen WIA-uitkering ontvangt.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens niet tijdig betalen griffierecht van € 134,-. Appellant heeft niet gereageerd op verzoek om betalingsonmacht.

Appellant in hoger beroep tegen WIA-besluit; Raad herziening arbeidsongeschiktheid naar 73,84% na deskundigenrapport.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens niet tijdige betaling griffierecht en ontbreken beroepsgronden.

Hoger beroep ingetrokken omdat het Uwv met de gewijzigde beslissing op bezwaar volledig aan de bezwaren van appellant tegemoet is gekomen. Proceskosten vergoed tot € 2.992,-.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WW-uitkering aan appellant, omdat hij niet in voldoende weken had gewerkt en de ontvangen ontslagvergoeding niet als loon kon worden gekwalificeerd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Rotterdam over de arbeidsongeschiktheid van appellante en weigering van WIA-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op WIA-uitkering, oordeelt dat het Uwv zorgvuldig onderzoek heeft gedaan naar zijn arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep verklaart verzoek om herziening niet-ontvankelijk; verzoeker stelde onrechtmatige totstandkoming medisch dossier, maar Raad wijkt niet af van vaste jurisprudentie.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Amsterdam dat appellante medisch geschikt is voor de functies onder de Wet WIA, ondanks haar bezwaren over de vastgestelde beperkingen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het ontbreken van arbeidsvermogen bij appellant niet duurzaam was, ondanks zijn beperkingen door ASS en ADD.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Limburg over de afwijzing van de WIA-uitkering aan appellant, die zijn psychische klachten onvoldoende onderbouwde.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv terecht geen toegenomen beperkingen heeft vastgesteld voor appellant met ingang van 17 juni 2013, en bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Den Haag over de beëindiging van de Ziektewetuitkering van appellant, omdat er geen nieuwe feiten zijn die herziening rechtvaardigen.

Appellante betwist het Uwv's besluit over haar WIA-uitkering. De rechtbank oordeelt dat er geen toegenomen beperkingen zijn vastgesteld. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de WGA-vervolguitkering van appellant, oordelend dat het medisch onderzoek door het Uwv zorgvuldig was en de beperkingen in de FML correct zijn vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank dat appellant minder dan 35% arbeidsongeschikt is, op basis van deskundigenrapporten.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Limburg dat het verzekeringsgeneeskundig onderzoek zorgvuldig was en dat de appellant minder dan 35% arbeidsongeschikt is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellante, oordelend dat het onderzoek door het Uwv zorgvuldig was en de medische beoordeling juist.

Centrale Raad van Beroep bevestigt toekenning loongerelateerde uitkering aan werkneemster, oordeelt dat Uwv voldoende heeft gemotiveerd en veroordeelt Uwv in proceskosten.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens ontbreken van gronden in het beroepschrift.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens te late indiening van het beroepschrift. Appellant heeft niet gereageerd op verzoek om uitleg over termijnoverschrijding.

Centrale Raad van Beroep herziening WW-uitkering en boete vastgesteld op € 1.200,- wegens niet gemelde zelfstandige werkzaamheden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant verwijtbaar werkloos is geworden na vroegtijdig verlaten van dienst, waardoor WW-uitkering niet wordt uitbetaald.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking van ZW- en WW-uitkeringen en terugvordering van ten onrechte betaalde uitkeringen. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking WW-uitkering van appellant door Uwv, o.b.v. bewijs dat appellant als bestuurder werkzaam was en zijn inlichtingenplicht niet nakwam.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat geen privaatrechtelijke dienstbetrekking bestond tussen appellant en [X], waardoor het hoger beroep niet slaagt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering WW-uitkering van appellant door Uwv, o.a. wegens schending van inlichtingenplicht.

Hoger beroep over terugvordering WIA-uitkering en boete wegens schending inlichtingenplicht. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat appellant zijn inlichtingenplicht heeft geschonden.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de uitspraak van de rechtbank en het besluit van het Uwv inzake de beëindiging van de WIA-uitkering van appellante, en draagt het Uwv op opnieuw te beslissen.

Hoger beroep ingetrokken omdat het Uwv met de gewijzigde beslissing op bezwaar volledig aan de bezwaren van appellante tegemoet is gekomen. Proceskostenveroordeling van € 2.244,- aan appellante.

Hoger beroep ingetrokken omdat het Uwv met de gewijzigde beslissing op bezwaar volledig aan de bezwaren van appellant tegemoet is gekomen. Proceskostenveroordeling van € 2.992,- aan appellant.

Centrale Raad van Beroep wijzigt de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant naar 65,86% en stelt de resterende verdiencapaciteit vast op € 1.080,54 per maand.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en besluit van het Uwv over arbeidsongeschiktheid van appellant, oordeelt dat medische grondslag onjuist is en Uwv moet opnieuw beslissen.

Centrale Raad van Beroep rectificeert uitspraak van 15 april 2021 en kent schadevergoeding van € 1000,- toe aan appellant wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat betrokkene niet verwijtbaar werkloos is en dat ontslag niet op verzoek van hem is geweest.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en besluit van Uwv inzake ziekengeld wegens onzorgvuldig medisch onderzoek.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ziekengeld en vaststelling wachttijd Wet WIA; hoger beroep van appellante slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding. Appellant kan niet aantonen dat hij niet in verzuim is geweest.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens niet tijdig betalen griffierecht en niet indienen beroepsgronden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de mate van arbeidsongeschiktheid van 60,22% voor appellant, oordeelt dat het medisch onderzoek zorgvuldig was en dat de geselecteerde functies passend zijn.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante haar verblijf in Zweden niet heeft gemeld, waardoor haar WW-uitkering terecht is herzien en teruggevorderd. Boete blijft in stand.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep gegrond inzake WIA-uitkering. Uwv moet nieuw besluit nemen.

Intrekking en terugvordering van WIA-uitkering wegens schending inlichtingenplicht door appellant. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak.

Hoger beroep tegen de weigering van een WIA-uitkering. De Raad oordeelt dat het Uwv de medische situatie van appellante onvoldoende heeft beoordeeld en wijst schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante beschikt over arbeidsvermogen en niet als jonggehandicapte kan worden aangemerkt, ondanks haar gedragsproblematiek.

Centrale Raad van Beroep vernietigt het besluit van het Uwv over arbeidsongeschiktheid van werkneemster en oordeelt dat zij geen benutbare mogelijkheden heeft om arbeid te verrichten.

Hoger beroep over WIA-uitkering; Raad vernietigt eerdere uitspraak en oordeelt dat Uwv onvoldoende heeft gemotiveerd dat appellant's situatie zal verbeteren.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-aanvraag; appellante had arbeidsvermogen op 18e verjaardag.

Hoger beroep tegen de weigering van een WIA-uitkering. Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraak, oordeelt dat medisch onderzoek zorgvuldig was en dat geen verdere beperkingen nodig zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante medisch geschikt is voor geselecteerde functies na ziekmelding en operatie, hoger beroep slaagt niet.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv niet overtuigend heeft aangetoond dat de toegenomen beperkingen van appellante voortkomen uit een andere ziekteoorzaak dan eerder vastgesteld. Het bestreden besluit is vernietigd en het Uwv moet de gebreken herstellen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van Wajong-export naar de Dominicaanse Republiek; geen zwaarwegende redenen voor hardheidsclausule.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om terug te komen van eerdere besluiten over de Wajong-uitkering van appellante, omdat er geen medische gronden zijn voor twijfel aan de conclusies van de verzekeringsartsen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Limburg over de arbeidsongeschiktheid van appellant en weigering van WIA-uitkering, omdat geen nieuwe medische gegevens zijn overgelegd die de FML in twijfel trekken.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de beëindiging van de WIA-uitkering van appellant op basis van onjuiste medische grondslag en onvoldoende rekening met psychische klachten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WIA-uitkering en de terugvordering van voorschotten door het Uwv, oordelend dat het medisch onderzoek zorgvuldig was en de functies geschikt zijn.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over intrekking hoger beroep en proceskostenvergoeding na tegemoetkoming door Uwv. Uwv veroordeeld tot € 2.136,- aan kosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraak over arbeidsongeschiktheid en rol van deskundigen. Uwv wordt veroordeeld in proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellant; voldoende medische grondslag en geen schending van equality of arms.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant duurzaam geen arbeidsvermogen heeft en recht heeft op Wajong-uitkering vanaf 1 januari 2018. Uwv wordt veroordeeld tot vergoeding van proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WIA-uitkering aan appellante, oordelend dat het medisch onderzoek zorgvuldig was en de geselecteerde functies passend zijn.

Centrale Raad van Beroep vernietigt boetebesluit van Uwv, herbeoordeelt inlichtingenverplichting en stelt boete vast op € 2.733,-. Uwv veroordeeld in proceskosten van € 1.068,-.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid van appellant op 54,82% heeft vastgesteld, na zorgvuldig medisch onderzoek.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verhoging Wajong-uitkering; appellante voldoet niet aan voorwaarden voor hulpbehoevendheid en continue oppassing.

Appellante trok het hoger beroep in na tegemoetkoming door het Uwv. De Raad veroordeelt het Uwv tot vergoeding van kosten en de Staat tot schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een Wajong-uitkering aan appellante vanwege ontbrekende medische informatie over haar belastbaarheid op zeventien- en achttienjarige leeftijd.

Het hoger beroep wordt niet-ontvankelijk verklaard wegens niet tijdige betaling van het griffierecht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om een WIA-uitkering toe te kennen, oordelend dat het medisch onderzoek zorgvuldig was en de functies binnen de belastbaarheid van appellante passen.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens niet tijdig betalen griffierecht en ontbreken beroepsgronden.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het medisch onderzoek door het Uwv in WIA-zaak onvoldoende zorgvuldig was, en vernietigt eerdere besluiten.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt Uwv in proceskosten na intrekking hoger beroep door appellante, die volledig tegemoet is gekomen aan bezwaren.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WIA-uitkering aan appellante na zorgvuldig medisch onderzoek en oordeelt dat er geen toegenomen beperkingen zijn vastgesteld.

