Uitspraak
19 5268 ZW
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
.Bij lichamelijk onderzoek van de rechterhand heeft hij pijn, lichte functiebeperking en zwelling van de rechterduim geoordeeld. Voor de behandeling heeft hij zo nodig een orthese ter stabilisatie van de rechterduim, pijnstillers en bij onvoldoende effect een injectie overwogen. In een later rapport van 31 december 2019 heeft de orthopedisch chirurg desgevraagd meegedeeld dat alle bewegingen van de rechterduim kunnen leiden tot een toename van klachten. Ten gevolge van artrose in de rechterduim is er meer stijfheid en dit kan in combinatie met pijn leiden tot beperkingen in de fijne motoriek. Daar komt bij dat de plastisch chirurg in zijn rapport van 12 mei 2021 heeft geconcludeerd tot de diagnose artrose in meerdere gewrichten van de rechterhand waarbij verder onderzoek naar mogelijk pseudojicht is aangewezen. Hij heeft vermeld dat de oorzaak van de klachten in de richting wijst van artrose van meerdere vingers van de handwortel. De plastisch chirurg heeft verder overwogen dat, omdat bekend is dat artrose een langzaam, progressieve en in ernst toenemende aandoening is, het aannemelijk is dat deze aandoening er ook was op 15 januari 2019. Overigens wijzen ook de bevindingen van een bedrijfsarts van het Uwv bij een eerder verzekeringsgeneeskundig onderzoek op 25 september 2018 in dezelfde richting. Bij dat onderzoek is door de bedrijfsarts vermeld dat de rechterduim van appellante nog steeds pijn doet en zij veel dingen niet kan doen zoals wringen of een fles openen.