De Centrale Raad van Beroep verklaart de uitspraak van 26 februari 2020 vervallen wegens schending van procedurevoorschriften, omdat [BV] niet als partij is toegelaten. De zaak wordt opnieuw behandeld.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellante een WIA-uitkering toe te kennen, omdat er geen aanleiding is voor verdergaande psychische beperkingen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-aanvraag; medische situatie appellant niet duurzaam, verbetering mogelijk na behandeling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van WW- en WAZO-uitkeringen van appellante wegens gefingeerde dienstverbanden.

Hoger beroep over afwijzing Wajong-uitkering; geen nieuw gebleken feiten of omstandigheden voor herziening. Uitspraak bevestigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellant een WIA-uitkering toe te kennen, na zorgvuldige beoordeling van zijn arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep verklaart verzoek om herziening niet-ontvankelijk wegens niet tijdig betalen griffierecht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op WIA-uitkering, omdat geen toegenomen arbeidsongeschiktheid is vastgesteld.

Centrale Raad bevestigt beëindiging ZW-uitkering; geen onderschatting van beperkingen appellante.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om herziening af; geen nieuwe feiten of omstandigheden aangetoond.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens niet tijdig betalen griffierecht en ontbreken beroepsgronden.

Centrale Raad van Beroep vernietigt loonsanctie opgelegd aan appellante; medisch oordeel bedrijfsarts is plausibel. Uwv moet opnieuw beslissen over WIA-uitkering werkneemster.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellante per 30 april 2018 in staat was haar maatgevende arbeid te verrichten, en dat het Uwv terecht het ziekengeld heeft beëindigd.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de verlaging van de ZW-uitkering van appellante van 100% naar 70% van het dagloon, zonder direct causaal verband met zwangerschap of bevalling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking ZW-uitkering van appellant; medische beperkingen niet onderschat. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om een WIA-uitkering toe te kennen aan appellant, omdat zijn arbeidsongeschiktheid minder dan 35% is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-loonaanvullingsuitkering; deskundige oordeelt dat appellante niet verdergaand beperkt was dan vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-aanvraag; appellant heeft arbeidsvermogen en gelijkheidsbeginsel slaagt niet.

Hoger beroep tegen de weigering van een WIA-uitkering. Centrale Raad bevestigt dat medisch onderzoek zorgvuldig was en functies geschikt zijn voor appellante.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek af om met behoud van Wajong-uitkering naar Turkije te verhuizen, omdat geen objectieve noodzaak voor remigratie ouders is aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Den Haag over de beëindiging van de WIA-uitkering van appellante, die geen nieuwe medische gegevens heeft ingebracht.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens niet tijdig betalen griffierecht en ontbreken beroepsgronden.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens niet tijdig betalen griffierecht. Appellant heeft het griffierecht pas na de deadline betaald.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking uitkeringen appellant door Uwv wegens geen privaatrechtelijke dienstbetrekking met [Werkgever B.V. 1] en [handelsonderneming].

Hoger beroep over de rechtmatigheid van WW- en ZW-uitkeringen. Centrale Raad bevestigt dat appellant niet als werknemer verzekerd was, geen dienstbetrekking met [bedrijf].

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen privaatrechtelijke dienstbetrekking had en dat het Uwv terecht uitkeringen heeft ingetrokken en teruggevorderd.

Hoger beroep over de rechtmatigheid van WW- en ZW-uitkeringen. De Raad bevestigt dat appellante geen dienstbetrekking had bij [bedrijf 2] en dat het Uwv de uitkeringen terecht heeft ingetrokken.

Hoger beroep over arbeidsongeschiktheid; FML juist; functie samensteller elektronische apparatuur niet passend; Uwv moet nieuwe beslissing nemen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; medisch onderzoek door Uwv zorgvuldig, geen twijfel aan arbeidsgeschiktheid.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de WIA-uitkering van appellante, oordelend dat het Uwv zorgvuldig onderzoek heeft gedaan naar haar beperkingen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een IVA-uitkering in plaats van een WGA-uitkering, oordelend dat appellante niet duurzaam arbeidsongeschikt is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening WGA-vervolguitkering van appellant, oordeelt dat medisch onderzoek zorgvuldig was en geselecteerde functies geschikt zijn.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens niet tijdige betaling griffierecht.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens niet tijdig betalen griffierecht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant op 65 tot 80% en de toekenning van een WGA-vervolguitkering, na zorgvuldige beoordeling van medische rapporten.

Centrale Raad bevestigt beëindiging ZW-uitkering; medisch onderzoek zorgvuldig, appellante geschikt voor geselecteerde functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant op 70,01% in het kader van de WIA, na beoordeling van medische informatie en geduide functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering; geen twijfel aan medisch oordeel Uwv.

Hoger beroep van mw. H. Thodai is niet-ontvankelijk verklaard wegens het niet tijdig indienen van de vereiste machtiging.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens niet tijdige betaling van griffierecht.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens niet tijdige betaling griffierecht.

Appellante heeft het hoger beroep ingetrokken na tegemoetkoming door het Uwv. De Raad veroordeelt het Uwv tot proceskostenvergoeding van € 3.536,- en de Staat tot schadevergoeding van € 3.000,- wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding in Wajong-zaak.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens niet tijdig betalen van griffierecht. Geen proceskostenveroordeling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere uitspraak over de arbeidsongeschiktheid van appellante, die zich ziek meldde in 2013. Het Uwv heeft de mate van arbeidsongeschiktheid correct vastgesteld op 61,73%.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de ZW-uitkering van appellant onterecht heeft geweigerd per 22 juni 2017, omdat er onvoldoende functies zijn om de beoordeling op te baseren.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WIA-uitkering en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt Uwv in proceskosten na intrekking hoger beroep door appellante.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering WW-uitkering; geen privaatrechtelijke dienstbetrekking vastgesteld.

Hoger beroep ingetrokken omdat het Uwv met de gewijzigde beslissing op bezwaar volledig aan de bezwaren van appellante is tegemoetgekomen. Proceskosten van € 525,- toegewezen aan appellante.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering na zorgvuldige medische beoordeling. Verzoek om deskundige afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WIA-uitkering aan appellant op basis van onvoldoende arbeidsongeschiktheid, ondanks psychische en fysieke klachten.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en draagt Uwv op FML aan te passen na deskundigenadvies over arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; appellant geschikt voor functie productiemedewerker industrie.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens niet tijdig betalen griffierecht en indienen beroepschrift.

Centrale Raad van Beroep heeft het hoger beroep ingetrokken en het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellant tot € 1.712,06.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging van ZW-uitkering; medische beoordeling en geschiktheid functies zijn correct vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep van appellant tegen het Uwv ongegrond, met betrekking tot de WIA-uitkering en arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat geen privaatrechtelijke dienstbetrekking bestond, waardoor WW- en ZW-uitkering terecht zijn geweigerd en teruggevorderd.

Centrale Raad bevestigt weigering WIA-uitkering; geen toegenomen beperkingen binnen vijf jaar na eerdere beoordeling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering van WW- en ZW-uitkeringen wegens geen privaatrechtelijke dienstbetrekking.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt Uwv in proceskosten van appellant tot € 1.575,- na intrekking hoger beroep.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens verzuim in het indienen van beroepsgronden door de gemachtigde van appellant.

Hoger beroep ingetrokken omdat het Uwv met de gewijzigde beslissing op bezwaar volledig aan de bezwaren van appellante is tegemoetgekomen. Proceskosten vergoed.

Centrale Raad van Beroep verklaart het hoger beroep van appellant niet-ontvankelijk wegens te late betaling van het griffierecht van € 128,-.

Centrale Raad van Beroep verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk wegens verzuim in het indienen van beroepsgronden. Appellant heeft herhaaldelijk de gestelde termijnen ongebruikt laten verstrijken.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid van appellante correct heeft vastgesteld op 70,21% na ziekte van Graves.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-uitkering; appellante had geen benutbare mogelijkheden en FML was correct.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-uitkering van appellante, oordeelt dat Uwv zorgvuldig onderzoek heeft gedaan naar arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de Ziektewet-uitkering van appellant, oordeelt dat medische beoordelingen door Uwv niet onzorgvuldig zijn en wijst verzoek om deskundige af.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om herziening af, omdat verzoeker geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangedragen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering na zorgvuldige medische beoordeling en geschiktheid van functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de boete van € 672,30 aan appellante wegens schending van de inlichtingenplicht bij het Uwv. Geen verminderde verwijtbaarheid aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de mate van arbeidsongeschiktheid van appellante op 47,83% en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellante, geen reden om te twijfelen aan belastbaarheid en geschiktheid van functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering Wajong-uitkering wegens niet-nakoming inlichtingenplicht. Appellant ontving onterecht uitkering door inkomsten uit escortbranche niet op te geven.

Centrale Raad van Beroep vernietigt het besluit van het Uwv over de WAO-uitkering van appellant en oordeelt dat de aanvraag niet laattijdig was. Uwv moet opnieuw beslissen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank over de ingangsdatum van de Wajong-uitkering, zonder bijzondere omstandigheden voor een eerdere datum.

Afwijzing Wajong-aanvraag; geen duurzaam arbeidsvermogen; schadevergoeding voor overschrijding redelijke termijn toegekend.

Hoger beroep over WGA-uitkering van 54,08% arbeidsongeschiktheid. Uwv moet nieuwe beslissing nemen, eerdere beslissing niet deugdelijk gemotiveerd.

Centrale Raad van Beroep vernietigt besluit Uwv over beëindiging ziekengeld en herstelt recht op ziekengeld tot einde wachttijd.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt Uwv in proceskosten van appellant tot € 525,- na intrekking hoger beroep.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens niet tijdig betalen griffierecht.

Hoger beroep ingetrokken omdat het Uwv volledig aan de bezwaren van appellante is tegemoetgekomen. Proceskosten vergoed tot € 2.612,04.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens niet tijdig betalen griffierecht.

Hoger beroep ingetrokken omdat het Uwv volledig aan de bezwaren van appellante is tegemoetgekomen. Proceskosten vergoed tot € 1.582,40.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant niet in aanmerking komt voor verlengde WW-uitkering; geen dienstbetrekking vastgesteld tussen appellant en zijn BV.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de vaststelling van het dagloon van € 115,14 door het Uwv, waarbij tijdvakken van ongeschiktheid tot werken correct zijn samengevoegd.

Centrale Raad bevestigt beëindiging ZW-uitkering, oordeelt dat Uwv voldoende gemotiveerd heeft dat functies geschikt zijn. Schadevergoeding van € 1.000,- voor overschrijding redelijke termijn.

Hoger beroep ingetrokken omdat het Uwv met de gewijzigde beslissing op bezwaar geheel aan de bezwaren van appellant is tegemoetgekomen. Proceskosten van € 1.575,- worden aan appellant vergoed.

Hoger beroep ingetrokken omdat het Uwv met de gewijzigde beslissing op bezwaar geheel aan de bezwaren van appellante is tegemoetgekomen. De Centrale Raad van Beroep veroordeelt het Uwv in de kosten van appellante tot € 6.022,02.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Rotterdam dat appellante's arbeidsongeschiktheid correct is vastgesteld op 42,09% per 9 april 2018.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante niet volledig arbeidsongeschikt is en geen WIA-uitkering ontvangt, op basis van medische gegevens en rapporten van het Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-vervolguitkering na zorgvuldig onderzoek door Uwv. Appellant's beroep ongegrond verklaard.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat Uwv terecht arbeidsongeschiktheid op minder dan 35% heeft vastgesteld. Beperkingen in FML zijn juist. Proceskosten worden vergoed.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op WIA-uitkering wegens geen toegenomen psychische beperkingen. Verzoek om schadevergoeding afgewezen.

Hoger beroep van appellante tegen afwijzing van haar verzoek om herziening van WAO-uitkering. Geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden. Uitspraak bevestigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant op 56,75% onder de Wet WIA, na zorgvuldig medisch onderzoek door het Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om terug te komen van het besluit van 27 oktober 1989, omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn die herziening rechtvaardigen.

Centrale Raad van Beroep heeft hoger beroep ingetrokken na tegemoetkoming door Uwv en veroordeelt Uwv in proceskosten van € 3.937,50.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over intrekking hoger beroep en proceskostenveroordeling in sociale zekerheidszaak. Uwv veroordeeld tot betaling van € 2.625,- aan appellant.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt Uwv in proceskosten van betrokkene na intrekking hoger beroep.

Hoger beroep ingetrokken omdat het Uwv geheel aan de bezwaren van appellante is tegemoetgekomen. Proceskostenveroordeling van € 1.575,- aan appellante.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WIA-uitkering aan appellante na zorgvuldig medisch onderzoek en geschiktheid van functies.

Hoger beroep ingetrokken omdat het Uwv met de nieuwe beslissing geheel aan de bezwaren van appellant is tegemoetgekomen. Proceskostenveroordeling van € 525,- aan appellant.

Appellante trekt hoger beroep in na tegemoetkoming door Uwv; proceskostenveroordeling van € 2.100,- aan appellante.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking WIA-uitkering na zorgvuldig medisch onderzoek. Appellante's klachten werden niet onderbouwd, functies bleken passend.

Hoger beroep ingetrokken omdat het Uwv met de gewijzigde beslissing op bezwaar geheel aan de bezwaren van appellante is tegemoetgekomen. Proceskostenveroordeling tot € 174,40.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens niet tijdig betalen griffierecht.

Hoger beroep ingetrokken omdat Uwv volledig tegemoetkwam aan bezwaren appellante. Proceskostenveroordeling tot € 2.362,50.

Hoger beroep over de hoogte van de WGA-vervolguitkering. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering na zorgvuldig medisch onderzoek door Uwv; appellant kan geselecteerde functies verrichten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een ZW-uitkering aan appellante, o.b.v. medische beoordeling door Uwv.

Hoger beroep over WGA-vervolguitkering en schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak en kent schadevergoeding toe.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en oordeelt dat Uwv opnieuw moet beslissen op bezwaar van appellant inzake WIA-uitkering, vanwege onvoldoende medische grondslag.

Centrale Raad van Beroep rectificeert eerdere uitspraak van 6 april 2020 over schadevergoeding door Uwv en Staat, waarbij onjuiste bedragen zijn gecorrigeerd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering op basis van verdiencapaciteit en medische beoordeling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellante, oordeelt dat functies medisch geschikt zijn en dat hoger beroep niet slaagt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld na beoordeling door verzekeringsartsen, die zorgvuldig hebben gehandeld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellant op 65,90% en oordeelt dat het Uwv zorgvuldig heeft gehandeld in de beoordeling van zijn geschiktheid voor functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de ZW-uitkering aan appellant, omdat hij in staat is om geselecteerde functies te vervullen. Medische onderbouwing ontbreekt.

Appellante heeft hoger beroep ingetrokken na tegemoetkoming door het Uwv. De Centrale Raad van Beroep veroordeelt het Uwv in de proceskosten tot € 1.575,-.

Het hoger beroep wordt niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet tijdig is betaald.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt Uwv in proceskosten van appellant tot € 525,- na intrekking hoger beroep.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt Uwv in proceskosten na intrekking hoger beroep WIA-zaak.

Hoger beroep ingetrokken omdat het Uwv met de gewijzigde beslissing geheel aan de bezwaren van appellante is tegemoetgekomen. Veroordeling Uwv tot vergoeding van proceskosten en wettelijke rente.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering; appellante biedt onvoldoende bewijs voor twijfel aan medische beoordeling.

Centrale Raad van Beroep rectificeert proceskosten in hoger beroep WIA, vastgesteld op € 1.575,- en vergoedt griffierecht van € 170,- aan appellante.

Hoger beroep over beëindiging WGA-loonaanvullingsuitkering; appellant is 46,99% arbeidsongeschikt. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak en oordeelt dat medisch onderzoek zorgvuldig was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering na zorgvuldig medisch onderzoek. Appellant was geschikt voor aangeboden functies.

Centrale Raad bevestigt beëindiging WIA-uitkering; geen twijfel aan medische beoordeling en geschiktheid functies.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens niet tijdig betalen griffierecht.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens niet tijdig betalen griffierecht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellant, oordelend dat de vastgestelde beperkingen juist zijn en dat appellant niet in staat is de geselecteerde functies te vervullen.

Centrale Raad van Beroep vernietigt het besluit van het Uwv over de arbeidsongeschiktheid van appellante en draagt op een nieuwe beslissing te nemen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-uitkering na zorgvuldig medisch onderzoek en oordeelt dat functies geschikt zijn voor appellant.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt Uwv in proceskosten van appellant tot € 1.837,50 na intrekking hoger beroep.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt Uwv in proceskosten tot € 1.575,- na intrekking hoger beroep.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om proceskostenvergoeding af, omdat appellant zelf proceshandelingen heeft verricht zonder professionele rechtsbijstand.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt Uwv in proceskosten van appellant tot € 1.575,- na intrekking van het hoger beroep.

Appellant trekt hoger beroep in na tegemoetkoming door Uwv; Raad veroordeelt Uwv in proceskosten van € 1.575,-.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Den Haag over de medische grondslag van een WIA-uitkering en geschiktheid van functies voor appellante.

Hoger beroep niet-ontvankelijk wegens niet tijdig betalen griffierecht. Appellante heeft niet gereageerd op verzoek om uitleg over termijnoverschrijding.

Hoger beroep is niet-ontvankelijk verklaard wegens niet tijdige betaling van griffierecht en ontbreken van beroepsgronden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de brief van 16 februari 2018 van het Uwv geen besluit is en verklaart het hoger beroep van appellante ongegrond.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep gegrond inzake WIA-uitkering; medische beoordeling door Uwv onjuist.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens niet-tijdige indiening beroepschrift.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens niet tijdig betaald griffierecht.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens niet tijdige betaling griffierecht.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens niet tijdige betaling griffierecht.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens niet tijdige betaling van griffierecht van € 128,-.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en oordeelt dat Uwv onvoldoende heeft gemotiveerd waarom appellante minder beperkingen heeft vastgesteld. Nieuwe beslissing op bezwaar vereist.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Limburg en oordeelt dat appellante medisch in staat is om geselecteerde functies te vervullen. Hoger beroep afgewezen, Uwv veroordeeld in proceskosten.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv terecht de Wajong-uitkering aan appellant heeft geweigerd, maar dat de redelijke termijn is overschreden, wat leidt tot schadevergoeding van € 1.500,-.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-uitkering van appellante na zorgvuldig medisch onderzoek en vaststelling van minder dan 35% arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de hoogte van de loongerelateerde WGA-uitkering van appellant en de geschiktheid van de geduide functies, ondanks zijn klachten.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens te late indiening van het beroepschrift. Het beroepschrift was niet tijdig ingediend, waardoor de Centrale Raad van Beroep geen verder onderzoek nodig achtte.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-uitkering van appellante, oordelend dat Uwv voldoende rekening heeft gehouden met haar beperkingen en dat de medische beoordeling juist is.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens niet tijdig betalen griffierecht. Appellant heeft het griffierecht niet binnen de gestelde termijn voldaan, waardoor het beroep niet inhoudelijk behandeld kan worden.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens niet tijdig betalen griffierecht van € 128,-.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens ontbreken beroepsgronden. Appellant heeft termijnen om gronden in te dienen ongebruikt laten verstrijken.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WIA-uitkering, oordelend dat het verzekeringsgeneeskundig onderzoek zorgvuldig is uitgevoerd en appellant in staat is om geselecteerde functies te vervullen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Gelderland over de arbeidsongeschiktheid van appellante, vastgesteld op 78,98%.

Hoger beroep over beëindiging ziekengeld. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak; medische beoordeling is zorgvuldig en belastbaarheid juist ingeschat.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv onzorgvuldig heeft gehandeld in de beoordeling van de arbeidsongeschiktheid van betrokkene en draagt het Uwv op een nieuwe beslissing te nemen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging recht op ziekengeld van appellante na zorgvuldig medisch onderzoek.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-loonaanvullingsuitkering wegens arbeidsongeschiktheid onder de 35%.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt Uwv in proceskosten van appellante tot € 1.312,50 na intrekking hoger beroep.

De Centrale Raad van Beroep vernietigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de medische grondslag van het bestreden besluit onjuist is, waarbij appellante maximaal vier uur per dag belastbaar is.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens niet tijdig betalen griffierecht.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat Uwv proceskosten moet vergoeden na intrekking hoger beroep door appellante, die geheel tegemoet is gekomen aan bezwaren.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens niet tijdig betalen griffierecht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WIA-aanvraag; medische geschiktheid functies vastgesteld, wachttijd niet vervuld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-uitkering wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid. Medische beoordeling door Uwv wordt ondersteund, rapport Van Rijn biedt geen nieuwe inzichten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellante, omdat zij meer dan 65% kan verdienen van haar maatmaninkomen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid van appellante terecht op minder dan 35% heeft vastgesteld en wijst het verzoek om schadevergoeding af.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Gelderland over de arbeidsongeschiktheid van appellante, vastgesteld op minder dan 35% per 27 juni 2016, en oordeelt dat het Uwv zorgvuldig heeft gehandeld.

Centrale Raad van Beroep herroept de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant van 40,58% naar 64,35% op basis van nieuwe medische rapportages en functiebeoordeling.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de WGA-uitkering van appellant, o.b.v. arbeidsongeschiktheidsevaluatie, en wijst het hoger beroep af.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is en komt in aanmerking voor IVA-uitkering per 19 april 2016.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat Uwv pensioeninkomsten terecht in mindering bracht op WW-uitkering, omdat betrokkene de dienstbetrekkingen niet naast elkaar vervulde.

Hoger beroep over de weigering van een WIA-uitkering wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid. De Centrale Raad bevestigt de geschiktheid van de geselecteerde functies en wijst het hoger beroep af.

Appellante verliest hoger beroep over blijvende weigering WW-uitkering wegens verwijtbare werkloosheid. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

Hoger beroep over toekenning loongerelateerde WGA-uitkering; Raad vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep ongegrond, arbeidsongeschiktheid vastgesteld op 65-80%.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WIA-uitkering aan appellant na zorgvuldig medisch onderzoek en oordeelt dat er geen reden is om aan de arbeidsongeschiktheid te twijfelen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de WGA-loonaanvullingsuitkering van appellant, oordelend dat de medische beoordeling door het Uwv deugdelijk is gemotiveerd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geschikt is voor haar werk na zorgvuldig medisch onderzoek door het Uwv. Hoger beroep slaagt niet.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante ongewijzigd minder dan 35% arbeidsongeschikt is, ondanks haar psychische klachten. De eerdere uitspraken van de rechtbank worden bekrachtigd.

Hoger beroep van appellante tegen de weigering van een WIA-uitkering. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak en oordeelt dat appellante niet duurzaam arbeidsongeschikt was op de datum in geding.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening van WIA-uitkering en opgelegde boete wegens schending van inlichtingenplicht door appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WW-uitkering van appellante per 27 juli 2017 wegens verblijf in Polen. Hoger beroep faalt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht had op WW-uitkering wegens verblijf in Duitsland van 1 maart 2016 tot 2 mei 2016, in strijd met de WW.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank dat het Uwv terecht geen aanleiding zag om terug te komen van het besluit inzake Ziektewet na uitspraak Tuchtcollege.

De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzoek om herziening niet-ontvankelijk, omdat het verzoek onredelijk laat is ingediend.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-vervolguitkering; appellant heeft geen medische informatie overgelegd die de inschatting van zijn arbeidsmogelijkheden weerlegt.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de redelijke termijn met 3 jaar en 10 maanden is overschreden en kent schadevergoeding van € 4.000,- toe aan appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag WAO-uitkering wegens onvoldoende gegevens. Appellant heeft onvoldoende onderbouwing geleverd voor zijn aanvraag.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellante, oordelend dat de medische beoordeling zorgvuldig was en de belastbaarheid correct was vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellant, oordelend dat er geen nieuwe medische feiten zijn die een verslechtering van zijn toestand onderbouwen.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak over WIA-uitkering wegens schending hoorplicht. Uwv had onvoldoende aangetoond dat appellante afstand deed van haar recht om gehoord te worden. Rechtsgevolgen van het vernietigde besluit blijven in stand.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens ontbreken procesbelang; Uwv veroordeeld in kosten van bezwaar en proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WIA-uitkering wegens arbeidsongeschiktheid onder 35%.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ziekengeld appellante, oordeelt dat zij meer dan 65% van maatmaninkomen kan verdienen. Uwv veroordeeld in proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellant op 44,06% per 1 september 2016, na beoordeling van medische en arbeidskundige gegevens.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv terecht geen WIA-uitkering toekende aan appellant, die geen toegenomen arbeidsongeschiktheid kon aantonen. Proceskosten van € 2.560,- worden vergoed aan appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering; geen psychiatrische stoornis vastgesteld, appellant is minder dan 35% arbeidsongeschikt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WIA-uitkering aan appellante, oordeelt dat medische grondslag voldoende is onderzocht en wijst verzoek om deskundige af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat Uwv terecht uitkeringen heeft herzien en teruggevorderd van appellante, die te hoge bedragen ontving. Psychische klachten bieden geen dringende redenen om van terugvordering af te zien.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; zorgvuldig medisch onderzoek door Uwv leidde tot juiste vaststelling van belastbaarheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ziekengeld na zorgvuldige medische beoordeling; geen aanleiding voor twijfel aan belastbaarheid appellante.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ziekengeld appellante per 10 november 2016 na zorgvuldig medisch onderzoek en geschiktheid voor WIA-functies.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraken en verklaart beroepen van appellant gegrond. Schadevergoeding van € 1.000,- wegens overschrijding van de redelijke termijn toegekend.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de wachttijd voor WIA vervuld is en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Beëindiging loonaanvullingsuitkering van appellant wegens geschiktheid voor maatgevende arbeid. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank, maar met verbetering van gronden.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellant, op basis van een deskundigenrapport dat de medische beoordeling door het Uwv ondersteunt.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak over WIA-uitkering en verplicht Uwv tot herbeoordeling van arbeidsongeschiktheid van appellante.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant niet duurzaam arbeidsongeschikt is en geen recht heeft op IVA-uitkering. Medisch onderzoek was zorgvuldig en FML correct.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het verzekeringsgeneeskundig onderzoek voldoende zorgvuldig was en dat appellante in staat is om geselecteerde functies te vervullen.

Hoger beroep over WIA-uitkering; Raad oordeelt dat redelijke termijn is overschreden en kent schadevergoeding toe van € 1.000,- aan appellant.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over de medische geschiktheid van appellant voor geselecteerde functies in het kader van WIA. Uwv heeft WIA-uitkering geweigerd, maar Raad vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep gegrond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WIA-uitkering; medische beoordeling door verzekeringsartsen is zorgvuldig.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de WIA-uitkering van appellante ongewijzigd kan worden voortgezet, gezien het zorgvuldig verrichte medische onderzoek.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van verzoek om terug te komen van eerder besluit inzake WAO-uitkering, omdat geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden zijn aangevoerd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WW-uitkering aan appellante wegens niet voldoen aan referte-eis.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering van appellante na beoordeling van arbeidsongeschiktheid en deskundigenrapport.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht meer heeft op ziekengeld na zorgvuldige beoordeling van haar medische situatie en belastbaarheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht meer heeft op ziekengeld na zorgvuldige beoordeling door het Uwv.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep ongegrond; beëindiging WGA-uitkering door Uwv is terecht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld na beëindiging dienstverband, ondanks psychische klachten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld na zorgvuldige beoordeling van zijn arbeidsongeschiktheid en geschiktheid van functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WW-uitkering appellant per 1 juni 2017 wegens inkomen boven 87,5% van het maandloon.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over herziening WW-uitkering en boete wegens identiteitsfraude. Boete verlaagd naar € 2.111,03.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-uitkering van appellante na zorgvuldige herbeoordeling van arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over herziening WGA-vervolguitkering en terugvordering na ontdekking hennepkwekerij. Appellant's beroep tegen Uwv's besluiten deels gegrond verklaard, boete verlaagd.

Hoger beroep van appellant tegen boete wegens schending inlichtingenplicht Ziektewet. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak en handhaaft boete.

Hoger beroep ingetrokken omdat het Uwv met de gewijzigde beslissing geheel aan de bezwaren van appellante is tegemoetgekomen. Proceskosten vergoed.

Hoger beroep ingetrokken omdat het Uwv met de gewijzigde beslissing geheel aan de bezwaren van appellant is tegemoetgekomen. Proceskosten vergoed.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WW-uitkering voor appellant die in België werkte en niet als grensarbeider kan worden aangemerkt. Verzoeken om herziening afgewezen wegens gebrek aan nieuwe feiten.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellant, oordelend dat de medische beoordeling zorgvuldig is en dat appellant met de vastgestelde beperkingen kan werken.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WIA-aanvraag; geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat Uwv terecht WIA-uitkering weigert, maar medische onderbouwing pas in hoger beroep afdoende is. Proceskosten van appellant worden vergoed.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat Uwv bezwaar van appellant niet-ontvankelijk kon verklaren wegens gebrek aan gronden in het bezwaarschrift.

Centrale Raad van Beroep bevestigt niet-ontvankelijk verklaring van beroep wegens niet-betaling griffierecht door appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de boete van € 824,75 aan appellant wegens schending van de informatieplicht met betrekking tot zijn Wajong-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de loongerelateerde WGA-uitkering van appellant terecht ongewijzigd bleef en dat de geselecteerde functies medisch geschikt zijn.

Appellant heeft recht op een Wajong-uitkering vanaf 2 juni 2015, omdat hij duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft. De eerdere afwijzing door het Uwv is vernietigd.

Centrale Raad bevestigt herziening WAO-uitkering van appellant naar 65-80% en oordeelt dat medische beoordeling door Uwv correct was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante niet in aanmerking komt voor WIA-uitkering; toegenomen klachten zijn van andere ziekteoorzaak. Verzoek om schadevergoeding afgewezen.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om herziening van een eerdere WAO-uitspraak af, omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn die herziening rechtvaardigen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellante op basis van medische en arbeidskundige beoordeling. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak over WW-uitkering en boete, oordeelt dat appellant geen werknemerschap verloor door laptopwerkzaamheden, maar bevestigt intrekking WW-uitkering voor ICT-werkzaamheden.

Centrale Raad van Beroep herroept besluit Uwv en stelt arbeidsongeschiktheidsklasse vast op 80-100%. Schadevergoeding van € 1.500,- wegens overschrijding redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering aan appellant en oordeelt dat de geselecteerde functies medisch geschikt zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van herzieningsverzoek WW-uitkering en boete door Uwv, geen nieuw gebleken feiten of omstandigheden.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de toekenning van de IVA-uitkering aan appellant, met als eerste arbeidsongeschiktheidsdag 19 april 2014, en wijst het hoger beroep af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op WW-uitkering na ontslag wegens plichtsverzuim. Uwv heeft terecht voorschot op nihil gesteld.

Hoger beroep over WW-uitkering na zelfontslag. Appellant is verwijtbaar werkloos verklaard. Uwv's weigering van WW-uitkering wordt bevestigd, maar schadevergoeding voor wettelijke rente wordt toegewezen.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en oordeelt dat appellante niet in staat was haar werk uit te voeren wegens medische klachten, en draagt Uwv op opnieuw te beslissen.

Centrale Raad van Beroep herziening WW-uitkering en terugvordering onverschuldigd betaalde uitkering wegens verblijf in Marokko. Boete verlaagd naar € 489,12.

Hoger beroep over boete van € 1.100,- opgelegd door Uwv wegens schending van inlichtingenverplichting. Boete verlaagd naar € 437,99 door geringe verwijtbaarheid.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv terecht ziekengeld heeft gekort wegens fictief inkomen. De rechtbank is buiten de omvang van het geding getreden. Beroep van appellante niet-ontvankelijk verklaard.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag WW-betaling; geen privaatrechtelijke dienstbetrekking aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat betrokkene per 29 maart 2016 niet in staat was haar arbeid uit te voeren en dat het Uwv het bezwaar terecht ontvankelijk heeft geacht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WIA-uitkering na zorgvuldig verzekeringsgeneeskundig onderzoek, oordelend dat herstelmogelijkheden aanwezig waren.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens niet tijdig betalen griffierecht.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en herroept besluit Uwv; appellant heeft recht op ZW-uitkering vanaf 24 april 2015.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de Wajong-uitkering van appellant, oordelend dat de FML juist is en dat de geselecteerde functies passend zijn.

Hoger beroep van appellant tegen de weigering van een ZW-uitkering. De Raad bevestigt dat appellant een benadelingshandeling heeft gepleegd door niet tijdig de nietigheid van het proeftijdbeding in te roepen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt wijziging en terugvordering WIA-uitkering wegens pgb-inkomsten en oordeelt dat boete van € 10,- evenredig is.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat werkneemster per 1 augustus 2015 verwijtbaar werkloos is geworden. De uitkering wordt met ingang van 9 juli 2016 verlaagd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt ongegrondverklaring bezwaar WW-uitkering en invordering kosten. Appellant heeft geen gronden aangevoerd tegen de hoogte van de invordering.

Hoger beroep over terugvordering WW-uitkering wegens schending inlichtingenverplichting. Appellant voldeed niet aan voorwaarden voor kwijtschelding. Uwv en rechtbank bevestigen eerdere besluiten.

Hoger beroep van appellant tegen afwijzing herzieningsverzoek WW-uitkering. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank, geen nieuwe feiten of omstandigheden aangetoond.

Hoger beroep van appellante tegen terugvordering WIA-uitkering en toeslag. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak rechtbank, oordeelt dat Uwv rechtsgevolgen van besluit mag aanmerken als vaststaand.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering; geen bewijs voor verdergaande beperkingen dan vastgesteld door Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WAO-aanvraag; geen nieuwe feiten of veranderde omstandigheden.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de weigering van een WIA-uitkering niet op een deugdelijke medische grondslag is gebaseerd en draagt het Uwv op de FML aan te passen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de terugvordering van WW-uitkering door Uwv en wijst beroep op vertrouwensbeginsel af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking WGA-uitkering van appellante; belastbaarheid correct weergegeven door Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt niet-ontvankelijkheid van bezwaar tegen bankoverschrijving WAO-uitkering. Appellant had geen bezwaar gemaakt tegen eerder besluit Uwv.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het medisch onderzoek van het Uwv onvoldoende zorgvuldig was en draagt het Uwv op om gebreken te herstellen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering; appellant is niet volledig arbeidsongeschikt.

De Centrale Raad van Beroep vernietigt de intrekking van de WAO-uitkering in periode I, maar bevestigt de schending van de inlichtingenplicht in periode II, met een boete van €2.269,-.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de correcte berekening van de WGA-uitkering door het Uwv, waarbij geen rekening is gehouden met de keuzes van appellant met betrekking tot EPS en vakantiebijslag.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de WIA-uitkering van appellante op basis van 45-55% arbeidsongeschiktheid, ondanks psychische klachten. Uwv wordt veroordeeld tot proceskostenvergoeding van € 2.304,-.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant niet duurzaam arbeidsongeschikt was op 7 september 2016, waardoor hij geen recht heeft op IVA-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening en terugvordering van WW-uitkering wegens overtreding van inlichtingenplicht door appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening en terugvordering van WW-uitkering wegens schending inlichtingenplicht door niet gemelde werkzaamheden in café.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat WIA-uitkering geweigerd is op ontoereikende grondslag. Appellant is aangewezen op solitaire functies. Schadevergoeding wegens overschrijding redelijke termijn toegekend.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt appellant in proceskosten tot € 768,- na intrekking hoger beroep.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat een factuur van het Uwv voor gegevensverstrekking geen besluit is in de zin van de Awb, en dat er geen wettelijke basis is voor het in rekening brengen van kosten.

Hoger beroep over WGA-uitkering; arbeidsongeschiktheid juist vastgesteld; schadevergoeding voor overschrijding redelijke termijn toegewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid van appellant correct heeft vastgesteld op 66,45% na zorgvuldige medische beoordeling. Hoger beroep van appellant wordt afgewezen.

Hoger beroep van appellanten tegen afwijzing van verzoek om faillissementsuitkering door Uwv. Geen nieuwe feiten of evident onredelijke besluiten. Uitspraak bevestigd.

Hoger beroep over WIA-uitkering; geen toegenomen arbeidsongeschiktheid vastgesteld, WIA-uitkering terecht geweigerd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-loonaanvullingsuitkering na zorgvuldig onderzoek. Geschiktheid voor functies voldoende gemotiveerd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant zijn hoedanigheid van werknemer heeft verloren door zelfstandige werkzaamheden, en dat het beroep op het vertrouwensbeginsel niet slaagt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar van appellant tegen de beëindiging van zijn WW-uitkering wegens termijnoverschrijding.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank over de zorgvuldigheid van medisch onderzoek en arbeidsongeschiktheid van appellant, vastgesteld op 52,61%.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellante na zorgvuldig medisch onderzoek en oordeelt dat er geen reden is om aan de medische beoordeling te twijfelen.

Hoger beroep over WIA-uitkering; Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak dat medisch onderzoek zorgvuldig was en geselecteerde functies geschikt zijn voor appellante.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant recht heeft op WGA-loonaanvullingsuitkering met 57,05% arbeidsongeschiktheid, na vernietiging van eerdere besluiten van het Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening en terugvordering van WW-uitkering van appellante wegens schending van informatieplicht. Boete van € 1.882,61 is evenredig.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over kostenvergoeding na intrekking hoger beroep door appellanten, waarbij Uwv tegemoetkwam aan bezwaren.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant op 70,48% na beoordeling van medische gegevens en eerdere uitkeringen.

Hoger beroep over herziening en terugvordering van WW-uitkering wegens niet-gemelde werkzaamheden. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak.

Hoger beroep over de vaststelling van arbeidsongeschiktheid en geschiktheid voor functies na WIA-uitkering. De Centrale Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op WIA-uitkering; zorgvuldigheid van medisch onderzoek is gewaarborgd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het Uwv zorgvuldig onderzoek heeft verricht naar de arbeidsongeschiktheid van appellant en de functionele mogelijkheden correct heeft vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Amsterdam over de afwijzing van de WAO-aanvraag van appellant wegens het niet indienen van benodigde informatie binnen de gestelde termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant over de WIA-uitkering van appellante, die onvoldoende arbeidsongeschikt werd geacht.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over de hoogte van een boete wegens schending van de inlichtingenplicht in het kader van de WW. Boete vastgesteld op € 1.292,49.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de overschrijding van de bezwaartermijn verschoonbaar is, en veroordeelt het Uwv in de proceskosten van betrokkene.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellant op basis van deskundigenrapport en psychische klachten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van verzoek om overname betalingsverplichtingen werkgever wegens betalingsonmacht. Geen bijzonder geval aanwezig.

Hoger beroep over beëindiging toeslag WAO-uitkering en terugvordering wegens schending inlichtingenverplichting. Boete verlaagd tot € 5.200,-. Proceskosten vergoed.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ziekengeld appellant na zorgvuldige medische beoordeling en arbeidsdeskundige analyse.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de FML van appellante niet correct heeft vastgesteld en draagt het Uwv op het besluit te herstellen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van de aanvraag tot heropening van de WIA-uitkering, omdat appellant niet aan inlichtingenplicht heeft voldaan.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening en terugvordering van WIA-uitkering door het Uwv, geen dringende redenen om van terugvordering af te zien.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat prepensioen mag worden verrekend met WW-uitkering. Wijziging AIB per 1 mei 2018 heeft geen terugwerkende kracht. Geen strijd met gelijkheids- of vertrouwensbeginsel.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat betalingen aan appellante als loon moeten worden gekwalificeerd, niet als terugbetaling van leningen, en dat het Uwv deze bedragen terecht in mindering heeft gebracht op haar uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening WW-uitkering en terugvordering na ontdekking hennepkwekerij. Boete van € 5.466,67 blijft staan.

Hoger beroep over herziening en terugvordering van uitkering wegens betalingsonmacht. Centrale Raad bevestigt uitspraak rechtbank; Uwv heeft terecht loonbetalingen vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WW-uitkering aan appellant wegens beëindiging arbeidsovereenkomst zonder inachtneming van de opzegtermijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank over WGA-loonaanvullingsuitkering en medische belastbaarheid. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op WIA-uitkering; medische beoordeling van beperkingen is zorgvuldig uitgevoerd.

Hoger beroep over WIA-uitkering; geen recht op uitkering vastgesteld door Uwv; medische beoordeling bevestigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op WIA-uitkering; medische beoordeling door Uwv is zorgvuldig en correct.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-vervolguitkering; zorgvuldig onderzoek door Uwv en geen nieuwe medische informatie.

Centrale Raad van Beroep rectificeert eerdere uitspraak van 7 juni 2018 inzake WAO-zaak, na geconstateerde onjuistheden.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv het motiveringsgebrek in WAJONG-zaak heeft hersteld en verklaart het beroep van appellant gegrond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de toekenning van een loongerelateerde WGA-uitkering aan appellante, met een arbeidsongeschiktheid van 53,35%.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op WIA-uitkering, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. Geen aanleiding voor verdergaande urenbeperking in FML.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de toekenning van WGA-vervolguitkering aan appellant, oordeelt dat er geen toename van arbeidsongeschiktheid is en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking WGA-uitkering wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid. Geschiktheid van functies is vastgesteld, hoger beroep afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellant op 37,79% en wijst verzoek om schadevergoeding af, maar veroordeelt Uwv in proceskosten van € 2.816,-.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de WGA-uitkering van appellant, oordelend dat de rechtbank de conclusies van de deskundige terecht heeft gevolgd en dat de geselecteerde functies geschikt zijn.

Beëindiging WGA-uitkering omdat appellant minder dan 35% arbeidsongeschikt was. Geen onderschatting beperkingen. Geen onjuist medisch onderzoek. Appellant voldoet niet aan de opleidingseisen voor deze functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het Uwv niet in strijd heeft gehandeld met het verbod van reformatio in peius bij verlaging van het arbeidsongeschiktheidspercentage.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellant, oordelend dat het medisch onderzoek zorgvuldig was en de geselecteerde functies passend zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WIA-uitkering op basis van minder dan 35% arbeidsongeschiktheid en de zorgvuldigheid van het medisch onderzoek.

Centrale Raad van Beroep rectificeert eerdere uitspraak over griffierecht; Uwv moet appellante € 170,- en € 835,- vergoeden.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het Uwv onvoldoende inzicht heeft gegeven in de arbeidskundige grondslag van de beëindiging van de ZW-uitkering van de ex-werkneemster.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de geschiktheid van appellante voor bepaalde functies na aanpassing van de FML en veroordeelt het Uwv in proceskosten.

De Centrale Raad van Beroep heeft de vaststelling van het maatmaninkomen en de mate van arbeidsongeschiktheid van appellante in het kader van de WIA herzien, waarbij de mate van arbeidsongeschiktheid nu op 65-80% wordt vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de arbeidsongeschiktheid van appellant correct is vastgesteld op 45,53% en dat de geselecteerde functies geschikt zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht meer heeft op WGA-loonaanvullingsuitkering; medisch onderzoek door Uwv zorgvuldig.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om herziening af, omdat verzoeker geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangedragen die tot herziening zouden kunnen leiden.

Hoger beroep over de weigering van het Uwv om WW-uitkering uit te betalen voor de periode van 22 december 2015 tot 21 juli 2016. Geen bijzonder geval aangetoond door appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op WIA-uitkering; geselecteerde functies zijn medisch geschikt.

Hoger beroep over WAO-uitkering; appellant krijgt schadevergoeding van € 2.000,- wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Hoger beroep over WIA-uitkering; Raad oordeelt dat rechtbank niet inhoudelijk is ingegaan op van rechtswege ontstane beroep van appellante tegen Uwv-besluit.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het ABP geen bestuursorgaan is, waardoor de rechtbank zich onbevoegd verklaarde. Griffierecht moet worden terugbetaald aan appellante.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de zorgvuldigheid van het verzekeringsgeneeskundig onderzoek en de vastgestelde belastbaarheid van appellant, wijst verzoek om schadevergoeding af.

Hoger beroep over WIA-uitkering; geen nieuwe medische gegevens; schadevergoeding van € 500,- wegens overschrijding redelijke termijn.

Hoger beroep over WIA-uitkering; Raad bevestigt eerdere uitspraken en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam over de arbeidsongeschiktheid van appellante, die zich niet kan vinden in de herbeoordeling door het Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op WIA-uitkering na zorgvuldig medisch onderzoek door Uwv.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv een ontoereikende medische en arbeidskundige onderbouwing heeft gegeven voor de WIA-besluit. Uwv moet gebreken herstellen binnen acht weken.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraken over WGA-uitkering en wijst verzoek om schadevergoeding af. Proceskosten van € 2.004,- worden vergoed aan appellante.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering; voldoende zorgvuldig medisch onderzoek en geschiktheid van functies vastgesteld.

Hoger beroep over werkloosheidsuitkering; appellant verwijtbaar werkloos door zelf ontslag te nemen zonder noodzakelijkheid.

Centrale Raad van Beroep vernietigt besluit Uwv om WIA-uitkering in te trekken wegens onzorgvuldig medisch onderzoek door niet-geregistreerde arts.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-loonaanvullingsuitkering; zorgvuldig medisch onderzoek en voldoende medische grondslag vastgesteld.

Hoger beroep tegen de weigering van een WIA-uitkering. De Centrale Raad bevestigt dat medische beperkingen niet zijn onderschat en dat er geen aanknopingspunten zijn voor een urenbeperking.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-loonaanvullingsuitkering; appellante heeft onvoldoende bewijs voor verdergaande beperkingen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering, oordelend dat appellante medisch geschikt is voor de geselecteerde functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-aanvraag appellante, oordeelt dat geselecteerde functies medisch passend zijn en veroordeelt Uwv in proceskosten.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en oordeelt dat appellant meer beperkingen heeft dan vastgesteld door het Uwv, waardoor hij recht heeft op een WIA-uitkering.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over herziening en terugvordering WAO-uitkering. Appellant verrichtte in 2012 werkzaamheden, maar niet in 2013. Uwv moet nieuwe beslissing nemen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-loonaanvullingsuitkering na zorgvuldig medisch onderzoek. Appellant's argumenten over psychische klachten worden verworpen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-loonaanvullingsuitkering na zorgvuldig medisch onderzoek. Appellante's beperkingen zijn voldoende onderbouwd en de geselecteerde functies zijn geschikt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de loongerelateerde WGA-uitkering van appellant en oordeelt dat het medisch onderzoek zorgvuldig was. Hoger beroep afgewezen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van de WGA-loonaanvullingsuitkering van appellante na zorgvuldig medisch onderzoek en oordeelt dat er geen meer beperkingen zijn dan aangenomen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WIA-uitkering wegens onvoldoende arbeidsongeschiktheid en gebrek aan objectiveerbare verslechtering.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de arbeidsongeschiktheid van appellante, die lijdt aan ME/CVS en POTS, per 2 januari 2012 duurzaam is. Uwv's eerdere besluiten worden vernietigd en appellante komt in aanmerking voor een IVA-uitkering.

WIA-uitkering van appellante geweigerd na zorgvuldig onderzoek door Uwv. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak, geen reden voor zwaardere urenbeperking.

Hoger beroep ingetrokken omdat het Uwv geheel aan de bezwaren van appellant is tegemoetgekomen. Proceskostenveroordeling van € 501,- aan appellant.

Hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant over WW-uitkering en termijnoverschrijding bezwaar. Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant geen recht heeft op Wajong-uitkering vanwege minder dan 25% verlies aan verdienvermogen en spreekt proceskostenveroordeling uit.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over intrekking hoger beroep na tegemoetkoming door Uwv en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant niet verzekerd was voor de WW, omdat geen privaatrechtelijke dienstbetrekking bestond door gebrek aan gezagsverhouding.

Centrale Raad van Beroep bevestigt uitspraak rechtbank Noord-Holland over WAO-uitkering en arbeidsongeschiktheid van betrokkene, Uwv in proceskosten veroordeeld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellante op 60,80% en de resterende verdiencapaciteit op € 952,13 per maand, na beoordeling van psychische beperkingen.

Appellante kreeg geen Wajong-uitkering wegens geen toegenomen arbeidsongeschiktheid. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak en kent schadevergoeding toe voor overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant pas op 31 december 2012 arbeidsongeschikt was en kent IVA-uitkering toe met ingang van 29 december 2014.

Hoger beroep over WGA-vervolguitkering; Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak en oordeelt dat medische beoordeling door Uwv zorgvuldig was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WIA-uitkering op basis van minder dan 35% arbeidsongeschiktheid en adequaat medisch onderzoek door het Uwv.

Hoger beroep over afwijzing van faillissementsuitkering en ZW-uitkering wegens gebrek aan privaatrechtelijke dienstbetrekking. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing faillissementsuitkering en intrekking ZW-uitkering wegens gefingeerd dienstverband.

Hoger beroep van een B.V. tegen Uwv over arbeidsongeschiktheid ex-werkneemster. Raad vernietigt eerdere uitspraak en oordeelt dat Uwv onvoldoende onderbouwd heeft waarom er geen passende functies zijn.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellante, oordelend dat de functies medisch geschikt zijn en het hoger beroep niet slaagt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening en terugvordering van WW-uitkering en toeslag na onterecht ontvangen inkomen uit pgb.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over terugvordering WAO-uitkering van appellante wegens niet gemelde inkomsten uit economische activiteiten. Boete wordt vernietigd en proceskosten worden vergoed.

Centrale Raad van Beroep bevestigt schending inlichtingenverplichting door appellant en legt boete op, verlaagd tot € 1.383,20.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de WIA-uitkering van appellant na herkeuring, oordeelt dat het Uwv zorgvuldig heeft gehandeld en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering WW-uitkering wegens zelfstandige werkzaamheden van appellant.

Hoger beroep over WGA-uitkering; appellant krijgt recht op uitkering na herbeoordeling van arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt terugvordering WAO-uitkering van appellant wegens te veel ontvangen uitkering. Geen dringende reden om van terugvordering af te zien.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt appellant in proceskosten van € 501,- na intrekking hoger beroep.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om proceskostenvergoeding af na intrekking hoger beroep door appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld na zorgvuldige medische beoordeling door het Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht meer heeft op ziekengeld na beoordeling van haar mogelijkheden en beperkingen. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld, omdat hij in staat is zijn eigen werk te verrichten.

De Centrale Raad van Beroep heeft het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellante na intrekking van het hoger beroep, omdat het Uwv aan de bezwaren van appellante is tegemoetgekomen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv appellant terecht niet in aanmerking heeft gebracht voor een WIA-uitkering, gezien de medische grondslag.

Hoger beroep ongegrond verklaard; ontslagvergoeding behoort niet tot regulier loon; maatmaninkomen correct vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Amsterdam over de arbeidsongeschiktheid van appellant, waarbij het medisch onderzoek door het Uwv als zorgvuldig wordt beoordeeld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering van WW- en ZW-uitkering wegens gefingeerd dienstverband.

Hoger beroep over loonaanvullingsuitkering na beëindiging dienstverband. Appellant kan geen beroep doen op vertrouwensbeginsel, er was geen ondubbelzinnige toezegging. Uitspraak bevestigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Limburg over de arbeidsongeschiktheid van appellante, waarbij de medische beoordeling door het Uwv als zorgvuldig wordt beschouwd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellant geschikt is voor zijn eigen arbeid en geen recht heeft op een loongerelateerde WGA-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering; medische grondslag en geschiktheid functies zijn voldoende onderbouwd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WAO-aanvraag; appellant kan niet bewijzen dat hij 52 weken arbeidsongeschikt was.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de schorsing van de WIA-uitkering van appellante, die weigerde mee te werken aan een psychiatrische expertise.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van verzoek om verhoging WAO-uitkering wegens gebrek aan blijvende hulpbehoevendheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellante op 45-55% en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat werkneemster ten onrechte geen IVA-uitkering is verleend, ondanks langdurige arbeidsongeschiktheid. Uwv moet besluit herroepen en kosten vergoeden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; voldoende zorgvuldig onderzoek, appellant geschikt voor geselecteerde functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering, appellante geschikt voor andere functies na WIA-beoordeling.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de aanvraag voor Wajong-uitkering terecht op basis van Wajong 2015 heeft beoordeeld, maar onvoldoende onderbouwing heeft gegeven voor de inschatting van de mogelijkheden tot arbeidsparticipatie.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op WIA-uitkering, omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. Medisch onderzoek door Uwv wordt als zorgvuldig beoordeeld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de toekenning van een loongerelateerde WGA-uitkering aan appellant, die ziek is gemeld vanwege psychische klachten. Hoger beroep afgewezen.

Afwijzing van een Wajong-aanvraag om ondersteuning op basis van de SMBA-methode. Centrale Raad bevestigt dat appellant geen duurzaam arbeidsvermogen heeft en oordeelt dat er geen sprake is van verboden onderscheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op ziekengeld, omdat hij geschikt is voor arbeid ondanks psychische klachten. PTSS niet onderbouwd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering; appellant is minder dan 35% arbeidsongeschikt. Geen nieuwe medische informatie ingediend.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-aanvraag; appellant niet als jonggehandicapte aangemerkt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellante na zorgvuldige medische beoordeling door het Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-aanvraag; appellante kan minimaal 75% van minimumloon verdienen, maatmaninkomen niet hoger dan anderhalf maal minimumloon.

Hoger beroep over de weigering van een IVA-uitkering. De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de werkneemster op de datum in geding volledig, maar niet duurzaam arbeidsongeschikt was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WIA-uitkering aan appellant, oordeelt dat medisch onderzoek zorgvuldig was en dat appellant minder dan 35% arbeidsongeschikt is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank over de WGA-loonaanvullingsuitkering van appellant, die arbeidsongeschikt is door diabetes. Medisch onderzoek door Uwv was zorgvuldig.

Hoger beroep van appellante tegen WIA-besluit. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraken, oordeelt dat medische beoordeling Uwv zorgvuldig was en dat functies passend zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland over de terugvordering van WAO-uitkering, waarbij appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij niet wist van de te hoge uitkering.

Hoger beroep over WGA-uitkering; Centrale Raad bevestigt uitspraak rechtbank en oordeelt dat Uwv zorgvuldig heeft gehandeld. Schadevergoeding afgewezen.

Hoger beroep over de toekenning van een WGA-uitkering en de duurzaamheid van arbeidsongeschiktheid. De Raad bevestigt dat er geen sprake is van duurzame arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland over de WIA-uitkering van appellante, waarbij de medische grondslag en geschiktheid van voorbeeldfuncties zijn onderschreven.

Hoger beroep van appellant tegen intrekking WAO-uitkering; Uwv heeft terecht geen nieuwe feiten vastgesteld; beroep ongegrond verklaard.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering op basis van minder dan 35% arbeidsongeschiktheid en oordeelt dat de rechtbank appellant ten onrechte niet de kans gaf om zich opnieuw te laten onderzoeken.

Centrale Raad van Beroep rectificeert proceskosten in WIA-zaak van 28 februari 2018, waarbij het bedrag wordt aangepast van € 2.503,- naar € 2.254,50.

De Centrale Raad van Beroep vernietigt het besluit van het Uwv inzake WIA-uitkering wegens motiveringsgebrek en verplicht het Uwv om opnieuw te beslissen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat werkneemster geen recht heeft op IVA-uitkering, maar op WGA-uitkering, omdat haar arbeidsongeschiktheid niet duurzaam was.

Hoger beroep over WIA-uitkering en schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. De Raad oordeelt dat het Uwv een nieuwe FML moet opstellen en kent schadevergoeding toe van € 2.000,- aan appellante.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over WGA-vervolguitkering en schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. Schadevergoeding van € 1.500,- toegekend aan appellant.

Appellant heeft hoger beroep ingesteld tegen de vaststelling van zijn arbeidsongeschiktheid op 71,02%. De Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank, dat de medische beoordeling door het Uwv zorgvuldig was en de geselecteerde functies geschikt zijn voor appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank over de afwijzing van de Wajong-aanvraag van appellante, oordeelt dat het medisch onderzoek door het Uwv zorgvuldig was.

Hoger beroep van appellant tegen afwijzing Wajong-aanvraag na schorsing AAW-uitkering. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak, appellant moet gegevens aanleveren.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de oordeelsvorming van het Uwv over de duurzaamheid van de arbeidsongeschiktheid van appellante op 23 juni 2015 voldoende onderbouwd is, en verklaart het hoger beroep ongegrond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verzoek om schadevergoeding en verhoging WAO-uitkering. Geen bijzonder geval aangetoond door appellant.

Hoger beroep van appellant tegen de ongegrondverklaring van zijn beroep tegen de medische grondslag van een WIA-uitkering. De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland.

Appellante betwistte de vastgestelde arbeidsongeschiktheid door het Uwv en stelde dat zij volledig arbeidsongeschikt was. De Centrale Raad van Beroep bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de belastbaarheid correct was vastgesteld.

Hoger beroep van appellante tegen afwijzing van uitkeringsaanvraag door Uwv. Raad bevestigt uitspraak rechtbank: onvoldoende bewijs voor arbeidsongeschiktheid in relevante periode.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de WIA-uitkering van appellante op basis van een zorgvuldige medische beoordeling en concludeert dat appellante niet langer volledig arbeidsongeschikt is.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de toekenning van WIA-uitkering aan appellante, die arbeidsongeschikt was na ziekte. De Raad oordeelt dat de eerdere beoordelingen van het Uwv juist waren en dat appellante terecht in aanmerking is gebracht voor een loongerelateerde WGA-uitkering en vervolguitkering.

Tussenuitspraak over de begeleidingsbehoefte van een appellant met een licht verstandelijke handicap in het kader van de Wet Wajong. Uwv moet motiveringsgebrek herstellen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat er geen toename van arbeidsongeschiktheid is binnen 5 jaar. Hoger beroep van appellant slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de medische belastbaarheid van appellant correct is beoordeeld en verklaart het beroep tegen het Uwv ongegrond. Proceskosten van € 4.389,58 worden toegewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat medisch onderzoek naar beperkingen appellant zorgvuldig was en dat geselecteerde functies geschikt zijn.

Hoger beroep over WIA-uitkering; Raad bevestigt eerdere uitspraak en oordeelt dat er redelijke verwachting is van verbetering van belastbaarheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de verlaging van de WAO-uitkering van appellante naar 35-45% op basis van zorgvuldig medisch onderzoek.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WIA-uitkering en beëindiging van ZW-uitkering, oordelend dat het medisch onderzoek zorgvuldig was en geen reden voor meer beperkingen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv onvoldoende onderbouwd heeft dat appellante duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft. Uwv moet gebreken in besluit herstellen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het Uwv de WGA-loonaanvullingsuitkering van appellante juist heeft vastgesteld, ondanks haar psychische en hartklachten.

Hoger beroep ingetrokken omdat Uwv aan bezwaren appellante tegemoetkwam. Proceskostenvergoeding toegewezen, schadevergoeding afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-herzieningsverzoek wegens gebrek aan nieuwe feiten of omstandigheden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-aanvraag; geen nieuw gebleken feiten of omstandigheden. Proceskosten vergoed.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op WIA-uitkering na herbeoordeling van arbeidsongeschiktheid. Medisch onderzoek door Uwv zorgvuldig en functies geschikt bevonden.

Hoger beroep tegen beëindiging WAO-uitkering ongegrond verklaard; medische beoordeling door Uwv juist en zorgvuldig.

Centrale Raad van Beroep herroept besluit Uwv en stelt arbeidsongeschiktheid van appellante vast op 75,83% per 1 januari 2012, na aanpassing van de FML.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellant op basis van psychische belastbaarheid en taalvaardigheid.

Hoger beroep over de weigering van een WIA-uitkering wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar van de appellant tegen het besluit van het Uwv inzake zijn WAO-uitkering, wegens termijnoverschrijding.

Centrale Raad bevestigt weigering WIA-uitkering; zorgvuldig medisch onderzoek en geen twijfel aan arbeidsmogelijkheden.

Hoger beroep over WIA-uitkering en duurzaamheid van arbeidsongeschiktheid. De Raad vernietigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat appellante recht heeft op een IVA-uitkering.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is en recht heeft op een IVA-uitkering, vernietigt eerdere uitspraak en herroept Uwv-besluit.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing herhaalde Wajong-aanvraag; geen nieuw gebleken feiten of omstandigheden. Uwv veroordeeld tot proceskosten van € 1.002,-.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering IVA-uitkering; geen duurzaam arbeidsongeschiktheid op datum in geding.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv ten onrechte geen beperking op aspect 1.9.3 van de FML heeft aangenomen, waardoor de Wajong-aanvraag van appellant onterecht is afgewezen. Uwv moet het besluit herstellen.

Hoger beroep over weigering WIA-uitkering; appellante wordt als volledig arbeidsongeschikt beschouwd en heeft recht op loongerelateerde WGA-uitkering.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de weigering van Wajong-uitkering en oordeelt dat appellant recht heeft op begeleiding en volledige arbeidsongeschiktheid na 52 weken.

Beëindiging van de ZW-uitkering van appellant na medisch onderzoek. Geen verdere beperkingen in de FML. Geschiktheid van functies gemotiveerd. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering Wajong-uitkering; zorgvuldig medisch onderzoek en juiste beoordeling van beperkingen.

Hoger beroep over WIA-uitkering; Raad oordeelt dat medische beoordeling door Uwv zorgvuldig was. Besluit van 5 augustus 2013 vernietigd, maar rechtsgevolgen blijven in stand. Beroep tegen besluit van 18 februari 2016 ongegrond.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant recht heeft op Wajong-uitkering en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad bevestigt dat appellant geen recht heeft op WAO-uitkering met terugwerkende kracht. Medische beoordeling door Uwv was zorgvuldig; geen nieuwe feiten aangetoond.

Hoger beroep over WGA-vervolguitkering; appellant stelt dat zijn klachten zijn verslechterd, maar de Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en wijst het verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de WIA-uitkering van appellant terecht is ingetrokken, omdat de wachttijd niet was vervuld. De rechtbank had een zorgvuldigheidsgebrek in de besluitvorming van het Uwv niet onderkend.

Centrale Raad van Beroep vernietigt terugvordering WW-uitkering; stamrecht-B.V. valt onder inkomen uit vroegere dienstbetrekking.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over intrekking en terugvordering van WW- en ZW-uitkering; onvoldoende bewijs voor gefingeerde dienstbetrekkingen met [werkgever 1].

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellant, o.b.v. onvoldoende arbeidsongeschiktheid en zorgvuldig medisch onderzoek.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellante na zorgvuldig medisch onderzoek en vaststelling van beperkingen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellante opnieuw een WAO-uitkering toe te kennen, na zorgvuldig medisch onderzoek en geen toegenomen beperkingen.

Centrale Raad van Beroep herzien proceskostenvergoeding in hoger beroep; aantal uren voor deskundigenrapport vastgesteld op 133,5 uur, totaalvergoeding € 19.732,64.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. Appellant ontvangt € 1.500,- schadevergoeding en € 495,- proceskosten van het Uwv.

Hoger beroep over arbeidsongeschiktheid en maatmaninkomen; privégebruik leaseauto niet meegerekend. Beroep gegrond verklaard, besluit Uwv vernietigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant niet volledig arbeidsongeschikt is en geen recht heeft op IVA-uitkering, ondanks polyneuropathie.

Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring bezwaar WIA-uitkering wegens termijnoverschrijding. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat er geen onzorgvuldig medisch onderzoek heeft plaatsgevonden. Appellant heeft geen nieuwe medische gegevens ingebracht die de beperkingen in twijfel trekken.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraak dat appellant geen recht heeft op WIA-uitkering; geen onzorgvuldig medisch onderzoek vastgesteld.

Hoger beroep over arbeidsongeschiktheid WIA; Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak rechtbank, geen twijfel aan medische beoordeling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing schadevergoeding door Uwv; geen onrechtmatig besluit vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van de WIA-uitkering van appellante, oordelend dat het Uwv zorgvuldig heeft gehandeld en dat er geen nieuwe medische feiten zijn die een herbeoordeling rechtvaardigen.

Centrale Raad van Beroep vernietigt het besluit van Uwv en draagt hen op een nieuw besluit te nemen inzake werk in beschutte omstandigheden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering; medisch onderzoek en geschiktheid functies zijn voldoende onderbouwd.

Hoger beroep over WIA-uitkering; maatmanomvang vastgesteld op basis van werkgevergegevens. Hoger beroep niet geslaagd, uitspraak bevestigd.

Hoger beroep van appellant tegen afwijzing Wajong-aanvraag. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraken, geen nieuw gebleken feiten of omstandigheden.

Centrale Raad bevestigt dat appellante niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij arbeidsongeschikt was in de verzekerde periode voor WAO, ondanks ingebrachte medische informatie.

Hoger beroep van appellante tegen de weigering van een WIA-uitkering. Centrale Raad van Beroep bevestigt dat medisch onderzoek zorgvuldig was en dat appellante geschikt is voor de aan de schatting ten grondslag liggende functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de toekenning van WGA-vervolguitkering aan appellante na zorgvuldig medisch onderzoek en oordeelt dat zij geschikt is voor de aan de schatting ten grondslag gelegde functies.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellant niet in aanmerking komt voor een IVA-uitkering, omdat er geen sprake is van volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WIA-uitkering op basis van minder dan 35% arbeidsongeschiktheid en adequaat medisch onderzoek.

Hoger beroep over de weigering van een WIA-uitkering; appellant is minder dan 35% arbeidsongeschikt verklaard. Uwv veroordeeld in proceskosten van € 2.227,50.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland over de toekenning van een WAO-uitkering aan appellant, met een arbeidsongeschiktheid van 25 tot 35%.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de medische grondslag van het WIA-besluit moet herstellen, omdat deze niet deugdelijk is onderbouwd.

Centrale Raad van Beroep rectificeert proceskosten in WIA-zaak, waarbij onjuist bedrag werd vermeld. Totaalbedrag nu € 2475,-.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-uitkering wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid en oordeelt dat medisch onderzoek door Uwv zorgvuldig was.

Hoger beroep van appellant tegen afwijzing van verzoek om herbeoordeling WAO-uitkering. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak, geen nieuwe feiten of omstandigheden aangetoond.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat Uwv ingangsdatum WAO-uitkering moet herzien naar 26 oktober 1999. Appellante heeft voldoende bewijs geleverd voor haar arbeidsongeschiktheidsdag.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellant, oordelend dat hij geschikt is voor zijn eigen werk en dat de medische beoordeling door het Uwv zorgvuldig is uitgevoerd.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat werkneemster ten onrechte geen IVA-uitkering is toegekend vanaf 21 november 2014, omdat haar arbeidsongeschiktheid duurzaam was.

Hoger beroep over verlaging WGA-vervolguitkering. Geen aanleiding voor benoeming deskundige. Bevestiging eerdere uitspraak.

Centrale Raad van Beroep vernietigt het besluit van het Uwv inzake Wajong-begeleiding, oordeelt dat de begeleiding is onderschat en veroordeelt het Uwv in de proceskosten van appellant tot € 2.227,50.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WIA-uitkering; verzoek om voorlopige voorziening afgewezen op basis van medische beoordeling.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de terugvordering van een WAO-uitkering door het Uwv over de periode van 1 oktober 2008 tot en met 30 juni 2013, omdat de betrokkene zijn gewijzigde verdiensten niet tijdig heeft doorgegeven.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van de WGA-uitkering van appellante, die minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. De rechtbank oordeelde dat het medisch onderzoek zorgvuldig was en dat er geen reden was om de beperkingen van appellante te onderschatten.

Hoger beroep over de weigering van een WIA-uitkering. De Centrale Raad bevestigt de eerdere uitspraak en wijst het verzoek om schadevergoeding af.